Regels op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

Regeling SUWI

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

1.2

Vaststelling zetels

Artikel

1.3

Aanwijzing van een de gemeenten vertegenwoordigende rechtspersoon

Vervallen

Artikel

1.4

Voorafgaande instemming besluiten UWV en SVB

Besluiten van het UWV en de SVB,

  • a.

    tot het verwerven en vervreemden van eigendom van registergoederen die afzonderlijk een bedrag van € 250.000,– niet te boven gaan;

  • b.

    tot het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur of verhuur van registergoederen die afzonderlijk een bedrag op jaarbasis van € 1.000.000,– niet te boven gaan;

behoeven niet de voorafgaande instemming van de minister, bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de Wet SUWI.

Artikel

1.5

Gegevensverwerking in verband met verrichten andere werkzaamheden

Artikel

1.6

Kostentoerekening in verband met verrichten andere werkzaamheden

Het UWV en de SVB brengen voor het verrichten van andere werkzaamheden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet SUWI, zodanige prijzen in rekening aan de opdrachtgever dat valt aan te nemen dat, gerekend over het desbetreffende jaar, alle directe en indirecte aan die andere taken toe te rekenen lasten door de te verwachten baten zijn gedekt.

Artikel

1.7

Secretariaat landelijke cliëntenraad

De minister wijst een rechtspersoon aan waar het secretariaat van de landelijke cliëntenraad, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet SUWI, wordt ondergebracht.

Artikel

1.8

Centrumgemeente

De centrumgemeenten, bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, van het Besluit SUWI zijn:

  • Alkmaar (arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord);

  • Almere (arbeidsmarktregio Flevoland);

  • Amersfoort (arbeidsmarktregio Amersfoort);

  • Amsterdam (arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam);

  • Apeldoorn (arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe);

  • Arnhem (arbeidsmarktregio Midden-Gelderland);

  • Breda (arbeidsmarktregio West-Brabant);

  • Den Bosch (arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant);

  • Den Haag (arbeidsmarktregio Haaglanden);

  • Doetinchem (arbeidsmarktregio Achterhoek);

  • Dordrecht (arbeidsmarktregio Drechtsteden);

  • Ede (arbeidsmarktregio Foodvalley);

  • Eindhoven (arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant);

  • Emmen (arbeidsmarktregio Drenthe);

  • Enschede (arbeidsmarktregio Twente);

  • Goes (arbeidsmarktregio Zeeland);

  • Gorinchem (arbeidsmarktregio Gorinchem);

  • Gouda (arbeidsmarktregio Midden-Holland);

  • Groningen (arbeidsmarktregio Groningen);

  • Haarlem (arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond);

  • Heerlen (arbeidsmarktregio Zuid-Limburg);

  • Helmond (arbeidsmarktregio Helmond-De Peel);

  • Hilversum (arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek);

  • Leeuwarden (arbeidsmarktregio Friesland);

  • Leiden (arbeidsmarktregio Holland Rijnland);

  • Nijmegen (arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen);

  • Roermond (arbeidsmarktregio Midden-Limburg);

  • Rotterdam (arbeidsmarktregio Rijnmond);

  • Tiel (arbeidsmarktregio Rivierenland);

  • Tilburg (arbeidsmarktregio Midden-Brabant);

  • Utrecht (arbeidsmarktregio Midden-Utrecht);

  • Venlo (arbeidsmarktregio Noord-Limburg);

  • Zaanstad (arbeidsmarktregio Zaanstreek/Waterland);

  • Zoetermeer (arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal);

  • Zwolle (arbeidsmarktregio Zwolle).

Hoofdstuk

2

Landelijke cliëntenraad

Artikel

2.1

Middelen landelijke cliëntenraad

Artikel

2.2

Jaarplan, begroting, voorschotten, jaarverslag, jaarrekening en controleverklaring

Hoofdstuk

3

Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

§

3.1

Melding arbeidsongeschiktheid aan pensioenuitvoerder

Artikel

3.1

Melding arbeidsongeschiktheid aan pensioenuitvoerder

Artikel

3.2

Nadere voorwaarden

§

3.1a

Gegevensverstrekking ten behoeve van basisregistratie personen

Artikel

3.3

Toegang tot adresgegevens polisadministratie ten behoeve van basisregistratie personen

§

3.1b

Gegevensverstrekking aan uitvoerders van private aanvullingsregelingen

Artikel

3.3a

Kosten gegevensverstrekking door het UWV

Indien het UWV gegevens verstrekt aan derden als bedoeld in artikel 73, tweede lid, van de Wet SUWI, brengt het UWV deze derden ter zake van deze gegevenslevering kosten in rekening volgens door het UWV vastgestelde en voor aanvang van het kalenderjaar gepubliceerde tarieven. Het UWV kan bij de vaststelling van tarieven rekening houden met kosten voor ontwikkeling van systemen voor de verstrekking van gegevens, kosten voor aansluiting van ontvangers van de gegevens op systemen van het UWV en kosten per verstrekking.

§

3.2

Verzekerdenadministratie UWV

Artikel

3.4

Nadere begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel

3.5

Vastleggen van gegevens

Artikel

3.6

Onderling verband gegevens in verzekerdenadministratie

Artikel

3.7

Bewaren van gegevens

Artikel

3.8

Vulling en onderhoud van de verzekerdenadministratie

Artikel

3.9

Verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie

Artikel

3.10

Verificatie van gegevens

Artikel

3.11

Gemeenschappelijke verwijsindex

§

3.3

Facultatieve gegevensaanlevering

Artikel

3.12

Verwerking van gegevens

§

3.4

Gegevensverstrekking doelgroepregistratie arbeidsbeperkten

Hoofdstuk

4

Re-integratie

§

4.1

Persoonsgebonden re-integratieovereenkomst en persoonsgebonden re-integratiebudget

Artikel

4.1

Hoogte persoonsgebonden reïntegratiebudget

De subsidie, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en de door het UWV aan het re-integratiebedrijf of de arbodienst maximaal te vergoeden kosten van de uitvoering van de persoonsgebonden re-integratieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.7a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bedragen ten hoogste € 3630,– per cliënt.

§

4.2

Budgetten WW

Artikel

4.2

Budget ex artikel 130 WW

Vervallen

§

4.3

Maximering subsidies

§

4.4

Individuele re-integratieovereenkomst

Artikel

4.6

Voorwaarden individuele re-integratieovereenkomst

Het UWV en de overheidswerkgever stellen regels omtrent voorwaarden waaraan een re-integratiebedrijf, deskundige persoon of arbodienst moet voldoen, alvorens met dat bedrijf, die persoon of die dienst een individuele re-integratieovereenkomst wordt gesloten.

Die regels hebben in elk geval betrekking op:

  • 1°.

    uitsluitingsgronden;

  • 2°.

    kwaliteitseisen;

  • 3°.

    ervaringseisen.

Artikel

4.7

Inhoud plan

Artikel

4.8

Inhoud van de individuele re-integratieovereenkomst

In de individuele re-integratieovereenkomst wordt in elk geval geregeld:

  • a.

    dat een door het UWV of de overheidswerkgever te bepalen deel van de kosten van de door het re-integratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst verrichte werkzaamheden slechts door het UWV of de overheidswerkgever wordt vergoed indien de persoon, ten behoeve van wie een individuele re-integratieovereenkomst is gesloten, binnen drie maanden nadat de werkzaamheden bedoeld in dit contract zijn geëindigd het verrichten van arbeid duurzaam heeft hervat, waarbij het UWV of de overheidswerkgever voor personen verschillende definities van duurzame werkhervatting mag hanteren;

  • b.

    dat het re-integratiebedrijf, de deskundige persoon of de arbodienst op door het UWV of de overheidswerkgever te bepalen tijdstippen bij het UWV of de overheidswerkgever een rapportage indient waarin een beschrijving is opgenomen van de werkzaamheden die zijn verricht ten behoeve van de inschakeling in het arbeidsproces van de persoon. In de rapportage wordt een prognose voor de resterende periode van het traject beschreven;

  • c.

    dat de overeenkomst door beide partijen slechts wegens gewichtige redenen tussentijds door opzegging kan worden beëindigd.

Hoofdstuk

5

Financiering, verantwoording en informatievoorziening

§

5.1

Financiering

Artikel

5.1

Toerekening uitvoeringskosten UWV en SVB

Vervallen

Artikel

5.2

Indiening ontwerpen van jaarplan met begroting door UWV en SVB

Het UWV en de SVB dienen ieder jaarlijks vóór 1 juli een ontwerp-jaarplan met begroting bij de minister in.

Artikel

5.3

Tijdstip aanbieding jaarplan met begroting door UWV, SVB en IB en voorlegging aan Staten-Generaal

Artikel

5.4

Meerjarenbeleidsplan van UWV en SVB

Vervallen

Artikel

5.5

Jaarplan van RWI

Vervallen

Artikel

5.6

Begroting van RWI

Vervallen

Artikel

5.7

Raming van inkomsten en uitgaven van RWI

Vervallen

Artikel

5.8

Raming van investeringsuitgaven van RWI

Vervallen

Artikel

5.9

De toelichting op de begroting

Vervallen

Artikel

5.10

Jaarverslag, tussentijdse verslagen en jaarrekening RWI

Vervallen

Artikel

5.10a

Jaarverslag, tussentijdse verslagen en jaarrekening van UWV, SVB en IB

§

5.1b

Accountantscontrole

Artikel

5.10b

Begrippen

Artikel

5.10c

Het onderzoek

Artikel

5.10d

De verklaring

Artikel

5.10e

Het verslag van bevindingen

§

5.1c

Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening

Artikel

5.10g

Kassiersverslag UWV

§

5.2

Informatievoorziening

§

5.2.1

Informatieverstrekking UWV en SVB aan de minister en de Nederlandse Arbeidsinspectie

Artikel

5.11

Basisgegevens

Artikel

5.12

Periodieke informatieverstrekking

Artikel

5.13

Jaarlijkse informatieverstrekking voor de Rijksbegroting

Vervallen

Artikel

5.14

Informatieverstrekking aan derden

Artikel

5.15

Openbaarmaking onderzoeksrapporten en statistische rapportages

Artikel

5.16

Kwaliteit van de informatievoorziening

Artikel

5.17

Stukken Raad van bestuur en Raad van advies

Vervallen

Artikel

5.17a

Melding van belangrijke voornemens tot uitbesteding

Artikel

5.18

Wijziging informatieverstrekking

De minister wijzigt de bepalingen in deze paragraaf en de daarbij behorende bijlagen slechts na overleg met het UWV en de SVB.

§

5.2.2

Informatieverstrekking aan de RWI

Artikel

5.19

Informatieverstrekking door UWV, SVB en colleges van burgemeester en wethouders

Vervallen

Artikel

5.20

Nadere bepalingen voor informatieverstrekking

Vervallen

§

5.2.3

Kennisgeving besluiten UWV en SVB aan de IWI

Artikel

5.21

Aanwijzing voor te leggen besluiten UWV en SVB

Vervallen

§

5.2.4

Samenwerkende bestuursorganen en personen

Artikel

5.21a

Aanwijzing personen en bestuursorganen samenwerkingsverband

Als personen en bestuursorganen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet SUWI worden aangewezen:

Artikel

5.21b

Naamgeving werkgeversservicepunt

Het gezamenlijk aanspreekpunt, bedoeld in artikel 2.5, derde lid, van het Besluit SUWI gebruikt ten minste de naam ‘werkgeversservicepunt’ in combinatie met de naam van de arbeidsmarktregio.

Artikel

5.21c

Verslaglegging resultaten uitvoeringsplan

De verslaglegging van het uitvoeringsplan, bedoeld in artikel 2.6, zesde lid, van het Besluit SUWI bevat ten minste de behaalde resultaten, bedoeld in artikel 2.6, derde lid, onder c, van het Besluit SUWI, van afzonderlijke gemeenten en UWV.

§

5.3

Rapportage gegevensverwerking

Artikel

5.22

Verantwoording gegevensverwerking

Hoofdstuk

6

Eenmalige uitvraag van gegevens, elektronische voorzieningen en IB

§

6.1

Eenmalige uitvraag van gegevens en elektronische voorzieningen

Artikel

6.2

Gegevensregister SUWI

Artikel

6.3

Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI

In bijlage I (‘Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI’) bij deze regeling is het Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI opgenomen, bedoeld in artikel 5.21, vierde lid, van het Besluit SUWI.

Artikel

6.4

Beveiliging elektronische voorzieningen SUWI

§

6.2

IB

Hoofdstuk

7

Overgangsbepalingen en afwijkingen van de Wet SUWI en van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten i.v.m. invoering

Artikel

7.1

Overgangsbepaling in het kader van de Richtlijn tijdelijke bescherming (2001/55/EG)

De overgangsperiode als bedoeld in artikel II, derde lid, van het Besluit van 22 juni 2022 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met de tijdelijke mogelijkheid van registratie als werkloze werkzoekende, gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (Stb. 2022, 256), wordt verlengd tot en met 31 oktober 2022.

Artikel

7.3a

Overgangsbepaling aanvragen Toeslagenwet

Vervallen

Artikel

7.4

Overgangsbepaling gebiedsindeling CWI's

Vervallen

Artikel

7.6

Overgangsbepaling i.v.m. hoofdstuk 8 Wet SUWI en het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten m.b.t. begrotingen, budgetvaststelling, jaarplannen en meerjarenbeleidsplannen

Vervallen

Artikel

7.10

Overgangsbepaling re-integratieverantwoordelijkheid werkgever in het tweede spoor

Artikel

7.11

Overgang lopende reïntegratietrajecten Anw'ers en niet-uitkeringsgerechtigden

Vervallen

Artikel

7.12

Afwijkende bepaling overgang verantwoordelijkheid arbeidsgehandicapten

Vervallen

Artikel

7.13

Overgangsbepaling m.b.t. de landelijke cliëntenraad

Vervallen

Artikel

7.14

Overgangsrecht accountantscontrole

Vervallen

Artikel

7.15

Vergoeding leden ontslagcommissie CWI i.v.m. overgang ontslagbescherming

Vervallen

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Artikel

8.1

Intrekking ministeriële regelingen

Vervallen

Artikel

8.2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Artikel

8.3

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling SUWI.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen, met uitzondering van de bijlagen III tot en met XVI, in de Staatscourant worden geplaatst.

De bijlagen III tot en met XVI liggen met ingang van 1 januari 2002 ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

's-Gravenhage
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W.A.Vermeend
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F.Hoogervorst

Bijlagen

I

Aanvraag Abw/IOAW

II

Aanvraag WW/TW

III

Basisgegevens CWI

IV

Informatieproducten van de CWI

V

Basisgegevens UWV

VI

Informatieproducten van het UWV

VII

Basisgegevens SVB

VIII

Informatieproducten van de SVB

IX

Informatieproducten ten behoeve van BZK

X

Informatieproducten ten behoeve van de RWI

XI

Informatieproducten van het IB

XII

Gegevensregister SUWI 1.0

XIII

Stelselontwerp Suwinet 1.0

XIV

Beveiliging Suwinet 1.0

XV

Aansluitvoorwaarden gemeenten op IB 1.0

XVI

Ontwerp elektronische voorzieningen IB 1.0

XVII

Aansluitingsschema gemeenten op IB

XVIII

Ingroeischema Abw/IOAW-intake

XIX

Bijlage XIX, behorende bij de Regeling SUWI, artikel 7.4, eerste lid

Bijlage

I

bedoeld in artikel 6.3 van de Regeling SUWI

Stelselontwerp & Beveiliging Kaders en uitgangspunten aangaande de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi (GeVS)

Definities op het gebied van beveiliging en gegevensbescherming als vervat in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en voorliggende bijlage zijn gelijklopend.

Inleiding

Bij de uitvoering van de wettelijke taken (het primaire proces) binnen het domein Werk en Inkomen zijn meerdere uitvoeringsorganisaties betrokken (UWV, SVB en gemeenten c.q. de SUWI-partijen. Het Inlichtingenbureau treedt op als bewerker voor gemeenten). Uitvoeringsorganisaties die elk een deel van de dienstverlening in het kader van Werk en Inkomen uitvoeren en daartoe elk hun eigen, vanuit GeVS perspectief, decentrale, e(lektronische)-voorzieningen hebben ingericht.

Vanuit de optiek van de klant is het gewenst dat deze het domein ervaart als één efficiënt werkend geheel. Belangrijk leidend principe om dit te bewerkstelligen is eenmalige gegevensuitvraag (de klant hoeft zijn gegevens niet te verstrekken aan een van de SUWI partijen als deze gegevens al eerder door hem of haar aan deze of een andere SUWI- en/of overheidspartij zijn verstrekt). Uitwerking van dit principe leidt in de regel tot het éénmalig vastleggen en meervoudig gebruiken van voor de dienstverlening in de SUWI-keten noodzakelijke persoons (gerelateerde) gegevens.

In artikel 5.21 Besluit SUWI wordt in principe de centrale voorziening SUWI, (welke zorg draagt voor gegevensuitwisseling tussen gegevensaanbieders en –afnemers, §1.1) aangewezen als het hulpmiddel om aan het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik binnen het domein Werk en Inkomen tegemoet te komen. Daarnaast kan het principe van eenmalige gegevensvastlegging en meervoudig gebruik vorm worden gegeven met behulp van massaal (bulk) gegevenstransport Wil men binnen de SUWI-keten individuele (nominatieve) klantgegevens uitwisselen met als doel gezamenlijke digitale klantdossiervorming dan zal men in gezamenlijk overleg1Tussen SUWI-partijen onderling, tussen SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening, tussen de beheerder van de centrale voorziening en externe gegevensleveranciers (v.w.b. beschikbaarheid en standaarden), tussen de beheerder van de centrale voorziening en SUWI-partijen enerzijds en externe afnemers van gegevens anderzijds. de ICT-inspanningen binnen en buiten het domein (voor zover deze het domein raken) op elkaar moeten afstemmen. De beheerder (van de centrale voorziening) heeft in deze een beherende en coördinerende rol.

Voorliggende bijlage richt zich, vanuit ketenperspectief, op het realiseren van de gewenste samenhang in de ICT-inspanningen van de diverse SUWI-partijen om te komen tot gezamenlijke digitale dossiervorming op nominaal c.q individueel klantniveau. Op hoofdlijnen wordt daartoe aangegeven wat minimaal op keten niveau ingeregeld moet zijn om het samenstel van e-voorzieningen, relevant voor de uitoefening van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein, als één samenhangend en betrouwbaar geheel te laten werken. In gezamenlijk overleg zorgen de SUWI-partijen voor de uitwerking van de hoofdlijnen in werkafspraken. De werkafspraken worden namens de SUWI-partijen door de beheerder van de centrale voorziening voor bekrachtiging voorgelegd aan het ketenoverleg. Na bekrachtiging zijn de werkafspraken bindend.

Deze bijlage vervangt de bijlagen Stelselontwerp en Beveiliging Suwi-net. Vigerend beleid dat door de SUWI-partijen gezamenlijk is geformuleerd (op basis en naar aanleiding van de voorgaande bijlagen) blijft zijn geldigheid behouden voorzover in lijn met de richting en de uitgangspunten zoals in deze bijlage neergelegd. Het stelselontwerp omvat het totaal aan e-voorzieningen, verantwoordelijkheden, afspraken, uitgangspunten en ketenproducten die nodig zijn om in het kader van digitale (nominatieve) dossiervorming op efficiënte wijze gegevens met elkaar uit te wisselen binnen het domein van Werk en Inkomen. Als zodanig komt het tegemoet aan de realisatie van het principe van eenmalige gegevensuitvraag binnen het SUWI-domein.

1.1 (e-)Voorzieningen

Het stelsel van voorzieningen omvat enerzijds (linker kolom) gegevens (bestanden) die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein. Deze gegevens kunnen zich zowel bij één van de SUWI-partijen bevinden als bij andere, niet SUWI, overheidsorganisaties (Gemeenschappelijk overheidsbreed). Anderzijds (rechter kolom) omvat het stelsel voorzieningen die de gegevens uit de gegevensbestanden presenteren aan de daartoe geautoriseerde professional bij de diverse SUWI-partijen, bij op de GeVS aangesloten geautoriseerde derden en/of bij de geautoriseerde klant/burger.

Het e-gegevenstransport wordt, voor zover dit tussen en over organisaties binnen het stelsel plaatsvindt, gefaciliteerd door een centrale voorziening (in het midden) die, op basis van gezamenlijke afspraken tussen alle op deze voorziening aangesloten partijen, gegevens bij diverse gegevensbestanden opvraagt, normaliseert (technisch), valideert (technisch), routeert en vervolgens voor presentatie beschikbaar stelt. De centrale voorziening als zodanig verzorgt de transportfunctie tussen de gegevens- en presentatievoorzieningen binnen het stelsel.

Model

1.2 Verantwoordelijkheden

De eigenaar van een gegevensbestand (de registerhouder; de leverende partij / linker kolom stelselontwerp) heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid / is aanspreekbaar voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van zijn bestand en de gegevens die in zijn bestand zitten. Hij bepaalt, in afstemming met de ontvangende partijen, uiteindelijk ook wanneer en op welke tijden zijn gegevens beschikbaar zijn.

De leverende (linker kolom stelselontwerp) en ontvangende partij (rechter kolom stelselontwerp) bepalen, voor zover dit niet al is voorgeschreven bij het Besluit en/of de Regeling SUWI, onderling welke de gegevens zijn die bij een bepaalde uitwisseling horen (inclusief toets op proportionaliteit) en de mate waarin deze gegevens beschikbaar dienen te zijn. De leverende partij is als bestandseigenaar ‘verantwoordelijke’ (en aanspreekbaar) ex art 1 WBP2Voor alle duidelijkheid: één organisatie kan zowel registerhouder als afnemer zijn. en dient aan alle door de Wet bescherming persoonsgegevens gestelde eisen te voldoen. De beheerder onderhoudt en (door)ontwikkelt op aanwijzing van de gezamenlijke SUWI-partijen de GeVS.

De beheerder van de centrale voorziening draagt, op basis van wat door afnemer en leverancier is afgesproken, zorg voor (publieke) weergave van de gegevenslevering in het SGR (§ 1.4) en het daadwerkelijke gegevenstransport (van deur tot deur).

Op de GeVS aangesloten partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken van afspraken die leiden tot één samenhangend en betrouwbaar samenstel van gezamenlijke voorzieningen. De beheerder van de centrale voorziening is operationeel verantwoordelijk voor de coördinatie van het tot stand komen van de gezamenlijke afspraken en de inrichting van een gemeenschappelijke faciliteit voor (logische)toegangsbeveiliging.

Ontvangende partijen zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop de gegevens (kwantiteit, samenhang, structuur) uiteindelijk op hun schermen worden gepresenteerd. Na ontvangst van de gegevens (en bij verdere verwerking van deze gegevens) zijn ze ook zelfstandig verantwoordelijk / aanspreekbaar voor toepassing en naleving van de wettelijke regels welke gelden rondom privacy en beveiliging (zie §2.3).

Bij een redelijk vermoeden van onjuistheid van een gegeven afkomstig uit een wettelijke basisregistratie zijn de afnemers in de regel verplicht daarvan melding te doen bij de registerhouder. Daar waar nog geen sprake is van een wettelijke basisregistratie worden gezamenlijke afspraken gemaakt over terugmelding door ontvangers.

1.3 Afspraken

Artikel 62 lid 2 van de wet SUWI stelt dat de SUWI-partijen gezamenlijk zorg dragen voor de instandhouding van de GeVS.

In concreto betekent dit dat de SUWI-partijen onderling en gezamenlijk, met de beheerder van de centrale voorziening, afspraken maken op de verschillende deelgebieden van informatie-uitwisseling binnen de SUWI-keten. De beheerder van de centrale voorziening faciliteert de tot stand koming van de gezamenlijke afspraken, ziet toe op de samenhang en actualiteit van de afspraken en op niet strijdigheid daarvan met gemeenschappelijke, overheidsbrede, afspraken. Indien voldaan is aan de gestelde eisen worden de gemaakte afspraken, namens de SUWI-partijen, door de beheerde van de centrale voorziening voor akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg. Uiteindelijk vinden de afspraken hun weerslag in diverse concrete producten, bijvoorbeeld de Keten Service Level Agreement, het SUWI-Gegevens Register, de SUWI-Ketenarchitectuur en de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging GeVS.

1.4 Uitgangspunten & keten producten

Naleving van de principes van de Elektronische Overheid; de SUWI-Ketenarchitectuur

Principes van de elektronische overheid zoals eenmalige uitvraag / meervoudig gebruik van gegevens, een service gerichte architectuur, één loket voor burger en bedrijf, gebruik van open source en open standaarden, webrichtlijnen etc. zijn richtinggevend aan de SUWI-ICT inspanningen. Deze principes zijn grotendeels neergeslagen in de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA). De NORA geldt daarom als het ICT denk- en ontwikkelkader binnen het SUWI-domein en is mede richtinggevend voor de SUWI-Ketenarchitectuur.

Transparantie van gegevensleveringen en éénduidigheid in gegevensdefinities en technische standaarden; het SUWI-gegevensregister (SGR)

Op hoofdlijnen bevat het SGR enerzijds een Conceptueel Gegevensmodel (object en gegevensdefinities van met de centrale voorziening uitgewisselde gegevens) en de technische standaarden. Anderzijds bevat het SGR een Berichtenregister. Het Berichtenregister geeft weer ten behoeve van welke wettelijke taak (doelbinding) welke gegevenssoorten (proportionaliteit) door wie (verantwoordelijke) aan wie (verwerker) met de centrale voorziening worden uitgewisseld.

Het SGR wordt aangepast wanneer tot daadwerkelijke levering wordt overgegaan. Het berichtenregister is publiek.

De daadwerkelijke gegevenslevering vindt vervolgens plaats op basis van de gegevens-definitie in het Conceptueel Gegevensmodel. Het SGR is als zodanig het referentiekader voor systeembouwers.

Eén structuur voor steeds verbeterende wederzijdse dienstverlening; Keten Service Level Agreement (de Keten-SLA )

De Keten-SLA is een gezamenlijke overeenkomst tussen op de centrale voorziening SUWI aangesloten gegevensleveranciers (sectoraal en bovensectoraal) de SUWI-partijen onderling èn tussen de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening over wederzijdse dienstverlening (zoals de snelheid en beschikbaarheid van (bestands)gegevens) en specifieke diensten (zoals de logische toegangsbeveiliging). Ook wordt in de Keten-SLA aandacht besteed aan de wijze waarop partijen de kwaliteit van de gegevens borgen. Dit uit zich bijvoorbeeld in een terugmeld procedure voor het geval bij een geleverd gegeven een redelijk vermoeden van onjuistheid bestaat, en een correctieprocedure voor betrokkenen .

De Keten SLA sluit enerzijds aan bij de SUWI wet- en regelgeving en de wederzijdse afspraken die in de bestaande SLA’s tussen verschillende op de centrale voorziening aangesloten partijen zijn vastgelegd en stelt anderzijds eisen aan de onderhouds- en beheercontracten die de verschillende ketenpartners met hun ICT-leveranciers hebben afgesloten.

De keten-SLA gaat uit van wederzijdse resultaatverplichtingen. De SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening rapporteren aan elkaar over wijzigingen, incidenten en calamiteiten (c.q. over de effectiviteit en naleving van de afgesproken maatregelen). De beheerder van de centrale voorziening rapporteert over de behaalde resultaten aan het ketenoverleg. Daar worden, waar nodig, onderling de te nemen verbetermaatregelen benoemd.

Het ketenoverleg stelt het Keten SLA vast. Wijzigingen worden periodiek door beheerder van de centrale voorziening , in overleg met ketenpartijen, ter goedkeuring voorgelegd aan het ketenoverleg.

2 Privacy & Beveiliging

Dit onderdeel geeft, binnen de kaders van de wettelijke voorschriften, invulling aan de gezamenlijke governance van privacy en beveiliging. Hierbij is van belang:

  • Beschikbaarheid en Integriteit: het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksoverheid (VIR)

  • Voor best practices: Code voor Informatiebeveiliging. Vertrouwelijkheid: Wet bescherming Persoonsgegevens (WBP).

  • Voor het niveau van vertrouwelijkheid: Achtergronden en Verkenningen (AV) 23 van het CBP.

Het geeft kaders voor de te stellen betrouwbaarheidseisen aan de voor gegevensuitwisseling benodigde gegevensbestanden (technisch), de centrale voorziening zelf, de gegevensuitwisseling die daarmee wordt gerealiseerd en aan de presentatievoorzieningen die de gegevens presenteren aan klant en professional.

Betrouwbaarheid is beschreven in termen van Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid3Definities zijn conform MvT Besluit SUWI, § 3.4.

2.1 Beschikbaarheid en Integriteit

In de Keten-SLA (§ 1.4) worden concrete (wederzijdse) prestatie afspraken gemaakt over ICT-beheer. Deze afspraken borgen dat het benodigde samenstel van GeVS-voorzieningen zodanig is ingericht dat deze beschikbaar en integer zijn op het moment dat de diverse SUWI-partijen ze nodig hebben.

2.2 Vertrouwelijkheid

Vertrouwelijkheid houdt in dat de (persoons) gegevens uitsluitend beschikbaar zijn voor het uitvoeren van wettelijke taken (doelbinding) en dat de toegang tot en kennisname van de beschikbare informatie daarbij is beperkt tot een gedefinieerde groep van gerechtigden.

Naast in de Keten-SLA gemaakte afspraken over beschikbaarheid en integriteit van de voorzieningen en het bieden van transparantie over doelbinding, proportionaliteit en eigenaarschap bij gegevensuitwisselingen met de centrale voorziening middels het SGR (§ 1.4) stelt deze bijlage in het kader van Vertrouwelijkheid bij de gegevensuitwisseling tevens eisen aan de (logische) toegangsbeveiliging. Deze zijn:

  • Leverende en ontvangende partij bepalen onderling welke de gegevens zijn die bij een bepaalde uitwisseling horen (op basis van ondermeer doelbinding en proportionaliteit).

    • Leverende en ontvangende partijen maken met de beheerder van de centrale voorziening afspraken over gezamenlijke niveaus van toegangsbeveiliging per gegevenssoort4Voor het juiste niveau van vertrouwelijkheid wordt verwezen naar AV23 van het CBP.. In het verlengde daarvan maken de leverende en ontvangende partijen met de beheerder van de centrale voorziening afspraken over toekenning van gebruikersrollen door de beheerder van de centrale voorziening aan ontvangende partijen en toekenning van autorisaties door ontvangende partijen aan eigen personeel.

  • Toegangsbeveiliging wordt gerealiseerd door gebruikers te voorzien van een rol (taak beheerder van de centrale voorziening), en rollen te verbinden aan autorisaties (taak ontvanger). Een autorisatie is medewerker-gebonden en geeft toegang tot vooraf vastgestelde (§ 1.2) klant gegevens die mogen worden geraadpleegd op basis van de toegekende rol. Op deze wijze wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.

    • Beheerder van de centrale voorziening faciliteert het invoeren van autorisaties voor afgesproken rollen en houdt een logging bij van de geautoriseerde inkijk op gegevens van de diverse bestandseigenaren bij diverse ontvangende partijen (wie raadpleegt wanneer welke gegevenssoorten).

    • Log-informatie wordt door beheerder van de centrale voorziening maandelijks geanonimiseerd beschikbaar gesteld aan de leverende en ontvangende partijen die het betreft.

  • Partijen kunnen zo detecteren of er sprake is van oneigenlijk gebruik. Als dat zo blijkt te zijn kan meer specifieke en niet anonieme informatie worden verstrekt door de beheerder van de centrale voorziening.

    • Beheerder van de centrale voorziening neemt passende maatregelen bij geconstateerde beveiligingsinbreuken of misbruik van de GeVS.

2.3 Uitgangspunt & ketenproduct

Eén gezamenlijk, transparant en uniform niveau van betrouwbaarheid in termen van Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid; de Verantwoordingsrichtlijn Privacy& Beveiliging GeVS

De Verantwoordingsrichtlijn (privacy en beveiliging van de GeVS) is een gezamenlijk product van de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening welke, op basis van de wettelijke voorschriften rondom privacy en beveiliging, vorm en inhoud is gegeven. Het bevat de normen, criteria en vormvereisten op basis waarvan het oordeel dan wel de verklaring van getrouwheid (ex. art 5.22 regeling SUWI) over de privacy en beveiliging van de GeVS in de Jaarverslagen van de op de GeVS aangesloten ontvangende partijen en de beheerder van de centrale voorziening wordt onderbouwd. In het Jaarverslag wordt daartoe een aparte, als zodanig herkenbare, paragraaf gewijd aan de privacy en beveiliging van de GeVS waarin, waar nodig, verbetermaatregelen worden benoemd.

Bij wijziging wordt de Verantwoordingsrichtlijn voor akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg, gehoord de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Bijlage

II

bedoeld in artikel 6.1 van de Regeling SUWI eenmalige gegevensuitvraag

BRP

X

Gegevens genoemd in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen voor zover van toepassing.

  • Gegevens over de burgerlijke staat:

    • Naam:

      • o

        geslachtsnaam;

      • o

        voornamen.

    • Geboorte:

      • o

        geboortedatum;

      • o

        geboorteplaats;

      • o

        geboorteland of -gebied.

    • Geslacht

      • Ouders:

        • o

          geslachtsnaam;

        • o

          voornamen;

        • o

          geboortedatum.

      • Kinderen:

        • o

          geslachtsnaam;

        • o

          voornamen;

        • o

          geboortedatum.

      • Overlijden:

        • o

          overlijdensdatum.

      • Datum ingang en beëindiging rechtsgeldigheid gegevens:

        • o

          datum ingang rechtsgeldigheid;

        • o

          datum beëindiging rechtsgeldigheid.

      • Gegevens over de nationaliteit:

        • o

          nationaliteit of nationaliteiten, dan wel een aanduiding dat de betrokkene geen nationaliteit bezit, of een aanduiding dat de nationaliteit van de betrokkene niet kan worden vastgesteld;

        • o

          de aantekening dat op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap is vastgesteld dat de betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

        • o

          de aantekening dat de betrokkene op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander behandeld wordt.

      • Gegevens in verband met het verblijfsrecht van de vreemdeling:

        • o

          de aantekening over het verblijfsrecht;

        • o

          datum ingang verblijfsrecht;

        • o

          datum beëindiging verblijfsrecht.

      • Bijhoudingsgemeente:

        • o

          gemeente.

      • Adres, voor zover het betreft een woonadres:

        • o

          straatnaam en zo nodig gemeentedeel;

        • o

          huisnummer;

        • o

          huisnummertoevoeging;

        • o

          locatiebeschrijving en zo nodig deel van een gemeente.

      • Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene:

        • o

          burgerservicenummer ingeschrevene.

      • Gegevens over de burgerservicenummers van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen:

        • o

          burgerservicenummer ouder;

        • o

          burgerservicenummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner;

        • o

          burgerservicenummer eerdere echtgenoot;

        • o

          burgerservicenummer eerdere geregistreerde partner;

        • o

          burgerservicenummer kind.

      • Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner:

        • o

          naamgebruik.

UWV

Gegevens betreffende inschrijving.

X

• Datum inschrijving UWV

• Inschrijfreden UWV

• Datum einde inschrijving UWV

• Datum einde geldigheidstermijn inschrijving UWV

• Reden einde inschrijving UWV

Gegevens betreffende werkervaring.

X

• Datum aanvang arbeidsverhouding

• Datum einde arbeidsverhouding

Gegevens betreffende beschikbaarheid voor arbeid.

X

• Datum aanvang beschikbaar voor arbeid

• Datum einde beschikbaar voor arbeid

• Aantal uren per week beschikbaar voor arbeid

• Datum aanvang vrijstelling arbeidsplicht

Gegevens betreffende dienstverlening.

X

• Code soort dienst activiteit

• Datum aanvang dienst activiteit

• Datum einde dienst activiteit

• Code soort dienst

• Datum aanvang dienst

• Datum einde dienst

• Omschrijving werkinstrument

• Datum aanvang dienst instrument

• Datum einde dienstinstrument

• Datum aanvang dienstverleningspad

• Datum einde dienstverleningspad

• Code reden einde dienstverleningspad

• Code fase indeling

Gegevens betreffende opleiding.

X

• Datum aanvang volgen opleiding

• Datum einde volgen opleiding

• Code status opleiding

• Indicatie diploma

• Aantal jaren succesvol afgerond

• Aantal uren opleiding

• Code tijdsbeslag opleiding

• Omschrijving opleidingsnaam

Gegevens betreffende vacature.

X

• Datum verwijzing naar vacature

• Indicatie plaatsing

• Code soort rijbewijs

Gegevens m.b.t. inkomensverhoudingen (afkomstig uit Polis).

X

• Datum aanvang inkomstenopgave

• Datum einde inkomstenopgave

• Aantal SV-dagen inkomstenopgave

• Aantal verloonde uren inkomstenopgave

• Bedrag brutoloon SV

• Datum aanvang inkomstenverhouding

• Datum einde inkomstenverhouding

• Code soort inkomstenverhouding

• Code aard inkomstenverhouding

Gegevens betreffende verzekering (afkomstig uit Polis).

X

• Indicatie verzekerd wao/wia

• Datum aanvang verzekerd wao/wia

• Datum einde verzekerd wao/wia

• Indicatie verzekerd ww

• Datum aanvang verzekerd ww

• Datum einde verzekerd ww

• Indicatie verzekerd zw

• Datum aanvang verzekerd zw

• Datum einde verzekerd zw

Uitkeringsgegevens.

X

• Datum aanvang uitkeringsperiode

• Datum einde uitkeringsperiode

• Wettelijke regeling (code szwet)

• Datum aanvang aanvulling op uitkering

• Datum einde aanvulling op uitkering

• Waarde bedrag uitkering

• Code uitkeringsperiode

• Datum aanvang bruto uitkeringsbedrag

• Datum einde bruto uitkeringsbedrag

• Datum einde loongerelateerde uitkering WW

• Datum einde vervolguitkering WW

• Datum eerste werkloosheidsdag

• Omschrijving reden werkloosheid

• Datum aanvang uitkeringsverhouding

• Datum einde maximale uitkeringsduur

• Omschrijving reden einde uitkeringsverhouding

• Datum einde uitkeringsverhouding

Gegevens betreffende maatregelen.

X

• Datum aanvang maatregel mbt uitkering

• Datum einde maatregel mbt uitkering

• Percentage korting uitkering

• Code reden maatregel mbt uitkering

Gegevens betreffende arbeidsverleden.

X

• Code basis arbeidsverleden

• Jaar SV-dagen arbeidsverleden

• Aantal SV-dagen arbeidsverleden

• Aantal SV-dagen periode arbeidsverleden

• Indicatie zorgforfait

• Indicatie mantelzorgforfait

• Werkgever/handelsnaam organisatie

Gegevens betreffende uitkeringsstatus.

X

• Code beslissing op aanvraag

• Datum aanvraag uitkering

Gegevens betreffende re-integratie.

X

• Code soort instrument

• Datum aanvang inzet instrument

• Datum einde inzet instrument

• Code resultaat inzet instrument

• Datum aanvang trajectplan

• Datum einde trajectplan

SVB

Gegevens betreffende kinderbijslag.

X

• Indicatie thuis-/uitwonend

• Indicatie recht kinderbijslag

• Landencode ISO

Gegevens betreffende de Algemene nabestaandenwet.

X

• Ingangsdatum Anw

• Brutobedrag Anw

Gegevens over de Algemene ouderdomswet.

X

• Ingangsdatum Aow

• Einddatum Aow

• Indicatie toeslag Aow

• Percentage Aow

• Netto bedrag Aow

• Bruto bedrag Aow

gegevens betreffende aanvullende inkomensvoorziening ouderen als bedoeld in de Participatiewet.

X

• Begindatum uitkering

• Einddatum uitkering.

• Datum aanvang maatregel

• Datum einde maatregel

• Reden maatregel

• Huisvesting.

• Leefvorm.

• Soort normbedrag

• Normbedrag.

• Reden beëindiging bijstand.

• Datum besluit vordering

• Reden vordering

• Bedrag aanvang vordering

• Bedrag saldo vordering

• Status vordering

• Code aanleiding uitkering.

• Code soort overige inkomsten

• Code beslissing op aanvraag

• Datum aanvraag uitkering

• Datum beslissing op aanvraag

Gemeenten

gegevens betreffende Participatiewet.

X

• Begindatum uitkering

• Einddatum uitkering

• Datum aanvang maatregel

• Datum einde maatregel

• Reden maatregel

• Huisvesting

• Leefvorm

• Soort normbedrag

• Normbedrag

• Reden beëindiging bijstand

• Datum betaalbaarstelling bijzondere bijstand

• Soort kosten bijzondere bijstand

• Datum besluit vordering

• Reden vordering

• Bedrag aanvang vordering

• Bedrag saldo vordering

• Status vordering

• Code aanleiding uitkering.

X

• Code soort overige inkomsten

X

• Code classificatie BBZ

X

• Code munteenheid

X

Gegevens betreffende IOAW.

• Datum ingang uitkering

• Datum beëindiging uitkering

X

• Reden beëindiging

• Bedrag grondslag

• Datum besluit vordering

• Reden vordering

• Bedrag aanvang vordering

• Bedrag saldo vordering

• Status vordering

X

Gegevens betreffende IOAZ.

• Datum ingang uitkering

• Datum beëindiging uitkering.

X

• Reden beëindiging

• Bedrag grondslag

• Datum besluit vordering

• Reden vordering

• Bedrag aanvang vordering

• Bedrag saldo vordering

• Status vordering

X

Gegevens betreffende re-integratie gemeenten.

X

• Code doelgroep re-integratie

• Datum aanbod trajectplan

• Datum aanvang trajectplan

• Datum einde trajectplan

• Code reden einde trajectplan

• Loonkostensubsidie/financiering trajecplan

• Datum aanvang lks

• Datum einde lks

• Indicatie vrijstelling arbeidsplicht

• Participatieplaats

• Datum aanvang pp

• Datum einde pp

• Re-integratiepositie begin traject

• Re-integratiepositie einde traject

Gegevens betreffende Uitkeringsstatus.

X

• Datum aanvraag uitkering

• Code beslissing op aanvraag

• Datum beslissing op aanvraag uitkering

RDW

X

Gegevens betreffende de aansprakelijkheid.

• Datum registratie aansprakelijkheid

• Datum einde aansprakelijkheid

Gegevens betreffende de status van het voertuig.

• Code status voertuig

• Datum aanvang status voertuig

• Datum einde status voertuig

Gegevens betreffende het voertuig.

• Code soort voertuig

• Code classificatie voertuig

• Kenteken voertuig

• Type voertuig

• Hoofdkleur voertuig

• Nevenkleur voertuig

• Datum eerste inschrijving voertuig nationaal

• Datum eerste inschrijving voertuig internationaal

• Merk voertuig

X

DUO

X

Gegevens betreffende opleiding en diploma.

• Onderwijsdeelname

– datum in- en uitschrijving

– leerjaar

– inschrijvingsvorm

• Opleidingaanbod

– alternatieve naam opleiding

– onderwijsvorm

• Opleiding (met oa)

– naam opleiding (kort en lang)

– studiecontractvorm

– opleidingcode

• Opleidingsniveau

• Studie gebied (omschrijving)

• Studie inhoud (omschrijving)

• Studie uitstroom (omschrijving)

• Beroepspraktijkovereenkomst

– datum afsluiting overeenkomst

– datum begin en einde vorming

– omvang beroepspraktijkvorming

• Vak (omschrijving)

• Vakresultaat

– datum uitslag

– indicatie certificaat

• Uitstroomniveau (omschrijving)

• Opleidingresultaat

• Examenuitslag

– code uitslag

– datum uitslag

– examenjaar

Gegevens met betrekking tot het recht op studiefinanciering. ¹

¹ Gegevenssoort moet nog nader worden gespecificeerd.

Bijlage

III

bedoeld in artikel 6.5 van de Regeling SUWI

Aansluitprotocol GeVS

Aansluitvoorwaarden en aansluitprocedures niet-suwipartijen op de gezamenlijke elektronische voorzieningen suwi en ontsluiten nieuwe bronnen

1. Inleiding

Middels de wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (Stb. 2007, 555) wordt in artikel 62, tweede lid, van de Wet SUWI de basis gelegd voor het gebruik van de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen SUWI (GevS)1In de bijlage Stelselontwerp van de Regeling SUWI is de GeVS beschreven. door niet-Suwipartijen voor de verwerking van gegevens. Het gebruik van de elektronische voorzieningen voor gegevensuitwisseling met derden, niet SUWI-partijen is nader uitgewerkt in het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI. Artikel 6.5 van de regeling bepaalt dat in bijlage III

bij deze regeling regels kunnen zijn opgenomen over de overeenkomst, als bedoeld in artikel 5.23, eerste lid, van het Besluit SUWI.

Uitgangspunt bij aansluiting niet-Suwipartijen is dat het gesloten verstrekkingregime SUWI gehandhaafd blijft. Kernvoorwaarde voor het gebruik van de gezamenlijke voorzieningen voor gegevensuitwisselingen met niet-Suwipartijen is dat het verstrekken en verkrijgen van de gegevens wettelijk is toegestaan. In beginsel heeft het aansluiten van niet-Suwipartijen betrekking op bestuursorganen. De voorwaarden kunnen echter ook betrekking hebben op andere organen met een wettelijke taak en gelden voor het ontsluiten van nieuwe bronnen via de GeVS. Voor het gebruik van de GeVS door niet-Suwipartijen kunnen extra inspanningen worden verricht en kosten gemaakt door de beheerder. Deze kosten kunnen in rekening worden gebracht bij de niet-Suwipartij (de aanvrager)..

Gemeenten vallen onder het Aansluitprotocol en worden als niet-Suwipartij beschouwd indien:

  • het beoogde gegevensverkeer via de GeVS zal verlopen én

  • het de uitvoering van taken betreft anders dan voortvloeiend uit de SUWI wet- en regelgeving.

Het protocol is niet van toepassing op gegevensuitwisselingen tussen gemeenten, UWV en SVB en andere organisaties wanneer deze niet via de GeVS verlopen. Verder is geregeld dat een rechtspersoon gemeenten kan vertegenwoordigen bij het sluiten van een overeenkomst, zoals bedoeld in het Aansluitprotocol.

Aansluiting op de GeVS vindt plaats in een aantal stappen. Zo wordt vastgesteld welke gegevens, door wie en voor welke taken mogen worden verwerkt en aan welke technische voorwaarden dat gebruik gekoppeld is. Deze bijlage beschrijft de volgende stappen:

Paragraaf 2. Voorwaarden van aansluiting;

Paragraaf 3. De aansluitstappen;

Paragraaf 4. Standaardovereenkomst.

2. De Voorwaarden

Aansluiting op de GeVS, moet aan de volgende voorwaarden voldoen.

  • Er dient een wettelijke grondslag aanwezig te zijn, waaruit volgt voor welk doel partijen welke gegevens mogen uitwisselen;

  • De aanvragende niet-Suwipartijen conformeren zich aan de Suwi-beleidskaders, vastgelegd in bijlage I, genaamd ‘Stelselontwerp en beveiliging GeVS’ bij de Regeling SUWI;

  • De aansluiting van niet-Suwipartijen en de ontsluiting van nieuwe bronnen wordt bevestigd in een overeenkomst.

3. De aansluitstappen

De eerste stap is een overleg tussen aanvrager en leverancier over een beoogde gegevensuitwisseling. Als door de aanvrager en de leverancier besloten wordt voor de betreffende gegevensuitwisseling van de GeVS gebruik te maken worden de volgende stappen gevolgd.

De tweede stap omvat het formele verzoek van de aanvrager om van de GeVS gebruik te mogen maken. Een dergelijk verzoek kan ook afkomstig zijn van een of meerdere Suwipartijen, die wensen dat een derde partij aansluit als afnemer of leverancier.

Dit verzoek is gericht aan de beheerder van GeVS. De beheerder informeert de beoogde gegevens leverende partij(en) en – voorzover dit niet de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) voor die gegevensverwerking zijn – de verantwoordelijke over de aanvraag. Deze stap wordt afgerond met een toets op de wettelijke grondslag, uitgevoerd door de gegevens leverende partij(en). Daarbij wordt niet getoetst of dat orgaan aan de vereisten voldoet om de betreffende wettelijke taak uit te voeren. Dat is al getoetst door het bestuursorgaan dat de wettelijke taak aan het orgaan heeft toebedeeld. Wordt geconstateerd dat er een wettelijke basis voor de gegevenslevering aanwezig is, dan wordt de volgende stap gezet. De aanvraag wordt afgewezen indien de wettelijke basis ontbreekt.

De derde stap is het beleggen van een bijeenkomst door de beheerder met alle betrokken partijen, uitmondend in een helder beschreven informatieanalyse, waarin is opgenomen welke gegevens, voor welke taak en welke processen worden gevraagd en op grond van welke wet- en regelgeving dit mogelijk is. Hierop wordt de technische invulling en de gegevensvulling van de beoogde aansluiting c.q. ontsluiting gebaseerd. Op basis hiervan wordt de inhoud van de te sluiten overeenkomst bepaald. Hierin wordt ten minste aangegeven welke rollen en autorisaties benodigd zijn en hoe aan de voorwaarden, genoemd in hoofdstuk 2 van dit protocol, zal worden voldaan.

De vierde stap is de beoordeling of de beoogde ontsluiting van nieuwe bronnen c.q. de aanvraag tot gebruik van de GeVS tot overeenstemming leidt. Indien overeenstemming is bereikt wordt de overeenkomst gesloten. Het SUWI Gegevensregister wordt geactualiseerd op basis van de gesloten overeenkomst. Elk besluit wordt gemeld aan de Minister van SZW.

Stap vijf betreft de daadwerkelijke aansluiting c.q. ontsluiting en het gebruik middels de GeVS.

4. Standaardovereenkomst

Op grond van het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI dient er een overeenkomst te worden gesloten tussen de aanvrager en de leverancier van gegevens. Onderstaand wordt het bepaalde in artikel 5.23 Besluit SUWI uitgewerkt.

Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de contractpartijen, zijnde de betrokken verantwoordelijken en de aanvrager, alsook de beheerder van de GeVS.

SUWI-partijen kunnen zowel leverancier als afnemer zijn.

In deze overeenkomst spreken de contractpartijen de volgende zaken af:

  • a.

    hoe aan de eisen van hoofdstuk 2 van dit Aansluitprotocol wordt voldaan;

  • b.

    op welke wijze het dienstverleningniveau als responsetijden, hersteltijden, mate van beschikbaarheid en integriteit van de techniek, (KetenSLA) wordt geregeld;

  • c.

    welke rollen en autorisaties benodigd zijn;

  • d.

    op welke wijze de eisen voortvloeiend uit de Wet bescherming persoonsgegevens worden nageleefd;

  • e.

    hoe wordt omgegaan met wijzigingen. Het betreft wijzigingen ten gevolge van politieke besluitvorming, wijzigingen in gehanteerde standaarden en/of wijzigingen in verband met releasebeleid van de beheerder;

  • f.

    op welke wijze de verantwoording wordt geregeld. Uitgangspunt is het vigerende verantwoordingsregime van de aanvrager. Afspraken over verantwoording aan de registerhouder(s), van wiens gegevens gebruik wordt gemaakt, alsook met de beheerder kunnen in de overeenkomst worden opgenomen;

  • g.

    dat doorlevering van gegevens is niet toegestaan;

  • h.

    dat het beoogde gegevensverkeer in het SUWI Gegevensregister wordt beschreven;

  • i.

    hoe met nieuwe deze eisen en wensen wordt omgegaan. Uitgangspunt is dat deze in de overeenkomst worden opgenomen; Indien gegevensleveranciers al (algemene) leveringsvoorwaarden hanteren, kunnen deze onderdeel uitmaken van de overeenkomst.

Bijlage

IV

behorende bij artikel 3.13 van de Regeling SUWI

In deze bijlage zijn de gegevens uit de doelgroepregistratie arbeidsbeperkten en de polisadministratie gespecificeerd die het UWV periodiek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient te verstrekken op grond van artikel 3.13 van de Regeling SUWI.

Het betreft de volgende gegevens:

Bijlage

V

Vervallen

Bijlage

VI

behorende bij de artikelen 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van UWV

In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die UWV periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

IV

fondsennota

V

verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

UWV levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.

Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd.

De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van UWV. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd.

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

a. voorlopige opgave voorgaand jaar

x

b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

x

x

c. raming lopend jaar

x

d. raming volgend jaar

x

e. voorstel herziening premiepercentages

x

f. kerncijfers per wet

x

x

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/ werkzaamheden

a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

x

x

x

b. prestatie-indicatoren / kengetallen

x

x

x

c. speerpunten Klantgerichtheid

x

x

x

d. speerpunten Handhaving

x

x

x

3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

x

x

x

4. Ketensamenwerking en regionaal arbeidsmarktbeleid

x

x

x

5. Bedrijfsvoering

a. rechtmatigheid (incl. M&O)

x

x

b. doelmatigheid

x

c. totstandkoming niet-financiële informatie

x

d. financieel beheer (tekortkomingen)

x

x

e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

x

x

x

6. Governance

a. Raad van Bestuur

x

b. risicomanagement

x

x

x

7. Uitvoeringskosten

a. opbouw per product c.q. per groot project

x

x

x

b. opbouw per kostensoort

x

x

x

c. opbouw per wet / andere taken en/of werkzaamheden

x

x

d. prognose lopend jaar

x

e. vergelijking met begroting jaar t-1

x

f. vergelijking met begroting jaar t

x

x

g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

x

8. Investeringen per categorie

x

x

9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting / afrekening

x

x

10. Jaarrekening

x

11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV -SZW

x

12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

x

x

13. Kwantitatieve informatie

x

x

14. Toezichtsbevindingen

x

x

15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen

Legenda

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

IIII

jaarverslag incl. jaarrekening

IV

fondsennota

V

verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

x

Opnemen

1

Volumeontwikkeling en fondsbelasting

UWV verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:

  • In de januarinota:

    • a)

      een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages;

    • b)

      een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar.

  • In de juninota:

    • a)

      een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie;

    • b)

      voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.

  • In de bijlage bij het 2e tussentijdse verslag:

    • a)

      een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.

  • In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:

    • a)

      kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.

2

Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:

  • Wat wil UWV bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

  • Wat gaat UWV daarvoor doen (activiteiten)?

  • Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

  • Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

  • (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;

  • Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.

Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.

3

Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

UWV doet verslag van de uitvoering van het veranderprogramma waaronder de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

4

Ketensamenwerking

UWV geeft in het jaarplan aan hoe invulling wordt gegeven aan de samenwerking met gemeenten en andere partijen, waaronder de regionale samenwerking. In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd door UWV. In de rapportages wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV neemt om de doelstellingen alsnog te realiseren.

5

Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.

5a)

Rechtmatigheid

UWV rapporteert in de tussentijdse verslagen over de voorlopige indicatieve rechtmatigheidscijfers per wet en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop UWV verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.

5b)

Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Dit is nader uitgewerkt in bijlage XXIII bij de Regeling SUWI. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren.

5c)

Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)

UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.

5d)

Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert UWV over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

5e)

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Sociaal beleid en HRM

UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

ICT en informatiebeveiliging

UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.

UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).

Huisvesting

UWV doet in de tussentijdse verslagen en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert UWV over de volgende onderwerpen:

  • Leegstand

    • o

      Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst).

  • Ontwikkeling in benodigde vierkante meters als gevolg van krimpen organisatie

  • Totale huisvestingskosten (regulier en frictie) opgebouwd en onderverdeeld naar:

    • o

      Frictiekosten huisvesting (incl. facilitaire kosten);

    • o

      Regulier huisvestingskosten.

6

Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van UWV en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.

Risicomanagement

UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.

7

Uitvoeringskosten

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

  • uitleg belangrijke posten

  • verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van de begroting).

  • opvallende ontwikkelingen

  • omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

  • (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.

8

Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

9

Overzicht ten behoeve van bevoorschotting / afrekening

Ten behoeve van de bevoorschotting neemt UWV in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en programmakosten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt UWV in de jaarrekening de in paragraaf 10.6.8 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoerings- en programmakosten.

10

Jaarrekening

De jaarrekening van UWV omvat zowel UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen.

De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend.

In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:

  • de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

  • omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

  • de financiering van vaste activa

  • de wijze van afrekening van rijksgefinancierde programmakosten en uitvoeringskosten

10.1

Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

10.2

Egalisatiereserve

UWV vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:

  • Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven

  • Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)

  • Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)

  • Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.

In beginsel vormt UWV naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.

10.3

Bestemmingsfonds frictiekosten

Vanwege de urgentie en omvang van de frictiekostenproblematiek, heeft UWV tijdelijk, naast de egalisatiereserve, een bestemmingsfonds frictiekosten gevormd. UWV levert jaarlijks in december een actuele meerjarenraming van de onttrekkingen aan de reserves.

10.4

Balans UWV per 31 december

ACTIVA

• immateriële vaste activa

• materiële vaste activa

• financiële vaste activa

Totaal vaste activa

• vorderingen

• liquide middelen

• overige vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal activa

PASSIVA

• fondsvermogen

• bestemmingsfondsen

• egalisatiereserve

• voorzieningen

• langlopende schulden

• kortlopende schulden

Totaal passiva

Toelichting

  • *

    Verloopstaat immateriële vaste activa

  • *

    Verloopstaat materiële vaste activa

  • *

    Verloopstaat financiële vaste activa

  • *

    Verloopstaat fondsvermogen

  • *

    Verloopstaat voorzieningen

  • *

    Verloopstaat langlopende schulden

10.5

Staat van baten en lasten UWV

Premiebaten

Rijksbijdragen

Totaal baten

LASTEN

Programmakosten

Uitkeringen

Sociale lasten

Overige baten en lasten

Uitvoeringskosten

Personeelskosten

Huisvestingskosten

Automatiseringskosten

Kantoorkosten

Vervoers- en Overige kosten

Af: netto omzet uitvoeringskosten

Financiële baten en lasten

Rentebaten

Rentelasten

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

10.6

Toelichting op de staat van baten en lasten UWV

10.6.1

Premiebaten per fonds

Per fonds

Totaal

10.6.2

Rijksbijdragen per fonds

Per fonds sv

Totaal

10.6.3

Lasten wettelijke taken naar wet en fonds

Per wet sv

Totaal

Per fonds

Totaal

Voor de toepassing van deze tabel wordt onder wet mede verstaan de basisdienstverlening, bedoeld in artikel 5.40a, eerste lid, van de Regeling Wfsv.

10.6.4

Overige baten en lasten

Specificatie overige baten

Specificatie overige lasten

10.6.5

Uitvoeringskosten naar wet

Per wet sv

Totaal sv

10.6.6

Uitvoeringskosten realisatie / begroot (regulier, projecten) 1Mag ook in het jaarverslag worden opgenomen.

Regulier (per kostensoort)

Bijzondere baten en lasten

Projectkosten

Frictiekosten

Totaal

10.6.7

Toelichting uitvoeringskosten per kostensoort

10.6.8

Nog te verrekenen rijksbijdragen

Wet of regeling

Realisatie jaar

Voorschot jaar

Afrekening jaar

Realisatie jaar

Voorschot jaar

Afrekening jaar

Totaal afrekening

Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, door SZW per brief vastgesteld.

10.6.9

WNT verantwoording

UWV doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).

10.6.10

Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van UWV op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.

11

Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV – SZW

De concept aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De definitieve aansluitingstabel, plus controleverklaring, wordt een week later opgeleverd. De aansluitingstabel UWV – SZW valt onder de accountantscontrole door UWV. De door UWV te leveren items in de tabel worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.

12

Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

UWV verstrekt jaarlijks verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW-jaarverslag. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar opgeleverd. De door UWV te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.

13

Kwantitatieve informatie

Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.

14

Toezichtbevindingen

UWV gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.

15

Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen

Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie van SZW geleverd.

Bijlage

VII

Vervallen

Bijlage

VIII

behorende bij de artikelen 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van de SVB

In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die de SVB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

IV

fondsennota

V

verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

De SVB levert het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.

Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden respectievelijk uiterlijk 1 februari, 1 maart en 1 juli opgeleverd

De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

a. voorlopige opgave voorgaand jaar

x

b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

x

x

c. raming lopend jaar

x

x

d. raming volgend jaar

x

x

e. voorstel herziening premiepercentages

x

f. kerncijfers per wet

x

x

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden

a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

x

x

x

b. prestatie-indicatoren/kengetallen

x

x

x

c. speerpunten klantgerichtheid

x

x

x

d. speerpunten handhaving

x

x

x

3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

x

x

x

4. Ketensamenwerking (n.v.t.)

5. Bedrijfsvoering

a. rechtmatigheid (incl. M&O)

x

x

b. doelmatigheid

x

c. totstandkoming niet-financiële informatie

x

d. financieel beheer (tekortkomingen)

x

x

e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

x

x

x

6. Governance

a. Raad van Bestuur

x

b. Risicomanagement

x

7. Uitvoeringskosten

a. opbouw per product c.q. per groot project

x

x

x

b. opbouw per kostensoort

x

x

x

c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden

x

x

x

d. prognose lopend jaar

x

e. vergelijking met begroting jaar t-1

x

f. vergelijking met begroting jaar t

x

x

g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

x

8. Investeringen per categorie

x

x

9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

x

x

10. Jaarrekening

x

11. Aansluitingstabel (n.v.t.)

12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

x

x

13. Kwantitatieve informatie per wet

x

x

14. Toezichtsbevindingen

x

x

15. Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen

x

Legenda

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

IV

fondsennota

V

verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

x

Opnemen

1

Volumeontwikkeling en fondsbelasting

De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:

  • In de januarinota:

    • a)

      een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar.

  • Daarnaast verstrekt de SVB jaarlijks op basis van de CBS-prognoses een gedetailleerde meerjarenraming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de door de SVB uitgevoerde wetten.

  • In de februarinota:

    • a)

      een actuele en onderbouwde raming voor het lopende en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages.

  • In de juninota:

    • a)

      een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.

    • b)

      de meerjaren-volumeprognose ten behoeve van het actualiseren van het costaccounting-lightmodel.

    • c)

      voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.

  • In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:

    kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.

2

Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:

  • Wat wil de SVB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

  • Wat gaat de SVB daarvoor doen?

  • Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

  • Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

  • (De voorgenomen wijziging in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;

  • Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

De SVB rapporteert over de klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert de SVB in haar jaarverslag over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.

Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt specifiek ingegaan op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.

3

Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

De SVB doet verslag van de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

4

Ketensamenwerking (n.v.t.)

5

Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.

5a)

Rechtmatigheid

Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het tweede tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten wordt omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.

5b)

Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

5c)

Totstandkoming niet-financiële informatie

De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.

5d)

Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SVB over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SVB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SVB bij dit onderdeel over de fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid, maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.

5e)

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

De SVB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Sociaal beleid en HRM.

De SVB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

ICT en informatiebeveiliging

De SVB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder. De SVB rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).

Huisvesting

De SVB doet in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag verslag van de voortgang van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB over de volgende onderwerpen:

  • Leegstand: fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)

  • Overmaat: voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.

  • Huisvestingskosten: onderverdeeld naar SV en niet-SV.

6

Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van de SVB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.

Risicomanagement

De SVB gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.

7

Uitvoeringskosten

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

  • uitleg belangrijke posten

  • verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)

  • opvallende ontwikkelingen

  • de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

  • omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

  • omvang van de baten als gevolg van werk voor derden

  • de financiering van vaste activa

  • (alleen in het tweede tussentijdse verslag) prognose realisatie lopend jaar, uitgesplitst naar reguliere kosten, projectkosten en frictiekosten. Als de prognose realisatie afwijkt van het toegekende budget dan wordt dit nader toegelicht.

8

Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

9

Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

Ten behoeve van de bevoorschotting neemt de SVB in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt de SVB in de jaarrekening de in paragraaf 10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten.

10

Jaarrekening

De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde SV-fondsen.

De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de staat van baten en lasten met toelichting opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Grondslagen waardering en resultaatbepaling

  • Balans met toelichting

  • Staat van baten en lasten met toelichting

  • Kasstroomoverzicht

In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:

  • de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

  • omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

  • de financiering van vaste activa

  • de wijze van afrekening van rijksgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten

Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers. Met betrekking tot de premiebaten is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand verschoven kasbasis).

Egalisatiereserve

De SVB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:

  • Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven

  • Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)

  • Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)

  • Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.

In beginsel vormt de SVB naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het Ministerie van SZW worden afgeweken.

Balans SVB per 31 december

• immateriële vaste activa

• materiële vaste activa

• financiële vaste activa

Totaal vaste activa

• vorderingen

• liquide middelen

• overige vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal activa

• fondsvermogen

• bestemmingsfondsen

• egalisatiereserve

• voorzieningen

• langlopende schulden

• kortlopende schulden

Totaal passiva

Toelichting

  • *

    Verloopstaat immateriële vaste activa

  • *

    Verloopstaat materiële vaste activa

  • *

    Verloopstaat financiële vaste activa

  • *

    Verloopstaat fondsvermogen

  • *

    Verloopstaat voorzieningen

  • *

    Verloopstaat langlopende schulden

Staat van baten en lasten SVB

• Baten per wet sv

• Totaal baten per wet sv

• Totaal baten niet-sv

Totaal baten

• Lasten per wet sv

• Totaal lasten per wet sv

• Lasten niet-sv

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

Toelichting

Baten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)

Rijksbijdragen

Premies

Overige baten

Totaal

Lasten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)

Uitkeringen (incl. sociale lasten)

Overige lasten

Uitvoeringskosten

Totaal

Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1 (totaal, regulier, speciale projecten)

Personeel

Huisvesting

Automatisering

Bureaukosten

Diensten en diversen

Totaal

Uitvoeringskosten realisatie t/begroot t/realisatie t-1

Staande organisatie

Per project

Totaal

Saldo van baten en lasten naar fonds (voor zover van toepassing)

Baten en lasten per fonds

SV

niet-SV

Totaal

Nog te verrekenen rijksbijdragen

Wet of regeling

Realisatie jaar

Voorschot jaar

Afrekening jaar

Realisatie jaar

Voorschot jaar

Afrekening jaar

Totaal afrekening

Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen de SVB en SZW, door SZW per brief vastgesteld.

WNT verantwoording

De SVB doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).

Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.

11

Aansluitingstabel (n.v.t.)

12

Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag

De verantwoordingsinformatie ten behoeve van het SZW jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van de SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd. De door de SVB te leveren items worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan de SVB kenbaar gemaakt.

13

Kwantitatieve informatie

Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers, de rapportage handhaving SVB en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.

14

Toezichtbevindingen

De SVB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.

15

Rapportage grote ICT-projecten plus nota van bevindingen

Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 5 mln. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brieven aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010 respectievelijk 10 juli 2015 (TK 26 643, nrs. 148 en 365). De accountant rapporteert jaarlijks middels een nota van bevindingen over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie, die met peildatum ultimo verantwoordingsjaar aan het Ministerie van SZW wordt geleverd. De nota van bevindingen wordt uiterlijk 15 maart aan het Ministerie van SZW geleverd.

Bijlage

IX

behorende bij artikel 5.14, vierde lid, van de Regeling SUWI

In deze bijlage zijn de bestanden gespecificeerd die het UWV periodiek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verstrekt op grond van artikel 5.14, vierde lid, van de Regeling SUWI.

Gegevens persoon:

Geboortejaar en -maand

x

x

x

x

x

x

Geslacht

x

x

x

x

x

x

Versleuteld burgerservicenummer (BSN)

x

x

x

Burgerservicenummer (BSN)

x

x

x

Gegevens (voormalige) werkgever:

Sectorcode

x

x

x

x

x

x

Aansluitnummer

x

x

x

x

Orgaancode

x

x

Fiscaal nummer

x

x

x

x

Loonheffingsnummer

x

x

x

x

Naam werkgever

x

x

x

x

Uitkeringsgegevens:

Wetcode

x

x

x

x

x

x

Fondscode

x

x

Gevalsnummer

x

x

x

x

x

x

Periode uitkering (start- en einddatum)

x

x

x

x

x

x

Reden beëindiging uitkering

x

x

x

x

x

x

Mate van arbeidsongeschiktheid in %

x

x

WSW-indicatie

x

x

Wettelijk uitkeringspercentage

x

x

Feitelijk uitkeringspercentage

x

x

Eigen risico indicatie

x

x

Totale duur voorafgaande uitkeringen

x

x

Datum eerste dag recht ww

x

x

Datum bereiken maximale uitkeringsduur

x

x

Totale gerealiseerde duur uitkering, incl. voorafgaande uitkeringen

x

x

Verslagperiodegegevens (o.a. Financieel):

Periode bestand (de maand van het bestand)

x

x

x

x

x

x

Basisbedrag

x

x

x

x

x

x

Bedrag uitkering

x

x

x

x

x

x

Bedrag vakantiegeld

x

x

x

x

Bedrag verdiensten

x

x

Bedrag resterende verdiencapaciteit

x

x

Nuluitkering

x

x

Aantal weken nuluitkering

x

x

Status van het recht in verslagperiode

x

x

x

x

x

x

Versleuteld burgerservicenummer (BSN)

x

x

Burgerservicenummer (BSN)

x

x

Datum aanvang uitkeringsverhouding

x

x

x

x

Datum einde uitkeringsverhouding

x

x

x

x

Bijlage

X

Vervallen

Bijlage

XI

behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI

Planning & control producten van IB

In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die IB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

IB levert het ontwerpjaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. Het jaarplan van IB bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI en de andere taken die het IB ten behoeve van gemeenten op grond van artikel 5.24 van het Besluit SUWI verricht. IB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.

In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

x

x

x

b. prestatie-indicatoren/kengetallen

x

x

x

c. speerpunten klantgerichtheid

x

x

x

d. speerpunten handhaving

3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

x

x

x

4. Ketensamenwerking

x

x

x

5. Bedrijfsvoering

a. rechtmatigheid

x

b. doelmatigheid

x

c. totstandkoming niet-financiële informatie

x

d. financieel beheer (tekortkomingen)

x

x

x

e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

x

x

x

6. Governance

a. Raad van Bestuur

x

b. Risicomanagement

x

7. Uitvoeringskosten

a. opbouw per product c.q. per groot project

x

x

x

b. opbouw per kostensoort

x

x

x

c. opbouw per wet/andere taken

x

x

x

d. prognose lopend jaar

x

e. vergelijking met begroting jaar t-1

x

f. vergelijking met begroting jaar t

x

x

g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

x

8. Investeringen per categorie

x

x

9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

x

x

10. Jaarrekening

x

11. Aansluitingstabel (n.v.t.)

12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)

13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)

14. Toezichtbevindingen

x

x

Legenda

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

x

Opnemen

1

Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)

2

Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:

  • Wat wil IB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

  • Wat gaat IB daarvoor doen?

  • Wat mag het kosten (begroting)?

In het kader van de budgetverantwoordelijkheid van SZW voor IB dient IB zich tevens te verantwoorden over prestatie-indicatoren en prestatiegegevens op het gebied van:

  • Werking sectorloket gemeenten en andere ketenpartijen

  • Dienstverlening IB, waaronder klanttevredenheid

  • Financiën

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

  • Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

  • Andere taken die IB ten behoeve van de gemeenten verricht en die niet bekostigd worden uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI.

In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet IB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft IB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

3.

Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

IB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. IB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe. IB dient tevens verslag te doen van de fte-bezetting (vast/tijdelijk/extern) per einddatum van de verslagperiode.

4

Ketensamenwerking

IB doet verslag van de samenwerking met de ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen IB heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

5

Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat IB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen IB voor zover van belang voor de uitvoering van de taken op grond van de Wet SUWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van IB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt IB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:

5a)

Rechtmatigheid

De wijze waarop IB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.

5b)

Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat IB inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Ten aanzien van IB wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. IB wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

5c)

Totstandkoming niet-financiële informatie

IB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI).

5d)

Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert IB over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

IB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

5e)

Overige onderwerpen bedrijfsvoering

IB rapporteert over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Sociaal beleid en HRM

IB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

ICT en informatiebeveiliging

IB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft IB inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.

Huisvesting

IB doet verslag van belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de huisvesting.

6

Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van IB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.

Risicomanagement

IB gaat in op het risicobeheersingsmodel en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.

7

Uitvoeringskosten

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

  • uitleg belangrijke posten

  • verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting, in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en tenminste € 50.000 ten opzichte van dezelfde begrotingspost voorafgaand jaar)

  • opvallende ontwikkelingen

  • omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

  • omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen

8

Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

9

Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

Ten behoeve van de bevoorschotting neemt IB in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage.

10

Jaarrekening

De jaarrekening van IB geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow, voor zover deze betrekking hebben op de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening IB bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Grondslagen waardering en resultaatbepaling

  • Balans met toelichting

  • Resultatenrekening met toelichting

Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.

Egalisatiereserve

IB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, zesde lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:

  • Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven

  • Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)

  • Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)

  • Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.

De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.

Bestemmingsfonds voor investeringen

IB beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is IB derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt IB een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.

Balans IB per 31 december

• immateriële vaste activa

• materiële vaste activa

• financiële vaste activa

Totaal vaste activa

• vorderingen

• liquide middelen

• overige vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal activa

• eigen vermogen

• voorzieningen

• bestemmingsfonds

• langlopende schulden

• kortlopende schulden

Totaal passiva

Toelichting

  • Verloopstaat immateriële vaste activa

  • Verloopstaat materiële vaste activa

  • Verloopstaat financiële vaste activa

  • Verloopstaat eigen vermogen

  • Verloopstaat voorzieningen

Resultatenrekening IB / Saldo van baten en lasten (met toelichting)

Rijksbijdrage

Incidenteel budget

Overige baten

Totaal baten

Loonkosten eigen personeel

Kosten extern personeel

Overige personeelskosten

Totaal personeelskosten

Afschrijvingskosten

Huisvestingskosten

Automatiseringskosten

Kantoorkosten

Vervoerskosten

Overige beheerskosten

Totaal overig beheer

Beleidsbudgetten

Totaal overige kosten

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

WNT verantwoording

IB doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).

11

Aansluitingstabel (n.v.t.)

12

Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)

13

Kwantitatieve informatie (n.v.t.)

14

Toezichtbevindingen

IB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

Bijlage

XII

Het Gegevensregister SUWI (‘Gegevensregister SUWI 18.0’) is toegankelijk via de pagina http://www.bkwi.nl/?id=318.

Bijlage

XIII

Vervallen

Bijlage

XIV

Vervallen

Bijlage

XV

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Bijlage

XVI

Vervallen

Bijlage

XVII

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Bijlage

XVIII

Het Gegevensregister IB wordt als Gegevensregister Stichting Inlichtingenbureau (Verwerkingsactiviteiten Wet SUWI/Participatiewet) bekend gemaakt via www.inlichtingenbureau.nl.

Bijlage

XIX

behorende bij de Regeling SUWI, artikel 7.4, eerste lid

Vervallen

Bijlage

XX

behorende bij de artikelen 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI

Planning & control producten van BKWI

In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BKWI (als organisatieonderdeel van UWV) periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

jaarplan met begroting

II

tussentijds verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

UWV levert ten aanzien van BKWI het ontwerp jaarplan met begroting vóór 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vóór 1 oktober. Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van het Besluit SUWI en de andere taken die BKWI ten behoeve van gemeenten verricht. Ten aanzien van BKWI dient UWV zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (halfjaar) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vóór 15 maart aan de minister aangeboden.

In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

x

x

x

b. prestatie-indicatoren/kengetallen

x

x

x

c. speerpunten klantgerichtheid

x

x

x

d. speerpunten handhaving

3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

x

x

x

4. Ketensamenwerking

x

x

x

5. Bedrijfsvoering

a. rechtmatigheid

x

b. doelmatigheid

x

x

c. totstandkoming niet-financiële informatie

x

d. financieel beheer (tekortkomingen)

x

x

x

e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

x

x

x

6. Governance

a. Raad van Bestuur

x

b. Risicomanagement

x

7. Uitvoeringskosten

a. opbouw per product c.q. per groot project

x

x

x

b. opbouw per kostensoort

x

x

x

c. opbouw per wet/andere taken

x

x

x

d. prognose lopend jaar

x

e. vergelijking met begroting jaar t-1

x

f. vergelijking met begroting jaar t

x

x

g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

x

8. Investeringen per categorie

x

x

9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

x

x

10. Jaarrekening

x

11. Aansluitingstabel (n.v.t.)

12. Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)

13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.)

14. Toezichtbevindingen

x

Legenda

I

jaarplan met begroting

II

tussentijdse verslag

III

jaarverslag incl. jaarrekening

x

Opnemen

1

Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.)

2

Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:

  • Wat wil BKWI bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

  • Wat gaat BKWI daarvoor doen (activiteiten)?

  • Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

  • Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

  • Wijzigingen in de andere taken.

In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden verantwoord. Indien van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

3

Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving

UWV doet ten aanzien van BKWI verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

4

Ketensamenwerking

Voor de elektronische voorzieningen wordt verslag gedaan van de samenwerking tussen ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen door BKWI zijn genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

5

Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen BKWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering van BKWI. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:

5a)

Rechtmatigheid

De wijze waarop UWV ten aanzien van BKWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.

5b)

Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie BKWI. Ten aanzien van BKWI wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur van UWV wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

5c)

Totstandkoming niet-financiële informatie

UWV rapporteert in het jaarverslag over het onderdeel BKWI over het totstandkomingproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.

5d)

Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert UWV over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer van BKWI. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

Het UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

5e)

Overige onderwerpen bedrijfsvoering

UWV rapporteert voor het onderdeel BKWI over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Sociaal beleid en HRM

BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

ICT en informatiebeveiliging

UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen bij BKWI. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft UWV voor de bijdrage van BKWI inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.

Huisvesting

UWV doet verslag van belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de huisvesting van BKWI.

6

Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting door UWV van het organisatieonderdeel BKWI en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.

Risicomanagement

UWV gaat in op het risicobeheersingsmodel binnen het organisatieonderdeel BKWI en rapporteert over de belangrijkste risico’s en de beheersmaatregelen met betrekking tot deze risico’s.

7

Uitvoeringskosten

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

  • uitleg belangrijke posten

  • verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)

  • opvallende ontwikkelingen

  • omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

  • omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen (jaarrekening).

8

Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

9

Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

Ten behoeve van de bevoorschotting neemt BKWI in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).

10

Jaarrekening

De jaarrekening voor het onderdeel BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken. De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening voor het onderdeel BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Grondslagen waardering en resultaatbepaling

  • Balans met toelichting

  • Resultatenrekening met toelichting

Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.

Egalisatiereserve

BKWI vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 5.10a, tweede lid, van de Regeling SUWI. Deze reserve wordt ingezet voor:

  • Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven

  • Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)

  • Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)

  • Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.

De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.

Bestemmingsfonds voor investeringen

BKWI beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BKWI derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt BKWI een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.

Balans BKWI per 31 december

• immateriële vaste activa

• materiële vaste activa

• financiële vaste activa

Totaal vaste activa

• vorderingen

• liquide middelen

• overige vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal activa

• eigen vermogen

• egalisatiereserve

• bestemmingsfonds

• voorzieningen

• langlopende schulden

• kortlopende schulden

Totaal passiva

Toelichting

  • Verloopstaat immateriële vaste activa

  • Verloopstaat materiële vaste activa

  • Verloopstaat financiële vaste activa

  • Verloopstaat eigen vermogen

  • Verloopstaat voorzieningen

Resultatenrekening BKWI/Saldo van baten en lasten (inclusief toelichting)

Rijksbijdrage

Incidenteel budget

Overige baten

Totaal baten

Loonkosten eigen personeel

Kosten extern personeel

Overige personeelskosten

Totaal personeelskosten

Afschrijvingskosten

Huisvestingskosten

Automatiseringskosten

Kantoorkosten

Vervoerskosten

Overige beheerskosten

Totaal overig beheer

Beleidsbudgetten

Totaal overige kosten

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

WNT verantwoording

BKWI doet jaarlijks verslag van de topinkomens op basis van de Wet normering topinkomens (WNT).

11

Aansluitingstabel (n.v.t.)

12

Verantwoordingsinformatie t.b.v. SZW jaarverslag (n.v.t.)

13

Kwantitatieve informatie (n.v.t.)

14

Toezichtbevindingen

BKWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

Bijlage

XXI

Vervallen

Bijlage

XXII

als bedoeld in artikel 5.10d, vijfde lid, van de Regeling SUWI

CONTROLEVERKLARING van de onafhankelijke accountant

Aan: ...

A

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 20XX

Ons oordeel

Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen wettelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van … (naam entiteit) per 31 december 20XX en van het resultaat en de kasstromen over 20XX in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (WNT).

Tevens geven naar ons oordeel:

  • de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitvoering over 20XX (jaarverslag 20XX, pagina XX); en

  • de weergave van de uitgaven in 20XX aan onderwijsvoorzieningen (jaarverslag 20XX, pagina XX). NB alleen indien van toepassing

een getrouw beeld van de uitkomsten van de taakuitvoering van … (naam entiteit) over 20XX in overeenstemming met de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder (NB alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.

Wat we hebben gecontroleerd

Wij hebben ingevolge artikel 49 lid 3 van de Wet SUWI de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 20XX van … (naam entiteit) te … ((statutaire) vestigingsplaats) de rapportage over de financiële rechtmatigheid van de uitkomsten van de taakuitoefening en (NB alleen indien van toepassing) de weergave van de uitgaven in 20XX aan onderwijsvoorzieningen gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit:

  • de balans per 31 december 20XX;

  • de staat van baten en lasten over 20XX;

  • het kasstroomoverzicht over het jaar geëindigd op 31 december 20XX; en

  • de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen waarin ook begrepen de WNT verantwoording 20XX.

Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Wet SUWI artikel 49 lid 5, Regeling SUWI artikel 5.10a lid 1, bijlage VIII bij de Regeling SUWI punt 8 en 10, Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de bepalingen bij en krachtens de WNT.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b en het Controleprotocol WNT vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Onafhankelijkheid

Wij hebben de jaarrekening gecontroleerd in onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij Assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

B

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:

  • het bestuursverslag;

  • de overige gegevens.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

  • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

  • alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW, de Wet- en Regeling SUWI en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

De Raad van Bestuur / het bestuur / de directie is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet- en Regeling SUWI.

C

Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie voor de jaarrekening

De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van de overige onderdelen van het jaarverslag, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, de Wet SUWI en de daarmee verbonden dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de bepalingen bij en krachtens de WNT en (NB alleen indien van toepassing) het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.

In dit kader is de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie afwegen of het zbo / de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie het voornemen heeft om het zbo / de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.

De Raad van Bestuur / Het bestuur / De directie moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de regels inzake de accountantscontrole zoals opgenomen in de Regeling SUWI, paragraaf 5.1b, het Controleprotocol WNT, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van het zbo / de stichting;

  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

  • het vaststellen dat de door de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of het zbo / de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven;

  • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

  • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met de Raad van Bestuur / het bestuur / de directie onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Plaats en datum

Accountant van

Naam accountant en ondertekening met die naam

Bijlage

XXIII

betreffende een nadere toelichting op artikel 5.10c, achtste lid, en artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling

Inleiding

Doelmatigheid is een begrip dat op verschillende manieren kan worden gedefinieerd.

Een gangbaar onderscheid is die tussen ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ en ‘doelmatigheid van beleid’. Bij ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ staat de samenhang tussen de geleverde prestaties (producten of diensten) – uitgedrukt in kwantiteit én kwaliteit – en de ingezette middelen centraal. De ‘doelmatigheid van beleid’ benadert doelmatigheid op een hoger abstractieniveau, waarbij de relatie tussen beoogde effecten en ingezette middelen centraal staat.

In de context van de Wet SUWI gaat het om de doelmatigheid van de uitvoering van de sociale verzekeringen en wetten in het verstreken boekjaar en de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoen aan eisen van doelmatigheid. De uitwerking van het doelmatigheidsbegrip die in het kader van de Regeling SUWI wordt gegeven heeft betrekking op de doelmatigheid van bedrijfsvoering.

Definitie doelmatigheid

Een organisatie is doelmatig als er een goed evenwicht is tussen de geleverde prestaties (primair in kwantiteit en secundair in kwaliteit) en de door haar ingezette middelen.

In aansluiting op de definitie van doelmatigheid werken UWV, SVB, IB en BKWI hun eigen toetsingskader uit.

Minimumeisen toetsingskader

Het toetsingskader dient aan de volgende minimumeisen te voldoen:

  • 1.

    het kader gaat in op de maatregelen die de organisatie heeft genomen om de doelmatigheid inzichtelijk te maken;

  • 2.

    het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie verantwoording aflegt over de mate waarin prestaties (producten of diensten) conform de afspraken met de Minister zijn gerealiseerd. Hierbij moet de organisatie aspecten meenemen die een uitspraak doen over het aantal producten, diensten of klanten alsmede over de kwaliteit van de producten of diensten. Kwaliteitsaspecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op klanttevredenheid, het aantal klachten en rechtmatigheid;

  • 3.

    het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de middelen die nodig zijn geweest voor het realiseren van de onderscheiden producten of diensten;

  • 4.

    het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de relatie tussen de gerealiseerde prestaties en de daarbij verbruikte middelen. Hierbij dient de gerealiseerde doelmatigheid te worden afgezet tegen de eventueel bij de begroting van jaar t bepaalde doelstelling m.b.t. te realiseren doelmatigheid ten opzichte van jaar t-1;

  • 5.

    indien de organisatie niet aan de bovenstaande minimumeisen kan voldoen dient een uitleg te worden gegeven over de reden hiervoor en dient de organisatie aan te geven hoe en wanneer de gedefinieerde eindsituatie zal worden bereikt.

Rol van de accountant

De accountant gaat in de context van de Wet SUWI in zijn verslag van bevindingen in op de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoet aan de eisen van doelmatigheid.

De accountant heeft als taak in zijn verslag van bevindingen te rapporteren over de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de verantwoording over de doelmatigheid.

De accountant stelt in dit verband ook vast of de organisatie een toetsingskader hanteert dat voldoende rekening houdt met de in deze toelichting benoemde minimumeisen.

Bijlage

XXIV

behorende bij artikel 6.2, derde lid, van de Regeling SUWI

De Vaststelling respectieve AVG-verantwoordelijkheden Inlichtingenbureau – Gemeenten 2021 wordt bekendgemaakt via www.inlichtingenbureau.nl.

Bijlage

XXV

behorende bij artikel 5.10g, eerste lid, van de Regeling SUWI

Kassiersverslag Tijdelijke aanvullende dienstverlening

In deze bijlage is gespecificeerd welke informatie de kassier in het kader van de in artikel 15 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening bedoelde taak jaarlijks aan de Minister dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a van de Regeling SUWI. Deze informatie dient te worden opgenomen in het kassiersverslag.

De kassier dient zich te verantwoorden over het beheer van de budgetten en de uitbetaling van de vergoedingen waar naar wordt verwezen in artikel 15, tweede lid, van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening (de zogenaamde ‘artikel 15 budgetten’). Deze verantwoording vindt over de kalenderjaren 2021 tot en met 2024 plaats in het jaarverslag door middel van het kassiersverslag. Het jaarverslag wordt jaarlijks vóór 15 maart aan de Minister aangeboden.

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd die in het kassiersverslag aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor het kassiersverslag

1. Artikel 15 budgetten

a. Realisatie per budget

x

b. Realisatie per RMT

x

2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

x

3. Bedrijfsvoering

a. rechtmatigheid

x

4. Controleverklaring en verslag van bevindingen

x

Legenda

x. Opnemen

1

Artikel 15 budgetten

De kassier geeft inzicht in de mutaties van de door UWV beheerde budgetten en vergoedingen in het kader van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening. Het kassiersverslag wordt opgesteld op kasbasis, en geeft inzicht in de door de kassier ontvangen voorschotten en de verrichte betalingen ten laste van de volgende budgetten:

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18)

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)

Tabel 1 Realisatie per budget

Budget (obv beschikkingen vastgesteld door SZW) kosten UWV en colleges B&W (art 22, tweede lid, onderdeel a)

Budget (obv beschikking vastgesteld door SZW) kosten werknemers- en werkgeversorganisaties (art 22, tweede lid, onderdeel b)

Budget aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 22, tweede lid, onderdeel c)

Budget vastgesteld door SZW

Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W

(art 17)

Vergoeding kosten werknemers- en werkgevers organisaties

(art. 18)

Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)

Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO

(art. 20)

Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud

(art. 21)

Totaal

Uitbetaald door de kassier:

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Restant budget

% realisatie

Tabel 2 Realisatie per RMT

Budget vastgesteld door SZW

Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W

(art. 17)

Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)

Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO

(art. 20)

Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud

(art. 21)

Totaal

Uitbetaald door de kassier:

Restant budget

% realisatie

Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar

Vergoeding van kosten UWV

x

x

x

Vergoeding van kosten colleges B&W

x

x

x

2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

Ten behoeve van de afrekening neemt de kassier in het kassiersverslag een overzicht op van de uitgaven welke ten laste komen van de rijksbijdrage die is ontvangen voor de artikel 15 budgetten. De gerapporteerde ontvangen rijksbijdrage dient aan te sluiten op de betreffende rekening-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).

Tabel 3 Afrekentabel

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18)

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)

Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18)

Totaal

3

Bedrijfsvoering

De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat ten minste uit het volgende onderdeel:

Rechtmatigheid

De wijze waarop de kassier ten aanzien van de artikel 15 budgetten verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag is hieronder nader uitgewerkt.

  • De kassier bewaakt dat de vergoedingen van de kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17), en de kosten werknemers- en werkgeversorganisaties (artikel 18) conform de door de Minister vastgestelde budgetten zijn.

  • De kassier stelt vast dat op de declaraties de vereiste verklaringen zijn opgenomen zoals vermeld in artikel 19, 20 en 21 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening.

  • De kassier stelt vast dat het budget van artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21) niet wordt overschreden op het moment dat de declaratie wordt ontvangen door de kassier.

  • De kassier stelt vast dat de vergoedingen uit hoofde van artikel 17 tot en met 21 verricht zijn ten gunste van het juiste bankrekeningnummer dat is opgegeven via het stamgegevensformulier welke is ondertekend door de gemandateerde van de inkopende partij.

  • De kassier stelt vast dat betalingen uit hoofde van artikel 17 t/m 21 plaats vinden na de startdatum per RMT.

4

Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de kassier op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.