Besluit van 27 januari 2000, houdende regels voor het lozen op oppervlaktewater dat samenhangt met agrarische activiteiten in de open grond alsmede gebruiksvoorschriften voor bestrijdingsmiddelen (Lozingenbesluit open teelt en veehouderij)

Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 30 juni 1999, nr. CDJZ/BVW 967-99, en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, drs. J.F. Hoogervorst;
Gelet op de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991, 91/676/EEG (PbEG L375) inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, gelet op de artikelen 1, 2a, 2b, 2c, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en mede gelet op artikel 13 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, voorzover het betreft de artikelen 1, 2, 3, 5, 13, 14, 15, 17, 21 en 25;
De Raad van State gehoord (advies van 18 november 1999, no. W09.99.0322/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van, nr. CDJZ/2000-83 en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Indien een voorschrift dat is opgenomen in dit besluit inhoudt dat daarbij aangegeven middelen ter voorkoming of beperking van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam moeten worden toegepast, kan degene die agrarische activiteiten uitvoert andere middelen toepassen mits hij, voordat hij die andere middelen toepast, aan de beheerder aantoont dat met de door hem gekozen middelen een tenminste gelijkwaardige bescherming van een oppervlaktewaterlichaam wordt bereikt.

Hoofdstuk

II

Bepalingen ten aanzien van het lozen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen nabij een oppervlaktewaterlichaam

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Hoofdstuk

III

Meldingen

Artikel

19

Hoofdstuk

IV

Bijzondere omstandigheden

Artikel

20

Indien zich als gevolg van agrarische activiteiten dan wel van activiteiten die daarmee verband houden een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zijn ontstaan of dreigen te ontstaan,

  • a.

    worden onmiddellijk de maatregelen genomen die redelijkerwijs verlangd kunnen worden om de gevolgen van die gebeurtenis te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, om deze zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken;

  • b.

    wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 8 uur, melding gemaakt van het voorval aan de beheerder van het desbetreffende oppervlaktewaterlichaam;

  • c.

    worden onverwijld alle maatregelen die de beheerder voorschrijft ter voorkoming van verdere verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam getroffen.

Artikel

21

De bij of krachtens de artikelen 13 en 15 gestelde voorschriften zijn niet van toepassing indien de directeur van de Plantenziektenkundige Dienst, of deze directeur namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op grond van of krachtens artikel 3 van de Plantenziektenwet, de gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen heeft aangezegd deze middelen te gebruiken ter voorkoming van het optreden en van de verbreiding van schadelijke organismen en ter bestrijding daarvan, dan wel de verplichting tot dit gebruik op grond van of krachtens artikel 3 van de Plantenziektenwet aan deze gebruiker is opgelegd.

Hoofdstuk

V

Evaluatie- en overgangsbepalingen

Artikel

22

Onze Minister zendt in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en vervolgens telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de mate waarin dit besluit bijdraagt aan het behalen van de waterkwaliteitsdoelstellingen.

Artikel

23

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

In afwijking van artikel 13, zesde lid, bedraagt de teeltvrije zone van percelen die niet breder zijn dan 70 m en aan de zijde parallel of nagenoeg parallel aan de gewasrijen worden begrensd door een oppervlaktewaterlichaam tot 1 januari 2010 tenminste 150 cm, indien bij de bespuiting van de buitenste gewasrij geen gebruik wordt gemaakt van naar een oppervlaktewaterlichaam gerichte apparatuur.

Artikel

26

In een geval, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel k, onder 2°, de zinsnede beginnend met «tenzij» en eindigend met «besluit,» wordt dit besluit van toepassing voor het desbetreffende lozen met ingang van de datum waarop de beschikking tot intrekking van de vergunning, onherroepelijk is geworden.

Artikel

27

Vervallen

Hoofdstuk

VI

Slotbepalingen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

29a

Met de in dit besluit bedoelde middelen en methoden worden gelijkgesteld middelen en methoden die rechtmatig zijn vervaardigd of in de handel zijn gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel rechtmatig zijn vervaardigd in een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, en die aan ten minste gelijkwaardige technische eisen voldoen.

Artikel

30

Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip liggende vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

31

Dit besluit wordt aangehaald als: Lozingenbesluit open teelt en veehouderij.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J. M. de Vries
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. H. Faber
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i., T. Netelenbos
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Index van het besluit

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

artikel 1

begripsomschrijvingen

artikel 2

reikwijdte van het besluit

artikel 3

alternatieve voorziening

HOOFDSTUK II

BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET LOZEN en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen nabij een oppervlaktewaterlichaam

artikel 4

voorzorgsbepaling

artikel 5

opheffing van het lozingsverbod

artikel 6

huishoudelijk afvalwater

artikel 7

wassen en uitwendig reinigen van voertuigen, werktuigen en apparatuur

artikel 8

spoelen van produkten

artikel 9

ontijzering van grondwater

artikel 10

reinigen van gebouwen en opstallen

artikel 11

koel- en condenswater

artikel 12

afstroming van hemelwater en afspuiten van erfverharding

artikel 13

teeltvrije zone in 2000

artikel 14

bredere teeltvrije zone

artikel 15

zorgvuldig spuiten en spuittechniek

artikel 16

mestvrije zone

artikel 17

vullen van spuitapparatuur

HOOFDSTUK III

MELDINGEN

artikel 18

uitzondering lozingsverbod indien afvoeren via de riolering niet is toegestaan

HOOFDSTUK IV

BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN

artikel 19

melding

artikel 20

ongewoon voorval

artikel 21

bijzondere fytosanitaire omstandigheden

HOOFDSTUK V

EVALUATIE EN OVERGANGSBEPALINGEN

artikel 22

evaluatiebepaling

artikel 23

overgangsbepaling voor huishoudelijk afvalwater

artikel 24

overgangsbepaling voor agrarisch afvalwater

artikel 25

overgangsbepaling voor smalle percelen en driftarme- en kantdoppen

artikel 26

overgangsbepaling voor de aanvraag tot intrekking van een vergunning

artikel 27

overgangsbepaling meldingen

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

artikel 28

wijziging van artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit artikel 1, derde lid, Wvo

artikel 29

wijziging van artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit artikel 1, derde lid, Wvo

artikel 30

inwerkingtreden

artikel 31

citeertitel

Bijlage I

Overzicht landbouwhuisdieren en landbouwgewassen

Bijlage II

Aanwijzing gespecialiseerde bollenteeltgebieden met overzicht aangewezen gebieden

Bijlage

I

bij het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Overzicht van landbouwhuisdieren en landbouwgewassen

Landbouwhuisdieren en landbouwgewassen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij zijn de onderstaande gewassen en dieren voorzover deze geteeld of gekweekt onderscheidenlijk gefokt, gemest of gehouden worden in of ten behoeve van de akkerbouw, de vollegrondsgroententeelt, de fruitteelt, de bloembollenteelt, de vollegrondsbloemisterij, de boomkwekerij, de glastuinbouw, de teelt in potten, containers of substraat, de paddestoelenteelt, de witloftrekkerij, de graasdierhouderij, de hokdierhouderij en de gemengde veehouderij.

Veestapel

Rundvee (geen vlees- of weidevee)

Rundvee

Jongvee

Vaarzen

Melk- en kalfkoeien

Fokstieren

Rundvee (vlees- of weidevee)

Vleeskalveren

Vleesvee

Zoogkoeien

Vlees- en weidekoeien

Varkens

Biggen

Vleesvarkens

Opfokzeugen

Opfokberen

Zeugen

Beren

Kippen

Vleeskuikens

Moederdieren

Leghennen

Eenden en kalkoenen

Eenden

Vleeskalkoenen

Kalkoenen voor de eierproductie

Overig pluimvee (o.a. ganzen, parelhoenders, struisvogels)

Paarden en pony's

Paarden

Pony's

Schapen en geiten

Lammeren

Ooien

Overige schapen

Melkgeiten

Overige geiten

Konijnen

Vleeskonijnen

Voedsters

Edelpelsdieren

Nertsen

Vossen

Overige pelsdieren

Tuinbouw open grond

Groenten

Aardbeien

Andijvie

Asperges

Bewaarkool

Bloemkool

Broccoli

Herfstkool en vroege sluitkool

Knolselderij

Kroten

Sla

Prei

Schorseneren

Spinazie

Spruitkool

Stamsperziebonen

Tuinbonen

Was- en bospeen

Winterpeen

Witlofwortel

Overige groenten

Fruit

Appelen

Peren

Overige pit- en steenvruchten

Klein fruit (exclusief machinaal geoogst fruit)

Machinaal geoogst fruit

Tuinbouwzaden

Groentezaden

Bloemzaden

Bloemkwekerijgewassen

Droogbloemen

Overige bloemkwekerijgewassen

Bloembollen en -knollen

Hyacinten

Tulpen

Narcissen

Gladiolen

Krokussen

Lelies

Irissen

Overige bol- en knolgewassen

Boomkwekerijgewassen

Bos- en haagplantsoen

Laan- en parkbomen

Vruchtbomen

Rozestruiken

Sierconiferen

Overige sierheesters en klimplanten

Vaste planten

Vaste planten

Paddestoelenteelt

Champignons

Overige eetbare paddestoelen

Bollenbroei en witloftrek

Tulpenbroei

Narcissenbroei

Witloftrek

Tuinbouw onder glas

Groenten

Tomaten

Komkommers

Aardbeien

Asperges

Paprika

Radijs

Aubergines

Overige groenten

Groentezaden

Opkweekmateriaal groenten

Fruit

Fruit onder glas

Bloemkwekerijgewassen

Rozen

Anjers

Anthurium

Chrysanten

Freesias

Orchideeën

Gerberas

Alstroemerias

Gypsophila

Eustoma Russellianum

Lelies

Nerine

Overige snijbloemen

Potplanten voor de bloei

Bladplanten

Amaryllisbollen

Perkplanten

Overige bloemkwekerijgewassen

Opkweekmateriaal snijbloemen

Boomkwekerijgewassen en vaste planten

Boomkwekerijgewassen en vaste planten onder glas

Akkerbouw

Wintertarwe

Zomertarwe

Wintergerst

Zomergerst

Rogge (geen snijrogge)

Haver

Triticale

Groene erwten en schokkers

Kapucijners en grauwe erwten

Bruine bonen

Veldbonen

Erwten (groen te oogsten)

Koolzaad

Karwijzaad

Blauwmaanzaad

Vlas

Graszaad

NAK-Pootaardappelen

Consumptie aardappelen

Fabrieksaardappelen (incl.pootgoed)

Suikerbieten

Voederbieten

Luzerne

Snijmaïs

Korrelmaïs

Corn-cob mix

Groenbemestingsgewassen

Cichorei

Hennep (t.b.v. gangbare landbouwkundige toepassingen)

Poot- en plantuien

Zaaiuien

Zilveruitjes

Spelt

Teff

Overige akkerbouwgewassen

Overig

Blijvend grasland

Tijdelijk grasland

Snelgroeiend productiehout

Braakland

Cultuurgronden niet in gebruik

Overige gronden

Bijlage

II

bij het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Als gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, zijn aangewezen:

  • 1°.

    de in de provincie Noord-Holland gelegen gemeenten:

    – Den Helder

    – Anna Paulowna voorzover gelegen ten westen van de watergangen de Boezem van Zijpe/ Hooge Oude Veer en de Van Ewijcksvaart

    – Wieringermeer

    – Zijpe voorzover gelegen ten westen van de Groote Sloot

    – Schoorl

    – Bergen

    – Alkmaar

    – Egmond

    – Heiloo

    – Castricum

    – Limmen

    – Akersloot voorzover gelegen ten westen van het Noordhollandsch Kanaal

    – Uitgeest voorzover gelegen ten westen van de rijksweg A9 (Haarlem-Alkmaar)

    – Heemskerk

    – Haarlemmermeer voorzover gelegen ten westen van de Spieringweg

    – Bloemendaal

    – Heemstede

  • 2°.

    de in de provincie Zuid-Holland gelegen gemeenten:

    – Hillegom

    – Lisse

    – Noordwijk

    – Noordwijkerhout

    – Warmond

    – Sassenheim

    – Voorhout

    – Katwijk

    – Rijnsburg

    – Wassenaar