Wet van 19 juni 2024 tot regels omtrent gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden)

Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijk kader te scheppen voor de gezamenlijke verwerking van gegevens door bepaalde samenwerkingsverbanden ten behoeve van een doelstelling van zwaarwegend algemeen belang en daarbij de nodige waarborgen op te nemen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • bijzondere categorieën van persoonsgegevens: de categorieën van persoonsgegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • deelnemers: als deelnemers van een samenwerkingsverband aangewezen overheidsinstanties, overheidsorganen en private partijen als bedoeld in artikel 1.3;

  • geautomatiseerde gegevensanalyse: bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van analyse van persoonsgegevens die worden verricht zonder menselijke tussenkomst;

  • gegevens: persoonsgegevens en andere gegevens;

  • handhavingsknelpunt: door de deelnemers van een Regionaal Informatie- en Expertisecentrum aangewezen personen, groepen van personen, gebieden of branches, waarover bij de deelnemers van een Regionaal Informatie- en Expertisecentrum dusdanige aanwijzingen zijn dat de vigerende wet- en regelgeving structureel niet wordt nageleefd, dat dit duidt op verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit;

  • persoonsgegevens van strafrechtelijke aard: persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

  • samenwerkingsverband: verband van deelnemers die gezamenlijk gegevens verwerken voor een bij of krachtens deze wet vastgestelde doelstelling van zwaarwegend algemeen belang;

  • signaal: melding van een of meer deelnemers in een samenwerkingsverband dat bepaalde gedragingen of situaties betreffende natuurlijke personen, rechtspersonen of fenomenen aanleiding kunnen zijn om ten behoeve van het doel van het samenwerkingsverband gezamenlijk gegevens te verwerken;

  • sturingsinformatie: gegevens betreffende natuurlijke personen, rechtspersonen of fenomenen, inhoudende een eerste vermoeden dat sprake is van onrechtmatige activiteiten, of voornemens daartoe, op de bestrijding waarvan het samenwerkingsverband is gericht, met inbegrip van de onderliggende gegevens uit een risicoanalyse, ten behoeve van de uitvoering van publiekrechtelijke taken of uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden.

Artikel

1.2

Reikwijdte

Artikel

1.3

Deelnemers

Artikel

1.4

Gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid

Artikel

1.5

Verstrekking aan het samenwerkingsverband

Artikel

1.6

Verwerking binnen het samenwerkingsverband

Artikel

1.7

Verstrekking van de resultaten aan deelnemers en derden

Artikel

1.8

Waarborgen

Artikel

1.9

Bijzondere waarborgen inzake geautomatiseerde gegevensanalyse

Artikel

1.10

Auditbepaling

Artikel

1.11

Geheimhouding

Artikel

1.12

Jaarverslag

Hoofdstuk

2

Bepalingen inzake specifieke samenwerkingsverbanden

Paragraaf

2.1

Financieel Expertisecentrum (FEC)

Artikel

2.1

Aanwijzing

Als samenwerkingsverband in de zin van deze wet wordt aangewezen het Financieel Expertisecentrum.

Artikel

2.2

Doel

Artikel

2.3

Deelnemers

Artikel

2.4

Verstrekking van gegevens aan het samenwerkingsverband

Artikel

2.5

Activiteiten

Artikel

2.6

Signalenoverleg

Artikel

2.7

Gegevensanalyse

Artikel

2.8

Verstrekking van het resultaat

Paragraaf

2.2

Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV)

Artikel

2.9

Aanwijzing

Als samenwerkingsverband in de zin van deze wet wordt aangewezen de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen.

Artikel

2.10

Doel

Met het oog op het in kaart brengen van onverklaarbaar of crimineel vermogen, het bestrijden van witwas- of fraudeconstructies, het kunnen innen van overheidsvorderingen die oninbaar dreigen te worden en het uitoefenen van toezicht op de goede werking van de markt, verwerkt de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen in opdracht van een of meer deelnemers gegevens voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden van de deelnemers.

Artikel

2.11

Deelnemers

Artikel

2.12

Verstrekking van gegevens aan het samenwerkingsverband

Artikel

2.13

Activiteiten

De Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen kan de ontvangen gegevens op verzoek van een of meer deelnemers al dan niet met behulp van geautomatiseerde gegevensanalyse verwerken om:

  • a.

    een rapportage op te stellen die een overzicht geeft van het vermogen en inkomsten van een of meer natuurlijke of rechtspersonen (iRVI),

  • b.

    een rapportage op te stellen over de financieel-zakelijke relaties rondom natuurlijke of rechtspersonen (iRR),

  • c.

    een geanonimiseerde rapportage op te stellen die aan de hand van vooraf vastgestelde indicatoren en gegevens over bepaalde gepseudonimiseerde natuurlijke personen of rechtspersonen een ontwikkeling of trend in een bepaalde regio of met betrekking tot een bepaald fenomeen weergeeft teneinde inzicht te krijgen in problematiek met betrekking tot het in artikel 2.10 vastgelegde doel (iRT NN);

  • d.

    op basis van een rapportage als bedoeld onder c een rapportage als bedoeld onder a of b op te stellen (iRT compact).

Artikel

2.14

Delegatiegrondslag

Artikel

2.15

Verstrekking van het resultaat

Paragraaf

2.3

De Regionale Informatie- en Expertisecentra

Artikel

2.16

Aanwijzing

Artikel

2.17

Doel

De Regionale Informatie- en Expertisecentra verwerken uitsluitend gegevens voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van de wettelijke taken en bevoegdheden van de deelnemers op het terrein van strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en fiscaalrechtelijke handhaving in het belang van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit.

Artikel

2.18

Activiteiten

Artikel

2.19

Deelnemers

Artikel

2.20

Onderlinge gegevensuitwisseling

Artikel

2.21

Verwerking bijzondere categorieën van persoonsgegevens en burgerservicenummer

Artikel

2.22

Verstrekking van gegevens aan het samenwerkingsverband

Artikel

2.23

Grondslag verwerken gegevens voor activiteiten

Paragraaf

2.4

Zorg- en Veiligheidshuizen

Artikel

2.24

Aanwijzing

Artikel

2.25

Doel

De Zorg- en Veiligheidshuizen verwerken bij de behandeling van complexe casuïstiek uitsluitend gegevens ten aanzien van een betrokkene voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening, afstemming en coördinatie van de inzet van de wettelijke taken en bevoegdheden waarmee de deelnemers zijn belast en daaraan gerelateerde noodzakelijke werkzaamheden op het terrein van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving alsmede begeleiding en zorg- en hulpverlening in het belang van het voorkomen, verminderen en bestrijden van criminaliteit en ernstige overlast en het voorkomen en verminderen van onveilige situaties voor personen of binnen een gebied.

Artikel

2.26

Activiteiten

De Zorg- en Veiligheidshuizen verrichten met het oog op het doel, bedoeld in artikel 2.25, de volgende activiteiten:

  • a.

    het voeren van casusoverleggen, waarbij betrokken deelnemers afspraken maken over interventies die ten aanzien van een betrokkene worden ingezet, de uitvoering, evaluatie en zo nodig het bijstellen van die afspraken alsmede overleggen over afsluiting van de casus, ten behoeve van het bepalen en uitvoeren van een gezamenlijke strategie voor de uitoefening van de wettelijke taken en bevoegdheden waarmee de deelnemers zijn belast alsmede daaraan gerelateerde noodzakelijke werkzaamheden die worden verricht door de deelnemers;

  • b.

    het vaststellen van lijsten met geprioriteerde casussen ten behoeve van het bepalen en uitvoeren van een gezamenlijke strategie voor de uitoefening van de wettelijke taken en bevoegdheden waarmee de deelnemers zijn belast alsmede daaraan gerelateerde noodzakelijke werkzaamheden die worden verricht door de deelnemers.

Artikel

2.27

Deelnemers

Artikel

2.28

Onderlinge gegevensuitwisseling

Artikel

2.29

Verwerking bijzondere categorieën van persoonsgegevens en burgerservicenummer

Artikel

2.30

Verstrekking van gegevens aan het samenwerkingsverband

Artikel

2.31

Grondslag activiteit casusoverleg

Artikel

2.32

Grondslag activiteit lijst geprioriteerde casussen

Hoofdstuk

3

Overige samenwerkingsverbanden

Artikel

3.1

Aanwijzing samenwerkingsverbanden bij algemene maatregel van bestuur

Artikel

3.2

Delegatiegrondslag

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:

  • a.

    de aanwijzing van overheidsinstanties en overheidsorganen als deelnemer;

  • b.

    de aanwijzing van private partijen als deelnemer, onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 1.3, derde lid;

  • c.

    de te verstrekken categorieën van gegevens;

  • d.

    de grondslagen voor gezamenlijke verwerking van gegevens en de activiteiten die het samenwerkingsverband verricht, waaronder geautomatiseerde gegevensanalyse;

  • e.

    de verstrekking van resultaten aan derden overeenkomstig artikel 1.7, tweede lid.

Hoofdstuk

4

Wijziging van andere wetten

Artikel

4.10

Wijziging Pensioenwet

Wijzigt de Pensioenwet.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.1

Evaluatiebepaling

Artikel

5.2

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

5.3

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius