Besluit van 5 december 2006 tot uitvoering en vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet inburgering (Besluit inburgering)

Besluit inburgering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet inburgering;

  • b.

    inburgeringsdiploma: het diploma, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet;

  • c.

    Kwaliteitscentrum examinering inburgering: de krachtens artikel 3.17, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;

  • d.

    onderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 25 van de wet;

  • e.

    Informatiesysteem Inburgering: het informatiesysteem, bedoeld in artikel 47 van de wet;

  • f.

    Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen: het bestand, bedoeld in artikel 48 van de wet;

  • g.

    potentiële inburgeringsplichtige: een persoon als bedoeld in artikel 48, eerste lid, tweede volzin, van de wet;

  • h.

    rijksbijdrage: de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 52 van de wet;

  • i.

    handhavingsbeschikking: de beschikking, bedoeld in artikel 26 van de wet, die niet tevens is gegeven op grond van artikel 22, tweede lid, van de wet;

  • j.

    inburgeringsvoorziening: de inburgeringsvoorzieningen, bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2, van de wet, de Regeling inburgering allochtone vrouwen G31, de Regeling inburgering allochtone vrouwen niet-G31 en het extensieve deel van de Pilot inburgering allochtone vrouwen Taal Totaal;

  • k.

    gecombineerde inburgeringsvoorziening: een inburgeringsvoorziening, gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet;

  • l.

    lening: de lening, bedoeld in artikel 16 van de wet;

  • m.

    prognose: de opgave van het college met betrekking tot:

    • 1°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    • 2°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    • 3°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    • 4°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    • 5°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

  • n.

    budget: het budget dat in het jaar waarop de prognoses betrekking hebben beschikbaar is voor de verstrekking aan gemeenten van de voorschotten op het prestatie-afhankelijke deel van de rijksbijdragen;

  • o.

    inburgeringscursus: een door een cursusinstelling aangeboden cursus welke een inburgeringsplichtige in staat stelt mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven, teneinde het inburgeringsexamen te behalen.

Hoofdstuk

2

Inburgeringsplicht

Afdeling

1

Inburgeringsplicht

Artikel

2.1

Artikel

2.2

Afdeling

2

Vrijstellingen

Artikel

2.3

Artikel

2.4

Artikel

2.5

Geheel vrijgesteld van de inburgeringsplicht is degene:

Afdeling

3

Verblijf in Nederland tijdens de leerplichtige leeftijd

Artikel

2.6

Afdeling

4

Vrijstelling bij evidente inburgering

Artikel

2.7

Afdeling

5

Ontheffing

Artikel

2.8

Afdeling

6

Niveau van kennis en vaardigheden

Artikel

2.9

Artikel

2.10

Afdeling

7

Verlenging van de termijn

Hoofdstuk

3

Inburgeringsexamen

Afdeling

1

Het inburgeringsexamen

§

1

Algemeen

Artikel

3.1

Artikel

3.2

Artikel

3.3

Artikel

3.5

Artikel

3.6

§

2

Inhoud van het inburgeringsexamen

Artikel

3.7

Artikel

3.8

Artikel

3.9

Artikel

3.10

§

3

Examencommissies en commissies van beroep

Artikel

3.11

Artikel

3.12

§

4

Kwaliteit van het inburgeringsexamen

Artikel

3.13

Bij regeling van Onze Minister worden normen voor de kwaliteit van de examinering vastgesteld die in ieder geval betrekking hebben op:

  • a.

    de afname van de examens;

  • b.

    de voorwaarden voor toelating tot de examens;

  • c.

    de deskundigheid van de examinatoren;

  • d.

    het vaststellen van de uitslag van de examens;

  • e.

    de waarborging van de kwaliteit van de examinering.

Afdeling

2

Aanwijzing exameninstellingen

Artikel

3.14

Artikel

3.15

Artikel

3.16

Afdeling

3

Toezicht op de exameninstellingen

§

1

Kwaliteitscentrum examinering inburgering

Artikel

3.17

Artikel

3.18

Artikel

3.19

Artikel

3.20

§

2

De uitvoering van het toezicht op de exameninstellingen

Artikel

3.21

Artikel

3.22

Artikel

3.23

Artikel

3.24

Het Kwaliteitscentrum examinering inburgering stelt een klachtenregeling vast inzake behandeling van klachten over gedragingen van personen die belast zijn met het uitoefenen van taken voor het Kwaliteitscentrum examinering inburgering.

Artikel

3.25

Artikel

3.26

Hoofdstuk

4

Faciliteiten

Afdeling

1

Lening

§

1

Vaststelling van de lening

Artikel

4.1

Artikel

4.2

Artikel

4.3

Artikel

4.4

§

2

Terugbetaling van de lening

Artikel

4.5

Artikel

4.6

Artikel

4.7

Artikel

4.8

Artikel

4.9

Indien de debiteur niet in staat is het overeenkomstig artikel 4.8 vastgestelde bedrag van de termijn te voldoen, kan hij bij de IB-Groep een aanvraag indienen om zijn draagkracht vast te stellen voor de resterende terugbetalingsperiode.

Artikel

4.11

Artikel

4.12

Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld omtrent verzuim, aanmaning en de invordering van de schuld.

Artikel

4.13

Artikel

4.14

§

3

Slotbepaling

Afdeling

2

Vergoeding

Artikel

4.17

Artikel

4.20

Artikel

4.21

Artikel

4.22

Afdeling

3

Gemeentelijk aanbod aan bijstands- en uitkeringsgerechtigden

Artikel

4.23

De socialezekerheidswetten en socialezekerheidsregelingen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zijn:

Afdeling

4

Gemeentelijk aanbod aan geestelijke bedienaren

Afdeling

5

Inburgeringsalternatief bij verval inburgeringsvoorziening

Artikel

4.25

Hoofdstuk

5

Handhaving

Afdeling

1

Oproepen van personen

Artikel

5.1

Artikel

5.2

Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop het aantal oudkomers wordt vastgesteld aan wie het college in een door Onze Minister te bepalen tijdvak een handhavingsbeschikking bekendmaakt.

Artikel

5.3

Afdeling

2

Termijnverlenging en ontheffing van de inburgeringsplicht

Artikel

5.4

Artikel

5.5

Hoofdstuk

6

Informatiebepalingen

Afdeling

1

Het informatiesysteem inburgering

Artikel

6.1

Artikel

6.2

Artikel

6.3

Afdeling

2

Het bestand potentiële inburgeringsplichtigen

Artikel

6.4

Artikel

6.5

Artikel

6.6

De IB-Groep verwijdert de gegevens van een in het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen opgenomen persoon, indien de betrokkene:

  • a.

    is overleden;

  • b.

    blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen of uit Nederland is vertrokken; of

  • c.

    in het Informatiesysteem Inburgering wordt opgenomen.

Artikel

6.7

Het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen wordt opgeheven op 1 januari 2057.

Afdeling

3

Overige bepalingen

Artikel

6.8

Met betrekking tot het Informatiesysteem Inburgering en het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen is de hoofddirectie van de IB-Groep de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel

6.9

Onder «college» wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk mede verstaan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar een persoon wiens gegevens in het Informatiesysteem Inburgering of het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen zijn opgenomen, woonplaats heeft in de zin van titel 3 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Hoofdstuk

7

Financiële bepalingen

Artikel

7.1

Artikel

7.2

Artikel

7.3

Artikel

7.4

Artikel

7.5

Artikel

7.6

Artikel

7.7

Artikel

7.8

Artikel

7.9

Artikel

7.10

Hoofdstuk

8

Wijziging van andere besluiten

Artikel

8.1

Wijzigt het Vreemdelingenbesluit 2000.

Artikel

8.2

Wijzigt het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

Artikel

8.3

Wijzigt het Besluit naturalisatietoets.

Hoofdstuk

9

Overgangs- en slotbepalingen

Afdeling

1

Overgangsbepalingen

Artikel

9.1

Artikel

9.2

Artikel

9.3

Artikel

9.4

Artikel

9.5

Artikel

9.6

Artikel

9.7

Wijzigt de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Kst. 30312).

Afdeling

2

Slotbepalingen

Artikel

9.8

Artikel

9.9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit inburgering.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
DeMinistervoorVreemdelingenzaken en Integratie, M. C. F.Verdonk
DeMinistervoorJustitie, E. M. H.Hirsch Ballin

Bijlage

bij artikel 6.1, tweede lid

Onderdelen a en h (inburgeringsplichtigen, gewezen inburgeringsplichtigen en personen ten aanzien van wie op redelijke gronden kan worden vermoed dat zij inburgeringsplichtig zijn)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdelen a en h, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

Persoonsgegevens

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • A-nummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • woonplaats;

  • geboortedatum;

  • geboorteplaats;

  • datum overlijden;

  • geslacht;

  • nationaliteit;

  • geboorteland / land van herkomst;

Voorts worden de volgende gegevens opgenomen, zoals deze bekend zijn bij Onze Minister:

  • gegevens inzake de aard van het verblijfdoel;

  • gegevens inzake het al dan niet rechtmatig verblijf in Nederland.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op de administratieve verwerking door het college van:

  • de vaststelling dat de betrokkene wel of niet inburgeringsplichtig is;

  • de vaststelling dat de betrokkene geestelijke bedienaar is;

  • de vaststelling dat de betrokkene oudkomer of nieuwe inburgeringsplichtige is;

  • de aanwezigheid van een vrijstelling van de inburgeringsplicht;

  • de aanwezigheid van een ontheffing van de inburgeringsplicht;

  • de aard van een ten aanzien van de betrokkene vastgestelde inburgeringsvoorziening;

  • een handhavingsbeschikking;

  • een verlenging van de inburgeringstermijn krachtens artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet;

  • een krachtens hoofdstuk 6, paragraaf 2, van de wet opgelegde bestuurlijke boete;

  • overige contactgegevens, waaronder in ieder geval emailadressen en telefoonnummers.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op de administratieve verwerking door de IB-Groep van:

  • een vrijstelling op grond van bij de IB-Groep bekende diploma’s, certificaten of andere documenten;

  • een lening;

  • het rekeningnummer voor automatische incasso in geval van lening;

  • financiële vertegenwoordiging;

  • wettelijke vertegenwoordiging;

  • de vergoeding, bedoeld in artikel 18 van de wet;

  • het inburgeringsexamen.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op:

  • de gemeente;

  • de exameninstelling;

  • de cursusinstelling.

Onderdeel b (andere dan de in onderdeel a bedoelde personen die deelnemen aan het inburgeringsexamen)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel b, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • A-nummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • woonplaats;

  • geboortedatum.

Verder worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op de administratieve verwerking door de IB-Groep van:

  • het inburgeringsexamen;

  • overige contactgegevens, waaronder in ieder geval emailadressen en telefoonnummers.

Onderdeel c (andere dan de in onderdeel a of b bedoelde personen, ten aanzien van wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld die toeleidt naar het inburgeringsexamen op grond van de Regeling inburgering allochtone vrouwen G31, de Regeling inburgering allochtone vrouwen niet-G31, de Pilot inburgering allochtone vrouwen Taal Totaal, de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid of de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel c, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • A-nummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • woonplaats;

  • geboortedatum;

  • geboorteplaats;

  • datum overlijden;

  • geslacht;

  • nationaliteit;

  • geboorteland/land van herkomst;

  • gegevens inzake vestiging in en vertrek uit Nederland;

Voorts worden opgenomen gegevens inzake het al dan niet rechtmatig verblijf in Nederland, zoals deze bekend zijn bij Onze Minister.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op de administratieve verwerking door het college van:

  • de aanwezigheid van een gedeeltelijke vrijstelling

  • de vaststelling dat de betrokkene geestelijke bedienaar is;

  • de aard van een ten aanzien van de betrokkene vastgestelde inburgeringsvoorziening;

  • overige contactgegevens, waaronder in ieder geval emailadressen en telefoonnummers.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op:

  • de gemeente;

  • de exameninstelling;

  • de cursusinstelling.

Voorts kunnen de volgende gegevens opgenomen:

  • de vaststelling dat een persoon aansluitend op de volledige leerplicht een opleiding volgt als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van de wet en dientengevolge niet inburgeringsplichtig is;

  • de vaststelling dat een persoon reeds in het bezit is van een diploma, certificaat of document als bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit inburgering.

Onderdeel d (partners van debiteuren als bedoeld in artikel 4.10 indien overeenkomstig dat artikel de draagkracht van de debiteur wordt bepaald)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel d, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • inkomensgegevens peiljaar;

  • draagkrachtgegevens;

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • woonplaats;

  • geboortedatum.

Onderdeel e (kinderen van debiteuren als bedoeld in artikel 4.10, indien overeenkomstig dat artikel de draagkracht van de debiteur wordt bepaald en van deze debiteur geen inkomensgegevens bij de rijksbelastingdienst bekend zijn)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel e, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • sociaal-fiscaal nummer;

  • A-nummer;

  • geboortedatum.

Onderdeel f (personen ten aanzien van wie is vastgesteld dat zij niet inburgeringsplichtig zijn)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel f, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • overige contactgegevens, waaronder in ieder geval emailadressen en telefoonnummers;

  • woonplaats;

  • geboortedatum;

  • geboorteplaats;

  • geslacht;

  • nationaliteit.

Voorts worden de volgende gegevens opgenomen, zoals deze bekend zijn bij Onze Minister:

  • gegevens inzake de aard van het verblijfsdoel;

  • gegevens inzake het al dan niet rechtmatig verblijf in Nederland.

Voorts worden gegevens opgenomen die betrekking hebben op de reden voor het ontbreken van de inburgeringsplicht.

Onderdeel g (personen waarvan is gebleken dat zij aansluitend op de volledige leerplicht een opleiding volgen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van de wet)

Ten aanzien van de in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel g, bedoelde personen worden de volgende gegevens opgenomen:

  • de vaststelling dat een persoon aansluitend op de volledige leerplicht een opleiding volgt als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van de wet en dientengevolge niet inburgeringsplichtig is;

  • sociaal-fiscaalnummer;

  • naamgegevens;

  • adresgegevens;

  • woonplaats;

  • geboortedatum;

  • geboorteplaats;

  • gegevens inzake de aard van het verblijfsdoel;

  • gegevens inzake het al dan niet rechtmatig verblijf in Nederland.