Besluit van 16 november 2005 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten (Besluit Wfsv)

Besluit Wfsv

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 8 juli 2005, nr. SV/F&W/05/51635;
De Raad van State gehoord (advies van 19 augustus 2005, nr. W12.05.0324/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 14 november 2005, nr. SV/F&W/05/70630, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Hoofdstuk

2

Premies werknemersverzekeringen

§

1

Vaststelling premiepercentages sectorfondsen

Artikel

2.1

Begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    het sectorpremiepercentage: het percentage van het loon dat op grond van artikel 28, eerste lid, van de Wfsv wordt vastgesteld ter bepaling van het deel van de premie dat ten gunste komt van een sectorfonds;

  • b.

    de verzekerde loonsom: het totaalbedrag van het loon, bedoeld in artikel 26 van de Wfsv, waarover het UWV in een premiebetalingstijdvak ten gunste van een sectorfonds de in dat artikel bedoelde premies ontvangt, met uitzondering van de uitkeringen, de toeslag en het loon waarop artikel 28, tweede lid, van de Wfsv van toepassing is;

  • c.

    de ziekengeldlasten: de uitkeringen die op grond van artikel 104, eerste lid, onderdeel c, van de Wfsv ten laste van een sectorfonds komen alsmede de uitvoeringskosten met betrekking tot die uitkeringen en de op grond van enige wet over die uitkeringen door het UWV verschuldigde premies die niet op die uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht met uitzondering van hetgeen meer bedraagt dan het op grond van artikel 105, derde lid, van de Wfsv vastgestelde maximum;

  • d.

    de werkloosheidslasten: hetgeen op grond van artikel 104, eerste lid, van de Wfsv ten laste van een sectorfonds komt, met uitzondering van de ziekengeldlasten en hetgeen meer bedraagt dan het op grond van artikel 105, eerste lid, van de Wfsv vastgestelde maximum;

  • e.

    het lastenplafond: het percentage van de verzekerde loonsom waarin de werkloosheidslasten tot uitdrukking komen, dat op grond van artikel 105, eerste lid, van de Wfsv wordt vastgesteld als maximum;

  • f.

    het dekkingssaldo: het verschil tussen het feitelijke vermogen van een sectorfonds en de op grond van artikel 120, achtste lid, van de Wfsv aan te houden reserve.

Artikel

2.2

Wijze van vaststelling van het sectorpremiepercentage

Artikel

2.3

Vaststelling verschillende sectorpremiepercentages

Artikel

2.4

Vaststelling gemiddeld premiepercentage sectorfondsen

§

2

Premiedifferentiatie WAO

Artikel

2.5

Algemene begrippen

Artikel

2.6

Rekenpercentage

Artikel

2.7

Gemiddeld percentage

Artikel

2.8

Berekening opslag of korting grote werkgevers

Artikel

2.9

Berekening opslag of korting kleine werkgevers

Artikel

2.10

Overgang van onderneming

Artikel

2.11

Regres en premievermindering grote werkgevers

Artikel

2.12

Niet gedurende gehele berekeningstijdvak grote werkgever

Artikel

2.13

Premiepercentage startende grote werkgever

Artikel

2.14

Minimum- en maximumpremie

Artikel

2.15

Overgangsbepalingen

§

3

Eigenrisicodragen

Hoofdstuk

3

De financiering van de vrijwillige algemene ouderdomsverzekering en de vrijwillige nabestaandenverzekering

Artikel

3.1

Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

3.2

Mededeling SVB inzake premie

De SVB deelt de gewezen verzekerde, bedoeld in artikel 35 van de AOW, artikel 63a van de ANW, alsmede de verzekerde, bedoeld in artikel 38 van de AOW, bij beschikking op diens aanvraag tot gebruikmaking van de vrijwillige verzekering mee:

  • a.

    de hoogte van de verschuldigde premie;

  • b.

    de termijn waarbinnen de premie dient te worden betaald; en

  • c.

    de wijze waarop de betaling van de premie aan de SVB dient plaats te vinden.

Artikel

3.3

Vaststelling premie

Artikel

3.4

Voorlopige premievaststelling

Artikel

3.5

Premiebetaling

Artikel

3.7

Premiebetaling bij vrijwillige AOW-verzekering over achterliggende periode

Indien een verzekerde als bedoeld in artikel 38 van de AOW binnen drie maanden na de door de SVB gestelde termijn de verschuldigde AOW-premie niet geheel heeft betaald, wordt over een zodanig gedeelte van de periode, waarop de premiebetaling betrekking heeft, geacht AOW-premie te zijn betaald als de betaalde AOW-premie zich verhoudt tot de totaal verschuldigde AOW-premie. Daarbij wordt geacht AOW-premie te zijn betaald over de periode, welke het verst verwijderd ligt van het tijdstip van de aanvang van de verplichte verzekering.

Artikel

3.8

Vaststelling vrijwillige verzekeringsperiode na onvolledige betaling

Hoofdstuk

4

Uitvoeringskosten AWBZ

Artikel

4.1

Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Artikel

4.2

Vergoeding verstrekkingen op basis van werkelijke kosten

Het College zorgverzekeringen vergoedt uit het AFBZ jaarlijks aan de zorgverzekeraars de kosten van verstrekkingen en vergoedingen naar werkelijke kosten. Daarbij blijven onverantwoorde uitgaven buiten beschouwing, tenzij het College toezicht anders besluit.

Artikel

4.3

Macrobudget beheerskosten AWBZ

Onze Minister geeft het College zorgverzekeringen jaarlijks een aanwijzing terzake van het voor alle zorgverzekeraars, verbindingskantoren en het centraal administratiekantoor tezamen voor dat kalenderjaar ten laste van het AFBZ komende beheerskostenbudget.

Artikel

4.4

Uitkering zorgverzekeraar

Artikel

4.5

Uitkering verbindingskantoren en centraal administratiekantoor

Artikel

4.6

Reserve uitvoering AWBZ

De reserve uitvoering AWBZ, bedoeld in artikel 4.5, vijfde lid, ultimo enig jaar, bedraagt voor verbindingskantoren maximaal 20% en voor het centraal administratiekantoor maximaal 5% van het beheerskostenbudget voor dat jaar. Indien het College zorgverzekeringen vaststelt dat de reserve het gestelde maximum te boven gaat, stort het verbindingskantoor of het centraal administratiekantoor het door het College zorgverzekeringen vastgestelde bedrag van de overschrijding binnen vier weken in het AFBZ.

Artikel

4.7

Toezicht op opgaven

Het College toezicht is bevoegd opgaven en gegevens van een zorgverzekeraar, verbindingskantoor en het centraal administratiekantoor, die van invloed zijn op de omvang van de ten laste van het AFBZ beschikbare middelen en op de hoogte van de verstrekkingen en vergoedingen ingevolge dit hoofdstuk, op hun juistheid te beoordelen en te verbeteren.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.2

Intrekking algemene maatregelen van bestuur

Artikel

5.3

Inwerkingtreding

Artikel

5.4

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Wfsv.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F. Hoogervorst
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , H. A. L. van Hoof
De Staatssecretaris van Financiën , J. G. Wijn
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner