Uitvoeringsregeling accijns

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Afdeling

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 2, zesde lid, 2a, vierde lid, 2b, zesde lid, 2c, derde lid, 2g, derde lid, 3, vijfde lid, 7, zevende, achtste en negende lid, 26, achtste lid, 27, derde en zesde lid, 36, eerste lid, 37, tweede lid, 38, 40, eerste en derde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 50c, derde lid, 50d, tweede lid, 50f, zevende lid, 53, derde lid, 56, zesde lid, 63, eerste lid, 64, tweede lid, 65, achtste lid, 66, vierde lid, 66a, tweede lid, 68, tweede lid, 69, 70, zesde lid, 71, tweede lid, 71b, vierde lid, 71c, vierde lid, 71d, derde lid, 73, derde lid, 75, derde lid, 78, vierde lid, 79, eerste, tweede en derde lid, 80, derde lid, 82, tweede lid, 83, vierde lid, 84, tweede lid, 84a, zesde lid, 84b, vijfde lid, 88, derde lid, 90, zevende lid, 91, vierde lid, 94, tweede lid, 95, vierde lid, van de Wet op de accijns (Stb. 1991, 561), de artikelen 2b, eerste lid, 3c, vierde lid, 6a, 6b en 12, van het Uitvoeringsbesluit accijns (Stb. 1991, 754) en artikel II, eerste lid, van het Besluit van 24 december 1992 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns (Stb. 1992, 712).

Afdeling

2

Overbrenging van accijnsgoederen

Artikel

3

Afdeling

3

Accijnsgoederen voor eigen verbruik

Artikel

3a

De in artikel 2c, derde lid, van de wet, bedoelde hoeveelheden bedragen voor:

  • a.

    bier 110 L;

  • b.

    wijn 90 L;

  • c.

    tussenprodukten 20 L;

  • d.

    overige alcoholhoudende produkten 10 L;

  • e.

    tabaksprodukten 800 stuks indien het sigaretten betreft, 400 stuks indien het sigaren betreft en 1 kg indien het rooktabak betreft.

Afdeling

4

Gebruik als brandstof in een accijnsgoederenplaats

Afdeling

5

Normale reservoirs van bedrijfsmotorrijtuigen

Artikel

3c

Voor de toepassing van artikel 2b, vijfde lid, van de wet wordt verstaan onder containers voor speciale doeleinden: alle containers die zijn uitgerust met aangepaste koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen.

Hoofdstuk

II

Accijnsgoederen

Afdeling

1

Bier

Artikel

4

Artikel

5

Het extractgehalte, uitgedrukt in grammen per 100 g bier, wordt aangeduid in percenten Plato en wordt bepaald volgens de in bijlage B bij deze regeling omschreven methode.

Artikel

6

Afdeling

2

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Afdeling

3

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Afdeling

4

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Afdeling

5

Minerale oliën

Artikel

12

Het loodgehalte van lichte olie wordt bepaald volgens de in bijlage MO.1 bij deze regeling omschreven methode.

Artikel

13

Artikel

14

Afdeling

6

Alcoholgehalte en volume

Artikel

15

Artikel

16

Indien bier, wijn, tussenprodukten, overige alcoholhoudende produkten en tabaksprodukten zijn verpakt in kleinhandelsverpakking, wordt het volume of de massa in aanmerking genomen dat op de verpakking is vermeld, mits de wijze waarop dat is vastgesteld en de aanduiding ervan voldoen aan de voorwaarden gesteld bij het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet) (Stb. 1980, 223).

Hoofdstuk

III

Uitslag

Afdeling

1

Accijnsgoederenplaats

Artikel

17

Artikel

18

In afwijking van artikel 40, tweede lid, van de wet kunnen als accijnsgoederenplaats in aanmerking komen:

  • a.

    plaatsen van waaruit groothandelaren minerale oliën afleveren aan vliegtuigen en schepen, dan wel aan grootverbruikers van minerale oliën die per keer meer minerale oliën afnemen dan 50 hl;

  • b.

    plaatsen van waaruit accijnsgoederen worden geleverd met vrijstelling als bedoeld in artikel 32a;

  • c.

    plaatsen van waaruit groothandelaren in wijn rechtstreeks aan particulieren verkopen;

  • d.

    plaatsen van waaruit fabrikanten of groothandelaren vloeibaar gemaakt petroleumgas dat wordt bestemd om te worden gebruikt voor andere doeleinden dan het aandrijven van motorrijtuigen op de weg of van pleziervaartuigen, rechtstreeks afleveren aan gebruikers;

  • e.

    plaatsen, gelegen op een luchthaven of op een haventerrein, van waaruit goederen worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door de lucht of over zee naar een derde land begeeft.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

20a

In een verzoek om een vergunning voor een geregistreerd bedrijf of een niet-geregistreerd bedrijf dienen met betrekking tot hetgeen in artikel 50c van de wet is bepaald, in ieder geval te worden vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf waar de accijnsgoederen worden ontvangen;

  • b.

    het adres waar het geregistreerde bedrijf of het niet-geregistreerde bedrijf wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie, alsmede het adres waar de administratie wordt gehouden.

Artikel

20b

In een verzoek om een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger van de vergunninghouder van een belastingentrepot dienen met betrekking tot hetgeen in artikel 50d van de wet is bepaald, in ieder geval te worden vermeld:

  • a.

    de naam en het adres van de vergunninghouder van het belastingentrepot, een omschrijving van de aard van diens bedrijf, alsmede het adres waar het belastingentrepot is gevestigd en het adres waar de administratie van de vergunninghouder van het belastingentrepot wordt gehouden;

  • b.

    de naam en het btw-identificatienummer van de fiscaal vertegenwoordiger van het belastingentrepot, alsmede het adres waar deze wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie van de fiscaal vertegenwoordiger van het belastingentrepot, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Artikel

20c

In een verzoek om een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger van de verkoper op afstand dienen met betrekking tot hetgeen in artikel 50f van de wet is bepaald, in ieder geval te worden vermeld.

  • a.

    de naam en het adres van de verkoper op afstand, een omschrijving van de aard van diens bedrijf, alsmede het adres waar de verkoper op afstand is gevestigd en het adres waar de administratie van de verkoper op afstand wordt gehouden;

  • b.

    de naam en het btw-identificatienummer van de fiscaal vertegenwoordiger van de verkoper op afstand en het adres waar deze wordt gevestigd;

  • c.

    een omschrijving van de administratie van de fiscaal vertegenwoordiger van de verkoper op afstand, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

Afdeling

2

Aangifte

Artikel

21

Afdeling

3

Zekerheid

Artikel

22

Artikel

22a

Artikel

22b

Hoofdstuk

IV

Vrijstellingen en teruggaven

Afdeling

1

Vrijstellingen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

De vrijstelling van accijns, als bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel d, van de wet is uitsluitend van toepassing op minerale oliën die zijn vermengd op een wijze die in overeenstemming met de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane West is vastgesteld.

Artikel

28

Artikel

29

Artikel 30

Vervallen

Artikel

30a

In de verklaring, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van het besluit worden vermeld:

  • a.

    de naam en het adres van de afnemer;

  • b.

    de naam en het adres van de leverancier;

  • c.

    de soort en de hoeveelheid van de accijnsgoederen;

  • d.

    het registratienummer van het luchtvaartuig waarvoor de accijnsgoederen zijn bestemd;

  • e.

    de naam en het adres van de gezagvoerder van het luchtvaartuig, alsmede het vertrek- en eindpunt van de vlucht.

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Artikel

32a

Afdeling

2

Teruggaven

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Een verzoek om teruggaaf van accijns als bedoeld in artikel 71, eerste lid, onderdelen c en f, van de wet dient binnen drie maanden nadat de accijnsgoederen hun bestemming hebben bereikt te worden ingediend bij de inspecteur onder wie de belanghebbende ressorteert.

Artikel 35a

Vervallen

Artikel 35b

Vervallen

Artikel 35c

Vervallen

Artikel

35d

Artikel

35e

Artikel

35f

Artikel

35g

Artikel

35h

Hoofdstuk

V

Bijzondere bepalingen

Afdeling

1

Accijnszegels

Artikel

36

Tabaksprodukten die door reizigers voor eigen verbruik als bagage worden meegenomen vanuit het buitenland, daaronder begrepen het eigen verbruik als bedoeld in artikel 2b, derde lid, van de wet, behoeven niet te zijn voorzien van accijnszegels.

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

41a

Op de lintzegels voor pijptabak en op de sluitzegels voor pijptabak en sigaren mogen aanduidingen als bedoeld in het Aanduidingenbesluit tabakprodukten (Stb. 1994, 720) worden aangebracht met vermelding van dat besluit.

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Het voor herhaald gebruik ongeschikt maken van een accijnszegel dient te geschieden door de zegel zo op de verpakking aan te brengen dat bij het openen van die verpakking het gedeelte van het accijnszegel waarop de kleinhandelsprijs is vermeld, wordt verwijderd van de verpakking dan wel wordt verscheurd.

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Rooktabak die binnen Nederland wordt gebracht in verpakkingen waarvan de nettomassa afwijkt van hetgeen in artikel 48 is bepaald, mogen worden voorzien van zegels, mits de voldoening van de accijns plaats heeft naar de op 5 g afgeronde nettomassa, die de werkelijke massa het meest nabij komt en zegels worden gebruikt waarop de nettomassa niet is vermeld doch waarop voor de massa wordt verwezen naar de op de verpakking vermelde nettomassa. In het vak van de accijnszegel wordt alsdan in verticale stand het aantal grammen massa vermeld naar hetwelk de voldoening van de accijns heeft plaatsgevonden.

Artikel

50

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Tegen overlegging van de in artikel 52, vijfde lid, bedoelde beschikking aan de inspecteur door wiens bemiddeling de accijnszegels zijn aangevraagd, wordt, indien degene die de accijnszegels heeft aangevraagd op de voet van artikel 76 van de wet uitstel van betaling geniet, het in de beschikking vermelde bedrag aan accijns, voor zover mogelijk, verrekend met de openstaande bedragen, te beginnen met de jongste post; in andere gevallen geschiedt de teruggaaf door uitbetaling door de ontvanger.

Afdeling

2

Controlebepalingen

Artikel

54

Artikel

55

Op het in artikel 35 van het besluit bedoelde bescheid van herkomst voor ruwe en voor gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak is artikel 54 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

56

Bij een onderzoek genomen monsters worden onderzocht in het Laboratorium van de Belastingdienst.

Afdeling

2a

Wijziging van de accijns van minerale oliën

Artikel

56a

Artikel

56b

Afdeling

3

Overige bepalingen

Artikel

57

Hoofdstuk

VI

Ontheffing verbodsbepalingen

Artikel

58

Artikel

60

Artikel

61

Artikel 94, eerste lid, van de wet is niet van toepassing bij wijziging van de kleinhandelsprijs van een tabaksprodukt gedurende een tijdvak van vier weken, dat aanvangt op het tijdstip met ingang waarvan het tabaksprodukt tegen de gewijzigde kleinhandelsprijs in de handel wordt gebracht.

Artikel

62

Hoofdstuk

VII

Strafbepalingen

Hoofdstuk

VIII

Slotbepaling

De Staatssecretaris van Financiën, M.J.J. vanAmelsvoort

Bijlage

B

Methode voor het bepalen van het extractgehalte van bier als bedoeld in artikel 4

1.1

Alcoholgehalte

Het bier wordt door meermalen overschenken en daarna door filtreren zoveel mogelijk van koolzuur bevrijd.

Van 100 g van dit bier wordt ten minste 75 ml voorzichtig afgedestilleerd. Het destillaat wordt met gedestilleerd water tot 100 g aangevuld. Vervolgens wordt de relatieve dichtheid 20/20°C tot op een eenheid in het vijfde decimaal nauwkeurig bepaald en het bijbehorende alcoholgehalte in massapercenten (g/100 g) in tabel I.

1.2

Extractgehalte

Het bij de destillatie verkregen residu wordt tot 100 g aangevuld met gedestilleerd water. Van deze vloeistof wordt de relatieve dichtheid 20/20°C tot op een eenheid in het vijfde decimaal nauwkeurig bepaald en het bijbehorende werkelijke extractgehalte in massapercenten (g/100 g) in tabel II.

1.3

Berekening van het extractgehalte van de stamwort

Het extractgehalte (e) wordt berekend door middel van de formule:

e =

100 (2,0665 A + E)

100 + 1,0665 A

waarvan A het alcoholgehalte volgens § 1.1 en E het extractgehalte volgens § 1.2 voorstellen.

Het extractgehalte (e) wordt uitgedrukt in massapercenten (g/100 g) in tienden nauwkeurig.

Tabel

I

Alcoholtabel

Relatieve dichtheid 20/20°C

Massapercent A

Interpolatiefactor voor 0.0001 in relatieve dichtheid massapercent A

Correctie aan te brengen op de relatieve t dichtheid 20 voor 1° temp. verschil, geldende tussen 15 en 20°C

1,0000

0

0,053

0,00018

0,9990

0,53

0,054

18

0,9980

1,07

0,054

18

0,9970

1,61

0,055

18

0,9960

2,16

0,056

18

0,9950

2,72

0,058

18

0,9940

3,30

0,058

18

0,9930

3,88

0,050

18

0,9920

4,48

0,062

18

0,9910

5,10

0,064

18

0,9900

5,74

0,065

19

0,9890

6,39

0,066

19

0,9880

7,05

0,068

20

0,9870

7,73

0,069

20

0,9860

8,42

0,060

21

0,9850

9,12

0,070

22

0,9840

9,82

0,072

23

0,9830

10,54

0,075

24

0,9820

11,29

0,078

25

0,9810

12,07

0,07

26

Tabel

II

Extracttabel

Relative "Relative" moet zijn "Relatieve" dichtheid 20/20°C

Massapercent E

Interpolatiefactor voor 0.0001 in relatieve dichtheid massapercent E

Correctie aan te brengen op de relatieve dichtheid t voor 1° temp. 20 verschil, geldende tussen 15 en 20°C

1,0000

0)

0,00018

1,0010

0,26)

18

1,0020

0,52)

18

1,0030

0,77)

0,026

18

1,0040

1,03)

18

1,0050

1,29)

18

1,0060

1,54)

18

1,0070

1,80)

18

1,0080

2,05)

0,026

18

1,0090

2,31)

18

1,0100

2,56)

18

1,0110

2,82)

18

1,0120

3,07)

18

1,0130

3,32)

19

1,0140

3,57)

19

1,0150

3,83)

19

1,0160

4,07)

19

1,0170

4,33)

20

1,0180

4,58)

20

1,0190

4,83)

20

1,0200

5,08)

20

1,0210

5,33)

20

1,0220

5,58)

0,025

20

1,0230

5,83)

20

1,0240

6,07)

20

1,0250

6,32)

21

1,0260

6,57)

21

1,0270

6,81)

21

1,0280

7,06)

21

1,0290

7,31)

21

1,0300

7,55)

21

1,0310

7,80)

21

1,0320

8,04)

21

1,0330

8,29)

22

1,0340

8,53)

22

1,0350

8,78)

22

1,0360

9,02)

22

1,0370

9,26)

22

1,0380

9,50)

22

1,0390

9,75)

0,024

22

1,0400

9,99

22

1,0410

10,23

22

1,0420

10,47

23

1,0430

10,71

23

1,0440

10,95

23

1,0450

11,19

23

1,0460

11,42

23

1,0470

11,66

23

1,0480

11,90

23

1,0490

12,14

24

1,0500

12,38

24

Bijlage

S.1

Vervallen

Bijlage

S.2

Vervallen

Bijlage

S.3

Vervallen

Bijlage

S.4

Vervallen

Bijlage

MO.1

Methode voor het bepalen van het loodgehalte in lichte olie als bedoeld in artikel 12

  • 1.

    Voor de bemonstering van lichte olie wordt gebruik gemaakt van de methode van de American Society for Testing and Materials, ASTM D 4057.

  • 2.

    Indien het monster, dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, gelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ISO-norm 3830.

  • 3.

    Indien het monster dat is verkregen volgens de in het eerste lid bedoelde methode, ongelode lichte olie betreft, wordt het loodgehalte van dat monster vastgesteld aan de hand van de ASTM-norm D 3237 met gebruikmaking van atoomabsorbtie-spectrometrie.

  • 4.

    Interpretatie van de resultaten geschiedt aan de hand van ISO-norm 4259.

Bijlage

MO.2

Correctietabel op het volume bedoeld in artikel 14

Dichtheid volgens areometer

van

tot

volumecorrectie per 1° Celsius en per liter

640

643

0,00150

643

647

0,00148

647

651

0,00146

651

655

0,00144

655

659

0,00142

59 "59" moet zijn "659"

664

0,00140

664

668

0,00138

668

673

0,00136

673

678

0,00134

678

684

0,00132

684

690

0,00130

690

695

0,00128

695

701

0,00126

701

705

0,00124

705

708

0,00123

708

711

0,00122

711

713

0,00121

713

716

0,00120

716

718

0,00119

718

721

0,00118

721

724

0,00117

724

727

0,00116

727

730

0,00115

730

733

0,00114

733

736

0,00113

736

739

0,00112

739

742

0,00111

742

745

0,00110

745

748

0,00109

748

751

0,00108

751

754

0,00107

754

757

0,00106

757

759

0,00105

759

762

0,00104

762

765

0,00103

765

768

0,00102

768

771

0,00101

771

774

0,00100

774

777

0,00099

777

779

0,00098

779

782

0,00097

782

785

0,00096

785

789

0,00095

789

792

0,00094

792

795

0,00093

795

799

0,00092

799

802

0,00091

802

806

0,00090

806

811

0,00089

811

816

0,00088

816

820

0,00087

820

824

0,00086

824

829

0,00085

829

834

0,00084

834

839

0,00083

839

844

0,00082

844

849

0,00081

849

855

0,00080

855

860

0,00079

860

867

0,00078

867

875

0,00077

875

883

0,00076

883

892

0,00075

892

903

0,00074

903

913

0,00073

913

924

0,00072

924

938

0,00071

938

952

0,00070

952

965

0,00069

965

976

0,00068

976

987

0,00067

987

tot en met 0,00066

1000

Bijlage

A.1

Methode voor het bepalen van het alcoholgehalte als bedoeld in artikel 15

  • 1.

    De bepaling van het alcoholgehalte van wijn en overige alcoholhoudende produkten kan na de noodzakelijke voorbewerkingen worden uitgevoerd met alcoholmeters en areometers voor alcohol die voldoen aan de kenmerken vermeld in de bijlage bij EEG-richtlijn 76/765 (Pb EG L 262) gewijzigd bij EEG-richtlijn 82/624 (Pb EG L 252) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lid-staten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol.

  • 2.

    De met de in punt 1 bedoelde dompellichamen verkregen waarden worden omgerekend in het alcoholgehalte bij 20°C met behulp van de Praktische alcoholtabellen uitgegeven door de Europese Gemeenschappen, zoals die zijn vastgesteld op basis van de formule, vermeld in de bijlage bij EEG-richtlijn 76/766 (Pb EG L 262).

  • 3.

    Bij de distillatie van wijn en overige alcoholhoudende produkten voor de vaststelling van het alcoholgehalte dient gebruik te worden gemaakt van een distilleertoestel, waarbij gecorrigeerd wordt voor een eventueel bij de destillatie optredend alcoholverlies.

Bijlage

A.2

Vermengingsvoorschrift overige alcoholhoudende produkten als bedoeld in artikel 25

De overige alcoholhoudende produkten die niet zijn bestemd voor inwendig gebruik door de mens moeten zijn vermengd met per hectoliter ethylalcohol:

  • a.

    indien het parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische produkten betreft met tenminste één van de volgende stoffen in de daarbij aangegeven hoeveelheid:

      • jasmijnolie:

        50 ml
      • bergamotolie:

        250 ml
      • terpeenvrije bergamotolie:

        125 ml
      • parfumcompositie:

        180 ml
      • lavendelolie:

        180 ml
      • eucalyptusolie:

        250 ml
      • methylsalicylaat:

        500 g
      • muntoliën:

        250 ml
      • 4-acetyl-1,1-dimethyl-6-tert-butyllindaan:

        40 g
      • denatoniumbenzoaat: (benzyldiethyl-(2,6- xylylcarbamoylmethyl)ammoniumbenzoaat)

        2,5 g
      • diethylftalaat

        500 ml
  • b.

    indien het brandspiritus betreft met 5 l van een mengsel van vloeistoffen dat bestaat uit 60%vol methanol, 11%vol foezelolie (concentraat van bijprodukten van alcoholische gisting), 20%vol aceton, 8%vol water, 0,5%vol butanon en 0,5%vol formaline (waterige oplossing van 37 gewichtspercenten formaldehyde), alsmede met een kleurstofoplossing waarvan de samenstelling en de hoeveelheid overeenkomen met de daaraan door de Directeur van het Laboratorium van de Belastingdienst te stellen eisen.

  • c.

    indien het andere dan de onder a en b genoemde overige alcoholhoudende produkten betreft op een wijze die in overeenstemming met de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane West is vastgesteld.

Bijlage

A.3

Aanwijzing distilleertoestellen als bedoeld in artikel 59

  • 1.

    Als distilleertoestellen bedoeld in artikel 90, zevende lid, onderdeel b, van de wet worden aangewezen die distilleertoestellen die, na onderzoek door deskundigen van het Laboratorium van de Belastingdienst, worden aangemerkt als apparaten waarvan het aannemelijk mag worden geacht dat deze qua constructie niet geschikt zijn voor de distillatie van alcoholwatermengsels.

  • 2.

    Glazen distillatie-opzetten, aanwezig buiten inrichtingen van onderwijs, waarmee door distillatie een hoeveelheid alcoholhoudend produkt van ten minste 0,5 l met een alcoholgehalte van meer dan 50%vol per uur kan worden verkregen worden altijd aangemerkt als distilleertoestellen waarvoor een vergunning is vereist.