Artikel
1.1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
wet: de Wet inburgering;
-
b.
inburgeringsdiploma: het diploma, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet;
-
c.
Kwaliteitscentrum examinering inburgering: de krachtens artikel 3.17, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;
-
d.
onderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 25 van de wet;
-
e.
Informatiesysteem Inburgering: het informatiesysteem, bedoeld in artikel 47 van de wet;
-
f.
Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen: het bestand, bedoeld in artikel 48 van de wet;
-
g.
potentiële inburgeringsplichtige: een persoon als bedoeld in artikel 48, eerste lid, tweede volzin, van de wet;
-
h.
rijksbijdrage: de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 52 van de wet;
-
i.
handhavingsbeschikking: de beschikking, bedoeld in artikel 26 van de wet, die niet tevens is gegeven op grond van artikel 22, tweede lid, van de wet;
-
j.
inburgeringsvoorziening: de inburgeringsvoorzieningen, bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2, van de wet, de Regeling inburgering allochtone vrouwen G31, de Regeling inburgering allochtone vrouwen niet-G31 en het extensieve deel van de Pilot inburgering allochtone vrouwen Taal Totaal;
-
k.
gecombineerde inburgeringsvoorziening: een inburgeringsvoorziening, gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet;
-
l.
lening: de lening, bedoeld in artikel 16 van de wet;
-
m.
prognose: de opgave van het college met betrekking tot:
-
1°.
het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;
-
2°.
het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;
-
3°.
het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;
-
4°.
het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;
-
5°.
het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;
-
1°.
-
n.
budget: het budget dat in het jaar waarop de prognoses betrekking hebben beschikbaar is voor de verstrekking aan gemeenten van de voorschotten op het prestatie-afhankelijke deel van de rijksbijdragen;
-
o.
inburgeringscursus: een door een cursusinstelling aangeboden cursus welke een inburgeringsplichtige in staat stelt mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven, teneinde het inburgeringsexamen te behalen.