Uitvoeringsregeling accijns

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Afdeling

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 1a, derde lid, 2, elfde lid, 2d, tweede lid, 2e, achtste lid, 3, vijfde lid, 7, zesde lid, 26, achtste lid, 27, tweede lid, 37, tweede lid, 38, 40, eerste en derde lid, 41, tweede lid, 42, tweede lid, 42a, vierde lid, 50c, derde lid, 50d, vijfde lid, 50f, zevende lid, 50i, derde lid, 50k, derde lid, 53, derde lid, 56, zevende lid, 64, tweede lid, 64a, tweede lid, 65, achtste lid, 66, vierde lid, 66a, tweede lid, 68, tweede lid, 69, 69a, derde lid, 70, vierde lid, 71, tweede lid, 71a, tweede lid, 71d, derde lid, 71e, vierde lid, 71g, eerste lid, 71h, zevende lid, 73, derde lid, 75, vierde en negende lid, 76, vijfde lid, 77, achtste lid, 78, vierde lid, 79, tweede lid, 80, derde lid, 82, tweede lid, 83, vierde lid, 84, tweede lid, 84a, zesde lid, 84b, vijfde lid, 90, zevende lid, 90a, vierde lid, 91, derde lid, 94, tweede lid, 95, vierde lid, van de Wet op de accijns en de artikelen 9da, tweede lid, en 12 van het Uitvoeringsbesluit accijns.

Afdeling

2

Overbrenging van accijnsgoederen

Artikel

3

Afdeling

3

Accijnsgoederen voor eigen verbruik

Artikel

3a

De hoeveelheden, bedoeld in artikel 2d, tweede lid, van de wet, bedragen voor:

  • a.

    bier: 110 L;

  • b.

    wijn: 90 L (waarvan maximaal 60 L mousserende wijn);

  • c.

    tussenproducten: 20 L;

  • d.

    overige alcoholhoudende producten: 10 L;

  • e.

    sigaretten: 800 stuks;

  • f.

    sigaren: 200 stuks;

  • g.

    cigarillo’s (sigaren met een maximumgewicht van 3 g/stuk): 400 stuks;

  • h.

    rooktabak: 1 kg.

Afdeling

4

Gebruik als brandstof in een accijnsgoederenplaats

Afdeling

5

Normale reservoirs van bedrijfsmotorrijtuigen

Artikel

3c

Hoofdstuk

II

Accijnsgoederen

Afdeling

1

Bier

Artikel

4

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Afdeling

2

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Afdeling

3

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Afdeling

4

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Afdeling

5

Minerale oliën

Artikel

12

Het loodgehalte van lichte olie wordt bepaald volgens de in bijlage MO.1 bij deze regeling omschreven methode.

Artikel

13

Artikel

14

Afdeling

6

Alcoholgehalte en volume

Artikel

15

Artikel

16

Indien bier, wijn, tussenproducten, overige alcoholhoudende producten en tabaksproducten zijn verpakt in kleinhandelsverpakking, wordt het volume of de massa in aanmerking genomen dat op de verpakking is vermeld, mits de wijze waarop dat is vastgesteld en de aanduiding ervan voldoen aan de voorschriften gesteld bij het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen.

Hoofdstuk

III

Uitslag

Afdeling

1

Accijnsgoederenplaats

Artikel

17

Artikel

18

In afwijking van artikel 40, tweede lid, van de wet kunnen als accijnsgoederenplaats in aanmerking komen:

  • a.

    plaatsen van waaruit groothandelaren minerale oliën afleveren aan vliegtuigen en schepen, dan wel aan grootverbruikers van minerale oliën die per keer meer minerale oliën afnemen dan 50 hl;

  • b.

    plaatsen van waaruit accijnsgoederen worden geleverd met vrijstelling als bedoeld in artikel 32a;

  • c.

    plaatsen van waaruit groothandelaren in wijn rechtstreeks aan particulieren verkopen;

  • d.

    plaatsen, gelegen op een luchthaven of op een haventerrein, van waaruit goederen worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeeft;

  • e.

    plaatsen van waaruit door buitenlandse NAVO-strijdkrachten als bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel c, van de wet accijnsgoederen rechtstreeks worden geleverd aan personeel van die strijdkrachten of hun gezinsleden.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

20a

In een verzoek om een vergunning voor een geregistreerde geadresseerde moeten met betrekking tot hetgeen in artikel 50c van de wet is bepaald, in ieder geval worden vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf waar de accijnsgoederen worden ontvangen;

  • b.

    het adres waar de geregistreerde geadresseerde wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie, alsmede het adres waar de administratie wordt gehouden.

Artikel

20b

In een verzoek om een vergunning als geregistreerde afzender moeten met betrekking tot hetgeen in artikel 50d van de wet is bepaald, in ieder geval worden vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf;

  • b.

    het adres waar de geregistreerde afzender wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie van de geregistreerde afzender, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Artikel

20c

In een verzoek om een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger van de afzender die in een andere lidstaat een zelfstandige economische activiteit verricht, wordt met betrekking tot hetgeen in artikel 50f van de wet is bepaald, in ieder geval vermeld:

  • a.

    de naam en het adres van de afzender, een omschrijving van de aard van diens bedrijf, alsmede het adres waar de afzender is gevestigd en het adres waar de administratie van de afzender wordt gehouden;

  • b.

    de naam en het btw-identificatienummer van de fiscaal vertegenwoordiger van de afzender en het adres waar deze wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie van de fiscaal vertegenwoordiger van de afzender, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Artikel

20d

In een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 42a van de wet wordt met betrekking tot hetgeen in artikel 42a van de wet is bepaald, in ieder geval vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf;

  • b.

    het adres waar het bedrijf van de vergunninghouder wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Artikel

20e

In een verzoek om een vergunning voor een gecertificeerde geadresseerde wordt met betrekking tot hetgeen in artikel 50i van de wet is bepaald in ieder geval vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf waar de accijnsgoederen worden ontvangen;

  • b.

    een omschrijving van de administratie en het adres waar de administratie wordt gehouden.

Artikel

20f

In een verzoek om een vergunning als gecertificeerde afzender wordt met betrekking tot hetgeen in artikel 50k van de wet is bepaald in ieder geval vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf;

  • b.

    het adres waar de gecertificeerde afzender wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie van de gecertificeerde afzender en het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Afdeling

2

Aangifte

Artikel

21

Afdeling

3

Zekerheid

Artikel

22

Artikel

22a

Artikel

22b

Artikel

22c

Hoofdstuk

IV

Vrijstellingen en teruggaven

Afdeling

1

Vrijstellingen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

De vrijstelling van accijns voor overige alcoholhoudende producten, bedoeld in artikel 64a, aanhef en eerste lid, onderdelen a en b, van de wet, is uitsluitend van toepassing:

  • a.

    in geval van volledig gedenatureerde alcohol als bedoeld in artikel 64a, eerste lid, onderdeel a, van de wet, indien die overige alcoholhoudende producten zijn vermengd op de wijze, genoemd in de bijlage, onder I, bij Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie van 22 november 1993 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns (PbEG 1993, L 288);

  • b.

    in geval van denaturering als bedoeld in artikel 64a, eerste lid, onderdeel b, van de wet, indien die overige alcoholhoudende producten zijn vermengd op een wijze als bedoeld in bijlage A.2 bij deze regeling.

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Artikel

28a

Artikel

28b

Artikel

29

Artikel

29a

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

30a

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Artikel

32a

Afdeling

2

Teruggaven

Artikel

32b

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35b

Vervallen

Artikel

35c

Artikel 26 van de Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag is van overeenkomstige toepassing op de teruggaafregeling, bedoeld in artikel 71g, eerste lid, van de wet, met dien verstande dat in artikel 26, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, voor ‘eindfactuur’ wordt gelezen: aankoopfactuur. De in artikel 26, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid, onderdelen a, c en d, genoemde bescheiden moeten zijn opgenomen in de administratie. Hetgeen op grond van artikel 26, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, onderdeel b, moet worden verklaard wordt aangetoond aan de hand van de administratie.

Artikel

35d

Vervallen

Artikel

35e

Vervallen

Artikel

35f

Artikel

35g

Artikel

35h

Artikel

35i

Artikel

35j

Artikel

35k

Hoofdstuk

V

Bijzondere bepalingen

Afdeling

1

Accijnszegels

Artikel

36

In afwijking van artikel 73, eerste lid van de wet, hoeven tabaksproducten niet te zijn voorzien van accijnszegels als die tabaksproducten:

  • a.

    door particulieren als bedoeld in artikel 2d, eerste lid van de wet, voor eigen behoefte door henzelf vanuit een lidstaat naar Nederland worden vervoerd;

  • b.

    deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers en door henzelf voor eigen behoeften vanuit een derde land of derdelandsgebied worden meegenomen;

  • c.

    worden gebruikt als bedoeld in artikel 66a, eerste lid, van de wet;

  • d.

    overeenkomstig artikel 66b, eerste en tweede lid, van de wet met vrijstelling van accijns worden uitgeslagen;

  • e.

    overeenkomstig artikel 69 van de wet met vrijstelling van accijns tot verbruik worden uitgeslagen; of

  • f.

    na de uitslag tot verbruik worden overgebracht naar een plaats waar zij onder ambtelijk toezicht worden vernietigd.

Artikel

37

In een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de wet, wordt in ieder geval vermeld:

  • a.

    de persoon op wiens naam de toestemming moet worden gesteld en zijn btw-identificatienummer;

  • b.

    het adres en de woonplaats waar de houder van de toestemming is gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf waaruit ook moet blijken voor welk soort bedrijf als bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de wet de toestemming wordt gevraagd;

  • d.

    een omschrijving van de zegeladministratie en het adres waar deze administratie wordt gehouden;

  • e.

    het aantal onbedrukte blanco accijnszegels dat gemiddeld per maand wordt aangevraagd en het aantal accijnszegels dat gemiddeld in voorraad wordt gehouden onderscheiden naar soort van het tabaksproduct en de gemiddelde kleinhandelsprijs per soort;

  • f.

    het aantal bedrukte accijnszegels dat gemiddeld per maand wordt aangevraagd en het aantal accijnszegels dat gemiddeld in voorraad wordt gehouden onderscheiden naar de soort van het tabaksproduct, de gemiddelde kleinhandelsprijs en, voor rooktabak en sigaretten, de gemiddelde hoeveelheid op de accijnszegels;

  • g.

    de naam, het adres, de woonplaats, het land en de aard van het niet in Nederland gevestigde bedrijf als het een fiscaal vertegenwoordiger betreft; en

  • h.

    de naam en het adres van degene die de tabaksproducten uitslaat tot verbruik als het een bedrijf als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdelen c of d, betreft.

Artikel

38

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

52a

Artikel

53

Vervallen

Afdeling

2

Controlebepalingen

Artikel

54

Artikel

55

Op het in artikel 35 van het besluit bedoelde bescheid van herkomst voor ruwe en voor gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak is artikel 54 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

56

Een op grond van artikel 84 van de wet gevorderd monster wordt:

  • a.

    genomen onder toezicht van de inspecteur of een door hem aangewezen ambtenaar;

  • b.

    zodanig verpakt, dat de identiteit van het monster is gewaarborgd; en

  • c.

    onderzocht in of in opdracht van het Laboratorium van de Belastingdienst met gebruikmaking van internationaal erkende onderzoeksmethoden.

Afdeling

2a

Wijziging van de accijns van minerale oliën

Artikel

56a

Artikel

56b

Afdeling

3

Overige bepalingen

Artikel

57

Vervallen

Hoofdstuk

VI

Ontheffing verbodsbepalingen

Artikel

58

Artikel

59a

Artikel

59b

Een vrijstelling van de vergunningplicht als bedoeld in artikel 90a, vierde lid, onderdeel b, van de wet geldt in de gevallen waarin:

  • a.

    een tabaksproductieapparaat is bestemd te worden gebruikt voor het op eenvoudige wijze produceren van een sigaret in de persoonlijke sfeer, waarbij die sigaret wordt verbruikt door de producent, door een gezinslid of huisgenoot van de producent of zijn gasten en er geen sprake is van productie van sigaretten voor commerciële doeleinden;

  • b.

    een tabaksproductieapparaat voorhanden wordt gehouden in een accijnsgoederenplaats waar onder schorsing van accijns tabaksproducten mogen worden geproduceerd of verwerkt, mits uit de administratie van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats blijkt welke tabaksproductieapparaten hij in gebruik heeft of die hij voornemens is te gaan gebruiken;

  • c.

    een tabaksproductieapparaat wordt vervoerd naar een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 90a, eerste lid, van de wet dan wel naar een accijnsgoederenplaats als bedoeld in onderdeel b indien dit vervoer blijkt uit de administratie of de vrachtbrief van de vervoerder.

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

In afwijking van artikel 95, eerste lid, van de wet mogen sigaren in de detailhandelszaken voorhanden zijn in de geopende oorspronkelijke kleinhandelsverpakking met een inhoud van maximaal 100 stuks sigaren. Deze sigaren mogen zonder accijnszegel per stuk worden verkocht tegen een kleinhandelsprijs die is vastgesteld naar rato van de hoeveelheid in de oorspronkelijke kleinhandelsverpakking en de kleinhandelsprijs op de accijnszegel die op de oorspronkelijke kleinhandelsverpakking is aangebracht. In het geval de sigaren buiten de oorspronkelijke verpakking voorhanden zijn, dient deze oorspronkelijke verpakking in de detailhandelszaak aanwezig te zijn.

Hoofdstuk

VII

Strafbepalingen

Hoofdstuk

VIII

Slotbepaling

De Staatssecretaris van Financiën, M.J.J. vanAmelsvoort

Bijlage

B

Methode voor het bepalen van het extractgehalte van bier, bedoeld in artikel 5

Vervallen

Bijlage

S.1

Vervallen

Bijlage

S.2

Vervallen

Bijlage

S.3

Vervallen

Bijlage

S.4

Vervallen

Bijlage

MO.1

Methode voor het bepalen van het loodgehalte in lichte olie, bedoeld in artikel 12

  • 1.

    Voor de bemonstering van lichte olie wordt gebruik gemaakt van de methode van de American Society for Testing and Materials, ASTM D 4057.

  • 2.

    Indien het monster, dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, gelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ISO-norm 3830.

  • 3.

    Indien het monster dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, ongelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ASTM-norm D 3237 met gebruikmaking van atoomabsorbtie-spectrometrie.

  • 4.

    Interpretatie van de resultaten geschiedt aan de hand van ISO-norm 4259.

Bijlage

MO.2

Correctietabel op het volume bedoeld in artikel 14

Dichtheid volgens areometer

van

tot

volumecorrectie per 1° Celsius en per liter

640

643

0,00150

643

647

0,00148

647

651

0,00146

651

655

0,00144

655

659

0,00142

59 "59" moet zijn "659"

664

0,00140

664

668

0,00138

668

673

0,00136

673

678

0,00134

678

684

0,00132

684

690

0,00130

690

695

0,00128

695

701

0,00126

701

705

0,00124

705

708

0,00123

708

711

0,00122

711

713

0,00121

713

716

0,00120

716

718

0,00119

718

721

0,00118

721

724

0,00117

724

727

0,00116

727

730

0,00115

730

733

0,00114

733

736

0,00113

736

739

0,00112

739

742

0,00111

742

745

0,00110

745

748

0,00109

748

751

0,00108

751

754

0,00107

754

757

0,00106

757

759

0,00105

759

762

0,00104

762

765

0,00103

765

768

0,00102

768

771

0,00101

771

774

0,00100

774

777

0,00099

777

779

0,00098

779

782

0,00097

782

785

0,00096

785

789

0,00095

789

792

0,00094

792

795

0,00093

795

799

0,00092

799

802

0,00091

802

806

0,00090

806

811

0,00089

811

816

0,00088

816

820

0,00087

820

824

0,00086

824

829

0,00085

829

834

0,00084

834

839

0,00083

839

844

0,00082

844

849

0,00081

849

855

0,00080

855

860

0,00079

860

867

0,00078

867

875

0,00077

875

883

0,00076

883

892

0,00075

892

903

0,00074

903

913

0,00073

913

924

0,00072

924

938

0,00071

938

952

0,00070

952

965

0,00069

965

976

0,00068

976

987

0,00067

987

tot en met 0,00066

1000

Bijlage

A.1

Methode voor het bepalen van het alcoholgehalte, bedoeld in artikel 15

  • 1.

    Voor het bepalen van het alcoholgehalte van bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten wordt goedgekeurd dat gebruik wordt gemaakt van een methode gebaseerd op:

    • distillatie met correctie voor de distillatieverliezen;

    • dichtheidsmeting met een elektronische dichtheidsmeter, principe oscillatie; en

    • alcoholgehalte op basis van de dichtheid gecorreleerd naar de International Organization of Legal Metrology tabellen.

    De referentietemperatuur voor de bepaling van het volume, de dichtheid en het alcoholvolumegehalte van de dranken is 20°C.

    Het bij de bepaling van het alcoholgehalte gebruikte distillatieapparaat dient geschikt te zijn om ethanol en andere vluchtige verbindingen te scheiden van het residu.

    Bier en koolzuurhoudende dranken dienen voor distillatie bevrijd te worden van koolzuur door meermalen overschenken en daarna te filtreren.

    Niet koolzuurhoudende dranken worden direct, zonder voorbehandeling, gedistilleerd.

    Van 100 ml bier, wijn, tussenproduct of overig alcoholhoudend product, aangevuld met 150 ml gedistilleerd water, wordt ten minste 180 ml afgedistilleerd. Het distillaat wordt met gedistilleerd water tot 200 ml aangevuld. Vervolgens wordt de dichtheid bepaald minimaal op vijf decimalen nauwkeurig.

    De omrekening van de dichtheid van het distillaat naar het alcoholgehalte bij 20°C geschiedt met gebruikmaking van de tabellen van de International Organization of Legal Metrology.

    Het alcoholvolume percentage alcohol wordt naar beneden afgerond op één decimaal.

    Bij de distillatie voor de vaststelling van het alcoholgehalte van bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten wordt gebruik gemaakt van een distilleertoestel waarbij wordt gecorrigeerd voor een eventueel bij de distillatie optredend alcoholverlies. Het alcoholverlies kan worden beperkt door een groter volume af te destilleren of te destilleren naar een groter volume.

  • 2.

    Teneinde rekening te houden met de wetenschappelijke vooruitgang en de verschillen in de uitrusting van de laboratoria, wordt toegestaan dat methoden worden toegepast die op andere meetprincipes gebaseerd zijn, indien kan worden aangetoond dat de juistheid, de herhaalbaarheid en de reproduceerbaarheid van de verkregen resultaten gelijkwaardig zijn aan de referentiemethode, bedoeld in het eerste lid.

Bijlage

A.2

Wijzen van vermenging van overige alcoholhoudende producten als bedoeld in artikel 25, onderdeel b

  • 1.

    Het betreft:

    • a.

      overige alcoholhoudende producten, niet bestemd voor inwendig gebruik door de mens, die per hectoliter ethanol:

      of zijn vermengd met ten minste één van de volgende stoffen in minimaal de daarbij aangegeven hoeveelheid:

      • lichte olie (benzine): 1 liter;

      • 2-ethoxy-2-methylpropaan (ETBE, ethyl-tertiair-butyl-ether): 1 liter;

      • propaan-2-ol (isopropylalcohol, isopropanol, IPA): 5 liter;

      • methanol: 5 liter;

      • butanon (methylethylketon, MEK): 5 liter;

      of zijn vermengd met ten minste twee van de drie volgende stoffen in minimaal de daarbij aangegeven hoeveelheid:

      • propaan-2-ol (isopropylalcohol, isopropanol, IPA): 1 liter;

      • butanon (methylethylketon, MEK): 1 liter;

      • denatoniumbenzoaat (Bitrex, benzyldiethyl-(2,6- xylylcarbamoylmethyl)ammoniumbenzoaat): 1 gram;

    • b.

      parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten die per hectoliter alcohol zijn vermengd op een van de wijzen, genoemd onder a, met uitzondering van het gebruik van methanol, of op een wijze waarbij ten minste één van de volgende stoffen in de daarbij aangegeven hoeveelheid is gebruikt:

      • jasmijnolie: 50 ml;

      • bergamotolie: 250 ml;

      • terpeenvrije bergamotolie: 125 ml;

      • parfumcompositie: 180 ml;

      • lavendelolie: 180 ml;

      • eucalyptusolie: 250 ml;

      • methyl 2-hydroxybenzoaat (methylsalicylaat, betula olie): 500 gram;

      • muntoliën: 250 ml;

      • 4-acetyl-1,1-dimethyl-6-tert-butylindaan (musk dimethyl indaan): 40 gram;

      • denatoniumbenzoaat (Bitrex): 2,5 gram;

      • di-ethylftalaat (DEP): 500 ml;

    • c.

      brandspiritus die per hectoliter alcohol is vermengd op een van de wijzen, genoemd onder a, of is vermengd met 5 liter van een mengsel van vloeistoffen dat bestaat uit 60%vol methanol, 11%vol foezelolie (concentraat van bijproducten van alcoholische gisting), 20%vol aceton, 8%vol water, 0,5%vol butanon en 0,5%vol formaline (waterige oplossing van 37 gewichtspercenten formaldehyde);

    • d.

      (huid)desinfectiemiddelen die per hectoliter alcohol zijn vermengd op een van de wijzen, genoemd onder a, of op een wijze waarbij ten minste één van de volgende stoffen in de daarbij aangegeven hoeveelheid is gebruikt:

      • jodium: 1.000 gram;

      • chloorhexidine: 500 gram;

    • e.

      huiddesinfectiemiddel van ethanol van 80%vol dat is vermengd met glycerol en waterstofperoxide zodanig dat deze stoffen 1,45%vol, onderscheidenlijk 0,125%vol, van dat middel uitmaken.

  • 2.

    Indien het niet mogelijk is een van de wijzen van vermenging, genoemd in onderdeel 1, toe te passen, kan in overeenstemming met de directeur-generaal Douane, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, een andere wijze van vermenging worden vastgesteld.

Bijlage

A.3

Aanwijzing distilleertoestellen als bedoeld in artikel 59

  • 1.

    Als distilleertoestellen bedoeld in artikel 90, zevende lid, onderdeel b, van de wet worden aangewezen die distilleertoestellen die, na onderzoek door deskundigen van het Laboratorium van de Belastingdienst, worden aangemerkt als apparaten waarvan het aannemelijk mag worden geacht dat deze qua constructie niet geschikt zijn voor de distillatie van alcoholwatermengsels.

  • 2.

    Glazen distillatie-opzetten, aanwezig buiten inrichtingen van onderwijs, waarmee door distillatie een hoeveelheid alcoholhoudend product van ten minste 0,5 l met een alcoholgehalte van meer dan 50%vol per uur kan worden verkregen worden altijd aangemerkt als distilleertoestellen waarvoor een vergunning is vereist.