Wet van 7 november 2018, houdende regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)

Wet toezicht trustkantoren 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren te herzien, door een uitbreiding van de normen inzake de integere en beheerste bedrijfsvoering van trustkantoren, een aanscherping van de verplichtingen inzake het verrichten van cliëntenonderzoek en het uitbreiden van het instrumentarium voor toezicht en handhaving, en daartoe de Wet toezicht trustkantoren te vervangen, ten einde de integriteit van het financiële stelsel in Nederland te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Hoofdstuk

2

Vergunningen

Artikel

2

Overdraagbaarheid van vergunningen

Vergunningen en ontheffingen, verleend ingevolge deze wet, zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.

Artikel

3

Verbod op trustdienstverlening zonder vergunning

Artikel

3a

Verbod optreden als doorstroomvennootschap

Artikel

4

Trustkantoor in aangewezen staat

Artikel

5

Vrijstelling en ontheffing

Artikel

6

Vergunning

Artikel

7

Intrekken of wijzigen van een vergunning

Artikel

8

Wijzigingen in de gegevens van een trustkantoor

Artikel

9

Het register

Hoofdstuk

3

Integere en beheerste bedrijfsvoering

Artikel

10

Betrouwbaarheid en geschiktheid

Artikel

11

Twee dagelijks beleidsbepalers

Artikel

12

Feitelijke zeggenschapsstructuur

Artikel

13

Rechtsvorm trustkantoor

Artikel

14

Integere en beheerste bedrijfsvoering

Artikel

15

Compliance- en auditfunctie

Artikel

16

Uitbesteding van werkzaamheden

Artikel

17

Verbod op combinatie trustdiensten en belastingadvies

Het is een trustkantoor met zetel in Nederland verboden om trustdiensten te verlenen aan een cliënt die uitvoering geven aan belastingadvies dat aan deze cliënt is verstrekt door het trustkantoor of door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep als het trustkantoor.

Artikel

18

Periodieke rapportage

Artikel

19

Zorgplicht derdengelden

Een trustkantoor met zetel in Nederland treft met betrekking tot gelden of geldswaarden van doelvennootschappen of derden die door het trustkantoor worden beheerd, maatregelen om de rechten van die doelvennootschappen of derden te beschermen.

Artikel

20

Incidenten

Artikel

21

Buitenlandse trustkantoren en bijkantoren

Hoofdstuk

4

Cliëntenonderzoek

§

4.1

Algemene bepalingen cliëntenonderzoek

Artikel

22

Cliëntenonderzoek bij trustdienstverlening

Een trustkantoor verricht ter beheersing van integriteitrisico’s onderzoek zoals voorgeschreven in dit hoofdstuk indien:

  • a.

    het trustkantoor een zakelijke relatie aangaat;

  • b.

    het trustkantoor een trustdienst verleent;

  • c.

    er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme;

  • d.

    het trustkantoor twijfelt aan de juistheid of volledigheid van eerder verkregen gegevens;

  • e.

    het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft;

  • f.

    er, gelet op de staat waarin een cliënt of doelvennootschap woonachtig of gevestigd is, een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat.

Artikel

23

Verbod op vroegtijdige dienstverlening

Artikel

23a

Verbod op dienstverlening bij betrokkenheid bepaalde landen

Artikel

25

Onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende

Het op grond van dit hoofdstuk vaststellen van een uiteindelijk belanghebbende houdt in ieder geval in dat een trustkantoor:

  • a.

    zoveel mogelijk met zekerheid alle uiteindelijk belanghebbenden identificeert;

  • b.

    de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden verifieert; en

  • c.

    de aard en omvang van het uiteindelijk belang van de uiteindelijk belanghebbende verifieert.

Artikel

26

Onderzoek naar integriteitrisico’s bij dienstverlening

§

4.2

Cliëntenonderzoek per trustdienst

Artikel

27

Cliëntenonderzoek bij trustdienst a en b

Artikel

28

Cliëntenonderzoek bij trustdienst c

Artikel

29

Cliëntenonderzoek bij trustdienst d

Artikel

30

Cliëntenonderzoek bij andere trustdiensten

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het cliëntenonderzoek voor het verrichten van een andere dienst als bedoeld in onderdeel e van de begripsomschrijving van trustdienst.

§

4.3

Cliëntenonderzoek bij trusts of personenvennootschappen

Artikel

31

Bijzondere voorschriften bij trusts en andere juridische constructies

Artikel

32

Cliënt is een vennoot

Indien een cliënt optreedt als vennoot van een personenvennootschap strekt het cliëntenonderzoek zich tevens uit tot de personenvennootschap, waarbij overeenkomstige toepassing wordt gegeven aan de artikelen 27, derde lid, 28, derde lid, 29, tweede lid, 30, tweede lid, en 34. Het cliëntenonderzoek stelt het trustkantoor in dat geval eveneens in staat om vast te stellen of de natuurlijke persoon die de vennoten in de personenvennootschap vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en, in voorkomend geval, om die persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren.

§

4.4

Cliëntenonderzoek bij hoger risico

Artikel

33

Verscherpt cliëntenonderzoek

Artikel

34

Politiek prominente personen

Artikel

35

Complexe en ongebruikelijke transacties

Een trustkantoor neemt redelijke maatregelen om alle complexe en ongebruikelijk grote transacties en alle ongebruikelijke transactiepatronen die geen duidelijk economisch of rechtmatig doel hebben te onderzoeken en onderwerpt de gehele zakelijke relatie met de cliënt in dat geval aan een verscherpte controle.

Artikel

36

Hoogrisico derde landen

Vervallen

Hoofdstuk

5

Vastlegging

Artikel

37

Vastlegging cliëntenonderzoek

Artikel

38

Vastlegging gegevens trustkantoor

Een trustkantoor houdt de volgende gegevens met betrekking tot de eigen organisatie actueel en op een overzichtelijke wijze te allen tijde beschikbaar:

  • a.

    een uittreksel van de inschrijving van het trustkantoor in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en een actueel overzicht van de personen die het beleid van het trustkantoor bepalen of mede bepalen, met vermelding van volledige naam, adres en woonplaats;

  • b.

    een overzicht van houders van een gekwalificeerde deelneming in het trustkantoor, met vermelding van volledige naam, adres, woonplaats en omvang van de gehouden deelneming;

  • c.

    een afschrift van de statuten van het trustkantoor;

  • d.

    een overzicht van de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur en zeggenschapsverhoudingen van het trustkantoor en van de groep waartoe het trustkantoor behoort;

  • e.

    een structuuroverzicht van de groep waartoe het trustkantoor behoort;

  • f.

    de vastgestelde jaarrekeningen over de afgelopen drie boekjaren dan wel de voorlopige jaarcijfers indien een jaarrekening nog niet is vastgesteld;

  • g.

    het beleid, bedoeld in artikel 14;

  • h.

    de overeenkomsten, bedoeld in artikel 16;

  • i.

    de vastlegging van incidenten, bedoeld in artikel 20, derde lid; en

  • j.

    de bescheiden, bedoeld in artikel 39, tweede lid.

Artikel

39

Dienstverleningsdossier

Artikel

40

Verwerking persoonsgegevens

Hoofdstuk

6

Toezicht en handhaving

§

6.1

Toezicht op de naleving en inlichtingenbevoegdheid van de Nederlandsche Bank

Artikel

41

Handhaving

Artikel

42

Toezicht op de naleving

Artikel

44

Inlichten Financiële inlichtingen eenheid

Indien de personen, bedoeld in artikel 42, eerste lid, bij de uitoefening van hun taak feiten ontdekken die kunnen duiden op witwassen of financieren van terrorisme, licht de Nederlandsche Bank de Financiële inlichtingen eenheid in, voor zover de gegevens of inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van de wettelijke taken van de Financiële inlichtingen eenheid.

Artikel

45

Inlichtingenbevoegdheid internationaal

Artikel

46

Samenwerking met Europese toezichthouders

De Nederlandsche Bank werkt samen met de toezichthoudende instanties van andere lidstaten, voor zover dat voor de vervulling van haar taak op grond van deze wet of de vervulling van de taken van die instanties nodig is.

§

6.2

Handhavingsbevoegdheden

Artikel

47

Aanwijzing

De Nederlandsche Bank kan een ieder die niet voldoet aan een ingevolge deze wet op hem rustende verplichting een aanwijzing geven om binnen een door de Nederlandsche Bank gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven onderwerpen een bepaalde gedragslijn te volgen.

Artikel

48

Last onder dwangsom en bestuurlijke boete

Artikel

49

Hoogte bestuurlijke boete

Artikel

50

Omzetgerelateerde boete

Artikel

51

Voordeelgerelateerde boete

De Nederlandsche Bank kan in afwijking van artikel 49 een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.

Artikel

52

Schorsende werking betalingsverplichting

Artikel

53

Verbod beleidsbepalende functie

Artikel

54

Curator

Hoofdstuk

7

Geheimhouding en publicatie

§

7.1

Geheimhoudingsplicht

Artikel

55

Geheimhouding

Artikel

56

Informatieuitwisseling

Artikel

57

Informatieuitwisseling Sanctiewet 1977

Artikel

58

Informatieuitwisseling AFM

Artikel

58a

Informatie-uitwisseling opsporing, parlement en Algemene Rekenkamer

§

7.2

Publicatie

Artikel

59

Openbaarmaking overtreding

Artikel

60

Belangenafweging openbaarmaking

De Nederlandsche Bank maakt op grond van artikel 59 geen gegevens openbaar, voor zover:

  • a.

    die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en bekendmaking van zijn persoonsgegevens onevenredig zou zijn;

  • b.

    betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;

  • c.

    een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de Nederlandsche Bank naar mogelijke overtredingen zou worden ondermijnd;

  • d.

    de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht; of

  • e.

    openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen.

Artikel

61

Publicatie formele maatregel

Artikel

62

Uitzonderingen publicatieplicht

Artikel

63

Besluit tot openbaarmaking

Artikel

64

Regels omtrent openbaarmaking

Artikel

65

Vroegtijdige openbaarmaking

Artikel

66

Voorlopige voorziening

Hoofdstuk

8

Overige bepalingen

Artikel

67

Opleiding

Artikel

68

Informatie uitwisseling trustkantoren

Artikel

69

Evaluatie

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Hoofdstuk

9

Overgangs- en slotbepalingen

§

9.1

Overgangsbepalingen

Artikel

70

Vergunningen

Artikel

72

Toetsingen

Artikel

73

Omzetting rechtsvorm

Trustkantoren met zetel in Nederland, die over een vergunning als bedoeld in artikel 70, eerste lid, beschikken, voldoen binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan artikel 13.

Artikel

74

Cliëntenonderzoek

Ten aanzien van cliënten waarnaar reeds cliëntenonderzoek is verricht op grond van de Wet toezicht trustkantoren, verricht een trustkantoor het cliëntenonderzoek, bedoeld in hoofdstuk 4, op het eerste moment dat door de cliënt contact wordt opgenomen met het trustkantoor of zoveel eerder als het trustkantoor, met inachtneming van de aan het type cliënt, doelvennootschap, zakelijke relatie, of trustdienst verbonden integriteitrisico, aanleiding vindt om het cliëntenonderzoek te doen plaatsvinden.

Artikel

75

Overtredingen

Op overtredingen die hebben plaatsgevonden en zijn beëindigd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven de hoofdstukken 7, 7a en 8 van de Wet toezicht trustkantoren van toepassing zoals die luidden onmiddellijk voor het in werking treden van deze wet. Paragraaf 7.2 van deze wet is niet van toepassing op die overtredingen.

Artikel

76

Wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn

Een wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij besluit van Onze Minister van Financiën, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

§

9.2

Wijziging andere wetten

§

9.3

Slotbepalingen

Artikel

83

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

84

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht trustkantoren 2018.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus