Besluit van 9 december 2014, houdende regels inzake de langdurige zorg (Besluit langdurige zorg)

Besluit langdurige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 oktober 2014, kenmerk 673059-126985-WJZ;
Gelet op de artikelen 2.1.1, vierde en vijfde lid, 2.2.1, tweede lid, 3.1.1, tweede lid, 3.1.3, eerste en tweede lid, 3.2.1, vierde en vijfde lid, 3.2.3, vijfde lid, 3.2.5, eerste en tweede lid, 3.2.6, eerste en tweede lid, 3.3.2, achtste lid, 3.3.3, eerste, vijfde en zesde lid, 3.3.5, tweede en vierde lid, 4.1.1, vierde en zesde lid, 4.2.4, tweede, derde en vierde lid, 5.1.4, 7.1.2, derde en vijfde lid, 8.1.1, tweede lid, 10.1.4, eerste lid, 11.1.4, eerste lid, en 12.4.8, eerste en tweede lid, van de Wet langdurige zorg, artikel 60, tweede en derde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, artikel 2 en 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 91 van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 1, tweede lid, 5, tweede lid, en 6 van de Wet toelating zorginstellingen, artikel 1, tweede lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, artikel 11, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, artikel 2, tweede lid, van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, artikel 8.1.8, tweede lid, van de Jeugdwet, artikel 2.1.4, vierde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de artikelen 6.16 en 6.25 van de Wet inkomstenbelasting 2001, artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 54 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 11, zevende lid, van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 13 van de Wegenverkeerswet, artikel 29, derde lid, van de Mededingingswet, artikel 2, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen, artikel 70c van de Woningwet, artikel 11, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, artikel 29, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 38a, van het Wetboek van Strafrecht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 november 2014, No. W13.14.0367/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 2014, kenmerk 697545-130582;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

De verzekerden

Artikel

2.1.1

Artikel

2.1.2

Artikel

2.1.4

Hoofdstuk

3

De inhoud van de verzekering

§

1

Het verzekerde pakket en het recht op zorg

Artikel

3.1.1

Artikel

3.1.2

Artikel

3.1.3

Artikel

3.1.4

Artikel

3.1.5

De verzekerde heeft geen recht op zorg ingevolge de wet indien hij:

  • a.

    krachtens zijn zorgverzekering recht heeft op verpleging en verzorging als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, of artikel 2.12, van het Besluit zorgverzekering, die noodzakelijk is in verband met palliatief terminale zorg, tenzij die zorg wordt verleend als voortzetting van zorg ingevolge de wet;

  • b.

    minderjarig is en krachtens zijn zorgverzekering recht heeft op de verzorging vanwege complexe somatische problematiek of vanwege een lichamelijke handicap als bedoeld in artikel 2.10, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering;

  • c.

    minderjarig is en in verband met een verstandelijke beperking is aangewezen op zorg en ondersteuning in een veilige en vertrouwde leef- en woonomgeving, gericht op opvoeding en het waar mogelijk deelnemen aan het maatschappelijk leven zoals bedoeld in het zorgprofiel voor wonen met begeleiding en verzorging.

§

2

Bepalingen over indicatiebesluiten

Artikel

3.2.1

Artikel

3.2.2

Artikel

3.2.3

Indien de verzekerde is aangewezen op zorg, vermeldt het indicatiebesluit:

  • a.

    de resultaten van het voorbereidend onderzoek, bedoeld in artikel 3.2.2, eerste lid;

  • b.

    aandoeningen, beperkingen, stoornissen of handicaps als gevolg waarvan hij op de zorg is aangewezen;

  • c.

    het zorgprofiel waarop hij is aangewezen;

  • d.

    dit onderdeel is nog niet in werking getreden.

  • e.

    voorwaarden en beperkingen die aan het geïndiceerde recht op zorg verbonden zijn;

  • f.

    de datum met ingang waarvan hij recht heeft op zorg; en

  • g.

    de geldigheidsduur van het indicatiebesluit.

Artikel

3.2.4

Artikel

3.2.5

Een indicatiebesluit geldt voor onbepaalde tijd, tenzij het indicatiebesluit behoort tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie indicatiebesluiten waarvoor de geldigheidsduur wordt vastgesteld door het CIZ binnen de door deze regeling gestelde maximumduur.

§

3.1

Eigen bijdrage algemeen

Artikel

3.3.1.1

Artikel

3.3.1.2

Artikel

3.3.1.3

Artikel

3.3.1.4

Artikel

3.3.1.5

Artikel

3.3.1.6

Artikel

3.3.1.7

§

3.2

Eigen bijdrage voor zorg met verblijf in een instelling, volledig pakket thuis en persoonsgebonden budget

Artikel

3.3.2.1

Artikel

3.3.2.2

Artikel

3.3.2.3

Artikel

3.3.2.4

Artikel

3.3.2.5

Artikel

3.3.2.6

Artikel

3.3.2.7

Artikel

3.3.2.8

Artikel

3.3.2.9

§

3.3

Eigen bijdrage voor modulair pakket thuis

Artikel

3.3.3.1

Artikel

3.3.3.2

Artikel

3.3.3.3

Artikel

3.3.3.4

§

4

Wachttijd

Artikel

3.4.1

Degene die, komend van buiten Nederland, in Nederland is gaan wonen en als gevolg daarvan verzekerd is geworden in de zin van de wet, heeft gedurende de eerste twaalf maanden na het tijdstip waarop hij zich in Nederland heeft gevestigd, geen recht op zorg indien hij op dat tijdstip reeds op de desbetreffende zorg is aangewezen, dan wel indien de gezondheidstoestand van betrokkene kennelijk moest doen verwachten, dat hij binnen een half jaar op de desbetreffende zorg zou zijn aangewezen.

Artikel

3.4.2

Artikel

3.4.3

De artikelen 3.4.1 en 3.4.2 zijn niet van toepassing op:

§

5

Zorg in natura

Artikel

3.5.1

In een besluit tot het verlenen van een modulair pakket thuis, drukt de Wlz-uitvoerder het recht op zorg van de verzekerde uit in modules, die bij ministeriële regeling per zorgprofiel worden vastgesteld.

Artikel

3.5.2

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de berekening van de maximumkosten van een modulair pakket thuis, bedoeld in artikel 3.3.2, vierde lid, onderdeel b, van de wet en over de bestanddelen van de kosten die daarbij buiten beschouwing dienen te blijven.

Artikel

3.5.3

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aanvraag, de verlening of de weigering van een modulair pakket thuis of een volledig pakket thuis.

§

6

Persoonsgebonden budget

Artikel

3.6.1

Een persoonsgebonden budget wordt per kalenderjaar verstrekt.

Artikel

3.6.2

Artikel

3.6.3

Een persoonsgebonden budget bedraagt ten hoogste een bij ministeriële regeling bepalen bedrag. Bij deze regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de:

  • a.

    vermindering van het bedrag voor de bestanddelen behandeling, kapitaallasten, kosten voor verblijf of andere bestanddelen,

  • b.

    vermeerdering van het bedrag voor verzekerden die wonen in een kleinschalig wooninitiatief als bedoeld in artikel 3.1.3, tweede lid,

  • c.

    de hoogte van het bedrag indien de verzekerde naast het persoonsgebonden budget ook een modulair pakket thuis ontvangt of wenst te ontvangen.

Artikel

3.6.4

Artikel

3.6.5

Artikel

3.6.6

Artikel

3.6.7

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld in het belang van een goede uitvoering van het persoonsgebonden budget. Deze regels kunnen mede betrekking hebben op:

  • a.

    de hulp van een vertegenwoordiger en beperkingen aan de kring van vertegenwoordigers,

  • c.

    de inhoud, intrekking en wijziging van de beschikking tot verlening en van de beschikking tot vaststelling van het persoonsgebonden budget,

  • d.

    de verantwoording en de controle,

  • e.

    het budgetplan,

  • f.

    de uitvoering door de Sociale verzekeringsbank van het budgetbeheer, de werkgeverstaken daaronder begrepen.

§

7

Levering buiten Nederland

Artikel

3.7.1

Artikel

3.7.2

Hoofdstuk

4

De wlz-uitvoerders

§

1

De aan- en afmelding en de statuten

Artikel

4.1.1

Artikel

4.1.2

§

2

Regels ten behoeve van de aanwijzing, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz

Artikel

4.2.1

Artikel

4.2.2

§

3

Uitbestedingsverbod

Hoofdstuk

5

Het het Zorginstituut en het CIZ

§

1

Zorginstituut

Artikel

5.1.1

§

2

Neventaken CIZ

Artikel

5.2.1

Artikel

5.2.2

Artikel

5.2.3

Het verbod op mandaatverlening, bedoeld in artikel 7.1.2, vierde lid, van de wet, geldt niet voor door Onze Minister aangewezen organisaties die voor 1 januari 2015 experimenten uitvoerden met regelarme indicatiestelling.

Hoofdstuk

6

Zorgplanbespreking

Artikel

6.1.1

Bij de bespreking, bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de wet, tussen de zorgaanbieder en de verzekerde die zijn zorg geleverd wenst te krijgen in natura over de wijze waarop de verzekerde zijn leven wenst in te richten en de ondersteuning die de verzekerde daarbij van de zorgaanbieder zal ontvangen, wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

  • a.

    zeggenschap van de verzekerde over de inrichting van zijn leven, waaronder de betrokkenheid van mantelzorgers en vrijwilligers;

  • b.

    de mogelijkheid om dagelijks te douchen, tijdige hulp bij toiletgang en het tijdig verwisselen van incontinentiemateriaal;

  • c.

    voldoende en gezonde voeding en drinken;

  • d.

    een schone en verzorgde leefruimte;

  • e.

    een respectvolle bejegening, passend bij de eigenheid van de verzekerde, en een veilige en aangename leefsfeer;

  • f.

    mogelijkheden voor de verzekerde tot het beleven van en leven overeenkomstig zijn godsdienst of levensovertuiging;

  • g.

    een zinvolle daginvulling en beweging;

  • h.

    de mogelijkheid om dagelijks in de buitenlucht te verkeren; en

  • i.

    ontwikkeling en ontplooiing van de verzekerde waaronder, in geval van deelname aan onderwijs, afstemming met de school waar verzekerde is aangemeld of toegelaten.

Hoofdstuk

7

Overige bepalingen

Artikel

7.1.1

Hoofdstuk

8

Aanpassing van andere algemene maatregelen van bestuur

§

1

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel

8.1.1

Wijzigt het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

Artikel

8.1.2

Wijzigt het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG.

Artikel

8.1.3

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

8.1.4

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit artikel 1, tweede lid, Kwaliteitswet zorginstellingen, enz.

Artikel

8.1.5

Wijzigt het Besluit zorgverzekering.

Artikel

8.1.6

Wijzigt het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg.

Artikel

8.1.7

Wijzigt het Aanpassingsbesluit Zorgverzekeringswet.

Artikel

8.1.8

Wijzigt het Besluit Jeugdwet.

Artikel

8.1.9

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

§

2

Financiën

Artikel

8.2.2

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001.

§

3

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel

8.3.1

Wijzigt het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999.

Artikel

8.3.2

Wijzigt het Besluit Wfsv.

Artikel

8.3.3

Wijzigt het Besluit SUWI.

Artikel

8.3.4

Wijzigt het Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998.

Artikel

8.3.5

Wijzigt het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken.

Artikel

8.3.6

Wijzigt het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.

§

4

Veiligheid en Justitie

Artikel

8.4.1

Wijzigt het Interimbesluit forensische zorg.

Artikel

8.4.2

Wijzigt het Reglement verpleging ter beschikking gestelden.

Artikel

8.4.3

Wijzigt de Penitentiaire maatregel.

Artikel

8.4.4

Wijzigt het Vrijstellingsbesluit Wbp.

§

5

Wonen en Rijksdienst

Artikel

8.5.1

Wijzigt het Besluit op de huurtoeslag.

§

6

Defensie

Artikel

8.6.1

Wijzigt het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen.

Artikel

8.6.2

Wijzigt het Besluit bijzondere militaire pensioenen.

§

7

Infrastructuur en Milieu

Artikel

8.7.1

Wijzigt het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

§

8

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel

8.8.1

Wijzigt het Besluit Bibob.

§

9

Economische Zaken

Artikel

8.9.1

Wijzigt het Besluit tijdelijke verruiming toepassingsbereik concentratietoezicht op ondernemingen die zorg verlenen.

Hoofdstuk

9

Innovatie

[GERESERVEERD]

Hoofdstuk

10

Slotbepalingen

Artikel

10.9

Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2016/484.

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

10.10

Artikel

10.11

Bij ministeriële regeling kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van dit besluit nadere regels worden gesteld met betrekking tot de in dit besluit geregelde onderwerpen.

Artikel

10.12

Artikel

10.13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit langdurige zorg.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten