Besluit van 25 juni 1993, houdende bepalingen betreffende de algemene rechtspositie van burgerlijke ambtenaren bij het Ministerie van Defensie

Burgerlijk ambtenarenreglement defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 1 februari 1993, nr. PAV 2210/93002671;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1993, nr. W07.93.0061);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1993, nr. PAV2210/93008950;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Ambtenaar in de zin van dit besluit

In dit besluit en de daarop berustende bepalingenen wordt verstaan onder ambtenaar, degene die bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst is aangesteld.

Artikel

2

Niet toepasselijkheid van dit besluit

Artikel

3

Definities

Artikel

4

Gelijkstelling samenlevingsvormen met het huwelijk

Hoofdstuk

2

Aanstelling

§

1

De aanstelling

Artikel

5

Werving en selectie

Onze Minister stelt regels ten aanzien van de werving en selectie van ambtenaren.

Artikel

6

Aanstelling

Artikel

7

Aanstelling in tijdelijke dienst

Artikel

8

Bevoegdheid tot aanstelling

Artikel

8a

Duur functievervulling

Vervallen

§

2

Voorwaarden voor aanstelling

Artikel

9

Geschiktheid en bekwaamheid

Artikel

10

Verklaring omtrent gedrag; veiligheidsonderzoek vertrouwensfunctie

Artikel

11

Psychologisch onderzoek

Artikel

12

Medisch onderzoek

Artikel

13

Eisen van bekwaamheid

Vervallen

§

3

De akte van aanstelling en andere bescheiden

Artikel

14

Akte van aanstelling

Artikel

15

Nadere schriftelijke mededelingen

Artikel

16

Bekendstelling rechtspositie

§

4

Loopbaanvorming

Artikel

18

Vervallen

Hoofdstuk

3

Opleidingen en loopbaanvorming

§

1

Opleidingen

Artikel

19

Om- en bijscholingsopleidingen

Artikel

20

Individuele opleidingsaanspraak

Artikel

21

Studiefaciliteiten

Aan de ambtenaar die dat wenst, kunnen naar bij ministeriële regeling te stellen regels bepaalde studiefaciliteiten worden verleend, indien de ambtenaar naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel een studie of opleiding voor eigen rekening volgt of heeft voltooid die mede in het belang van de dienst of in het belang van de bevordering van de externe werkzekerheid is.

Artikel

22

Terugbetaling opleidingskosten

De ambtenaar die wordt aangesteld om na afloop van een opleiding voor een functie daarin te worden tewerkgesteld, kan naar bij ministeriële regeling te stellen regels, bij die aanstelling worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke (terug)betaling van de kosten van de opleiding als bedoeld in de artikelen 19 en 21 ingeval hem overeenkomstig zijn aanvraag of anders dan eervol, ontslag wordt verleend in het opleidingstijdvak dan wel binnen een in even bedoelde regels aangegeven tijdvak na afloop van de opleiding. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de ambtenaar in tijdelijke dienst, wiens aanstelling voor een bepaalde tijd overeenkomstig zijn aanvraag niet wordt verlengd of overeenkomstig zijn aanvraag niet wordt gewijzigd in een aanstelling in vaste dienst.

§

2

Loopbaanvorming

Artikel

23

Bij ministeriele regeling worden regels gesteld omtrent loopbaanvorming in het algemeen en omtrent daarmede verband houdende bijzondere regelingen ter bepaling van de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

Artikel

24

Duur functievervulling

Artikel

25

Functioneringsgesprek

Artikel

26

Loopbaangesprek

Artikel

27

Beoordeling

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Bezoldiging bij dienst als noodwachter

Vervallen

Hoofdstuk

4

Werk- en rusttijden

Paragraaf

1

Algemene bepalingen inzake werk- en rusttijden

Artikel

30a

Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    dienst:

    een aaneengesloten tijdruimte waarin arbeid wordt verricht en die gelegen is tussen twee voorgeschreven opeenvolgende onafgebroken rusttijden;

  • b.

    werktijd:

    het totaal van de in kloktijden aangegeven perioden gedurende welke een ambtenaar de hem opgedragen arbeid moet verrichten;

  • c.

    rooster:

    een voor een periode van tenminste een week opgesteld en van tevoren schriftelijk bekendgemaakt schema van aanvang en einde van de dagelijkse werk- en rusttijden;

  • d.

    arbeidsduur:

    de tijdsduur, uitgedrukt in een aantal uren per dag of per week, gedurende welke een ambtenaar arbeid verricht;

  • e.

    nachtdienst:

    een dienst waarin de uren tussen 00.00 uur en 06.00 uur geheel of gedeeltelijk zijn begrepen;

  • f.

    jeugdige ambtenaar:

    een ambtenaar van 16 of 17 jaar;

  • g.

    pauze:

    een tijdruimte van ten minste 15 achtereenvolgende minuten, waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en de ambtenaar geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid;

  • h.

    consignatie:

    een tijdruimte tussen twee elkaar opeenvolgende diensten of tijdens een pauze, waarin de ambtenaar uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten;

  • i.

    aanwezigheidsdienst:

    een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uren, waarin de ambtenaar, zo nodig naast het verrichten van de bedongen arbeid, consignatie wordt opgelegd waarbij de ambtenaar verplicht is op de werkplek aanwezig te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten;

  • j.

    piket:

    een periode waarin de ambtenaar, zo nodig naast het verrichten van de bedongen arbeid, consignatie wordt opgelegd waarbij de ambtenaar verplicht is om in verband met zijn bereikbaarheid op de werkplek aanwezig te zijn;

  • k.

    oefening:

    elk door defensiepersoneel in de praktijk brengen van onderwezen bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het uitvoeren van aan de krijgsmacht opgedragen operationele taken te verwerven, te vergroten of te onderhouden.

Artikel

30b

Vaststelling werk- en rusttijden

Artikel

30bb

Compensatie voor overwerk salarisschaal 11 en 12

Artikel

30c

Partiële arbeidsparticipatie senioren

Artikel

30d

Bekendstelling werk- en rusttijden

Artikel

30da

Tijdelijke verlenging van de arbeidsduur

Artikel

30db

Tijdelijke verkorting van de arbeidsduur

Artikel

30dc

Opname van spaaruren

Artikel

30dca

De bevoegdheid tot het toekennen van de aanvraag op grond van de artikelen 30da, 30db en 30dc aan ambtenaren bezoldigd volgens salarisschaal 14 en hoger berust bij de Secretaris-Generaal.

Artikel

30dd

Spaaruren en ontslag

Artikel

30e

Registratie werk- en rusttijden

Artikel

30f

Gelijkstelling met arbeidsduur

Voor de toepassing van de bepalingen in dit hoofdstuk, ten aanzien van de arbeidsduur, wordt voor het bepalen van het aantal uren dat arbeid wordt verricht, meegeteld de uren waarop de ambtenaar de arbeid zou hebben verricht, maar deze uren in het kader van de medezeggenschap als bedoeld in artikel 17 van het Besluit medezeggenschap defensie, ziekte, verlof als bedoeld in de artikelen 32, 40, 42 tot en met 45 en 47, studieverlof als bedoeld in artikel 3 van de Studiefaciliteitenregeling burgerlijke ambtenaren defensie, of de vervulling van door wet of overheid opgelegde verplichting welke niet in zijn vrije tijd kon geschieden, niet heeft verricht.

Artikel

30g

Gelijkstelling met de zondag

Voor de toepassing van de bepalingen in dit hoofdstuk ten aanzien van de zondag, vindt voor de ambtenaar, die in verband met zijn godsdienstige of levensbeschouwelijke opvatting, de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing ten aanzien van die dag in plaats van ten aanzien van de zondag, indien die ambtenaar dit schriftelijk verzoekt.

Artikel

30h

Gezondheidsproblemen bij nachtdiensten

Paragraaf

2

Toepassingsbereik

Artikel

30i

Algemene uitzonderingsbepalingen

Artikel

30j

Opleidingen

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van paragraaf 2, niet van toepassing op de ambtenaar die een opleiding volgt als bedoeld in artikel 94.

Artikel

30k

Inzet brandweer

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn van toepassing op arbeid verricht door brandweerpersoneel, tenzij dit personeel repressief optreedt bij brand en ongevallen.

Artikel

30l

Leidinggevenden en hoger personeel

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2 en 11, en de artikelen 30a, 30b, tweede tot en met vijfde lid, 30c, 30da. 30db, 30h en 31g, niet van toepassing op arbeid verricht door de ambtenaar van 18 jaar of ouder voor wie:

  • a.

    een salarisschaal geldt van schaal 11 of hoger, en die uitsluitend of in hoofdzaak leiding geeft;

  • b.

    een salarisschaal geldt van schaal 13 of hoger, tenzij hij arbeid pleegt te verrichten in nachtdienst dan wel arbeid verricht waaraan of in rechtstreeks verband waarmee ernstige gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van personen zijn verbonden.

Artikel

30m

Internationaal tewerkgesteld

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2 en 11, en de artikelen 30a, 30b, tweede lid, 30da, 30db, 30c, 30h en 31g, eerste en tweede lid, niet van toepassing op arbeid verricht door de ambtenaar voor zover hij is tewerkgesteld buiten Nederland:

  • a.

    onder leiding of toezicht van een orgaan van de Verenigde Naties;

  • b.

    bij of ten behoeve van een bondgenootschappelijk orgaan of bondgenootschappelijke strijdkrachten;

  • c.

    buiten het Ministerie van Defensie, anders dan in de gevallen, bedoeld onder a en b.

Artikel

30n

Medisch specialisten

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn, met uitzondering van de paragrafen 2 en 11, en de artikelen 30a, 30b, tweede tot en met vijfde lid, 30c, 30da, 30db, 30h en 31g, niet van toepassing op arbeid verricht door de ambtenaar van 18 jaar of ouder die werkzaam is als medisch specialist, als huisarts of als sociaal geneeskundige en als zodanig staat geregistreerd in één van de registers van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, dan wel als tandheelkundig specialist en als zodanig staat ingeschreven in het specialistenregister van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde.

Paragraaf

3

Arbeidsduur en verlengde arbeidsduur

Artikel

30o

Arbeidsduur

Artikel

30p

Verlengde arbeidsduur

Paragraaf

4

Dagelijkse en wekelijkse rusttijd

Artikel

30q

Dagelijkse onafgebroken rusttijd

Artikel

30r

Wekelijkse onafgebroken rusttijd

Paragraaf

5

Aanvullende bepalingen bij nachtdienst

Artikel

30s

Arbeidsduur nachtdienst

Artikel

30t

Verlengde arbeidsduur nachtdienst

Artikel

30u

Onafgebroken rusttijd nachtdienst

Artikel

30v

Aantal nachtdiensten die eindigen vóór of op 02.00 uur

Artikel

30w

Aantal nachtdiensten die eindigen ná 02.00 uur

Artikel

30x

Afwijking aantal nachtdiensten

Artikel

30y

Rusttijd na reeks nachtdiensten

Artikel

30z

Referentieperiode

Paragraaf

6

Afwijkende bepalingen inzake arbeidsduur en rusttijd

Artikel

31a

Noodzakelijke werkzaamheden

Artikel

31b

Overdracht van diensten

Paragraaf

7

Pauzeregeling

Artikel

31c

Pauze

Artikel

31d

Pauze jeugdige ambtenaar

Artikel

31e

Consignatie tijdens pauze

Artikel

31f

Afwijking pauzeverplichting

Paragraaf

8

Werk- en rusttijden op bepaalde dagen

Artikel

31g

Werk- en rusttijden op bepaalde dagen

Artikel

31h

Arbeidsduur voorafgaand aan feest- of gedenkdagen

Artikel

31i

Arbeidsduur op feest- of gedenkdagen

Paragraaf

9

Consignatie en bijzondere vormen van consignatie

Artikel

31j

Consignatie

Artikel

31k

Aanwezigheidsdienst

Artikel

31l

Aanwezigheidsdienst brandweer

Artikel

31m

Piket

Paragraaf

10

Bijzondere bepalingen voor continu- en ploegendienst

Artikel

31n

Continu- en ploegendienst

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid in continu- of ploegendienst, die door de ambtenaar van 18 jaar of ouder wordt verricht.

Artikel

31o

Arbeidsduur op zaterdag en zondag

Artikel

31p

Onafgebroken rusttijd continu- en ploegendienst

Artikel

31q

Pauze continu- en ploegendienst

Artikel

31r

Doorstaan in continu- en ploegendienst

Paragraaf

11

Bijzondere bepalingen voor vrouwelijke ambtenaren

Artikel

31s

Werk- en rusttijden tijdens de zwangerschap

Artikel

31t

Bevalling

De commandant organiseert de arbeid zodanig, dat een vrouwelijke ambtenaar:

  • a.

    geen arbeid verricht binnen 28 dagen voor de vermoedelijke datum van de bevalling, zoals die is aangegeven in een door de vrouwelijke ambtenaar aan de commandant overgelegde schriftelijke verklaring van een geneeskundige of verloskundige waaruit de vermoedelijke datum van bevalling blijkt. Het in de eerste volzin bedoelde tijdvak wordt verlengd met het tijdvak dat verloopt tussen de vermoedelijke datum van de bevalling en de werkelijke datum van de bevalling;

  • b.

    geen arbeid verricht binnen 42 dagen na haar bevalling.

Artikel

31u

Werk- en rusttijden na de bevalling

Artikel 31s is, met uitzondering van het zesde lid, van overeenkomstige toepassing gedurende een periode van 6 maanden na de bevalling.

Artikel

31v

Voedingsrecht

Hoofdstuk

5

Vakantie en verlof

§

1

Vakantie

Artikel

32

De aanspraak op vakantie

Artikel

33

Het opnemen van vakantie

Artikel

34

Ontslag en vakantie

Artikel

36

Onze Minister is bevoegd nadere en zonodig afwijkende regels vast te stellen.

§

2

Verlof

Artikel

37

Verlof bij militaire en soortgelijke dienst

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 6, genieten verlof:

Artikel

38

Verlof bij sluiting van het Ministerie van Defensie op daartoe aangewezen dagen

Artikel

39

Buitengewoon verlof

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 94 en 95 wordt aan de ambtenaar in de gevallen en onder de voorwaarden, genoemd in de volgende artikelen van deze paragraaf, buitengewoon verlof verleend.

Buitengewoon verlof van korte duur

Artikel

40

Kiesrecht en wettelijke verplichting

Vervallen

Artikel

41

Vergaderingen van en werkzaamheden voor publiekrechtelijke colleges

Vervallen

Artikel

42

Vergaderingen van statutaire organen van ambtenarenorganisaties, kaderactiviteiten, cursussen en commissies van georganiseerd overleg en ambtenarenzaken

Artikel

43

Verhuizing

Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt door de commandant aan de ambtenaar buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:

  • a.

    voor het zoeken van een woning in geval van overplaatsing: ten hoogste twee dagen;

  • b.

    bij verhuizing in geval van overplaatsing: aan hen, die een eigen huishouding hebben: twee dagen, zo nodig te verlengen tot drie en in zeer bijzondere gevallen tot vier dagen en aan hen, die niet een eigen huishouding hebben: ten hoogste twee dagen.

Artikel

44

Familie-omstandigheden

Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt door de commandant aan de ambtenaar buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:

  • a.

    bij zijn ondertrouw: één dag;

  • b.

    bij zijn huwelijk: vier dagen;

  • c.

    tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste graad, van stief- of pleegouders, dan wel van stief- of pleegkinderen: één dag indien dit huwelijk wordt gesloten in zijn woon- of standplaats en ten hoogste twee dagen, indien dit huwelijk wordt gesloten buiten zijn woon- of standplaats;

  • d.

    bij zijn 25-, 40- en 50-jarig ambts- of huwelijksjubileum en bij 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders of grootouders: één dag;

Artikel

45

Aanvullende bevoegdheid tot het verlenen van buitengewoon verlof

Artikel

46

Aanvragen van buitengewoon verlof

Buitengewoon verlof in het kader van arbeid en zorg

Artikel

46a

Bezoldiging tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof

Vervallen

Artikel

46b

Bezoldiging tijdens adoptieverlof

Vervallen

Artikel

46c

Buitengewoon verlof bij calamiteiten en zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden

Artikel

46e

Langer durend zorgverlof

Artikel

46f

Aanvullend geboorteverlof

Wanneer aan de ambtenaar door de commandant aanvullend geboorteverlof als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet arbeid en zorg wordt verleend, behoudt hij over de periode van het aanvullend geboorteverlof dat ten hoogste vijf gehele weken bedraagt gebaseerd op de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per week, 75% van zijn bezoldiging.

Artikel

47

Ouderschapsverlof

Buitengewoon verlof van lange duur

Artikel

48

Voorwaarden van buitengewoon verlof van lange duur

Artikel

49

Buitengewoon verlof uitsluitend in het persoonlijk belang

Indien het verlof, genoemd in artikel 48, uitsluitend strekt in het persoonlijk belang van de ambtenaar, kan hem dit slechts worden verleend zonder behoud van bezoldiging.

Artikel

50

Buitengewoon verlof mede in het algemeen belang

Indien het verlof, genoemd in artikel 48, ten doel heeft de ambtenaar in de gelegenheid te stellen een andere functie te vervullen en met verlofverlening naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel niet uitsluitend het persoonlijk belang van de ambtenaar, doch mede het algemeen belang wordt gediend, kan het verlof - onverminderd het bepaalde in de artikelen 51 en 52 - in beginsel voor ten hoogste een jaar, zonder behoud van bezoldiging, worden verleend.

Artikel

51

Buitengewoon verlof voor bezoldigde bestuurders van ambtenarenorganisaties

Artikel

52

Buitengewoon verlof overwegend in het algemeen belang

Artikel

53

Ontslag bij niet hervatten van de werkzaamheden na afloop van buitengewoon verlof van lange duur

Hoofdstuk

6

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding en voorzieningen in verband met ziekte

§

1

Algemeen

Artikel

54a

Definities

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de WAO;

  • b.

    arbodienst: een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;

  • c.

    deskundige persoon: een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b of c, van die wet;

  • d.

    beroepsziekte: ziekte, die in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht, en die niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten;

  • e.

    bedrijfsongeval: ongeval, dat in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht, en dat niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten;

  • f.

    beroepsincident: een dienstongeval of beroepsziekte voortvloeiend uit een gevaarzettende situatie die rechtstreeks verband houdt met de uitvoering van zijn taak waaraan de ambtenaar zich vanwege zijn specifieke functie niet kan onttrekken;

  • g.

    gangbare arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van de WAO;

  • h.

    herplaatsingtoelage: herplaatsingtoelage als bedoeld in hoofdstuk 9 van het pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds ABP;

  • i.

    invaliditeitspensioen: invaliditeitspensioen als bedoeld in hoofdstuk 8 van het pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds ABP;

  • j.

    medisch advies: advies van de deskundige persoon of de arbodienst dat ten aanzien van de ambtenaar is uitgebracht na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 18 van de Arbeidsomstandighedenwet;

  • k.

    UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet-SUWI;

  • l.

    passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en de bekwaamheden van de ambtenaar is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd;

  • m.

    Pensioenreglement: het Pensioenreglement van de stichting pensioenfonds ABP;

  • n.

    Wet-SUWI: de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • o.

    WW: Werkloosheidswet;

  • p.

    WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  • q.

    ZW: Ziektewet;

  • r.

    werknemersverzekering: WAO, ZW, dan wel WW;

  • s.

    zijn arbeid: hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge artikel 19 van de ZW.

§

2

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding

Artikel

55

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding

Artikel

56

Onderzoek op aanvraag

Artikel

57

Hernieuwd onderzoek

§

3

Maatregelen ingeval van ziekte tijdens de betrekking

Artikel

58

Verplichtingen van het bevoegd gezag

Artikel

58a

Enkele bijzonder verplichtingen bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid

§

4

Artikel

59

Hervatting van de arbeid na ziekte

Ten aanzien van de ambtenaar die wegens ziekte ongeschikt is zijn arbeid te verrichten kan worden bepaald, dat hij zijn arbeid slechts mag hervatten, nadat het hoofd defensieonderdeel hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. Het hoofd defensieonderdeel neemt hieromtrent en omtrent de mate van werkhervatting geen beslissing dan na advies van de bedrijfsgeneeskundige dienst. Deze toestemming van het hoofd defensieonderdeel is in ieder geval vereist, wanneer de ambtenaar gedurende meer dan één jaar volledig ongeschikt is geweest tot het verrichten van zijn arbeid.

Artikel

59a

Samenloop van bezoldiging en uitkering op grond van een werknemersverzekering, de Wet arbeid en zorg of bovenwettelijke regeling

Vervallen

Artikel

60a

Geen aanspraak op doorbetaling van bezoldiging ingeval van herplaatsing

Vervallen

Artikel

61a

Sancties

Vervallen

§

5

Bezoldiging of uitkering wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid na beëindiging van de dienstbetrekking

Artikel

62

Aanspraak op bezoldiging na ontslag

§

6

Bijzondere voorzieningen

Artikel

63

Vergoeding van ziektekosten

Vervallen

Artikel

64

Volledige vergoeding van ziektekosten

Artikel

65

Aanvullende uitkering

Artikel

65a

Volledige schadevergoeding

§

7

Overige bepalingen

Artikel

66

Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Vervallen

Artikel

69

Afwijkende aanspraken voor tijdelijke ambtenaren

Met uitzondering van paragraaf 1 en van artikel 64 is het bepaalde in dit hoofdstuk niet van toepassing op de ambtenaar die geen deelnemer is in de zin van het pensioenreglement. In geval van ziekte ontvangt hij tijdens de duur van zijn dienstverband op een hem op grond van de Ziektewet of WAO toegekende uitkering een aanvulling tot zijn bezoldiging. Indien de ambtenaar wegens ziekte ongeschikt is voor de uitoefening van zijn dienstbetrekking, ontvangt hij gedurende de eerste 18 maanden van die ongeschiktheid 100% en daarna tot aan het einde van zijn betrekking 80% van zijn bezoldiging, nadat daarop de uitkering ingevolge de ZW of de WAO in mindering is gebracht. Op die vermindering zijn de artikelen 27 en 29 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

7a

Integriteit

Artikel

70

De ambtenaar vervult de uit zijn functie voortvloeiende plichten nauwgezet en ijverig en gedraagt zich zoals een goed ambtenaar betaamt.

Artikel

70a

Eed of belofte

De ambtenaar voldoet aan hetgeen voor hem inzake het afleggen van een eed of een belofte is bepaald.

Artikel

70b

Nevenbetrekkingen en nevenwerkzaamheden

Artikel

70c

Artikel

70d

Deelname aan aanneming en leveringen

Artikel

70e

Deelnemingen aan vennootschappen, stichtingen of verenigingen

Aan de ambtenaren of aan bepaalde groepen van ambtenaren van een bepaalde dienst kan door onze Minister worden verboden commissaris, bestuurder of vennoot te zijn van alle of nader te omschrijven vennootschappen, stichtingen of verenigingen die geregeld in aanraking komen of krachtens haar opzet kunnen komen met de betrokken dienst.

Artikel

70f

Geen vergoedingen, beloningen, steekpenningen

Hoofdstuk

7b

Overige rechten en verplichtingen

Artikel

71

Artikel

72

Niet-naleven van bepalingen in verband met onbekendheid daarmee

Ter zake van niet-naleving van bepalingen, welke redelijkerwijs niet kunnen worden geacht de ambtenaar bekend te zijn, worden hem geen voordelen onthouden of nadelen toegebracht.

Artikel

73

In strijd met een regeling onthouden van voordelen of toebrengen van nadelen

Vervallen

Artikel

74

Verplichte mededeling van verhindering

De ambtenaar die door ziekte of anderszins verhinderd is zijn dienst te verrichten, is verplicht, naar regels bij ministeriële regeling te stellen, daarvan zo tijdig mogelijk mededeling te doen aan zijn commandant.

Artikel

75

Woonplaats

Artikel

76

Ambts- of dienstwoning

Artikel

77

Opdragen van een andere functie

Artikel

78

Tijdelijk verrichten van andere ambtelijke werkzaamheden

Artikel

79

Nevenbetrekkingen en nevenwerkzaamheden

Vervallen

Artikel

80

Deelname aan aanneming en leveringen

Vervallen

Artikel

81

Deelnemingen aan vennootschappen, stichtingen of verenigingen

Vervallen

Artikel

82

Terugstorting van vergoedingen in 's-Rijks kas

Artikel

83

Geen vergoedingen, beloningen, steekpenningen

Vervallen

Artikel

84

Dienstkleding en onderscheidingstekenen

Vervallen

Artikel

85

Schadeverhaal

Artikel

86

Terugbetaling opleidingskosten

Vervallen

Artikel

87a

Bijdrage in de kosten van kinderopvang

Artikel

89

Infectieziekten

Artikel

90

Functioneringsgesprek

Vervallen

Artikel

90a

Beoordeling

Vervallen

Artikel

91

Veiligheidsonderzoek in verband met vertrouwensfuncties

Vervallen

Artikel

91a

Reisbeperkingen

Artikel

92

Zekerheidsstelling

Verplichting tot zekerheidsstelling wordt de ambtenaar niet opgelegd.

Artikel

93

Aanzuivering van het tekort

Artikel

94

Om- en bijscholingsopleidingen

Vervallen

Artikel

94a

Studiefaciliteiten

Vervallen

Artikel

96

Maatregelen van orde

Artikel

97

Verbod van alcoholgebruik

Het is de ambtenaar verboden gedurende de werktijd alcoholhoudende dranken te gebruiken, bij zich te hebben of in de dienstlokalen te bewaren.

Hoofdstuk

7c

Het melden van een vermoeden van een misstand

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

98a

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Artikel

98b

Vervallen

Paragraaf

2

Procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand

Artikel

98c

Artikel

98d

Artikel

98e

Een (potentiële) melder, degene die een (potentiële) melder bijstaat en een betrokken derde kan een krachtens artikel 98c, eerste lid, aangewezen vertrouwenspersoon integriteit in vertrouwen raadplegen over een vermoeden van een misstand.

Artikel

98f

Vervallen

Artikel

98g

Degene bij wie een melding is gedaan, stelt de Secretaris-Generaal door tussenkomst van de COID onverwijld in kennis van de melding en de datum waarop deze is ontvangen.

Artikel

98h

Vervallen

Artikel

98i

De Secretaris-Generaal bevestigt de ontvangst van de melding binnen zeven dagen schriftelijk aan de melder, al dan niet via de vertrouwenspersoon integriteit, en informeert de persoon of personen op wie de melding betrekking heeft over de melding, tenzij daardoor een onderzoeksbelang of een belang van de melder onnodig of onevenredig kan worden geschaad. Een afschrift wordt gezonden aan de Secretaris-Generaal en de COID.

Artikel

98j

Artikel

98k

Vervallen

Artikel

98l

Paragraaf

3

Financiële tegemoetkoming

Artikel

98m

Artikel

98o

Artikel

98p

Degene aan wie een tegemoetkoming is toegekend, kan worden verplicht tot terugbetaling, indien hij de procedure waarop de tegemoetkoming betrekking heeft voortijdig staakt. Deze verplichting geldt niet, indien het staken van de procedure direct voortvloeit uit de intrekking door het bevoegd gezag van de beslissing of het herzien van de handeling, waartegen de procedure is gericht.

Artikel

98q

Artikel

98r

Op meldingen van ambtenaren die zijn gedaan voor 17 december 2021 blijft hoofdstuk 7c van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van het Besluit van 23 juni 2023, houdende wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) van toepassing.

Hoofdstuk

8

Disciplinaire straffen

Artikel

99

Plichtsverzuim

Artikel

100

Soorten disciplinaire straffen

Artikel

101

Gelegenheid tot verantwoording

Artikel

102

De ambtenaar kan niet gestraft worden wegens overtreding van artikel 10 van de Ambtenarenwet 2017, dan nadat daarover advies is ingewonnen van de Adviescommissie grondrechten en functieuitoefening defensieambtenaren.

Artikel

103

Tenuitvoerlegging straf

Hoofdstuk

8a

Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening defensieambtenaren

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

103a

In de artikelen 103a tot en met 103i wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: degene op wie het in artikel 102 bedoelde voornemen betrekking heeft.

  • b.

    commissie: de Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening defensieambtenaren bedoeld in artikel 103b.

Artikel

103b

Paragraaf

2

Samenstelling van de commissie

Artikel

103c

Artikel

103d

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. Zij worden door Onze Minister aangewezen.

Paragraaf

3

Werkwijze van de commissie

Artikel

103e

Artikel

103f

Artikel

103g

Artikel

103h

Artikel

103i

Hoofdstuk

9

Rechten en verplichtingen bij het vervallen van een functie

Artikel

104

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • ambtenaar

    de ambtenaar, die:

  • boventalligheid

    de situatie dat een ambtenaar zijn functie verliest omdat binnen de te reorganiseren organisatie of een onderdeel daarvan, meerdere ambtenaren een vergelijkbare of uitwisselbare functie vervullen en het totale aantal van die functies zodanig wordt verminderd dat onvoldoende van die functies resteren.

Artikel

105

Passende functie

Artikel

106

Aanwijzing als herplaatsingskandidaat

Artikel

107

Herplaatsingsonderzoek

Artikel

108

Verplichtingen van de herplaatsingskandidaat

Artikel

108a

Voorzieningen in verband met dreigende overtolligheid en gedurende het herplaatsingsonderzoek

Hoofdstuk

10

Schorsing en ontslag

Artikel

109

Gevallen waarin schorsing plaatsvindt

Artikel

110

Wijze waarop schorsing plaatsvindt

Artikel

113

Ontslag op aanvraag

Artikel

114

Ontslag wegens vervroegd uittreden

Artikel

115

Ontslag ambtenaar in tijdelijke dienst

Artikel

116

Ontslag wegens opheffing van de betrekking, verandering in de inrichting van het dienstvak of wegens verplaatsing van een dienst

Artikel

117

Ontslag ambtenaren, die lid van Gedeputeerde Staten, wethouder etc. zijn geweest

Artikel

118

Ontslag bij benoeming tot minister of staatssecretaris

Aan de ambtenaar die een benoeming tot Minister of Staatssecretaris aanvaardt wordt door de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 112, eerste of tweede lid, met ingang van de dag van het aanvaarden van deze betrekking, eervol ontslag verleend.

Artikel

119

Functioneel leeftijdsontslag

Vervallen

Artikel

120

Artikel

121

Ontslaggronden

Artikel

122

Pensioengerechtigde leeftijd

Artikel

123

Ontslag als ambtenaar wegens niet passende arbeid

Indien aan de ambtenaar gedurende de tijd, dat hij recht heeft op wachtgeld, daaronder mede begrepen herplaatsingswachtgeld of een uitkering op grond van artikel 18, zesde lid van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie, een voor hem passend geachte betrekking is aangeboden en die betrekking binnen een periode van uiterlijk één jaar nadat hij haar is gaan vervullen, niet passend voor hem blijkt te zijn, kan hem binnen die periode op zijn aanvraag eervol ontslag uit die betrekking worden verleend, welk ontslag ten aanzien van zijn aanspraken op dat wachtgeld of die uitkering wordt aangemerkt als niet door eigen toedoen te zijn verleend.

Artikel

123a

Artikel

124

Ontslag op andere gronden

Artikel

127

Uitkering na overlijden

Artikel

127a

Aanspraken bij overlijden

Artikel

128

Gebruik ambts- of dienstwoning door achterblijvende gezinsleden

Artikel

129

Vergoeding gebruik ambts- of dienstwoning na overlijden ambtenaar

Indien door de ambtenaar voor het gebruik der ambts- of dienstwoning een vergoeding verschuldigd was, voldoen de achtergebleven gezinsleden deze over de tijd gedurende welke zij het gebruik dier woning behouden.

Artikel

130

Vermissing van de ambtenaar

Hoofdstuk

11

Hoofdstuk

12

Rechtspositie studenten aan initiële opleidingen en entree- en basisberoepsopleidingen in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Artikel

161

Opleiding

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Artikel

162

In de akte van aanstelling van de student wordt opgenomen hoeveel uren van de wekelijkse arbeidsuur waarvoor hij is aangesteld is bestemd voor het verrichten van arbeid, alsmede het aantal uren dat is bestemd voor het volgen van de opleiding.

Artikel

163

In de akte van aanstelling van de ambtenaar die een opleiding dient te volgen, wordt vermeld voor hoeveel uren het dienstverband wordt aangegaan, hoeveel uren daarvan als arbeidsduur gelden en hoeveel uren voor het volgen van de opleiding zijn bestemd.

Artikel

164

Hoofdstuk

13

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

168

Nadere algemene voorschriften

Voor zoveel voor ambtenaren nadere regels ter uitwerking of aanvulling van de bepalingen van dit besluit worden vereist, worden zodanige regels door Onze Minister vastgesteld.

Artikel

168a

Mandaatverlening

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de hoofdstukken 4, 5 en 7 kan mandaat worden verleend aan de hoofddirecteur personeel van het Ministerie van Defensie.

Artikel

169

Artikel

170

Artikel

171

Artikel

171a

Overgangsbepaling functioneel leeftijdsontslag

Artikel

172

Verlofstuwmeer

Vervallen

Artikel

174

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Artikel

175

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Burgerlijk ambtenarenreglement defensie".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, A. L. ter Beek
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin