Besluit van 26 februari 2011 tot vaststelling van het besluit voorkoming dubbele belasting tussen de belastingstelsels van het in Europa gelegen deel van het land Nederland en het in het Caribische gebied gelegen deel van het land Nederland (Belastingregeling voor het land Nederland)

Belastingregeling voor het land Nederland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 november 2010, nr. AFP 2010/556;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 december 2010, nr. W06.10.0528/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 10 februari 2011, nr. AFP 2010/679 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit besluit, tenzij de context anders vereist:

  • a.

    betekent de uitdrukking heffingsgebieden: Nederland en de BES eilanden;

  • b.

    betekent de uitdrukking heffingsgebied: Nederland of de BES eilanden al naar de context vereist;

  • c.

    betekent de uitdrukking Nederland: het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk, met inbegrip van de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voor zover deze grenst aan de territoriale zee in Nederland;

  • d.

    betekent de uitdrukking BES eilanden: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met daaronder begrepen, met inachtneming van de Rijkswet tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba, het buiten de territoriale zee van de BES eilanden gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk daar op grond van het internationale recht ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine rechten mag uitoefenen, alsmede de in, op of boven dat gebied aanwezige installaties en andere inrichtingen ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen in dat gebied;

  • e.

    betekent de uitdrukking persoon: een natuurlijk persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;

  • f.

    betekent de uitdrukking lichaam: elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;

  • g.

    is de uitdrukking onderneming van toepassing op de uitoefening van een bedrijf;

  • h.

    omvat de uitdrukking uitoefening van een bedrijf mede de uitoefening van een vrij beroep en van andere werkzaamheden van zelfstandige aard;

  • i.

    betekenen de uitdrukkingen onderneming van een van de heffingsgebieden en onderneming van het andere heffingsgebied: een onderneming gedreven door een inwoner van Nederland of van de BES eilanden onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van het andere heffingsgebied;

  • j.

    betekent de uitdrukking internationaal verkeer: alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming van een van de heffingsgebieden, behalve wanneer het schip of het luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die binnen één heffingsgebied zijn gelegen;

  • k.

    betekent de uitdrukking pensioenfonds: een fonds dat als zodanig is erkend en onder toezicht staat volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in het heffingsgebied waarvan het fonds inwoner is;

  • l.

    betekent de uitdrukking Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de BES eilanden.

Artikel

1.2

Toepassingsbereik

Dit besluit is van toepassing op personen die inwoner zijn van Nederland of van de BES eilanden.

Artikel

1.3

Belastingen waarop het besluit van toepassing is

Dit besluit is van toepassing op:

  • a.

    in Nederland:

    • 1°.

      de inkomstenbelasting;

    • 2°.

      de loonbelasting;

    • 3°.

      de vennootschapsbelasting, daaronder begrepen het aandeel van de Regering in de nettowinsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnbouwwet;

    • 4°.

      de dividendbelasting;

  • b.

    op de BES eilanden:

    • 1°.

      de inkomstenbelasting;

    • 2°.

      de loonbelasting;

    • 3°.

      de vastgoedbelasting;

    • 4°.

      de opbrengstbelasting;

    • 5°.

      het aandeel van de Regering in de nettowinsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnwet BES, het Mijnbesluit BES of de Petroleumwet Saba Bank BES.

Artikel

1.4

Inwoner

Artikel

1.5

Vaste inrichting

Hoofdstuk

II

Belastingheffing naar het inkomen

Artikel

2.1

Inkomsten uit onroerende zaken

Artikel

2.2

Winst uit onderneming

Artikel

2.3

Zee- en luchtvaart

Artikel

2.4

Dividenden

Artikel

2.5

Vermogenswinsten

Artikel

2.6

Inkomsten uit dienstbetrekking

Artikel

2.7

Bestuurders- en commissarissenbeloningen

Beloningen verkregen door een inwoner van een van de heffingsgebieden in zijn hoedanigheid van lid van de raad van beheer, van bestuurder of van commissaris van een lichaam dat inwoner is van het andere heffingsgebied mogen volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat andere heffingsgebied worden belast.

Artikel

2.8

Artiesten en sportbeoefenaars

Artikel

2.9

Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsuitkeringen en alimentatie-uitkeringen

Artikel

2.10

Overheidsfuncties

Artikel

2.11

Studenten

Bedragen die een student of een voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde persoon – het verkrijgen van bedrijfs- of beroepservaring daaronder begrepen – die inwoner is, of onmiddellijk vóór zijn verblijf in een van de heffingsgebieden inwoner was van het andere heffingsgebied en die uitsluitend voor zijn studie of opleiding in het eerstbedoelde heffingsgebied verblijft, ontvangt ten behoeve van zijn onderhoud, studie of opleiding, worden niet belast volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat heffingsgebied, voor zover die bedragen afkomstig zijn uit bronnen buiten dat heffingsgebied.

Artikel

2.12

Overige inkomsten

Hoofdstuk

III

Wijze waarop dubbele belasting wordt vermeden

Artikel

3.1

Vermijding van dubbele belasting

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

4.1

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011 om 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.

Artikel

4.2

Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Belastingregeling voor het land Nederland.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten