Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
wet: Meststoffenwet;
-
b.
perceel: aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond, dan wel het gedeelte daarvan behorend tot één bedrijf;
-
c.
produceren van dierlijke meststoffen: produceren van dierlijke meststoffen door het op een bedrijf houden of anderszins aanwezig hebben van dieren;
-
d.
landbouwer: natuurlijke persoon of rechtspersoon die, of samenwerkingsverband van natuurlijke personen of rechtspersonen dat enige vorm van landbouw uitoefent op een bedrijf;
-
e.
graasdieren: runderen, uitgezonderd vleeskalveren, schapen, geiten, paarden, ezels, Midden-Europese edelherten, damherten en waterbuffels;
-
f.
staldieren: andere dieren dan graasdieren;
-
g.
zuiveringsslib:
-
1°.
slib, dat geheel of in hoofdzaak afkomstig is van een installatie voor de zuivering van huishoudelijk, stedelijk, industrieel dan wel ander afvalwater van soortgelijke samenstelling als huishoudelijk, stedelijk en industrieel afvalwater; of
-
2°.
slib, dat geheel of in hoofdzaak afkomstig is van septictanks en andere installaties voor de verzameling, afvoer en behandeling van afvalwater met uitzondering van vet- en zandvangers;
-
1°.
-
h.
compost: product dat bestaat uit één of meer organische afvalstoffen die al dan niet met bodembestanddelen zijn gemengd en die met behulp van micro-organismen zijn afgebroken en omgezet tot een homogeen en zodanig stabiel eindproduct dat daarin alleen nog een langzame afbraak van humeuze verbindingen plaatsvindt en dat niet mede bestaat uit dierlijke meststoffen;
-
i.
intermediaire onderneming: onderneming, niet zijnde een bedrijf, in het kader waarvan dierlijke meststoffen, zuiveringsslib, compost of mengsels van zuiveringsslib en compost worden verhandeld of worden gebruikt;
-
j.
ondernemer: natuurlijke persoon of rechtspersoon die, of samenwerkingsverband van natuurlijke personen of rechtspersonen dat een onderneming voert;
-
k.
intermediair: ondernemer die een intermediaire onderneming voert;
-
l.
diervoeders: diervoeders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderwet diervoeders;
-
m.
vervoeren van meststoffen: elk feitelijk transporteren van meststoffen, het laden en lossen van deze meststoffen inbegrepen, met uitzondering van het feitelijk transporteren binnen een bedrijf;
-
n.
vracht meststoffen: hoeveelheid meststoffen die als eenheid in een afzonderlijk transportmiddel al dan niet met aanhanger wordt vervoerd;
-
o.
leverancier van meststoffen: landbouwer of ondernemer die meststoffen feitelijk overdraagt met het oogmerk de meststoffen buiten zijn bedrijf of onderneming te brengen;
-
p.
afnemer van meststoffen: degene die meststoffen feitelijk krijgt overgedragen;
-
q.
EEG-verordening: verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PbEG L 30);
-
r.
drijfmest: dierlijke meststoffen die verpompbaar zijn;
-
s.
apparatuur voor automatische gegevensregistratie: apparatuur waarmee de gegevens met betrekking tot een vracht meststoffen automatisch worden vastgelegd;
-
t.
satellietvolgapparatuur: apparatuur die met behulp van de door satellieten uitgezonden signalen automatisch de positie van een transportmiddel bepaalt;
-
u.
opslagruimte voor meststoffen: ruimte die in het kader van een bedrijf of een intermediaire onderneming wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt voor de opslag van meststoffen.