Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit)

Vuurwerkbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 september 2001, nr. MJZ2001102504, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;
voor zover het betreft de artikelen 4.1 tot en met 4.4, gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet milieubeheer, en
voor zover het betreft artikel 5.1.6, gelet op artikel 18.4 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2001, nr. W08.01.0495/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 januari 2002, nr. MJZ2002005975, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemeen

§

1

Begripsomschrijvingen en reikwijdte

Artikel

1.1.1

Artikel

1.1.2a

Artikel

1.1.2

Vervallen

Artikel

1.1.3

Artikel

1.1.4

Vervallen

Artikel

1.1.5

De artikelen 2.3.6, 3.3.1, 3A.3.1 en 3B.1 zijn niet van toepassing op instellingen die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik bedrijfsmatig en uitsluitend ten behoeve van onderzoek tot ontbranding brengen.

Artikel

1.1.6

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

1.1.7

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de praktische regelingen voor het regelmatig verzamelen en bijwerken van gegevens over ongevallen, als bedoeld in artikel 43, onder b, van de EU-richtlijn pyrotechnische artikelen.

Artikel

1.1.8

Vervallen

§

2

Algemene bepalingen

Artikel

1.2.1

Vervallen

Artikel

1.2.2

Artikel

1.2.2a

Vervallen

Artikel

1.2.3

Het is verboden vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zonder een daartoe verleende omgevingsvergunning te vervaardigen of, behoudens het bepaalde in artikel 3B.1, eerste lid, te bewerken.

Artikel

1.2.4

Artikel

1.2.5

Artikel

1.2.6

Artikel

1.2.7

Het is een ieder die anders dan beroepshalve vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding brengt, verboden handelingen te verrichten of na te laten waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat daardoor gevaren kunnen optreden voor mens of milieu.

§

3

Binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen

Artikel

1.3.1

Artikel

1.3.2

§

4

Ter beschikking stellen en registreren

Artikel

1.4.1

Artikel

1.4.2

Artikel

1.4.3

Vervallen

Artikel

1.4.4

Vervallen

Hoofdstuk

1a

In de handel brengen

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1A.1.1

Artikel

1A.1.2

Artikel

1A.1.3

Artikel

1A.1.4

Vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële veiligheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.

§

2

Verbodsbepalingen

Artikel

1A.2.1

Artikel

1A.2.2

Artikel

1A.2.3

§

2A

Algemene verplichtingen van de fabrikant

Artikel

1A.2A.1

De fabrikant waarborgt dat vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik worden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de essentiële veiligheidseisen.

Artikel

1A.2A.2

Artikel

1A.2A.3

De fabrikant zorgt ervoor dat hij beschikt over procedures om de conformiteit van zijn serieproductie met EU-richtlijn pyrotechnische artikelen te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het vuurwerk of het pyrotechnische artikel voor theatergebruik en met veranderingen in de geharmoniseerde normen of andere technische specificaties waarnaar in de EU-conformiteitsverklaring van het vuurwerk of het pyrotechnische artikel voor theatergebruik wordt verwezen.

Artikel

1A.2A.4

Artikel

1A.2A.5

De fabrikant zorgt ervoor dat door hem in de handel gebracht vuurwerk of pyrotechnisch artikelvoor theatergebruik is geëtiketteerd overeenkomstig de artikelen 2.1.3, 3.1.1 of 3A.1.1.

Artikel

1A.2A.6

Indien de fabrikant van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat door hem in de handel gebracht vuurwerk of een door hem in de handel gebracht pyrotechnisch artikel voor theatergebruik niet in overeenstemming is met de eisen bij of krachtens dit besluit:

  • a.

    neemt hij onmiddellijk alle corrigerende maatregelen die nodig zijn om het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik in overeenstemming te brengen met deze eisen of, zo nodig, uit de handel te nemen of terug te roepen, en

  • b.

    brengt hij, indien het artikel een risico vertoont, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar hij het artikel op de markt heeft aangeboden, hiervan onmiddellijk op de hoogte. Indien hij het artikel in Nederland op de markt heeft aangeboden, brengt hij de bevoegde autoriteit op de hoogte. Hierbij beschrijft hij in het bijzonder uitvoerig de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen.

Artikel

1A.2A.7

Artikel

1A.2A.8

Een importeur of een distributeur wordt als fabrikant beschouwd en voldoet aan de verplichtingen overeenkomstig dit hoofdstuk, wanneer hij vuurwerk of een pyrotechnisch artikel voor theatergebruik onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt, of reeds in de handel gebracht vuurwerk of een reeds in de handel gebracht pyrotechnisch artikel voor theatergebruik zodanig wijzigt dat de conformiteit met de essentiële veiligheidseisen in het geding komt.

§

2B

Algemene verplichtingen van de importeur

Artikel

1A.2B.1

De importeur brengt alleen vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in de handel die aan de essentiële veiligheidseisen voldoen.

Artikel

1A.2B.2

Alvorens vuurwerk of een pyrotechnisch artikel voor theatergebruik in de handel wordt gebracht:

  • a.

    vergewist de importeur zich ervan dat de fabrikant de conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd;

  • b.

    zorgt de importeur ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld;

  • c.

    zorgt de importeur ervoor dat het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik is voorzien van de CE-markering en vergezeld gaat van de voorgeschreven documenten; en

  • d.

    zorgt de importeur ervoor dat de fabrikant het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik heeft geëtiketteerd overeenkomstig de artikelen 2.1.3, 3.1.1 of 3A.1.1.

Artikel

1A.2B.3

De importeur die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat vuurwerk of een pyrotechnisch artikel voor theatergebruik niet in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen:

  • a.

    brengt het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik niet in de handel alvorens het in overeenstemming is gemaakt met de essentiële veiligheidseisen, en

  • b.

    brengt de fabrikant en de markttoezichthouder op de hoogte, indien het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik een risico vertoont.

Artikel

1A.2B.5

De importeur zorgt, gedurende de periode dat hij voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik verantwoordelijk is, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden ervan dat de conformiteit van het pyrotechnische artikel met de essentiële veiligheidseisen niet in het geding komt.

Artikel

1A.2B.6

Artikel

1A.2B.7

Indien een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat door hem in de handel gebracht vuurwerk of een door hem in de handel gebracht pyrotechnisch artikel voor theatergebruik, niet in overeenstemming is met de eisen gesteld bij of krachtens dit besluit:

  • a.

    neemt hij onmiddellijk alle corrigerende maatregelen die nodig zijn om dat vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik in overeenstemming te maken met die eisen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen; en

  • b.

    brengt hij, indien het artikel een risico vertoont, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar hij het artikel op de markt heeft aangeboden, hiervan onmiddellijk op de hoogte. Indien hij de artikelen in Nederland op de markt heeft aangeboden, brengt hij de bevoegde autoriteit onmiddellijk op de hoogte. Hierbij beschrijft de importeur in het bijzonder uitvoerig de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen.

Artikel

1A.2B.8

De importeur houdt gedurende tien jaar nadat het vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik in de handel is gebracht, een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de markttoezichthouder en zorgt ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan de markttoezichthouder kan worden verstrekt.

Artikel

1A.2B.9

§

2C

Algemene verplichtingen van distributeurs

Artikel

1A.2C.1

De distributeur die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik op de markt aanbiedt, neemt de nodige zorgvuldigheid in acht ten aanzien van de eisen in dit besluit.

Artikel

1A.2C.2

Alvorens vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik op de markt aan te bieden, controleert de distributeur of:

Artikel

1A.2C.3

De distributeur die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik niet in overeenstemming zijn met de essentiële veiligheidseisen:

  • a.

    biedt het vuurwerk of pyrotechnische artikel voor theatergebruik niet op de markt aan alvorens het in overeenstemming is gemaakt met de essentiële veiligheidseisen, en

  • b.

    brengt de fabrikant, de importeur en de markttoezichthouder hiervan op de hoogte, indien het vuurwerk of pyrotechnische artikel voor theatergebruik een risico vertoont.

Artikel

1A.2C.4

De distributeur zorgt gedurende de periode dat hij voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik verantwoordelijk is, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden ervan dat de conformiteit van het artikel met de essentiële veiligheidseisen niet in het gedrang komt.

Artikel

1A.2C.5

Indien een distributeur van mening is, of redenen heeft om aan te nemen, dat door hem op de markt aangeboden vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik niet in overeenstemming is met de eisen gesteld bij of krachtens dit besluit:

  • a.

    ziet hij erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om die artikelen in overeenstemming te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen; en

  • b.

    brengt hij, indien het artikel een risico vertoont, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar hij het artikel op de markt heeft aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte. Indien hij de artikelen in Nederland op de markt heeft aangeboden, brengt hij de bevoegde autoriteit op de hoogte. Hierbij beschrijft hij in het bijzonder uitvoerig de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen.

Artikel

1A.2C.6

§

2D

Identificatie van marktdeelnemers

Artikel

1A.2D.1

§

2E

Eisen aan marktdeelnemers omtrent traceerbaarheid

Artikel

1A.2E.1

Artikel

1A.2E.1A

Vervallen

Artikel

1A.2E.2

Fabrikanten en importeurs van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik:

  • a.

    houden een register bij met alle registratienummers van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik die zij hebben vervaardigd of ingevoerd, vergezeld van de handelsnaam, het algemene type en, indien van toepassing, het subtype, en de plaats van vervaardiging. Deze informatie wordt ten minste tien jaar nadat het artikel in de handel is gebracht bijgehouden;

  • b.

    dragen het register over aan Onze Minister indien zij hun activiteiten staken;

  • c.

    verstrekken de bevoegde autoriteit, de markttoezichthouder en bevoegde autoriteiten en markttoezichtautoriteiten van andere lidstaten, op hun met redenen omkleed verzoek, het register, genoemd onder a.

§

2F

Eisen aan marktdeelnemers omtrent risico-uitsluiting

Artikel

1A.2F.1

§

3

Conformiteitsbeoordelingsprocedure

Artikel

1A.3.1

Artikel

1A.3.2

De fabrikant kiest een van de navolgende conformiteitsbeoordelingsprocedures, volgens welke de door hem gekozen aangemelde instantie de conformiteitsbeoordelingsprocedure uitvoert:

  • a.

    het EU-typeonderzoek (module B), en naar keuze van de fabrikant een van de volgende procedures:

    • 1°.

      conformiteit met het type op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen (module C2);

    • 2°.

      conformiteit met het type op basis van de kwaliteitsborging van het productieproces (module D); of

    • 3°.

      conformiteit met het type op basis van productkwaliteitsborging (module E);

  • b.

    conformiteit op basis van eenheidskeuring (module G);

  • c.

    conformiteit op basis van volledige kwaliteitsborging (module H), voor zover het gaat om vuurwerk van categorie F4.

§

4

CE-markering en EU-conformiteitsverklaring

Artikel

1A.4.1

Artikel

1A.4.2

§

4A

Uitvoering EU-verordening markttoezicht

Artikel

1A.4a.1

Artikel

1A.4a.2

§

5

Aangewezen instantie

Artikel

1A.5.1

Artikel

1A.5.2

Artikel

1A.5.3

Artikel

1A.5.4

Artikel

1A.5.5

Artikel

1A.5.6

Het personeel van de aangewezen instantie dat verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordelingstaken beschikt over:

  • a.

    een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de instantie is aangewezen;

  • b.

    een voldoende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die de aangewezen instantie verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;

  • c.

    voldoende kennis van en inzicht in de essentiële veiligheidseisen, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie en van het bij of krachtens dit besluit bepaalde; en

  • d.

    de bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.

Artikel

1A.5.7

Artikel

1A.5.8

De aangewezen instantie heeft een geldige aansprakelijkheidsverzekering.

Artikel

1A.5.9

Artikel

1A.5.10

Artikel

1A.5.11

Een conformiteitsbeoordelingsinstantie die aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zaken doende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt geacht aan de eisen, genoemd in artikel 1A.5.3 tot en met 1A.5.10, te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen de eisen dekken.

Artikel

1A.5.12

Artikel

1A.5.13

Artikel

1A.5.14

Artikel

1A.5.15

De aangewezen instantie verleent geen conformiteitscertificaat indien zij vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële veiligheidseisen of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties. Zij verlangt dat de fabrikant de passende corrigerende maatregelen neemt.

Artikel

1A.5.16

Artikel

1A.5.17

De aangewezen instantie neemt rechtstreeks of via aangestelde vertegenwoordigers deel aan de werkzaamheden van het forum van aangemelde instanties.

Artikel

1A.5.18

Artikel

1A.5.19

De aangewezen instantie beschikt over een behoorlijke administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van haar taken, op een systematische wijze zijn vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens zijn de beoordeelde pyrotechnische artikelen afdoende te identificeren.

Artikel

1A.5.20

Hoofdstuk

2

Consumentenvuurwerk

§

1

Eisen aan consumentenvuurwerk

Artikel

2.1.1

Bij regeling van Onze Minister wordt vuurwerk aangewezen dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik. De aanwijzing geschiedt aan de hand van de aard, samenstelling, constructie en eigenschappen van het vuurwerk.

Artikel

2.1.2

Vervallen

Artikel

2.1.3

Artikel

2.1.4

Het is verboden vuurwerk dat niet voldoet aan de ter uitwerking van dit besluit krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer gestelde regels met betrekking tot consumentenvuurwerk, te voorzien van de aanduiding: Geschikt voor particulier gebruik.

§

2

Opslaan en bewerken van consumentenvuurwerk

Artikel

2.2.1

Vervallen

Artikel

2.2.2

Vervallen

Artikel

2.2.3

Vervallen

Artikel

2.2.4

Vervallen

Artikel

2.2.5

Vervallen

§

3

Verkoop en tot ontbranding brengen van consumentenvuurwerk

Artikel

2.3.1

Het is verboden consumentenvuurwerk voor handelsdoeleinden ter beschikking te stellen aan een ander dan:

  • a.

    degene die een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 3.30 van het Besluit activiteiten leefomgeving verricht;

  • b.

    een in het buitenland gevestigde ondernemer wiens bedrijfsmatige activiteit bestaat uit het verhandelen van vuurwerk en die gerechtigd is het vuurwerk op te slaan of te bewerken, dan wel, indien de betrokken persoon het vuurwerk tot ontbranding zal brengen, gerechtigd is het vuurwerk tot ontbranding te brengen.

Artikel

2.3.2

Artikel

2.3.3

Het is verboden per levering meer dan 25 kg consumentenvuurwerk aan een particulier ter beschikking te stellen. Voor de bepaling van de hoeveelheid vuurwerk wordt uitgegaan van het gewicht van het vuurwerk als zijnde onverpakt.

Artikel

2.3.5

Het is verboden consumentenvuurwerk te verkopen of anderszins ter beschikking te stellen aan particulieren jonger dan:

  • voor zover het betreft categorie F1: 12 jaar;

  • voor zover het betreft categorie F2: 16 jaar.

Artikel

2.3.5a

Het is verboden consumentenvuurwerk te verkopen of anderszins ter beschikking te stellen aan een particulier zonder een veiligheidsbril en een aansteeklont te verstrekken en instructies te geven over het veilig tot ontbranding brengen van dit vuurwerk.

Artikel

2.3.6

Het is verboden vuurwerk, anders dan bedrijfsmatig, tot ontbranding te brengen op een ander tijdstip dan tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur van het daaropvolgende jaar.

Hoofdstuk

3

Professioneel vuurwerk

§

1

Eisen aan professioneel vuurwerk

Artikel

3.1.1

Artikel

3.1.2

Vervallen

Artikel

3.1.3

Vervallen

Artikel

3.1.4

Vervallen

§

2

Opslaan en bewerken van professioneel vuurwerk

Artikel

3.2.1

Vervallen

Artikel

3.2.2

Vervallen

Artikel

3.2.3

Vervallen

Artikel

3.2.4

Vervallen

§

3

Verkoop en tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk

Artikel

3.3.1

Artikel

3.3.2

Vervallen

Artikel

3.3.3

Vervallen

Artikel

3.3.4

Vervallen

Artikel

3.3.4a

Vervallen

Artikel

3.3.5

Vervallen

Artikel

3.3.6

Vervallen

Hoofdstuk

3a

Pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

§

1

Eisen aan pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

Artikel

3A.1.1

Artikel

3A.1.2

§

2

Opslaan en bewerken van pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

Artikel

3A.2.1

Vervallen

Artikel

3A.2.2

Vervallen

§

3

Verkoop van pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

Artikel

3A.3.1

Hoofdstuk

3b

Het tot ontbranding brengen van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

Artikel

3B.1

Artikel

3B.2

Artikel

3B.3

Artikel

3B.3a

Artikel

3B.4

Artikel

3B.6

Artikel

3B.7

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik.

Artikel

3B.8

Gedeputeerde staten van de provincie waarin vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding worden gebracht, hebben tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de ontbrandingstoestemming en de daaraan verbonden voorschriften als bedoeld in de artikelen 3B.1, derde lid, onderdeel a, en 3B.3, tweede en derde lid, alsmede van bepalingen als bedoeld in de artikelen 3B.3a, tiende lid, 3B.4, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 3B.6, vijfde lid, en 3B.7.

Hoofdstuk

4

Veiligheidsafstanden

Artikel

4.1

Vervallen

Artikel

4.2

Vervallen

Artikel

4.3

Vervallen

Artikel

4.4

Vervallen

Hoofdstuk

5

Overgangs- en slotbepalingen

§

1

Wijzigingsbepalingen

Artikel

5.1.1

Wijzigt het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Artikel

5.1.2

Wijzigt het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen.

Artikel

5.1.3

Wijzigt het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.

Artikel

5.1.4

Wijzigt het Transactiebesluit milieudelicten.

Artikel

5.1.5

Wijzigt het Transactiebesluit 1994.

Artikel

5.1.6

Wijzigt het Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren milieuwetgeving.

Artikel

5.1.7

Wijzigt het Besluit politieregisters.

Artikel

5.1.8

Wijzigt het Besluit aanwijzing Halt-feiten.

Artikel

5.1.9

Wijzigt het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer.

Artikel

5.1.10

Wijzigt het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer.

Artikel

5.1.11

Wijzigt het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer.

Artikel

5.1.12

Wijzigt het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer.

Artikel

5.1.13

Wijzigt het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer.

Artikel

5.1.14

Wijzigt het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer.

§

2

Intrekking van regelgeving

Artikel

5.2.1

Ingetrokken worden:

  • a.

    het Vuurwerkbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen;

  • b.

    het Besluit opslag vuurwerk milieubeheer;

  • c.

    het Reglement Gevaarlijke Stoffen;

  • d.

    de beschikking van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 6 november 1979, houdende voorschriften voor de aflevering van ontploffingsgevaarlijke stoffen;

  • e.

    de regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 17 maart 1980, houdende verbod tot het gebruik van explosieven voor opruimingswerkzaamheden;

  • f.

    de ontheffing van het Reglement Gevaarlijke Stoffen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 19 december 1985;

  • g.

    de regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 20 december 1990, houdende vergunningplicht voor het afleveren, ter aflevering aanwezig houden en bezigen van vuurwerk;

  • h.

    het Interim-besluit bezigen en afleveren professioneel vuurwerk Wms;

  • i.

    de Interimregeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Interim-besluit bezigen en afleveren professioneel vuurwerk Wms.

Artikel

5.2.2

Wijzigt het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen.

§

3

Overgangsbepalingen

Artikel

5.3.1

De nadere eisen, gesteld krachtens artikel 2.2.3 of 3.2.2, alsmede de toestemmingen, verleend krachtens voorschrift 1.8 van bijlage 1, die voor een inrichting onmiddellijk voor 1 juli 2012 in werking en onherroepelijk waren, worden gelijkgesteld met maatwerkvoorschriften.

Artikel

5.3.2

Een vergunning als bedoeld in artikel 3B.1, eerste lid, die onmiddellijk voor 1 juli 2012 van kracht en onherroepelijk is, wordt gelijkgesteld met een toepassingsvergunning.

Artikel

5.3.3

Vervallen

Artikel

5.3.4

Vervallen

Artikel

5.3.5

Artikel

5.3.6

Artikel

5.3.7

Vervallen

Artikel

5.3.8

Een certificaat van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, dat voor 4 juli 2010 is afgegeven aan de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3B.1, geldt, indien het betrekking heeft of mede betrekking heeft op professioneel vuurwerk, mede voor consumentenvuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik.

§

4

Slotbepalingen

Artikel

5.4.1

Onze Minister wijst een vertaling aan van bijlage A bij de ADR of draagt zorg voor een vertaling en doet van de aanwijzing of wijze van bekendmaking van de vertaling mededeling in de Staatscourant.

Artikel

5.4.2

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

5.4.3

Dit besluit wordt aangehaald als: Vuurwerkbesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. P. Pronk
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

1

Voorschriften voor het opslaan, herverpakken en bewerken van consumentenvuurwerk, als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid, en voor het opslaan en bewerken van theatervuurwerk, als bedoeld in artikel 3A.2.1, tweede lid

Vervallen

Bijlage

2

Voorschriften voor het opslaan en bewerken van professioneel vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk, als bedoeld in artikel 3.2.1 of 3A.2.1

Vervallen

Bijlage

3

Veiligheidsafstanden als bedoeld in de artikelen 2.2.1, 3.2.1, 3A.2.1 en 4.2

Vervallen

Bijlage

1 Altijd in te vullen indien die onder de verantwoordelijkheid valt van de aangemelde instantie die de conformiteitsbeoordelingsprocedure uitvoert. Niet vereist voor conformiteitsbeoordelingsprocedures voor module G en H. Informatie moet worden verstrekt (indien bekend), indien een andere aangemelde instantie is betrokken.