Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 oktober 2020, 2020 000119847, tot vaststelling van de derde, vierde en vijfde tranche van een tijdelijke subsidieregeling tot tegemoetkoming in de loonkosten teneinde de werkgelegenheid onder buitengewone omstandigheden te behouden en voorbereidingen op de nieuwe economische situatie te laten plaatsvinden (Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid)

Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepaling

Artikel

2

Inleidende bepaling

Artikel

3

Doel van de subsidie

Het doel van deze regeling is om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste een per tranche verschillend minimumpercentage, gedurende een periode van drie maanden, vanwege een vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend, voor zover geen winst of bonussen worden uitgekeerd of eigen aandelen worden aangekocht, zodat werkgevers zoveel mogelijk werknemers in dienst kunnen houden en werkgevers zich samen met de werknemers kunnen voorbereiden op en aanpassen aan de nieuwe economische situatie.

Artikel

4

Omzetperiode

Artikel

5

Omzetdaling

Artikel

6

Afwijking van bepalen omzetdaling op niveau concern of groep

Artikel

7

Aanvraag van de subsidieverlening

Artikel

8

Verlening van de subsidie

Artikel

9

Voorschot

Artikel

10

Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidieverlening geweigerd, indien of voor zover:

Artikel

12

Verplichtingen

Aan de werkgever aan wie subsidie wordt verleend, worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de werkgever is verplicht de subsidie uitsluitend aan te wenden voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, met dien verstande dat de subsidie in ieder geval wordt aangewend voor de betaling van loonkosten;

  • b.

    de werkgever is verplicht de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden, of bij het ontbreken daarvan, de werknemers te informeren over de subsidieverlening;

  • c.

    de werkgever is verplicht zich in te spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing;

  • d.

    de werkgever is verplicht zich in te spannen om bij te dragen aan de begeleiding naar ander werk voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst eindigt of van wie hij het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst te beëindigen of niet voort te zetten;

  • e.

    indien de werkgever tijdens de subsidieperiode van een tranche, waarvoor hij subsidie heeft aangevraagd, een verzoek om toestemming doet om de arbeidsovereenkomst van één of meer werknemers op te zeggen op grond van artikel 669, derde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is hij verplicht om in die subsidieperiode contact op te nemen met UWV voor ondersteuning bij de begeleiding naar ander werk;

  • f.

    de werkgever voert een zodanig controleerbare administratie dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en verleent desgevraagd tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage in deze administratie;

  • g.

    de werkgever doet de loonaangifte op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 op de voorgeschreven momenten;

  • h.

    de werkgever meldt onverwijld en schriftelijk aan de Minister indien zich omstandigheden voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie;

  • i.

    de werkgever overlegt na afloop van de periode waarover subsidie is verleend een definitieve opgave van de omzetdaling in de omzetperiode; en

  • j.

    de werkgever werkt tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de Minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de Minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het nemen van een besluit over het verstrekken van de subsidie, de vaststelling van de rechtmatigheid daarvan, of de ontwikkeling van het beleid van de Minister.

Artikel

13

Verplichting overleggen accountantsverklaring

Artikel

14

Verplichting niet uitkeren dividenden en bonussen

Hoofdstuk

2

Derde tranche

Artikel

15

Voorwaarden voor subsidieverlening

De Minister kan op grond van dit hoofdstuk aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 20%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020.

Artikel

16

Hoogte van de subsidie

Artikel

17

Berekening van de hoogte van het bedrag van de subsidieverlening

De hoogte van het bedrag van de subsidieverlening is de uitkomst van:

A* x B x 3 x 1,4 x 0,8

Hierbij staat:

A* voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling;

B voor de loonsom, zoals berekend op grond van artikel 16, eerste tot en met vierde lid.

Hoofdstuk

3

Vierde tranche

Artikel

18

Voorwaarden voor subsidieverlening

De Minister kan op grond van dit hoofdstuk aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 mei 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 30%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021.

Artikel

19

Hoogte van de subsidie

Artikel

20

Berekening van de hoogte van het bedrag van de subsidieverlening

De hoogte van het bedrag van de subsidieverlening is de uitkomst van:

A* x B x 3 x 1,4 x 0,7

Hierbij staat:

A* voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling;

B voor de loonsom, zoals berekend op grond van artikel 19, eerste tot en met vierde lid.

Hoofdstuk

4

Vijfde tranche

Artikel

21

Voorwaarden voor subsidieverlening

De Minister kan op grond van dit hoofdstuk aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 april 2021 tot en met 31 augustus 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 30%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.

Artikel

22

Hoogte van de subsidie

Artikel

23

Berekening van de hoogte van het bedrag van de subsidieverlening

De hoogte van het bedrag van de subsidieverlening is de uitkomst van:

A* x B x 3 x 1,4 x 0,6

Hierbij staat:

A* voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling;

B voor de loonsom, zoals berekend op grond van artikel 22, eerste tot en met vierde lid.

Hoofdstuk

5

Subsidievaststelling

Artikel

24

Subsidievaststelling

Artikel

26

Wijziging subsidievaststelling

Onverminderd artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht kan de Minister de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de werkgever wijzigen, indien de werkgever door zijn handelen of nalaten tijdens of na de periode waarover hij subsidie heeft ontvangen geacht wordt niet te hebben voldaan aan het doel van deze regeling, bedoeld in artikel 3.

Artikel

27

Mandaat, volmacht en machtiging UWV en Inspectie SZW

Artikel

28

Financiering

Artikel

29

Verslag UWV

Artikel

30

Inwerkingtreding en vervaldatum

Artikel

31

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees