Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de invoering en inwerkingtreding te regelen van de Wet inkomstenbelasting 2001 en in verband daarmee enige wetten aan te passen alsmede het overgangsrecht te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Aanpassingen

Afdeling

A

Ministerie van Financiën

Artikel

III

Wet op de herkapitalisatie 1957

De Wet op de herkapitalisatie 1957 wordt ingetrokken.

Artikel

XI

Wet verruiming vervroegde afschrijving, investeringsaftrek en verliescompensatie

De wet van 29 augustus 1975 tot verruiming van de vervroegde afschrijving, de investeringsaftrek en de verliescompensatie in het belang van de werkgelegenheid (Stb. 467) wordt ingetrokken.

Afdeling

B

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Hoofdstuk

2

Overgangsrecht

Artikel

I

Overgangsrecht inkomstenbelasting

Artikel

II

Overgangsrecht loonbelasting

Artikel

III

Overgangsrecht omzetbelasting

Artikel

IV

Overgangsrecht vennootschapsbelasting

Artikel

VI

Overig overgangsrecht

A. Toepassing Wet op de inkomstenbelasting 1964 en Wet op de vermogensbelasting 1964 op belastingjaren vóór 2001

De Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964 blijven van toepassing met betrekking tot belastingjaren vóór 1 januari 2001.

B. Toepassing Algemene wet inzake rijksbelastingen en Invorderingswet 1990 op belastingaanslagen onder oud recht

De Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 zoals deze wetten luidden op 31 december 2000 blijven van toepassing op de belasting die is verschuldigd ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 1964 of de Wet op de vermogensbelasting 1964.

C. Toepassing regels omtrent aanpassing verkrijgingsprijs en vermindering conserverende aanslagen op aanslagen ter zake van vervreemdingen onder oud recht

Artikel 4.25, vierde en vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen zijn eveneens van toepassing op aanslagen bij de vaststelling waarvan artikel 20a, zesde lid, onderdeel i, onderscheidenlijk artikel 49, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 is toegepast.

Hoofdstuk

3

Slotbepalingen

Artikel

I

Nummering

Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister van Financiën de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet inkomstenbelasting 2001 met de nieuwe nummering van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet inkomstenbelasting 2001, bedoeld in artikel 11.2 van die wet, in overeenstemming.

Artikel

IA

Evaluatie

Artikel

II

Inwerkingtreding

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Justitie, A. H. Korthals