Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Hoofdstuk

I

Inleidende bepaling

Artikel

1

In deze regeling wordt - voor zover niet anders is bepaald - verstaan onder:

c.
de toezichthouder:

de Stichting Autoriteit Financiële Markten;.

d.
kredietinstelling:

een onderneming of instelling die ingevolge artikel 52, tweede lid, onder a, b, c of d, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 is geregistreerd;

e.
beleggingsinstelling:

een onderneming of instelling die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel b, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, dan wel is vrijgesteld ingevolge de Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen (Stcrt. 198);

f.
gereglementeerde markt:

een markt als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van het besluit.

Hoofdstuk

II

Vrijstelling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet

§

1

Vrijstelling van artikel 3, eerste lid, van de wet

Artikel

1a

Artikel

1b

Artikel

1c

Artikel

1d

Van artikel 3, eerste lid, van de wet, wordt vrijstelling verleend voor het toelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van:

  • a.

    aandelen of certificaten daarvan die, bezien over een periode van twaalf maanden, minder dan tien procent vertegenwoordigen van het aantal aandelen of certificaten daarvan van dezelfde categorie of klasse die reeds zijn toegelaten tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt;

  • b.

    aandelen of certificaten daarvan die zijn uitgegeven ter vervanging van aandelen of certificaten daarvan van dezelfde categorie of klasse die reeds zijn toegelaten tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt, en waarvan de uitgifte niet leidt tot een verhoging van het geplaatst kapitaal;

  • c.

    effecten die worden aangeboden bij een overname door middel van een openbaar bod tot ruil, indien een document beschikbaar is dat informatie bevat die gelijkwaardig is aan de informatie die het prospectus bevat;

  • d.

    effecten die worden aangeboden, zijn of zullen worden toegewezen in verband met een fusie of splitsing, indien een document beschikbaar is dat informatie bevat die gelijkwaardig is aan de informatie die het prospectus bevat;

  • e.

    aandelen of certificaten daarvan die kosteloos worden aangeboden, zijn of zullen worden toegewezen aan de aandeelhouders of als dividend worden uitgekeerd in de vorm van aandelen of certificaten daarvan van dezelfde categorie of klasse als de waardebewijzen waarop zij worden uitgekeerd, indien deze waardebewijzen van dezelfde categorie of klasse zijn als de waardebewijzen die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat over het aantal aangeboden waardebewijzen, de kenmerken van de waardebewijzen, de redenen voor de aanbieding en de bijzonderheden daarvan;

  • f.

    effecten die door een werkgever of een met die werkgever in een groep verbonden rechtspersoon, vennootschap of instelling worden aangeboden, toegewezen of zullen worden toegewezen, aan zijn huidige of voormalige bestuurders, huidige of voormalige leden van de raad van commissarissen of huidige of voormalige werknemers, indien die effecten van dezelfde categorie of klasse zijn als de effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat over het aantal aangeboden effecten, de kenmerken van de effecten, de redenen voor de aanbieding en de bijzonderheden daarvan;

  • g.

    aandelen of certificaten daarvan die voortkomen uit de conversie of omruiling van andere effecten of uit de uitoefening van rechten verbonden aan andere effecten, indien die aandelen of certificaten daarvan van dezelfde categorie of klasse zijn als de aandelen of certificaten daarvan die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten; of

  • h.

    effecten die reeds tot de handel op een andere dan de in de aanhef bedoelde gereglementeerde markt zijn toegelaten indien:

    • 1°.

      deze effecten, of effecten van dezelfde categorie of klasse, gedurende meer dan achttien maanden toegelaten zijn tot de handel op die andere gereglementeerde markt;

    • 2°.

      voor effecten die voor het eerst tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten na inwerkingtreding van de prospectusrichtlijn, en bij de toelating tot de handel op die andere gereglementeerde markt een goedgekeurd prospectus is uitgebracht dat conform artikel 1q van het besluit algemeen verkrijgbaar is gesteld;

    • 3°.

      het prospectus voor deze effecten, indien deze na 30 juni 1983 voor het eerst tot de notering zijn toegelaten overeenkomstig richtlijn nr. 80/390/EEG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (PbEG L 100) of richtlijn nr. 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad de Europese Unie van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd (PbEG L 184) is goedgekeurd, tenzij het bepaalde onder 2° van toepassing is;

    • 4°.

      de geldende verplichtingen inzake handel op die andere gereglementeerde markt zijn vervuld;

    • 5°.

      degene die verzoekt om toelating van effecten tot de handel op de gereglementeerde markt, een samenvatting algemeen verkrijgbaar stelt in een taal die wordt aanvaard door de toezichthouder;

    • 6°.

      de samenvatting op de in artikel 1q van het besluit bedoelde wijze algemeen verkrijgbaar wordt gesteld; en

    • 7°.

      de inhoud van de samenvatting voldoet aan artikel 1j van het besluit en in de samenvatting vermeld wordt waar het meest recente prospectus te verkrijgen is en waar de uitgevende instelling de financiële informatie op grond van zijn doorlopende informatieverplichtingen ter beschikking stelt.

Artikel

1e

Artikel

1f

Artikel

1g

Van artikel 3, eerste lid, van de wet, wordt vrijstelling verleend voor het aanbieden van effecten aan het publiek indien de effecten worden aangeboden aan een persoon, niet zijnde een professionele marktpartij, die een schriftelijke overeenkomst van lastgeving heeft afgesloten met een vermogensbeheerder, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de wet, die beschikt over een vergunning op grond van artikel 7, vierde lid, of is uitgezonderd van de vergunningplicht op grond van artikel 7, tweede lid, onder h, i, of j, van de wet, op grond waarvan is bepaald dat de volmachtgever geen invloed kan uitoefenen op transacties die de vermogensbeheerder als gevolmachtigde verricht of bewerkstelligt.

§

2

Vrijstelling van artikel 3, vierde lid, van de wet

Artikel

1h

Artikel

1i

Artikel

2

Artikel

2a

Van artikel 3, vierde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het aanbieden, of het in het vooruitzicht stellen van een aanbieding, van effecten aan minder dan 100 natuurlijke personen of rechtspersonen, niet zijnde natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, per staat.

Artikel

3

Artikel

4

Van artikel 3, vierde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend indien de effecten worden aangeboden in coupures ter waarde van ten minste € 50 000 of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta.

Artikel

4a

Artikel

6

Van artikel 3, vierde, van de wet wordt vrijstelling verleend indien een aanbod dan wel een in het vooruitzicht gesteld aanbod betrekking heeft op schuldbrieven, inschrijvingen in schuldregisters en soortgelijke rechten, die een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste een jaar hebben en die worden uitgegeven door een kredietinstelling.

Artikel

7

Van artikel 3, vierde lid, van de wet, wordt vrijstelling verleend voor het aanbieden of het in het vooruitzicht stellen van een aanbieding van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.

Artikel

8

Van artikel 3, vierde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend indien een aanbod dan wel een in het vooruitzicht gesteld aanbod betrekking heeft op effecten die worden uitgegeven door een lid-staat, door een territoriaal publiekrechtelijk lichaam van een lid-staat of door een internationale publiekrechtelijke instelling waarin een of meer lid-staten deelnemen.

Hoofdstuk

III

Vrijstelling als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet

Artikel

9

Artikel

11

Vervallen

Hoofdstuk

IIIa

Vrijstelling als bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de wet

Artikel

11a

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Vrijstelling als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Van artikel 7, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de aandelen in het kapitaal uitsluitend kunnen worden gehouden door een besloten kring van bloed- of aanverwanten en die bij het als vermogensbeheerder aanbieden of verrichten van diensten uitsluitend diensten aanbieden aan of verrichten voor de tot die kring behorende natuurlijke personen.

Artikel

18

Hoofdstuk

IVA

Vrijstelling als bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de wet

Artikel

18a

Artikel

18b

Van artikel 18a, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan:

Artikel

18c

Van artikel 18a, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan:

Hoofdstuk

V

Vrijstelling als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de wet

Artikel

19

Hoofdstuk

VI

Aanvullende bepaling

Artikel

20

Hoofdstuk

VII

Overgangsbepalingen

Artikel

21

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Artikel

23a

Artikel

23b

Artikel

23c

Artikel

23d

Van de op grond van artikel 5, eerste lid, van de wet gestelde regels wordt vrijstelling verleend aan een uitgevende instelling waarvan voor 1 juli 2005 uitsluitend effecten zijn aangeboden in een aanbieding van effecten aan het publiek als bedoeld in artikel 1a, tweede lid, indien de uitgevende instelling terzake van die aanbieding op grond van het recht zoals dat gold voor dat tijdstip was vrijgesteld van de regels die betrekking hebben op periodieke verslaggeving inzake de financiële positie van de uitgevende instelling alsmede op feiten omtrent de uitgevende instelling waarvan een aanzienlijke invloed op de koers van de effecten van de uitgevende instelling kan uitgaan.

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

24

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 1995.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Financiën, G.Zalm