Wet van 3 december 2014, houdende regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg)

Wet langdurige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten te vervangen door een, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering voor langdurige zorg, waarin rekening wordt gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste decennia en die recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid van de burgers voor de wijze waarop zij hun leven inrichten, deelnemen aan het maatschappelijk leven, en de wijze waarop zij elkaar naar vermogen daarin bijstaan;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen en algemene bepalingen

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1.1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • ADL-woning: woning die deel uitmaakt van een aantal bij elkaar horende rolstoeldoorgankelijke woningen;

  • begeleiding: activiteiten waarmee een persoon wordt ondersteund bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven;

  • burgerservicenummer: het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

  • CAK: het CAK, genoemd in artikel 6.1.1;

  • CIZ: het CIZ, genoemd in artikel 7.1.1;

  • cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies, algemene ondersteuning en zorgbemiddeling die bijdraagt aan het tot gelding brengen van het recht op zorg in samenhang met dienstverlening op andere gebieden;

  • continentaal plat: de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de rijkswet instelling exclusieve economische zone, voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland;

  • dossier: de schriftelijk of elektronisch vastgelegde gegevens met betrekking tot de verlening van zorg aan een cliënt;

  • Fonds langdurige zorg: fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

  • indicatiebesluit: besluit van het CIZ waarbij beoordeeld wordt of en in welke omvang de verzekerde in aanmerking komt voor zorg;

  • inspecteur of ontvanger: de functionaris, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • instelling:

    • 1°.

      een organisatorisch verband dat zorg verleent;

    • 2°.

      een organisatorisch verband dat gevestigd is buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland en overeenkomstig de daar geldende wetgeving rechtmatig gezondheidszorg verstrekt als bedoeld bij of krachtens artikel 3.1.1;

  • mantelzorger: natuurlijke persoon die rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie zorg verleent zonder dat dit beroeps- of bedrijfsmatig geschiedt;

  • Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • persoonsgebonden budget: een subsidie waarmee de verzekerde onder de bij of krachtens artikel 3.3.3 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde voorwaarden aan hem te verlenen zorg kan inkopen;

  • persoonlijke verzorging: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid;

  • Nederland: het Europese deel van Nederland;

  • solistisch werkende zorgverlener: een zorgverlener die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een instelling beroepsmatig zorg verleent;

  • Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • verblijf: verblijf als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder a;

  • verpleging: handelingen, gericht op herstel of voorkoming van verergering van de aandoening, beperking of handicap;

  • verzekeraar: verzekeringsonderneming als bedoeld in richtlijn nr. 73/239/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringbranche en de uitoefening daarvan (PbEG L 228);

  • vreemdeling: vreemdeling als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000;

  • Wlz-uitvoerder: rechtspersoon die geen zorgverzekeraar is, die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 heeft aangemeld voor de uitvoering van deze wet, het zorgkantoor daaronder begrepen;

  • woningaanpassing: bouwkundige of woontechnische ingreep in of aan een woonruimte;

  • zorg: zorg en overige diensten als bedoeld in artikel 3.1.1;

  • zorg in natura: zorg, geleverd door zorgaanbieders op grond van schriftelijke overeenkomsten tussen zorgaanbieders en Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 4.2.2;

  • zorgaanbieder: een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener;

  • zorgautoriteit: de zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

  • Zorginstituut: het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

  • zorgkantoor: een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder;

  • zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen;

  • zorgverlener: een natuurlijke persoon die in persoon beroepsmatig zorg verleent;

  • zorgverzekeraar: een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet;

  • zorgverzekering: een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet.

Artikel

1.1.2

§

2

Algemene bepalingen

Artikel

1.2.1

Ingezetene in de zin van deze wet is degene, die in Nederland woont.

Artikel

1.2.2

Hoofdstuk

2

De verzekerden

§

1

De kring van verzekerden

Artikel

2.1.1

Artikel

2.1.2

Zo nodig in afwijking van artikel 2.1.1 en de daarop berustende bepalingen:

  • a.

    wordt als verzekerde aangemerkt de persoon van wie de verzekering op grond van deze wet voortvloeit uit de toepassing van bepalingen van een verdrag of van een besluit van een volkenrechtelijke organisatie;

  • b.

    wordt niet als verzekerde aangemerkt de persoon op wie op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie de wetgeving van een andere mogendheid van toepassing is.

Artikel

2.1.3

De Sociale verzekeringsbank stelt ambtshalve en, desgevraagd, op aanvraag vast of een natuurlijke persoon voldoet aan de bij of krachtens de artikelen 2.1.1 of 2.1.2 vastgestelde voorwaarden voor het verzekerd zijn ingevolge deze wet.

§

2

De inschrijving van verzekerden

Artikel

2.2.1

Hoofdstuk

3

De inhoud van de verzekering

§

1

De verzekerde zorg

Artikel

3.1.1

Artikel

3.1.2

Artikel

3.1.3

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Het recht op zorg en het tot gelding brengen van het recht

Artikel

3.2.1

Artikel

3.2.2

Artikel

3.2.3

Artikel

3.2.4

Het CIZ kan een indicatiebesluit herzien dan wel intrekken indien het CIZ vaststelt dat:

  • a.

    door de verzekerde of derden onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid, of

  • b.

    de verzekerde niet langer op de geïndiceerde zorg is aangewezen.

Artikel

3.2.5

Artikel

3.2.6

Artikel

3.2.8

§

3

De leveringsvormen

Artikel

3.3.1

Artikel

3.3.2

Artikel

3.3.3

Artikel

3.3.5

Artikel

3.3.6

Artikel

3.3.6a

Hoofdstuk

4

De Wlz-uitvoerders

§

1

De aan- en afmelding en de statuten

Artikel

4.1.1

Artikel

4.1.2

Artikel

4.1.3

Artikel

4.1.4

§

2

De taken van de Wlz-uitvoerder

Artikel

4.2.1

Artikel

4.2.2

Artikel

4.2.3

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld waarmee de zorg persoonsvolgend kan worden bekostigd.

Artikel

4.2.4

Artikel

4.2.5

De Wlz-uitvoerder is verplicht zijn werkzaamheden op een doelmatige wijze uit te voeren. Hij treft de nodige maatregelen ter voorkoming van de verstrekking van onnodige zorg en van uitgaven die hoger dan noodzakelijk zijn.

Artikel

4.2.6

§

3

Verslaglegging

Artikel

4.3.1

Artikel

4.3.2

Artikel

4.3.3

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

4

Overig

Hoofdstuk

5

Het Zorginstituut

§

1

Taken

Artikel

5.1.1

Artikel

5.1.2

Het Zorginstituut geeft aan Wlz-uitvoerders, aan zorgaanbieders en aan burgers voorlichting over de aard, inhoud en omvang van de zorg die tot het verzekerde pakket behoort.

Artikel

5.1.3

Artikel

5.1.3a

Artikel

5.1.4

Het Zorginstituut voert bij of krachtens algemene maatregel van bestuur genoemde werkzaamheden uit ten behoeve van de gezamenlijke zorg voor de instandhouding van het elektronische gegevensverkeer, bedoeld in artikel 9.1.6, eerste lid.

§

2

Planning, financiering en verslaglegging

Artikel

5.2.1

Vervallen

Artikel

5.2.2

Artikel

5.2.3

Hoofdstuk

6

Het CAK

§

1

Instelling en taak

Artikel

6.1.1

Artikel

6.1.2

Het CAK is belast met:

Artikel

6.1.3

§

2

Planning, financiering en verslaglegging

Artikel

6.2.1

Artikel

6.2.2

Artikel

6.2.3

In afwijking van artikel 29 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen behoeven wijzigingen in de bedragen die in de goedgekeurde begroting zijn opgenomen voor de beheerskosten geen goedkeuring van Onze Minister, mits:

  • a.

    de totale omvang van het in die begroting opgenomen bedrag voor beheerskosten geen wijziging ondergaat, en

  • b.

    de wijziging per groep van kostensoorten en baten, gerekend over het desbetreffende begrotingsjaar, een bedrag van vijf procent van het in artikel 6.2.2, eerste lid, bedoelde budget, voor zover dat betrekking heeft op beheerskosten, niet te boven gaat.

Artikel

6.2.5

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:

Artikel

6.2.6

Hoofdstuk

7

Het CIZ

§

1

Instelling en taak

Artikel

7.1.1

Artikel

7.1.2

Artikel

7.1.3

§

2

Planning, financiering en verslaglegging

Artikel

7.2.1

Artikel

7.2.2

Artikel

7.2.3

Hoofdstuk

8

Zeggenschap van de verzekerde over zijn leven

Artikel

8.1.1

Artikel

8.1.2

Artikel

8.1.3

Hoofdstuk

9

Informatiebepalingen

§

1

Verwerking van gegevens, waaronder bijzondere categorieën van persoonsgegevens

Artikel

9.1.1

Artikel

9.1.2

Artikel

9.1.3

Artikel

9.1.4

Artikel

9.1.5

Artikel

9.1.6

Artikel

9.1.7

§

2

Beleidsinformatie

Artikel

9.2.1

Hoofdstuk

10

Overige bepalingen

§

1

Innovatie, zorg voor bedreigde personen en ADL-assistentie

Artikel

10.1.1

Artikel

10.1.2

Artikel

10.1.3

Artikel

10.1.4

§

2

De invloed van de verzekering op het burgerlijk recht

Artikel

10.2.1

Bij de vaststelling van de schadevergoeding, waarop de verzekerde naar burgerlijk recht aanspraak kan maken ter zake van een feit dat aanleiding geeft tot het verlenen van zorg die is bekostigd ingevolge deze wet, houdt de rechter rekening met de aanspraken die de verzekerde krachtens deze wet heeft.

Artikel

10.2.2

Artikel

10.2.3

Artikel

10.2.4

Artikel

10.2.5

§

3

Bezwaar en beroep

Artikel

10.3.1

Artikel

10.3.2

§

4

Toezicht en handhaving

Artikel

10.4.1

Artikel

10.4.2

Artikel

10.4.3

Artikel

10.4.4

§

5

Gedwongen verblijf in een instelling

Artikel

10.5.1

Hoofdstuk

11

Invoeringsbepalingen en overgangsrecht

§

1

Overgangsrecht verzekerden

Artikel

11.1.1

Artikel

11.1.2

Artikel

11.1.3

Artikel

11.1.4

Artikel

11.1.5

Artikel

11.1.6

Artikel

11.1.7

Onverminderd artikel 8.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, neemt het CIZ op een aanvraag als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, een indicatiebesluit met inachtneming van hetgeen bij of krachtens die wet was bepaald, voor zover geoordeeld wordt of de verzekerde is aangewezen op verblijf als bedoeld in artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, zoals dat artikel luidde op de dag vóór de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Artikel

11.1.8

Bij ministeriële regeling kunnen ter aanvulling van de artikelen 11.1.1 tot en met 11.1.7 regels worden gesteld ten aanzien van aanspraken, rechten en verplichtingen van verzekerden die onmiddellijk voorafgaand aan de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten op grond van een indicatiebesluit waren aangewezen op zorg op grond van die wet.

Artikel

11.1.9

§

2

Overgangsrecht uitvoerders en afwikkeling Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Artikel

11.2.1

Artikel

11.2.2

Artikel

11.2.3

Artikel

11.2.4

Artikel

11.2.5

Artikel

11.2.6

Artikel

11.2.7

Het CAK brengt uiterlijk twee jaar na de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verschuldigde eigen bijdragen over de jaren tot de intrekking in rekening bij de verzekerde.

Artikel

11.2.8

Artikel

11.2.9

Artikel

11.2.10

Het saldo van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten naar de situatie op 1 januari van het achtste jaar na het jaar waarin de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten werd ingetrokken, komt ten bate of ten laste van 's Rijks schatkist.

Artikel

11.2.11

Artikel

11.2.12

Baten en lasten die het Zorginstituut na de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten heeft in verband met de uitvoering van die wet, komen ten bate of ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten of, na de datum, bedoeld in artikel 11.2.10, van het Fonds langdurige zorg.

Artikel

11.2.14

Artikel

11.2.15

§

3

Invoeringsbepalingen met betrekking tot het CIZ

Artikel

11.3.1

Artikel

11.3.2

Artikel

11.3.3

Archiefbescheiden van de stichting Centrum indicatiestelling zorg betreffende zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet zijn afgedaan, worden overgedragen aan het CIZ, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel

11.3.4

Artikel

11.3.5

Vervallen

§

4

Tijdelijke subsidies voor zorginfrastructuur en kapitaallasten

Artikel

11.4.1

Vervallen

Artikel

11.4.2

Vervallen

§

5

Tijdelijke subsidie orthocommunicatieve behandeling

Artikel

11.5.1

Vervallen

Hoofdstuk

12

Wijziging van andere wetten

§

1

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel

12.1.1

Wijzigt de Wet marktordening gezondheidszorg.

Artikel

12.1.2

Wijzigt de Zorgverzekeringswet.

Artikel

12.1.3

Wijzigt de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet.

Artikel

12.1.4

Wijzigt de Jeugdwet.

Artikel

12.1.5

Wijzigt de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel

12.1.6

Wijzigt de Wet toelating zorginstellingen.

Artikel

12.1.7

Wijzigt de Kwaliteitswet zorginstellingen.

Artikel

12.1.8

Wijzigt de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.

Artikel

12.1.9

Wijzigt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.

Artikel

12.1.10

Wijzigt de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg.

Artikel

12.1.11

Vervallen

Artikel

12.1.12

Wijzigt de Wet publieke gezondheid.

Artikel

12.1.13

Wijzigt de Geneesmiddelenwet.

Artikel

12.1.14

Wijzigt de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945.

Artikel

12.1.15

Wijzigt de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945.

Artikel

12.1.16

Wijzigt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

Artikel

12.1.17

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.1.18

Wijzigt de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg.

Artikel

12.1.19

Wijzigt de Wet toelating zorginstellingen.

Artikel

12.1.20

Wijzigt de Wet marktordening gezondheidszorg.

Artikel

12.1.21

Wijzigt de Wijzigingswet Wet toelating zorginstellingen, enz. (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg).

Artikel

12.1.22

Wijzigt de Wet marktordening gezondheidszorg.

Artikel

12.1.23

Wijzigt de Wijzigingswet Wet marktordening gezondheidszorg, enz. (voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen of zorg laten aanbieden door zorgaanbieders waarin zij zelf zeggenschap hebben).

§

2

Financiën

Artikel

12.2.1

Wijzigt de Wet op het financieel toezicht.

Artikel

12.2.2

Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel

12.2.3

Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel

12.2.4

Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.

Artikel

12.2.5

Wijzigt de Wet toezicht accountantsorganisaties.

§

3

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel

12.3.1

Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel

12.3.2

Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel

12.3.3

Wijzigt de Werkloosheidswet.

Artikel

12.3.4

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel

12.3.5

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

Artikel

12.3.6

Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten .

Artikel

12.3.7

Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Artikel

12.3.8

Wijzigt de Ziektewet.

Artikel

12.3.9

Wijzigt de Algemene nabestaandenwet.

Artikel

12.3.10

Wijzigt de Algemene Ouderdomswet.

Artikel

12.3.11

Wijzigt de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956.

Artikel

12.3.12

Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

Artikel

12.3.13

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

Artikel

12.3.14

Wijzigt de Liquidatiewet ongevallenwetten.

Artikel

12.3.15

Wijzigt de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen.

Artikel

12.3.16

Wijzigt de Participatiewet.

Artikel

12.3.17

Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

§

4

Veiligheid en Justitie

Artikel

12.4.1

Wijzigt de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.

Artikel

12.4.2

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 6.

Artikel

12.4.3

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.

Artikel

12.4.4

Wijzigt het Wetboek van Koophandel.

Artikel

12.4.5

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

12.4.6

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

12.4.7

Wijzigt de Wet forensische zorg.

Artikel

12.4.8

Vervallen

§

5

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel

12.5.1

Wijzigt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.

Artikel

12.5.2

Wijzigt de Ambtenarenwet.

Artikel

12.5.3

Wijzigt de Wet aanpassing pensioenvoorzieningen Bijstandkorps.

Artikel

12.5.4

Wijzigt de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.

Hoofdstuk

13

Slotbepalingen

Artikel

13.1.2

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

13.1.3

Deze wet wordt aangehaald als: Wet langdurige zorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten