Besluit van 26 januari 2021, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet kansspelen op afstand (Besluit kansspelen op afstand)

Besluit kansspelen op afstand

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 3 juli 2020, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2962454;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 9 december 2020, no. W16.20.0229/II;
Gezien het nader rapport van de Minister voor Rechtsbescherming van 21 januari 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3171173;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aangewezen keuringsinstelling: een door Onze Minister aangewezen, geaccrediteerde instelling als bedoeld in artikel 31h, tweede lid, onder b, van de wet;

  • aanmelding: de aanmelding ter verkrijging van toegang tot de spelersinterface;

  • betaalinstrument: het gepersonaliseerd instrument of de gepersonaliseerde instrumenten of het geheel van procedures, overeengekomen tussen de vergunninghouder en een betaaldienstverlener, waarvan de vergunninghouder en de speler gebruik maken om een betaalopdracht te initiëren;

  • betalingstransactie: de door de vergunninghouder of speler geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd op of overgemaakt van of naar een speelrekening, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de vergunninghouder en de desbetreffende speler zijn;

  • burgerservicenummer: het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

  • concern: de economische eenheid waarin rechtspersonen, vennootschappen en natuurlijke personen organisatorisch zijn verbonden;

  • elektronische middelen: de elektronische middelen, met inbegrip van de controledatabank, bedoeld in artikel 5.3, die worden gebruikt bij het organiseren van kansspelen op afstand;

  • gekwalificeerde deelneming: een rechtstreeks of middellijk belang van ten minste tien procent van het geplaatste aandelenkapitaal of een daarmee vergelijkbaar belang, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van ten minste tien procent van de stemrechten of een daarmee vergelijkbare zeggenschap;

  • inschrijving: de inschrijving als speler, bedoeld in artikel 31k van de wet;

  • kansspel: een gelegenheid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de wet;

  • kansspelinterface: het geheel van elektronische communicatie waarmee de vergunninghouder de vergunde kansspelen aanbiedt;

  • lidstaat: staat die partij is bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • niet-kritiek onderdeel van het spelsysteem: een onderdeel van het spelsysteem dat in het systeem voor wijzigingsbeheer, bedoeld in artikel 4.41, niet is aangemerkt als kritiek voor de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van de vergunde kansspelen;

  • Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

  • raad van bestuur: de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33a van de wet;

  • register: het register, bedoeld in artikel 33h van de wet;

  • Richtlijn 2013/36/EU: Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176);

  • Richtlijn (EU) 2015/2366: Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337);

  • speelrekening: de door de vergunninghouder in zijn spelsysteem op naam van een speler aangehouden rekening met het speeltegoed van die speler, die uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van de deelname aan de vergunde kansspelen en die is te herleiden tot de persoon van die speler;

  • speelwinst: prijzen of premies als bedoeld in artikel 1, onder a, van de wet, behaald met deelname aan een vergund kansspel;

  • speler: degene die bij de vergunninghouder als speler is ingeschreven;

  • spelersinterface: het voor de speler na aanmelding toegankelijke gedeelte van de kansspelinterface;

  • spelersprofiel: de grenzen aan het speelgedrag, bedoeld in artikel 31k, tweede lid, onder c, van de wet;

  • spelsysteem: de organisatie, de werkwijze en de middelen, waaronder de elektronische middelen, die voor het organiseren van de vergunde kansspelen worden gebruikt;

  • sportwedstrijd: wedstrijd, georganiseerd door of onder auspiciën van de door het NOC*NSF erkende nationale sportorganisaties en hun geledingen, of door vergelijkbare internationale, al dan niet overkoepelende sportorganisaties, dan wel een andere wedstrijd van een sport die door het NOC*NSF als sport is aangemerkt;

  • tegenrekening: de op naam van een speler bij een in een lidstaat gevestigde kredietinstelling met een vergunning als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU of bij een in een lidstaat gevestigde betaaldienstverlener met een vergunning als bedoeld in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2015/2366 aangehouden rekening;

  • uiteindelijke belanghebbende: degene die daaronder wordt verstaan op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme;

  • vergund kansspel: een kansspel dat op grond van de vergunning op afstand wordt georganiseerd;

  • vergunning: een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand als bedoeld in artikel 31a van de wet;

  • vergunninghouder: de houder van een vergunning;

  • wervings- en reclameactiviteiten: iedere vorm van communicatie waarmee vergunninghouders, al dan niet met behulp van derden, direct of indirect hun diensten of goederen aanprijzen;

  • wet: de Wet op de kansspelen.

Hoofdstuk

2

De vergunning

Artikel

2.1

Artikel

2.2

De vergunning wordt verleend met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar.

Artikel

2.3

De vergunning kan slechts met schriftelijke toestemming van de raad van bestuur op een andere wijze dan door overdracht overgaan op een derde. Het bepaalde bij of krachtens artikel 31c van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

2.4

Artikel

2.5

Hoofdstuk

3

De vergunninghouder

Artikel

3.1

Artikel

3.2

De vergunninghouder beschikt te allen tijde over ten minste de volgende gegevens:

  • a.

    de identiteit en de antecedenten van zijn leidinggevenden, degenen die zijn beleid bepalen of mede bepalen en van de personen op sleutelposities;

  • b.

    de identiteit en de antecedenten van degenen die een gekwalificeerde deelneming houden in zijn onderneming en de omvang van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming;

  • c.

    de identiteit en de antecedenten van de uiteindelijke belanghebbende;

  • d.

    de identiteit van de onmiddellijke vermogensverschaffers, en

  • e.

    de formele en feitelijke organisatie-, financierings-, eigendoms- en zeggenschapsstructuur van het concern waartoe hij behoort.

Artikel

3.3

Artikel

3.4

Artikel

3.5

De vergunninghouder draagt er zorg voor dat zijn werknemers en anderen die bij de organisatie van de vergunde kansspelen betrokken zijn, voor zover dat relevant is voor de uitoefening van hun taken, bekend zijn met het bepaalde bij en krachtens de wet en het door hem gevoerde beleid, en in staat zijn die voorschriften en dat beleid goed en volledig uit te voeren.

Artikel

3.6

Hoofdstuk

4

De organisatie van kansspelen op afstand

Afdeling

1

Algemeen

Artikel

4.1

Artikel

4.2

Artikel

4.3

Artikel

4.4

Afdeling

2

Integriteitsbeleid

Paragraaf

1

Algemeen

Artikel

4.5

Artikel

4.6

De vergunninghouder vergewist zich van de betrouwbaarheid van de leidinggevenden in zijn organisatie, van de personen op sleutelposities en van de personen die bij het organiseren van de vergunde kansspelen met spelers in aanraking komen. Hij maakt een onderbouwde beoordeling van de betrouwbaarheid van die personen en besteedt daarbij in ieder geval bijzondere aandacht aan wetsovertredingen, mogelijke belangenverstrengeling en andere relaties met derden, die het vertrouwen in de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van de vergunde kansspelen kunnen schaden.

Paragraaf

2

Weddenschappen

Artikel

4.7

Artikel

4.8

Artikel

4.9

Afdeling

3

Inschrijving en aanmelding als speler

Artikel

4.10

De vergunninghouder schrijft uitsluitend natuurlijke personen als speler in.

Artikel

4.11

Artikel

4.12

Artikel

4.13

Artikel

4.14

Artikel

4.15

Artikel

4.16

Artikel

4.17

De vergunninghouder beëindigt de inschrijving in ieder geval, indien de speler daarom verzoekt, of niet of niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor inschrijving.

Artikel

4.18

Artikel

4.19

Artikel

4.20

Artikel

4.21

De schorsing van de mogelijkheid tot deelname aan de vergunde kansspelen heeft geen gevolgen voor de toegang van de speler tot de gegevens met betrekking tot diens speelrekening.

Artikel

4.22

De vergunninghouder beëindigt de mogelijkheid tot aanmelding bij beëindiging van de inschrijving van de speler.

Artikel

4.23

De vergunninghouder treft passende technische en organisatorische maatregelen ter voorkoming van doorlopende aanmelding en ongeautoriseerde aanmelding.

Artikel

4.24

Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inschrijving, de aanmelding en de deelname aan de vergunde kansspelen.

Afdeling

4

Betalingstransacties

Artikel

4.25

Artikel

4.26

Artikel

4.27

Artikel

4.28

Artikel

4.29

Artikel

4.30

Artikel

4.31

Artikel

4.32

De vergunninghouder registreert de betalingstransacties tussen hem en de speler en de door kansspelen waaraan die speler heeft deelgenomen op zodanige wijze dat:

Artikel

4.33

Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld met betrekking tot de betalingen tussen de vergunninghouder en de speler. Daarbij worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot:

  • a.

    de registratie van de betalingstransacties, bedoeld in artikel 4.32, en

  • b.

    de uitkering van prijzen in natura.

Afdeling

5

Consumentenbescherming

Artikel

4.34

Artikel

4.35

De vergunninghouder bedingt niet dat de tussen hem en de speler gesloten kansspelovereenkomst wordt beheerst door ander recht dan het Nederlandse recht, noch dat geschillen met betrekking tot die kansspelovereenkomst worden voorgelegd aan een andere rechter dan de Nederlandse rechter.

Artikel

4.36

De vergunninghouder onderhoudt een klantendienst die elektronisch en telefonisch kosteloos bereikbaar is op de tijden gedurende welke aan de vergunde kansspelen kan worden deelgenomen.

Artikel

4.37

Artikel

4.38

Artikel

4.39

Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld met betrekking tot deze afdeling. Daarbij kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door de vergunninghouder gehanteerde algemene voorwaarden.

Afdeling

6

Het spelsysteem

Artikel

4.40

De vergunninghouder draagt er voor zorg dat in zijn organisatie wordt ontwikkeld, toegepast en onderhouden:

  • a.

    een kwaliteitsmanagementsysteem dat voldoet aan de bij regeling van Onze Minister gestelde vereisten;

  • b.

    een informatiebeveiligingssysteem dat voldoet aan de bij regeling van Onze Minister gestelde vereisten, en

  • c.

    een systeem voor het beheer van de informatietechnologie en - communicatienetwerken dat voldoet aan de bij regeling van Onze Minister gestelde vereisten.

Artikel

4.41

Artikel

4.42

Artikel

4.43

Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere technische en operationele vereisten worden gesteld aan de veiligheid, vertrouwelijkheid, eerlijkheid, continuïteit, betrouwbaarheid, controleerbaarheid en geschiktheid van het spelsysteem.

Afdeling

7

De keuring van het spelsysteem

Paragraaf

1

De aangewezen keuringsinstellingen

Artikel

4.44

Artikel

4.45

Met de aanwijzing als keuringsinstelling wordt gelijkgesteld een aanwijzing of vergelijkbare beschikking afgegeven door een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat op basis van voorwaarden die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat wordt gewaarborgd met artikel 4.44, eerste lid. Artikel 4.44, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

4.46

Artikel

4.47

Artikel

4.48

Artikel

4.49

Paragraaf

2

Periodiciteit van de keuringen

Artikel

4.50

De vergunninghouder onderwerpt het gehele spelsysteem voor de ingebruikname daarvan aan de keuring door een aangewezen keuringsinstelling.

Artikel

4.51

Artikel

4.52

De vergunninghouder onderwerpt ieder onderdeel van het spelsysteem aan keuring door een aangewezen keuringsinstelling overeenkomstig de procedures, bedoeld in artikel 4.41, tweede lid, onder c.

Paragraaf

3

Uitvoering

Artikel

4.53

Artikel

4.54

Hoofdstuk

5

Toezicht en handhaving

Artikel

5.1

Artikel

5.2

Artikel

5.3

Artikel

5.4

Hoofdstuk

6

Wijziging andere besluiten

Artikel

6.1

Wijzigt het Kansspelenbesluit.

Artikel

6.2

Wijzigt het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.

Artikel

6.3

Wijzigt het Speelautomatenbesluit 2000.

Artikel

6.4

Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018.

Artikel

6.5

Wijzigt het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens.

Artikel

6.6

Wijzigt het Besluit politiegegevens.

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

7.1

Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot het verlenen van tijdelijke ontheffing door de raad van bestuur van het vereiste, bedoeld in artikel 31h, tweede lid, onder b, van de wet.

Artikel

7.2

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan en voor verschillende soorten kansspelen en verschillende vergunninghouders verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

7.3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kansspelen op afstand.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus