Regeling beëindiging veehouderijtakken

Regeling beëindiging veehouderijtakken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

§

2

Voorwaarden voor subsidie varkens-, pluimvee- en mestproductierechten

Artikel

5

De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor de beëindiging van een of meer veehouderijtakken op een bedrijf.

Artikel

7

Artikel

8

§

3

Voorwaarden voor subsidie sloop

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De minister maakt in de Staatscourant de periode bekend waarin een subsidie als bedoeld in artikel 9, eerste, tweede of derde lid, kan worden aangevraagd, welke periode voor de onderscheiden gebieden, bedoeld in de bijlage bij deze regeling, verschillend kan worden vastgesteld. Daarbij maakt de minister tevens per gebied voor de subsidies, bedoeld in artikel 9, eerste en derde lid, onderscheidenlijk tweede lid, afzonderlijk bekend welk subsidieplafond voor de desbetreffende periode geldt.

Artikel

12

Artikel

12a

De voorwaarden, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, gelden niet ten aanzien van gronden met betrekking tot welke de aanvrager bij zijn aanvraag tot subsidieverlening aangeeft voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 9, eerste, tweede of derde lid, een aanvraag te zullen indienen voor een beheerssubsidie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel t, van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer of artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, met dien verstande dat als een zodanige aanvraag niet binnen de genoemde termijn is ingediend, of als een zodanige aanvraag onherroepelijk is afgewezen, aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 12, onderdeel b, alsnog moet worden voldaan.

Artikel

13

§

4

Subsidie

Artikel

14

Artikel

15

§

5

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

De aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 9, tweede lid:

  • a.

    verklaart, in het geval, bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel a, dat de gebouwen, waarop de aanvraag betrekking heeft, op het moment van inwerkingtreding van deze regeling niet meer in gebruik waren voor de uitoefening van de veehouderij en sedertdien daarvoor ook niet meer zijn gebruikt;

  • b.

    geeft, in het geval bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel b, aan op welke locatie de samenvoeging van alle veehouderijactiviteiten van zijn bedrijf zal worden gerealiseerd en legt daarbij afschriften over van de aan hem verleende bouw- en milieuvergunningen, voorzover deze terzake zijn vereist;

  • c.

    doet, in het geval bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel c, gelijktijdig met zijn aanvraag aan de Directeur Laser een verklaring als bedoeld in artikel 17, onderdeel e, toekomen.

Artikel

19

Artikel

20

Door het indienen van het aanvraagformulier verplicht de aanvrager zich tot nakoming van de in deze regeling gestelde voorwaarden en verplichtingen.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Vervallen.

§

6

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

25

Artikel

26

De aanvrager voert nadat een of meer van de termijnen, bedoeld in artikel 25, zijn aangevangen op zijn bedrijf geen dieren meer aan die behoren tot de veehouderijtak die wordt beëindigd.

Artikel

27

Artikel

28

Het Bureau Heffingen:

  • a.

    registreert, indien de varkenstak wordt beëindigd, de kennisgeving van het vervallen van het varkensrecht en haalt het deel van het niet-gebonden mestproductierecht, bedoeld in artikel 7, onderdeel c, door onmiddellijk nadat de subsidie is vastgesteld, doch uiterlijk twaalf maanden nadat de subsidie is verleend of, in het geval, bedoeld in artikel 27, vierde lid, uiterlijk twaalf maanden na de overeenkomstig dat artikelonderdeel van toepassing zijnde datum;

  • b.

    registreert, indien de kippen- en kalkoenentak wordt beëindigd, de kennisgeving van het vervallen van het pluimveerecht en haalt het deel van het niet-gebonden mestproductierecht, bedoeld in artikel 7, onderdeel c, door onmiddellijk nadat de subsidie is vastgesteld, doch uiterlijk 12 maanden nadat de subsidie is verleend, of, in het geval, bedoel in artikel 27, vierde lid, uiterlijk 12 maanden na de overeenkomstig dat onderdeel van toepassing zijnde datum;

  • c.

    haalt, indien de rundveetak wordt beëindigd, het in artikel 7, onderdelen b en c bedoelde delen van het niet-gebonden mestproductierecht door, onmiddellijk nadat de subsidie is vastgesteld, doch uiterlijk vijftien maanden nadat de subsidie is verleend of, in het geval, bedoeld in artikel 27, vierde lid, uiterlijk vijftien maanden na de overeenkomstig dat artikelonderdeel van toepassing zijnde datum.

§

7

Verplichtingen van de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 9, tweede of derde lid

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

30a

Indien de kippen- en kalkoenentak wordt beëindigd en de subsidie-aanvrager in het referentiejaar, bedoeld in artikel 58g, tweede of derde lid, van de Meststoffenwet op het bedrijf kalkoenen heeft gehouden vangen de termijnen, bedoeld in artikel 25, eerste en tweede lid, artikel 27, eerste en tweede lid, artikel 29, eerste lid, en artikel 30, eerste lid, aan op het moment dat de mededeling, bedoeld in artikel 21, tweede lid, in de Staatscourant wordt geplaatst, indien deze mededeling later in de Staatscourant wordt geplaatst dan de mededeling bedoeld in artikel 22, tweede lid.

§

8

Terugvordering en bevoorschotting

Artikel

32

Artikel

32a

Een beschikking tot subsidievaststelling met betrekking tot een subsidie als bedoeld in artikel 9 wordt ingetrokken indien de subsidieontvanger, aan wie een beheerssubsidie als bedoeld in artikel 12a is verleend en die in verband daarmee niet heeft hoeven voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 12, onderdeel b, zich niet houdt aan de verplichtingen die aan de verlening van die beheerssubsidie zijn verbonden en op grond daarvan de beschikking tot verlening of vaststelling van die beheerssubsidie wordt ingetrokken.

Artikel

33

Indien de beschikking tot subsidieverlening of -vaststelling is ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger is gewijzigd, betaalt de aanvrager de door hem ontvangen subsidiebedragen en voorschotten terug op eerste vordering van de minister vermeerderd met de wettelijke rente over de periode van de datum van uitbetaling van de subsidie tot het tijdstip van voldoening.

§

9

Slotbepalingen

Artikel

34

Vervallen.

Artikel

35

Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast medewerkers van Laser en van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

36

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

37

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beëindiging veehouderijtakken.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst

De gebieden, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Regeling beëindiging veehouderijtakken

1

Het grondgebied van de provincie Overijssel, voorzover dit is gelegen binnen het concentratiegebied Oost, bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij;

2

Het grondgebied van de provincie Gelderland, voorzover dit is gelegen binnen het concentratiegebied Oost, bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij;

3

Het grondgebied van de provincie Utrecht, voorzover dit is gelegen binnen het concentratiegebied Oost, bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij;

4

Het grondgebied van de provincie Noord-Brabant, voorzover dit is gelegen binnen het concentratiegebied Zuid, bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij;

5

Het grondgebied van de provincie Limburg, voorzover dit is gelegen binnen het concentratiegebied Zuid, bedoeld in bijlage B bij de Wet herstructurering varkenshouderij.