Besluit van 28 november 2006, houdende regels met betrekking tot de registratie van gegevens externe veiligheid inrichtingen, transportroutes en buisleidingen (Registratiebesluit externe veiligheid)

Registratiebesluit externe veiligheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 28 maart 2006, nr. DJZ2005203937, Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 24 mei 2006, nr. W08.06.0083/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 november 2006, nr. DJZ 2006290246, Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Paragraaf

2

Aanwijzing van inrichtingen, transportroutes en buisleidingen

Artikel

3

Als inrichtingen als bedoeld in artikel 12.12, tweede lid, van de wet worden aangewezen:

Artikel

4

Als inrichtingen als bedoeld in artikel 12.12, tweede lid, van de wet worden eveneens aangewezen:

  • a.

    inrichtingen waarop artikel 15, onderdeel b, van de Kernenergiewet van toepassing is;

  • b.

    inrichtingen, met uitzondering van in de territoriale zee gelegen inrichtingen, die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken en waarvan het plaatsgebonden risico hoger is dan 10-6 per jaar;

  • c.

    inrichtingen waar meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan niet in combinatie met het bewerken daarvan in de zin van het Vuurwerkbesluit;

  • d.

    inrichtingen waar professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit;

  • e.

    inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar meer dan 10 kg ontplofbare stoffen aanwezig is of meer dan 100 kg netto explosieve massa aan munitie aanwezig is, met uitzondering van volgens bijlage A van het ADR tot klasse 1.4 behorende patronen dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens met een kaliber van niet meer dan 13,2 mm;

  • f.

    inrichtingen waar meer dan 1000 kg distikstofoxide aanwezig is, niet zijnde inrichtingen die behoren tot een categorie als aangewezen bijlage I, onder 23.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

  • g.

    inrichtingen die worden gebruikt door de Nederlandse krijgsmacht of door een bondgenootschappelijke mogendheid voor zover buiten die inrichtingen ruimtelijke beperkingen gelden in verband met die inrichtingen.

Artikel

5

Als transportroutes als bedoeld in artikel 12.12, tweede lid, van de wet worden aangewezen transportroutes waarvan het plaatsgebonden risico voor wegen en spoorlijnen op de as van de transportroute, of voor vaarwegen op de oever, hoger is dan 10-6 per jaar.

Artikel

6

Artikel

7

Paragraaf

3

Inhoud van het register

Artikel

8

Het register bevat ten aanzien van inrichtingen, transportroutes en buisleidingen aangewezen ingevolge de artikelen 3 tot en met 6, eerste lid, en 7, eerste lid, slechts de volgende gegevens:

  • a.

    de geografische situering van de inrichtingen, transportroutes en buisleidingen, weergegeven met behulp van de coördinaten van het stelsel van de rijksdriehoeksmeting, bedoeld in artikel 52 van de Kadasterwet;

  • b.

    een aanduiding van het bevoegd gezag;

  • c.

    de ligging van de 10-6 per jaar contour van het plaatsgebonden risico en, indien beschikbaar, de 10-5 per jaar contour en de 10-8 per jaar contour van het plaatsgebonden risico, dan wel de afstanden die overeenkomen met deze waarden voor het plaatsgebonden risico indien deze afstanden door Onze Minister zijn voorgeschreven alsmede de veiligheidsafstanden die gelden voor inrichtingen als bedoeld in artikel 4, onderdelen c en g, en

  • d.

    de datum waarop de betreffende gegevens in het register laatstelijk zijn gewijzigd.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Onverminderd artikel 8 bevat het register ten aanzien van transportroutes aangewezen ingevolge artikel 5 en 7 tevens de volgende gegevens:

  • a.

    indien beschikbaar het groepsrisico van de transportroutes, uitgedrukt in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers per kilometer lengte van de transportroute en op de verticale as de cumulatieve kansen per jaar op ten minste dat aantal slachtoffers;

  • b.

    de eventuele naam of aanduiding waaronder de transportroutes bekend zijn.

Artikel

13

Onverminderd de artikelen 8 en 10, eerste lid, bevat het register een overzicht op een kaart waaruit de geografische ligging van de inrichtingen, transportroutes en buisleidingen waarover in het register gegevens zijn opgenomen blijkt. Op de kaart worden opgenomen de ligging van de 10-6 per jaar contour van het plaatsgebonden risico, en indien beschikbaar, de 10-5 per jaar contour en de 10-8 per jaar contour van het plaatsgebonden risico als bedoeld in artikel 8, onderdeel c, alsmede de afstanden die gelden voor inrichtingen als bedoeld in artikel 4, onderdelen c en g.

Artikel

14

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gegevens die het register bevat en de verdere inrichting en vorm van het register.

Paragraaf

4

Termijnen voor de verstrekking van gegevens aan het RIVM

Artikel

15

Artikel

16

Paragraaf

5

Overige bepalingen

Artikel

17

Onze Minister kan gegevens als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 12 aanwijzen die uitsluitend zijn in te zien bij het bevoegd gezag. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop toegang kan worden verkregen tot de aangewezen gegevens.

Artikel

18

Voor het vervaardigen van afschriften van in het register opgenomen gegevens wordt een vergoeding in rekening gebracht die wordt berekend volgens de normen van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur.

Artikel

19

Wijzigt het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Artikel

20

Wijzigt het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.

Paragraaf

6

Slotbepalingen

Artikel

21

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

22

Dit besluit wordt aangehaald als: Registratiebesluit externe veiligheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin