Artikel
1.1
Begripsbepalingen
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
–
biologisch diagnosticum: diergeneesmiddel dat is bereid uit of met behulp van micro-organismen of parasieten en dat al dan niet vermengd met andere substanties is bestemd voor gebruik ter onderkenning van een dierziekte, zoönose of ziekteverschijnsel of de immunologische status van dieren;
-
–
diergeneeskundige handeling: een van de volgende handelingen bij of met betrekking tot dieren:
-
1°.
het voorschrijven of uitvoeren van een behandeling of het onderzoeken van een dier, met het oog op het voorkomen, genezen, verzachten, onderkennen of opheffen van een aandoening, dierziekte, zoönose, ziekteverschijnsel, gebrek, of van in- of uitwendig letsel of pijn;
-
2°.
het voorschrijven of toepassen van een diergeneesmiddel of diervoeder met medicinale werking;
-
3°.
het voorschrijven of toepassen van een verdoving of bedwelming;
-
4°.
het verlenen van hulp met betrekking tot de geboorte of verwijdering van een vrucht;
-
5°.
het onvruchtbaar maken;
-
6°.
het winnen en overzetten van embryo’s of eicellen, en
-
7°.
het verrichten van lichamelijke ingrepen ter uitvoering van de handelingen, bedoeld in de onderdelen 1° tot en met 6°, alsmede andere lichamelijke ingrepen;
-
1°.
-
–
diergeneesmiddel: elke samenstelling van enkelvoudige of meervoudige substanties die:
-
1°.
op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als te beschikken over therapeutische of profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij dieren, of
-
2°.
bij dieren kan worden toegepast om:
-
a.
fysiologische functies te herstellen, te verbeteren of te wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen, of
-
b.
een medische diagnose te stellen;
-
a.
-
1°.
-
–
dierlijke producten: van dieren afkomstige producten, al dan niet bewerkt of verwerkt, en daarvan afgeleide producten, met inbegrip van levende producten als broedeieren, sperma, eicellen en embryo’s;
-
–
dierlijke bijproducten: niet voor menselijke consumptie geschikte dierlijke producten;
-
–
diervoeder: elke stof, elk product of elke samenstelling van stoffen of producten die bestemd is om te worden gebruikt voor voedering aan dieren, onverminderd de toepassing van een andersluidende definitie in een EU-verordening;
-
–
diervoeder met medicinale werking: elk mengsel van een diergeneesmiddel en een diervoeder dat vóór het in de handel brengen is bereid en is bestemd om als zodanig vanwege de therapeutische, profylactische of andere onder het begrip diergeneesmiddel bedoelde eigenschappen van het geneesmiddel aan dieren te worden toegediend;
-
–
entstof: diergeneesmiddel dat bereid is uit of met behulp van micro-organismen of parasieten en dat al dan niet vermengd met andere substanties, is bestemd voor gebruik ter voorkoming of genezing van een infectieziekte of een parasitaire ziekte bij dieren door actieve immunisatie;
-
–
EU-besluit: besluit als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
-
–
EU-rechtshandeling: EU-verordening, EU-richtlijn of EU-besluit;
-
–
EU-richtlijn: richtlijn als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
-
–
EU-verordening: verordening als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
-
–
homeopathisch diergeneesmiddel: diergeneesmiddel dat volgens een Europese Farmacopee of, bij ontstentenis daarvan, volgens een in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte officieel gebruikte farmacopee beschreven homeopathisch fabricageprocédé wordt verkregen uit een uit homeopathische grondstof bestaande substantie;
-
–
houder: eigenaar, houder of hoeder;
-
–
immunologisch diergeneesmiddel: diergeneesmiddel dat wordt toegediend om actieve of passieve immuniteit tot stand te brengen of de mate van immuniteit te bepalen;
-
–
kadavers: lichamen van dode dieren die niet worden verwerkt tot voor menselijke consumptie bestemde producten;
-
–
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
-
–
Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie gezamenlijk;
-
–
serum: diergeneesmiddel dat bereid is uit bloed of lymfe van dieren dan wel afkomstig is uit dierlijke producten en dat, al dan niet vermengd met andere substanties, is bestemd voor toepassing ter voorkoming of genezing van een infectieziekte of een parasitaire ziekte bij dieren door passieve immunisatie;
-
–
substantie: stof, of een mengsel van stoffen, van menselijke, dierlijke, plantaardige of chemische oorsprong, daaronder begrepen dieren, planten, delen van dieren of planten alsmede micro-organismen en virussen;
-
–
voormengsel voor diervoeder met medicinale werking: elk diergeneesmiddel dat van tevoren is bereid om later verwerkt te worden in diervoeders met medicinale werking;
-
–
ziekteverwekker: micro-organisme dat, onderscheidenlijk parasiet of andere biologische eenheid die, een dierziekte of zoönose kan veroorzaken.