Wet van 18 januari 1956, houdende nieuwe wettelijke voorschriften met betrekking tot de organisatie van de zorg voor de volksgezondheid

Gezondheidswet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe wettelijke voorschriften vast te stellen met betrekking tot de organisatie van de zorg voor de volksgezondheid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepaling

Artikel

1

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    "Onze Minister": Onze Minister, belast met de zaken betreffende de volksgezondheid;

  • b.

    "hoofdinspecteurs en inspecteurs":de hoofdinspecteurs en inspecteurs van het Staatstoezicht op de volksgezondheid;

  • c.

    "Provinciale Raad": de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid;

  • d.

    "provinciale kruisverenigingen": de provinciale verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid, die uitsluitend het behartigen of doen behartigen van wijkverpleging en andere sociaal-hygiënische zorg beogen en bij een nationale vereniging met gelijke doelstelling zijn aangesloten.

Hoofdstuk

II

De Nationale Raad voor de Volksgezondheid

§

1

Van de zetel en de taak

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

§

2

Van de samenstelling

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

§

3

Van de Kamers en de commissies

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

13a

Vervallen

§

4

Van de werkwijze

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

§

5

Van de vergoedingen

Artikel

20

Vervallen

Hoofdstuk

III

De Gezondheidsraad

Artikel

21

Artikel

22

De Gezondheidsraad heeft tot taak Onze Ministers en de beide kamers der Staten-Generaal voor te lichten over de stand der wetenschap ten aanzien van vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid door middel van het uitbrengen van rapporten.

Artikel

24

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid

Artikel

36

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Aan het hoofd van elk onderdeel van het Staatstoezicht staat een hoofdinspecteur. Hij neemt bij de vervulling van zijn taak de aanwijzingen van Onze Minister in acht.

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

De inspecteurs dienen aan Gedeputeerde Staten of aan Onze Commissaris in een provincie, aan de gemeenteraad, aan Burgemeester en Wethouders of aan de burgemeesters, van bericht en raad in daarvoor in aanmerking komende zaken, hun werkkring betreffende.

Artikel

42

Vervallen

Artikel

43

Artikel

44

Vervallen

Hoofdstuk

V

De Provinciale Raden voor de Volksgezondheid

§

1

Van de zetel en de taak

Artikel

45

Artikel

46

Vervallen

Artikel

47

De taak van de Provinciale Raad omvat in ieder geval:

  • a.

    het stimuleren van de gezondheidszorg binnen de provincie;

  • b.

    het bevorderen van de coördinatie van alle werkzaamheden, welke op het gebied van de volksgezondheid binnen de provincie worden verricht;

  • c.

    het uitbrengen van adviezen, onder meer omtrent de verdeling van rijkssubsidies en het bevorderen van het ter beschikking stellen van gelden en andere middelen ten behoeve van de gezondheidszorg;

  • d.

    het samenwerken met andere Provinciale Raden, indien deze samenwerking voor de gezondheidszorg dienstig is;

  • e.

    het verrichten van werkzaamheden ter bevordering van een doelmatig stelsel van voorzieningen voor gezondheidszorg in de provincie.

§

2

Van de samenstelling

Artikel

48

De samenstelling van de Provinciale Raad wordt zodanig geregeld, dat daarin in elk geval zitting hebben leden afkomstig uit de kringen van:

  • a.

    gemeentebesturen;

  • b.

    instellingen voor gezondheidszorg;

  • c.

    personen werkzaam op het terrein van de gezondheidszorg;

  • d.

    personen of organisaties, die de belangen van de gebruikers van voorzieningen voor gezondheidszorg in algemene zin behartigen;

  • e.

    verzekeringsinstellingen op het gebied van de gezondheidszorg;

  • f.

    instellingen voor maatschappelijke dienstverlening.

Artikel

49

§

3

Van de commissies

Artikel

50

§

4

Van het bureau

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

De Provinciale Raad stelt voor de directeur een instructie vast.

§

5

Van de werkwijze

Artikel

54

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders stellen de Provinciale Raad in kennis van alle ontwerpen van verordeningen, welke van belang zijn voor de volksgezondheid.

Artikel

57

Openbare lichamen en diensten, alsmede particuliere rechtspersonen en natuurlijke personen, die in de provincie op het gebied van de volksgezondheid werkzaam zijn, zijn desgevraagd gehouden aan de Provinciale Raad alle op de volksgezondheid betrekking hebbende inlichtingen te verstrekken, welke de Raad voor de juiste vervulling van zijn taak nodig oordeelt.

Artikel

58

De Provinciale Raad is desgevraagd gehouden aan de Hoofdinspecteurs en de inspecteurs alle gegevens en inlichtingen te verstrekken, welke zij voor de juiste vervulling van hun taak nodig achten.

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

De Provinciale Raad zendt jaarlijks voor 1 Juni een verslag van zijn werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar aan Onze Minister.

Hoofdstuk

VI

Geschillen

Artikel

61

Vervallen

Hoofdstuk

VII

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

62

Wij behouden Ons voor ter uitvoering van deze wet bij algemene maatregel van bestuur nadere regelen te stellen.

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Vervallen

Artikel

68

Vervallen

Artikel

69

Waar in enig wettelijk voorschrift wordt verwezen naar een artikel van de Gezondheidswet 1919, Stb. 784, wordt deze verwijzing geacht te geschieden naar de overeenkomstige bepalingen van de onderhavige wet.

Artikel

70

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, J. G. SUURHOFF.
De Minister van Justitie a.i., BEEL.