Besluit van 7 mei 2013, houdende regels ten aanzien van wervings- en reclameactiviteiten, alsmede het preventiebeleid van houders van een vergunning op grond van de Wet op de kansspelen (Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen)

Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 januari 2013, nr. 340031;
De Afdeling advisering van Raad van State gehoord (advies van 25 februari 2013, nr. W03.13.0005/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 april 2013, nr. 380347;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

  • c.

    raad van bestuur: de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33a van de wet;

  • d.

    vergunninghouders: houders van een vergunning op grond van de wet;

  • e.

    wervings- en reclameactiviteiten: iedere vorm van communicatie waarmee vergunninghouders, al dan niet met behulp van derden, direct of indirect hun diensten of goederen aanprijzen;

  • f.

    bonus: een goed of een dienst, waaronder gratis speeltegoed, aangeboden om spelers voor de vergunde kansspelen te werven of te behouden of om reclame voor die kansspelen te maken;

  • g.

    leidinggevenden:

    • 1º.

      de natuurlijke personen of de bestuurders van een rechtspersoon die de vergunning houden, of hun gevolmachtigden;

    • 2º.

      de natuurlijke personen die algemene leiding geven aan een onderneming waarin de vergunning in een of meer inrichtingen of op afstand wordt geëxploiteerd;

    • 3º.

      de natuurlijke personen die onmiddellijk leiding geven aan de bedrijfsvoering in een dergelijke onderneming of inrichting;

  • h.

    het register: het register, bedoeld in artikel 33h van de wet;

  • i.

    burgerservicenummer: het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

  • j.

    kansspelen op afstand: kansspelen als bedoeld in artikel 31a, eerste lid, van de wet;

  • k.

    speelautomatenhal: inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    speelcasino: inrichting als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de wet.

Hoofdstuk

2

Wervings- en reclameactiviteiten

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2ab

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

5

Hoofdstuk

3

Verslavingspreventie

Afdeling

1

Algemeen

Artikel

6

Afdeling

2

Kansspelen in speelautomatenhallen, speelcasino’s en op afstand

Paragraaf

1

Verslavingspreventiebeleid van de vergunninghouder

Artikel

7

Paragraaf

2

Informatie en voorzieningen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld met betrekking tot de door de houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino, tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal of tot het organiseren van kansspelen op afstand in het belang van verslavingspreventie te verstrekken informatie en te treffen maatregelen.

Paragraaf

3

Identificatie van spelers

Artikel

11

Artikel

12

De houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino of tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal kan een speler een unieke identificator toekennen ten behoeve van het verlenen van toegang tot dat speelcasino of die inrichting. In dat geval treft de vergunninghouder passende technische en organisatorische maatregelen ter voorkoming van het gebruik van de unieke identificator door anderen dan de speler aan wie deze is toegekend.

Paragraaf

4

Registratie en analyse van speelgedrag

Artikel

13

Artikel

14

Onverminderd artikel 13 registreert de houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand ten aanzien van iedere deelnemer aan de door hem georganiseerde kansspelen in ieder geval gegevens met betrekking tot:

Artikel

15

De analyse, bedoeld in de artikelen 27ja, 30v en 31m van de wet, is gericht op de vroegtijdige onderkenning van signalen die kunnen duiden op onmatige deelname aan de door de vergunninghouder georganiseerde kansspelen en risico’s op kansspelverslaving.

Artikel

16

Bij regeling van Onze Minister worden in het belang van verslavingspreventie nadere regels gesteld met betrekking tot de registratie van gegevens met betrekking tot het speelgedrag van de speler en de analyse daarvan.

Artikel

17

Paragraaf

5

Interventie in het speelgedrag

Artikel

18

Artikel

19

Paragraaf

6

Persoonsgegevens

Artikel

20

Afdeling

3

Het register

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Gegevens in het register worden namens de raad van bestuur slechts verwerkt door personen, voor zover die verwerking voor de uitvoering van de hen opgedragen taken noodzakelijk is en zij daartoe door de raad van bestuur zijn gemachtigd.

Artikel

24

Artikel

25

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

27

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

28

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten