Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels met betrekking tot het gedragstoezicht op financiële ondernemingen (Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft)

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 12 juli 2006, nr. FM 2006-01681 M;
Gelet op richtlijn nr. 85/611/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PbEG L 375), richtlijn nr. 87/102/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (PbEG 1987 L 42), richtlijn nr. 92/49/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (PbEG L 228), richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141), richtlijn nr. 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de richtlijnen nr. 90/619/EEG, nr. 97/7/EG en nr. 98/27/EG (PbEG L 271), richtlijn nr. 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering (PbEG L 345) en richtlijn nr. 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (PbEG L 9) en de artikelen 4:3, vierde lid, 4:5, derde lid, 4:9, derde lid, 4:10, derde lid, 4:11, derde en vierde lid, 4:14, tweede lid, 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel a en onderdeel b, onder 2°, 4:16, tweede en derde lid, 4:17, derde lid, 4:20, eerste lid, tweede lid, derde lid, aanhef en onderdeel b, vierde lid, en vijfde lid, 4:22, eerste lid, 4:25, eerste lid, 4:26, derde lid, 4:27, vierde lid, 4:30a, derde lid, 4:32, tweede lid, 4:33, derde en vierde lid, 4:34, derde lid, 4:43, tweede lid, 4:48, tweede lid, 4:49, tweede lid, aanhef en onderdeel e, 4:51, vierde lid, 4:52, derde lid, 4:56, eerste lid, 4:61, 4:71, vierde lid, 4:72, derde lid, aanhef en onderdeel a, 4:73, derde lid, aanhef en onderdelen a en c, 4:74, tweede lid, 4:75, tweede lid, 4:76, tweede lid, 4:78, eerste lid, 4:85, derde lid, 4:86, 4:87, derde lid, 4:88, derde lid, en 4:89, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;
De Raad van State gehoord (advies van 20 september 2006, nr. W06.06.0334/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 oktober 2006 (nr. FM 2006-02268 M);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

§

1.1

Definities

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

afsluitprovisie:

  • 1°.

    beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, die een aanbieder ter gelegenheid van de totstandkoming van een overeenkomst inzake een betalingsbeschermer, een complex product, een hypothecair krediet, een hypothecair krediet gecombineerd met een beleggingsrekening, een schadeverzekering of een uitvaartverzekering, tussen hem en een consument rechtstreeks of middellijk voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst betaalt; of

  • 2°.

    beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, die een aanbieder van een financieel product dat onderdeel uitmaakt van een complex product als bedoeld in onderdeel d, onder 4°, dat is samengesteld of in de markt verkrijgbaar gesteld door een bemiddelaar, ter gelegenheid van de totstandkoming van een overeenkomst tussen hem en een consument inzake dat financieel product voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst rechtstreeks of middellijk betaalt;

bestuurder: indien het een beheerder, beleggingsmaatschappij of bewaarder betreft, een ieder die krachtens wet een beheerder, beleggingsmaatschappij of bewaarder vertegenwoordigt of het beleid van een beheerder, beleggingsmaatschappij of bewaarder bepaalt;

betalingsbeschermer: verzekering ter dekking van het risico dat de verzekeringnemer betalingsverplichtingen uit hoofde van een overeenkomst inzake krediet niet kan nakomen;

betalingstermijn: tijdvak dat ligt tussen:

  • 1°.

    het tijdstip waarop een aanbieder ter uitvoering van een overeenkomst inzake krediet een geldsom ter beschikking stelt, of aanvangt met het verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject of met het verlenen van een dienst en het tijdstip waarop de consument gehouden is de eerste betaling ter zake daarvan te hebben gedaan: of

  • 2°.

    twee opeenvolgende tijdstippen waarop een consument gehouden is ter zake van een overeenkomst inzake krediet een betaling te hebben gedaan;

commissie: beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, voor het optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent;

complex product:

  • 1°.

    combinatie van twee of meer financiële producten die ten minste een financieel product omvat waarvan de waarde afhankelijk is van de ontwikkelingen op financiële markten of andere markten;

  • 2°.

    recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe dat niet verhandelbaar is of dat op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect wordt ingekocht of terugbetaald;

  • 3°.

    levensverzekering, niet zijnde een natura-uitvaartverzekering of een andere verzekering die uitsluitend strekt tot het doen van geldelijke uitkeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon of een verzekering waarbij de verplichting van de verzekeraar tot het doen van een uitkering of een reeks van uitkeringen alleen dan ontstaat, indien het overlijden van degene op wiens leven de verzekering betrekking heeft plaatsvindt voor de in de polis genoemde datum;

  • 4°.

    combinatie van een hypothecair krediet met een levensverzekering als bedoeld onder 3°, of met een spaarrekening;

  • 5°.

    beleggingsobject;

  • 6°.

    spaarrekening eigen woning als bedoeld in artikel 10bis.5, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • 7°.

    beleggingsrecht eigen woning als bedoeld in artikel 10bis.5, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • 8°.

    lijfrenterekening als bedoeld in artikel 3.126a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • 9°.

    lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • 10°.

    ander financieel product dat bij ministeriële regeling kan worden aangewezen indien dit ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de onder 2° tot en met 9° bedoelde complexe producten met dit financiële product in verband met de belangen die het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de wet beoogt te beschermen wenselijk is; of

  • 11°.

    combinatie van een of meer onder 2° tot en met 10° bedoelde complexe producten met een of meer financiële producten;

consumptief krediet: krediet, niet zijnde hypothecair krediet;

debetrentevoet: verschuldigde rente voor een krediet, uitgedrukt op jaarbasis en toegepast in een vast of variabel percentage;

dekkingspercentage: een door de aanbieder van krediet vastgesteld percentage van de waarde van de in onderpand gegeven financiële instrumenten, bedoeld in artikel 1:1 van de wet, of van de daartoe behorende afzonderlijke financiële instrumenten aan de hand waarvan de aanbieder van krediet de kredietlimiet bepaalt;

deposito: tegoed bij een bank dat onmiddellijk kan worden opgevraagd en waarvan de rentetermijn ten hoogste twaalf maanden bedraagt;

derdepijlerpensioenproduct: fiscaal gefaciliteerd financieel product met een beleggingscomponent, die niet voortkomt uit een arbeidsrechtelijke overeenkomst en waarop de Pensioenwet, de Wet Bpf 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling niet van toepassing zijn, met als doel het genereren van pensioeninkomen voor de consument;

distributiekosten: kosten voor het completeren van het dossier ten behoeve van de aanvraag van de offerte, het ondersteunen van de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt bij de aanvraag en bij het aangaan van een overeenkomst met betrekking tot een financieel product en de kosten voor het maken van reclame-uitingen voor de genoemde werkzaamheden en voor advies;

doorlopende provisie:

  • 1°.

    beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, niet zijnde afsluitprovisie, die een aanbieder van een betalingsbeschermer, een complex product, een hypothecair krediet, een hypothecair krediet gecombineerd met een beleggingsrekening, een schadeverzekering of een uitvaartverzekering, na de totstandkoming van een overeenkomst tussen hem en een consument voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst rechtstreeks of middellijk betaalt; of

  • 2°.

    beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, niet zijnde afsluitprovisie, die door een aanbieder van een financieel product dat onderdeel uitmaakt van een complex product als bedoeld in onderdeel d, onder 4°, dat is samengesteld of in de markt verkrijgbaar gesteld door een bemiddelaar, na de totstandkoming van een overeenkomst inzake dat financieel product tussen hem en een consument voor het bemiddelen of adviseren inzake die overeenkomst rechtstreeks of middellijk betaalt;

doorlopend krediet: overeenkomst inzake:

  • 1°.

    geldkrediet waarbij de consument op verschillende tijdstippen geldsommen kan opnemen, voorzover het uitstaande saldo de kredietlimiet niet overschrijdt; of

  • 2°.

    goederenkrediet waarbij de aanbieder of een derde gehouden is aan een consument op verschillende tijdstippen het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject te verschaffen of een dienst te verlenen, voorzover het uitstaande saldo de kredietlimiet niet overschrijdt;

duurzaamheidsrisico: duurzaamheidsrisico in de zin van artikel 2, onder 22, van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PbEU 2019, L 317);

effectenkrediet: het aan een consument ter beschikking stellen van een doorlopend krediet tegen onderpand van financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de wet, waarmee de consument transacties kan verrichten in financiële instrumenten en de aanbieder van krediet betrokken is bij die transacties;

eindtermen: normen met betrekking tot de vakbekwaamheid voor het verlenen van een bepaalde financiële dienst met betrekking tot een bepaald financieel product;

essentiële beleggersinformatie: een kort document waarin informatie over de in artikel 66a, eerste lid, genoemde onderwerpen is weergegeven met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe;

essentiële-informatiedocument voor pensioenproducten: document waarin informatie over de in artikel 66, eerste lid, genoemde onderwerpen met betrekking tot een derdepijlerpensioenproduct is weergegeven;

financieel derivaat: financieel instrument als bedoeld in artikel 4:60, eerste lid, onderdeel d, e, f of g, van de wet;

geautomatiseerd advies: vorm van adviseren waarbij het advies door een geautomatiseerd systeem opgesteld wordt zonder tussenkomst van een natuurlijk persoon;

gedelegeerde uitvoeringsrichtlijn markten voor financiële instrumenten 2014: gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PbEU 2017, L 87);

geldmarktinstrument: een financieel instrument als bedoeld in artikel 11 van de gedelegeerde verordening markten voor financiële instrumenten 2014 inzake organisatorische eisen;

gelieerde partij:

  • 1°.

    persoon die met een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe of met een bestuurder van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur is verbonden;

  • 2°.

    persoon die direct of indirect stemrecht kan uitoefenen of anderszins bepaalde rechten kan uitoefenen waardoor invloed van betekenis kan worden uitgeoefend op het zakelijk of financieel beleid van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe;

  • 3°.

    natuurlijke persoon die in een familierechtelijke betrekking staat tot een bestuurder van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe of tot een natuurlijke persoon als bedoeld onder 1° of 2°;

  • 4°.

    natuurlijke persoon die een persoonlijke relatie heeft met een bestuurder van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe of met een natuurlijke persoon als bedoeld onder 1° of 2°, in welke relatie hij het handelen van de bestuurder of de natuurlijke persoon met betrekking tot de beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe kan beïnvloeden;

  • 5°.

    rechtspersoon waarin een bestuurder van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe of een natuurlijke persoon als bedoeld onder 3° of 4°, direct of indirect stemrecht kan uitoefenen of anderszins bepaalde rechten kan uitoefenen waardoor sprake is van invloed van betekenis op het zakelijk of financieel beleid van die rechtspersoon; of

  • 6°.

    natuurlijke persoon die onderdeel is van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van een beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder van een icbe;

gelieerd financieel instrument: een financieel instrument waarvan de prijs sterk wordt beïnvloed door prijsschommelingen van een ander financieel instrument dat het onderwerp van onderzoek op beleggingsgebied is of van een van dit andere financiële instrument afgeleid financieel instrument;

geschilleninstantie: instantie tot beslechting van geschillen met betrekking tot betaaldiensten, financiële diensten of financiële producten van een financiële onderneming;

incident: gedraging of gebeurtenis die een ernstig gevaar vormt voor de integere uitoefening van het bedrijf van een financiële onderneming;

integriteitgevoelige functie:

  • 1°.

    leidinggevende functie direct onder de personen die het beleid van de financiële onderneming bepalen of mede bepalen; of

  • 2°.

    functie waaraan een bevoegdheid is verbonden die een wezenlijk risico bevat voor de integere uitoefening van het bedrijf van een financiële onderneming;

integriteitrisico: gevaar voor de aantasting van de reputatie of bestaande of toekomstige bedreiging van vermogen of resultaat van een financiële onderneming als gevolg van een ontoereikende naleving van hetgeen bij of krachtens enig wettelijk voorschrift is voorgeschreven;

internationale jaarrekeningstandaarden: internationale standaarden voor jaarrekeningen die door de Commissie van de Europese Gemeenschappen van toepassing zijn verklaard overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 juli 2002 (PbEG L 243);

jaarlijks kostenpercentage: totale kosten van een krediet voor de consument, bij een consumptief krediet uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag, berekend volgens de basisvergelijking en aanvullende hypothesen, opgenomen in bijlage A, of de bij de uitvoering van een overeenkomst inzake hypothecair krediet aan de consument in rekening te brengen totale kosten van het hypothecair krediet, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis, berekend volgens de basisvergelijking en aanvullende hypothese, opgenomen in bijlage B;

kosten: bedragen die een financiële onderneming in rekening brengt of ten laste laat komen van een cliënt, consument of deelnemer;

kredietlimiet:

  • 1°.

    maximum bedrag van door een consument bij de aanbieder van krediet op te nemen geldsommen ter uitvoering van een overeenkomst inzake doorlopend geldkrediet; of

  • 2°.

    maximumwaarde van door een aanbieder van krediet aan de consument te verschaffen genot van een zaak, financieel instrument of beleggingsobject, of te verlenen dienst ter uitvoering van een overeenkomst inzake doorlopend goederenkrediet;

kredietsom:

  • 1°.

    geldsom die de consument in het kader van een overeenkomst inzake geldkrediet ter beschikking wordt gesteld, met dien verstande dat indien het doorlopend krediet betreft de kredietlimiet als die geldsom wordt aangemerkt; of

  • 2°.

    verschil tussen het totaal van de contante waarde van de roerende zaken, financiële instrumenten, beleggingsobjecten of diensten, waarvan de consument het genot wordt verschaft, onderscheidenlijk welke aan de consument worden verleend, in het kader van een overeenkomst inzake goederenkrediet, en de door deze in dat kader gedane contante betalingen, met dien verstande dat indien het doorlopend krediet betreft de kredietlimiet als dat verschil wordt aangemerkt;

kredietvergoeding: kosten ter zake van een overeenkomst inzake krediet;

maandlast: bedrag dat een consument verschuldigd is aan betalingen ter zake van krediet, berekend voor één kalendermaand, waaronder in ieder geval betalingen aan rente en aflossing in verband met het krediet;

nauwe banden: situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door:

  • 1°.

    een deelneming, dat wil zeggen het rechtstreeks of door middel van een zeggenschapsband houden van ten minste 20% van de stemrechten of het kapitaal van een rechtspersoon;

  • 2°.

    een zeggenschapsband, dat wil zeggen de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming, in alle gevallen zoals bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de richtlijn geconsolideerde jaarrekening, of een band van dezelfde aard tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een andere rechtspersoon; een dochteronderneming van een dochteronderneming wordt ook beschouwd als een dochteronderneming van de moederonderneming die aan het hoofd van deze ondernemingen staat;

onderzoek op beleggingsgebied: onderzoek of andere voor het publiek bestemde informatie waarbij expliciet of impliciet een beleggingsstrategie wordt aanbevolen of voorgesteld ten aanzien van één of meerdere financiële instrumenten of uitgevende instellingen van financiële instrumenten, daaronder begrepen aanbevelingen betreffende de huidige of toekomstige waarde of koers van dergelijke instrumenten, welk onderzoek:

  • a.

    als onderzoek op beleggingsgebied wordt gepresenteerd of op enigerlei andere wijze wordt voorgesteld als een objectieve of onafhankelijke verklaring van de aangelegenheden die in de aanbeveling aan de orde komen; en

  • b.

    indien het tot een cliënt zou zijn gericht, geen adviseren is;

op- en afslagen: bedragen waarmee de door de deelnemers voor rechten van deelneming in een icbe betaalde of ontvangen prijs of terugbetaling worden verhoogd onderscheidenlijk verlaagd ten opzichte van de intrinsieke waarde van de rechten van deelneming;

pensioenverzekering: levensverzekering die een werkgever afsluit ten behoeve van zijn werknemers, waaronder de directeur-grootaandeelhouder, bestaande uit een ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

persoonlijke transactie: een transactie in een financieel instrument door of in naam van een relevante persoon, waarbij:

  • 1°.

    de betrokken relevante persoon handelt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf;

  • 2°.

    de transactie wordt verricht voor rekening van de relevante persoon;

  • 3°.

    de transactie wordt verricht voor rekening van een persoon met wie de relevante persoon familiebanden of nauwe banden heeft; of

  • 4°.

    de transactie wordt verricht voor rekening van een persoon wiens relatie met de relevante persoon van dien aard is dat de relevante persoon een direct of indirect wezenlijk belang heeft bij het resultaat van de transactie afgezien van een provisie voor de uitvoering van de transactie;

prime broker: een entiteit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel af, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen;

relevante persoon:

  • 1°.

    een persoon die het dagelijks beleid bepaalt of een verbonden agent is van een beleggingsonderneming;

  • 2°.

    een ieder die het dagelijks beleid bepaalt van een verbonden agent van een beleggingsonderneming;

  • 3°.

    een werknemer van de beleggingsonderneming of van een verbonden agent van de beleggingsonderneming of een andere natuurlijke persoon wiens diensten ter beschikking en onder zeggenschap staan van een beleggingsonderneming onderscheidenlijk de verbonden agent en die betrokken is bij het verrichten van beleggingsactiviteiten of het verlenen van beleggingsdiensten door de beleggingsonderneming; of

  • 4°.

    een natuurlijke persoon die uit hoofde van een overeenkomst tot uitbesteding met het oog op het verlenen of verrichten door de beleggingsonderneming van beleggingsdiensten of beleggingsactiviteiten rechtstreeks betrokken is bij het verrichten van diensten ten behoeve van de beleggingsonderneming of haar verbonden agent;

retourprovisie: gedeelte van een door of ten laste van een icbe voor een dienst van een derde te betalen of betaalde vergoeding dat direct of indirect door de ontvanger wordt terugbetaald of doorbetaald;

richtlijn betaaldiensten: richtlijn 2015/2366 EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betaaldiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337);

richtlijn consumentenkrediet: richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L133);

richtlijn elektronisch geld: richtlijn nr. 2009/110 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (Pb EU L 267);

risico-indicator: weergave van het risiconiveau van een complex product;

serie van beleggingsobjecten: verzameling van beleggingsobjecten waarvoor hetzelfde beleggingsobjectprospectus, bedoeld in artikel 4:30a, van de wet wordt opgesteld;

termijnbedrag: bedrag van de betaling die een consument aan het einde van een betalingstermijn moet hebben gedaan;

toetstermen: criteria waaraan de vakbekwaamheid van een persoon wordt getoetst om te kunnen vaststellen of deze voldoet aan de eindtermen;

totale door de consument te betalen bedrag: som van het totale kredietbedrag en de totale kosten van het krediet voor de consument;

totale kosten van het krediet voor de consument: alle kosten inzake een krediet, met uitzondering van notariskosten, die de consument in verband met een krediet moet betalen en die de aanbieder bekend zijn, vergoedingen van welke aard ook en kosten in verband met nevendiensten met betrekking tot het krediet, indien het sluiten van een overeenkomst met betrekking tot die diensten verplicht is om het krediet op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en indien het hypothecair krediet betreft met inbegrip van de kosten voor de waardebepaling van het onroerend goed, indien die waardebepaling verplicht is om het krediet te verkrijgen en met uitzondering van de kosten voor de registratie van de eigendomsoverdracht van het onroerend goed;

totale kredietbedrag: de kredietlimiet of de kredietsom;

uitstaand saldo:

  • 1°.

    indien het geldkrediet betreft: op enig tijdstip bestaand totaal van de tot en met dat tijdstip door de consument opgenomen geldsommen, vermeerderd met de tot en met dat tijdstip aan de consument in rekening gebrachte kredietvergoeding en verminderd met de tot en met dat tijdstip door de consument gedane betalingen;

  • 2°.

    indien het goederenkrediet betreft: op enig tijdstip bestaand totaal van de contante waarde van de roerende zaken, financiële instrumenten, beleggingsobjecten of diensten waarvan tot en met dat tijdstip aan de consument het genot is verschaft, of welke tot en met dat tijdstip aan de consument zijn verleend, vermeerderd met het totaalbedrag van de tot en met dat tijdstip aan de consument in rekening gebrachte kredietvergoeding en verminderd met de tot en met dat tijdstip door de consument gedane betalingen;

uitvaartverzekering: levensverzekering die uitsluitend strekt tot het doen van geldelijke uitkeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon of een natura-uitvaartverzekering;

verordening beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen: verordening van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht (PbEU 2013, L 83);

wet: Wet op het financieel toezicht;

woning: een gebouw of een afzonderlijk gedeelte daarvan en de bij dat gebouw behorende grond, een duurzaam aan een plaats gebonden woonschip of een woonwagen als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet op de huurtoeslag en de daarbij behorende standplaats als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Wet op de huurtoeslag.

§

1.2

Bijzondere bepalingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 1:20, eerste lid, onderdeel f, 4:3, vierde lid, en 4:5, derde lid, van de wet

Artikel

1a

Artikel 1:20, eerste lid, onderdeel f, van de wet is van toepassing indien:

  • a.

    een financiëledienstverlener die adviseert een krediet verleent voor de betaling van de advieskosten en distributiekosten gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst inzake een financieel product als bedoeld in artikel 86c waarbij de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt is gehouden binnen twee jaar af te lossen;

  • b.

    een financiëledienstverlener, voor zover hij niet adviseert, een krediet verleent aan een consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt ten behoeve van de betaling van de distributiekosten gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst inzake een financieel product als bedoeld in artikel 86c.

Artikel

2

Artikel

2a

Vervallen

Artikel

2b

Vervallen

Artikel

2c

Vervallen

Artikel

3

Artikel

4

De rechtspersoon, bedoeld in artikel 4:5, tweede lid, van de wet verstrekt bij de in dat lid bedoelde melding aan de Autoriteit Financiële Markten de volgende gegevens over de betrokken onderneming:

  • a.

    een opgave van de naam en het adres;

  • b.

    een opgave van de rechtsvorm;

  • c.

    indien de onderneming een rechtspersoon is: een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen; en

  • d.

    indien de onderneming is ingeschreven in het handelsregister: een opgave van het nummer van inschrijving.

Hoofdstuk

2

Vakbekwaamheid van medewerkers

§

2.1

Bewijzen van vakbekwaamheid

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, vierde lid, van de wet

Artikel

5

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • inkomensverzekering: schadeverzekering ter dekking van het risico van financiële schade ten gevolge van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid;

  • pensioen:

    • 1°.

      pensioenverzekering;

    • 2°.

      premiepensioenvordering;

    • 3°.

      uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet tussen een werkgever en een uitvoerder van een algemeen pensioenfonds;

    • 4°.

      vrijwillige aansluiting bij bedrijfstakpensioenfonds; of

    • 5°.

      aankoop van een variabele of vaste uitkering uit een kapitaalovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of premieovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

  • schadeverzekering particulier: schadeverzekering, niet zijnde een inkomensverzekering of een schadeverzekering zakelijk;

  • schadeverzekering zakelijk: schadeverzekering ten behoeve van een cliënt handelend in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, met uitzondering van een inkomensverzekering;

  • vermogen: levensverzekeringen, niet zijnde pensioenverzekeringen of producten als bedoeld in onderdeel 5° van de definitie van pensioen, en lijfrenterekeningen als bedoeld in artikel 3.126a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, spaarrekeningen eigen woning als bedoeld in artikel 10bis.5, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, rechten van deelneming in beleggingsinstellingen voor zover vrijgesteld op grond van artikel 2:104, eerste lid, van de wet en beleggingsobjecten;

  • zorgverzekering: een schadeverzekering ten behoeve van een verzekeringsplichtige als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet en een aanvullende ziektekostenverzekering.

Artikel

5a

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de vakbekwaamheid van werknemers en andere natuurlijke personen die onder verantwoordelijkheid van een beleggingsonderneming cliënten informeren over financiële instrumenten, beleggingsdiensten of nevendiensten en werknemers en natuurlijke personen die zich rechtstreeks bezighouden met het adviseren van cliënten over financiële instrumenten.

Artikel

6

Artikel

7

Werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder verantwoordelijkheid van een financiëledienstverlener bezighouden met advisering met betrekking tot een in tabel 1 genoemde onderwerp, beschikken daartoe over het ingevolge die tabel vereiste diploma.

Tabel 1. Vereiste diploma's bij advisering

Consumptief krediet

Adviseur consumptief krediet

– Basis

– Consumptief krediet

Adviseur hypothecair krediet

– Basis

– Vermogen

– Hypothecair krediet

Schadeverzekering particulier

Adviseur schadeverzekering particulier

– Basis

– Schadeverzekeringen particulier

Schadeverzekering zakelijk

Adviseur schadeverzekering zakelijk

– Basis

– Schadeverzekeringen particulier

– Schadeverzekeringen zakelijk

Zorgverzekering

Adviseur zorgverzekering

– Zorgverzekeringen

Vermogen

Adviseur vermogen

– Basis

– Vermogen

Inkomensverzekering

Adviseur inkomen

– Basis

– Inkomen

Hypothecair krediet

Adviseur hypothecair krediet

– Basis

– Vermogen

– Hypothecair krediet

Pensioen

Adviseur pensioen

– Basis

– Vermogen

– Pensioenverzekeringen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Artikel

10

Personen die over een in tabel 2 genoemd diploma beschikken, zijn tevens vakbekwaam te adviseren over het daarbij in de tabel vermelde onderwerp, indien de advisering over dat onderwerp gecombineerd wordt met advisering over het onderwerp waarop het diploma betrekking heeft.

Tabel 2. Toegestane bijkomende onderwerpen

Adviseur consumptief krediet

Betalingsbeschermers indien gecombineerd met consumptief krediet

Adviseur vermogen

Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen of werkloosheidsverzekeringen indien gecombineerd met vermogen

Adviseur hypothecair krediet

Betalingsbeschermers indien gecombineerd met consumptief krediet

Betalingsbeschermers, opstal- of inboedelverzekeringen indien gecombineerd met hypothecair krediet

Adviseur inkomen

Ongevallenverzekeringen indien gecombineerd met een inkomensverzekering

Adviseur pensioen

Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, werkloosheidsverzekeringen of overlijdensrisicoverzekeringen indien gecombineerd met pensioen

Artikel

11

§

2.2

Exameninstituten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, vierde lid, van de wet

Artikel

11a

Artikel

11b

Artikel

11c

Artikel

11ca

Artikel

11d

§

2.3

Centrale examenbank

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, vierde lid, van de wet

Artikel

11e

§

2.4

Informatiesysteem inzake beroepskwalificaties

Bepalingen ter uitvoering van het artikel 4:9a, vijfde lid, van de wet

Artikel

11f

Artikel

11g

Artikel

11h

Artikel

11i

Artikel

11j

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inrichting en beheer van het informatiesysteem inzake beroepskwalificaties.

§

2.5

Doorberekening kosten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:9, vijfde lid, van de wet

Artikel

11k

Hoofdstuk

3

Betrouwbaarheid

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:10, derde lid, van de wet

Artikel

12

Artikel

13

De Autoriteit Financiële Markten neemt bij de vaststelling, bedoeld in artikel 12, in ieder geval de volgende antecedenten in aanmerking:

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

De Autoriteit Financiële Markten neemt bij de vaststelling, bedoeld in artikel 12, in aanmerking:

  • a.

    het onderlinge verband tussen de aan een antecedent ten grondslag liggende gedraging of gedragingen en de overige omstandigheden van het geval;

  • b.

    de belangen die de wet beoogt te beschermen; en

  • c.

    de overige belangen van de beheerder, beleggingsmaatschappij, beleggingsonderneming, bewaarder of financiëledienstverlener en de betrokkene.

Hoofdstuk

4

Integere uitoefening van het bedrijf

§

4.1

Beleggingsinstellingen, icbe’s, hun beheerders, hun bewaarders, en pensioenbewaarders

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:11, derde en vierde lid, en 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet

Artikel

17

Artikel

18

Een beheerder van een icbe, bewaarder van een icbe, icbe of pensioenbewaarder als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, van de wet beschikt over procedures en maatregelen met betrekking tot het tegengaan van verstrengeling van de privé-belangen van personen die het beleid van de financiële onderneming bepalen, personen die onderdeel zijn van een orgaan dat is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de financiële onderneming, andere werknemers, of andere personen die in opdracht van de betrokken onderneming op structurele basis werkzaamheden voor haar verrichten met haar belangen of die van haar deelnemers.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

§

4.2

Beleggingsondernemingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:11, derde en vierde lid, en 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de wet

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

§

4.3

Financiëledienstverleners

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:11, tweede en derde lid, en 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet

Artikel

28

Artikel

29

Hoofdstuk

5

Beheerste uitoefening van het bedrijf

§

5.1

Algemene aspecten van de bedrijfsvoering

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:9.0a, derde lid, en 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet

Artikel

29a

Artikel

29b

Artikel

30

Artikel

30a

Een beheerder van een icbe integreert duurzaamheidsrisico’s in het beheer van elke door hem beheerde icbe en houdt daarbij rekening met de aard, schaal en complexiteit van zijn werkzaamheden.

Artikel

31

Artikel

31a

Het organisatieonderdeel, bedoeld in artikel 30, zesde lid, heeft als taak:

  • a.

    het vaststellen en uitvoeren van een controleplan om de deugdelijkheid en effectiviteit van de systemen, interne controleprocedures en regels van de financiële onderneming te onderzoeken en te beoordelen;

  • b.

    het doen van aanbevelingen op basis van de resultaten van de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel a;

  • c.

    het controleren of aan deze aanbevelingen gevolg wordt gegeven; en

  • d.

    het ten minste jaarlijks rapporteren aan de personen die het dagelijks beleid van de financiële onderneming bepalen en aan het orgaan, indien aanwezig, dat is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de financiële onderneming inzake aangelegenheden met betrekking tot de interne controle en de genomen maatregelen in geval van gesignaleerde tekortkomingen.

Artikel

31b

Artikel

31c

Artikel

31d

Artikel

31e

Artikel

31f

Een beleggingsonderneming is, mede voor de toepassing van 4:9.0a, eerste lid, van de wet, significant indien zij door de Autoriteit Financiële Markten, gelet op haar omvang, interne organisatie en de aard, reikwijdte en complexiteit van haar activiteiten als significant wordt aangemerkt.

Artikel

31g

Een beleggingsonderneming die over een website beschikt, geeft daarop uitleg over de wijze waarop zij voldoet aan artikel 4:9.0a van de wet en de vereisten met betrekking tot een doeltreffend en prudent bestuur als bedoeld in artikel 31e.

Artikel

31ga

Een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, niet zijnde een kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, verstrekt de in artikel 34, vierde lid, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen bedoelde gegevens jaarlijks aan de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel

31h

Een beheerder van een icbe of een bewaarder beschikt over procedures die zijn werknemers in staat stellen om door hen geconstateerde mogelijke of feitelijke overtredingen van het bij of krachtens deze wet bepaalde intern te melden. Deze procedures voldoen aan de vereisten in artikel 99 quinquies, tweede lid, onderdelen b, c en d, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten.

Artikel

31i

Vervallen

§

5.2

Gedragsaspecten van de bedrijfsvoering

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, en 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, onder 2°, van de wet

Artikel

31j

De artikelen 32 tot en met 32c zijn niet van toepassing op een in Nederland gelegen bijkantoor van een beleggingsonderneming met zetel in een andere lidstaat.

Artikel

32

Artikel

32a

Artikel

32aa

Een financiële onderneming die een betaalrekening, krediet of spaarrekening aanbiedt of samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt, informeert de financiëledienstverlener die de betaalrekening, het krediet of de spaarrekening distribueert over de kenmerken van het financieel product, de kenmerken en doelstellingen van de doelgroep en de distributiestrategie.

Artikel

32ab

Artikel

32b

Artikel

32c

Artikel

32d

Artikel

32da

Artikel

32e

Artikel

33

Een aanbieder van krediet als bedoeld in artikel 4:15, eerste of vierde lid, van de wet bewaart:

  • a.

    de informatie die hij ingevolge de artikelen 4:34, eerste lid, van de wet en 113, 114 en 115 heeft ingewonnen, alsmede de door hem aangeboden overeenkomst inzake krediet, indien die overeenkomst tot stand is gekomen, ten minste gedurende vijf jaren na de dag waarop die overeenkomst is afgewikkeld;

  • b.

    indien het een overeenkomst inzake hypothecair krediet met een variabele rente betreft, de indexen die bij de berekening van de debetrentevoet worden gebruikt ten minste gedurende vijf jaren na de dag waarop de index voor de laatste maal is gebruikt.

Artikel

33a

Artikel

34

Artikel

34a

Artikel

34b

Artikel

34c

Artikel

34d

Artikel

34e

De bedrijfsvoering van een bewaarder omvat systemen, middelen en procedures om te zorgen voor continuïteit en regelmaat bij het uitoefenen van zijn bewaartaken.

Artikel

34f

De bedrijfsvoering van een pensioenbewaarder als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, van de wet omvat ten minste procedures en maatregelen die waarborgen dat:

  • a.

    elke transactie in verband met het overgedragen pensioenvermogen, kan worden gereconstrueerd en de tegenprestatie voor de transactie tijdig wordt voldaan;

  • b.

    het overgedragen pensioenvermogen overeenkomstig het door de premiepensioeninstelling bepaalde beleggingsbeleid en de bij of krachtens de wet gestelde regels wordt belegd;

  • c.

    de pensioenbewaarder de instructies van de premiepensioeninstelling uitvoert, tenzij deze in strijd zijn met de wet of met een overeenkomst tussen de premiepensioeninstelling en de bijdragende onderneming of de pensioenbewaarder;

  • d.

    de risico’s die samenhangen met het beleggingsproces op een systematische wijze worden beheerst en geanalyseerd;

  • e.

    een functiescheiding bestaat tussen het verrichten van rechtshandelingen met betrekking tot het overgedragen pensioenvermogen en het controleren en administreren van deze handelingen;

  • f.

    alle rechten en verplichtingen van de pensioenbewaarder juist, tijdig en volledig worden vastgelegd in een daartoe bestemde administratie en dat met betrekking tot andere activa wordt geverifieerd dat de premiepensioeninstelling de eigenaar is van het overgedragen pensioenvermogen, aan de hand van door de premiepensioeninstelling of anderen aangeleverde bewijzen;

  • g.

    de administratie van het overgedragen pensioenvermogen ten minste een keer per maand wordt aangesloten met de saldibalans en dat de daaruit voortvloeiende verschillen worden geanalyseerd en gecorrigeerd;

Artikel

34g

De bedrijfsvoering van een premiepensioeninstelling als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, van de wet omvat ten minste procedures en maatregelen die waarborgen dat:

  • a.

    er een systematische, toegankelijke en actuele administratie van pensioendeelnemers en pensioengerechtigden is waarin, voor zover van toepassing, de rechten en verplichtingen van die deelnemers en gerechtigden en de daarmee verband houdende afspraken inzichtelijk worden gemaakt;

  • b.

    de administratie, bedoeld in onderdeel a, zodanig is dat deze geen belemmering vormt of kan vormen voor de toepassing van de regeling van artikel 4:71a van de wet.

Artikel

35

Artikel

35.0a

Artikel

35a

Artikel

35b

Artikel

35c

Artikel

35e

Artikel

35f

Een beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, niet zijnde een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel a, van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, voldoet aan het bepaalde in artikel 52, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen, met inachtneming van het bepaalde in het tweede en het bepaalde ingevolge het derde lid van dat artikel.

Artikel

35g

Vervallen

Artikel

35h

Vervallen

Artikel

35i

Vervallen

Hoofdstuk

6

Uitbesteden van werkzaamheden

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:16, tweede en derde lid, van de wet

Artikel

36

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op:

  • a.

    beheerders van icbe’s met zetel in een andere lidstaat, icbe’s met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen verbonden bewaarders van icbe’s; en

  • b.

    beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat, beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat en de eventueel aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders.

Artikel

37a

Uitbesteding van werkzaamheden in een door een Nederlandse beheerder beheerde beleggingsinstelling door een beheerder of een derde is slechts toegestaan, indien wordt voldaan aan de ingevolge artikel 20 van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen gestelde eisen.

Artikel

37b

Artikel

38

Artikel

38a

Artikel

38b

Vervallen

Artikel

38c

Vervallen

Artikel

38d

Vervallen

Artikel

38e

Vervallen

Artikel

38f

Vervallen

Artikel

38g

Een betaalinstelling of elektronischgeldinstelling besteedt de taken en werkzaamheden van personen die het dagelijks beleid bepalen, daaronder mede verstaan het vaststellen van het beleid en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid, niet uit.

Artikel

38h

Een betaalinstelling of elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 38g gaat niet over tot het uitbesteden van werkzaamheden indien dat afbreuk doet aan de kwaliteit van de interne controle van de betaalinstelling of elektronischgeldinstelling.

Artikel

38i

Indien een betaalinstelling of elektronischgeldinstelling voornemens is werkzaamheden in verband met het verlenen van betaaldiensten dan wel met de uitgifte van elektronisch geld uit te besteden, stelt zij de toezichthouder daarvan in kennis.

Artikel

38j

Bij de uitbesteding van werkzaamheden in verband met het verlenen van betaaldiensten dan wel de uitgifte van elektronisch geld draagt de betaalinstelling of de elektronischgeldinstelling er zorg voor dat uitbesteding de verplichtingen van de betaalinstelling, onderscheidenlijk de elektronischgeldinstelling, jegens haar cliënten en de rechten van haar cliënten uit hoofde van de wet of Titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet wijzigt.

Artikel

38k

Artikel

38l

Indien een premiepensioeninstelling of pensioenbewaarder in het kader van het beheer van een pensioenvermogen onderscheidenlijk in het kader van de bewaring van een pensioenvermogen een of meer werkzaamheden uitbesteedt:

  • a.

    is de derde op ieder door de premiepensioeninstelling of de pensioenbewaarder gewenst moment in staat verantwoording af te leggen over de door hem uitgevoerde werkzaamheden en de premiepensioeninstelling of de pensioenbewaarder daar inzicht in te bieden;

  • b.

    kan de premiepensioeninstelling of de pensioenbewaarder te allen tijde instructies omtrent de uitvoering van de werkzaamheden geven aan de derde en kan hij de uitbesteding met onmiddellijke ingang beëindigen indien dit in het belang van de pensioendeelnemers is; en

  • c.

    is de derde, gelet op de aard van de opdracht, aantoonbaar in staat om de opdracht in overeenstemming met de wet te vervullen.

Hoofdstuk

7

Klachtenafhandeling

§

7.1

Interne klachtenprocedure

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:17, derde lid, van de wet

Artikel

39

Deze paragraaf is van toepassing op financiële ondernemingen met uitzondering van beleggingsondernemingen waarvoor op grond van artikel 4:17, eerste lid, van de wet de verplichting geldt om over een interne klachtenprocedure te beschikken.

Artikel

40

De financiële onderneming stelt aan alle personen die binnen de onderneming betrokken zijn bij de afhandeling van klachten van consumenten, cliënten of deelnemers over betaaldiensten, financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming, een beschrijving beschikbaar van de te volgen procedure voor de afhandeling van die klachten.

Artikel

41

Artikel

42

De financiële onderneming informeert de klager bij een gehele of een gedeeltelijke afwijzing van diens klacht over financiële diensten of financiële producten over de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan de de op grond van artikel 16 van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten aangewezen geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten, onder vermelding van de geldende termijnen. Daarbij wordt tevens vermeld dat een geschil ook direct bij een burgerlijke rechter aanhangig kan worden gemaakt.

Artikel

43

Artikel

43a

Artikel

44

De financiële onderneming voorziet in procedures en maatregelen die waarborgen dat klachten van klagers zorgvuldig, verifieerbaar, consistent en binnen de in artikel 43 en 43a gestelde termijnen worden afgehandeld.

§

7.2

Aangewezen geschilleninstantie

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:17, derde lid, van de wet

Artikel

44a

Voor zover een cliënt of deelnemer als bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, van de wet niet tevens een consument is in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten, geschiedt de beslechting van geschillen als bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel b, van de wet met overeenkomstige toepassing van de bepalingen van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten. Voorts staat de geschillenbeslechting tevens open voor cliënten, consumenten en deelnemers die buiten de Europese Unie woonachtig of gevestigd zijn.

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

48a

Een geschilleninstantie kan voorgenomen wijzigingen in de samenstelling van het bestuur, de voorzitters van organen belast met buitengewone geschillenbeslechting of het reglement, bedoeld in artikel 48, niet doorvoeren dan na instemming van Onze Minister. Bij voorgenomen wijzigingen in de samenstelling van het bestuur of de voorzitters van organen belast met buitengewone geschillenbeslechting vermeldt de geschilleninstantie de leeftijd, genoten opleidingen en professionele achtergrond van de nieuwe leden.

Artikel

48b

Vervallen

Artikel

48c

Vervallen

Artikel

48d

Een erkende geschilleninstantie stelt aan een financiële onderneming die zich bij haar wil aansluiten niet als voorwaarde voor aansluiting dat de financiële onderneming andere regels naleeft dan die welke betrekking hebben op het aanhangig maken van een geschil bij de geschilleninstantie of de verdere behandeling van een geschil door de geschilleninstantie.

Artikel

48e

Een geschilleninstantie publiceert de bindende adviezen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel i, en houdt deze elektronisch beschikbaar en algemeen toegankelijk.

Artikel

48f

Hoofdstuk

8

Zorgvuldige dienstverlening

Afdeling

8.1

Informatieverstrekking

§

8.1.1

Inleidende bepalingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en derde lid, 4:22, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b, eerste en tweede lid

Artikel

49

Artikel

49a

Artikel

49.0b

§

8.1.1a

Cliëntenclassificatie

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:18c, vierde lid, van de wet

Artikel

49b

Een cliënt die als niet-professionele belegger is gekwalificeerd, kan door een beleggingsonderneming of beheerder van een beleggingsinstelling op schriftelijk verzoek als professionele belegger worden behandeld indien is voldaan aan het in artikel 4:18c van de wet bepaalde, en:

  • a.

    de beleggingsonderneming of beheerder van een beleggingsinstelling de cliënt schriftelijk waarschuwt voor het lagere beschermingsniveau en het niet van toepassing zijn van het beleggerscompensatiestelsel; en

  • b.

    de cliënt in een afzonderlijk document bevestigt dat hij zich bewust is van de gevolgen die aan het lagere beschermingsniveau verbonden zijn.

§

8.1.2

Algemene informatie over financiële ondernemingen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet

Artikel

50

Artikel

50a

Vervallen

Artikel

51

Artikel

51.0

§

8.1.2a

Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet

Artikel

51a

Artikel

51b

Een aanbieder van hypothecair krediet heeft op zijn website of op papier of een andere duurzame drager ten minste de volgende algemene informatie beschikbaar met betrekking tot het op dat moment aangeboden hypothecair krediet:

  • a.

    zijn naam en adres en, indien de aanbieder een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen;

  • b.

    de doeleinden waarvoor het krediet gebruikt mag worden;

  • c.

    de vormen van zekerheid alsmede, indien van toepassing, de vermelding dat de zekerheid zich ook in een andere lidstaat mag bevinden;

  • d.

    de mogelijke duur van de overeenkomsten inzake hypothecair krediet;

  • e.

    de actuele vaste debetrentevoet bij de mogelijke rentevastperiodes en, indien van toepassing, de variabele debetrentevoet, met een beschrijving van de kenmerken van een vaste debetrentevoet en variabele debetrentevoet en de gevolgen daarvan voor consumenten;

  • f.

    indien kredieten worden aangeboden die een debetrentevoet gebruiken die gebaseerd is op een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 3, van de verordening financiële benchmarks: de namen van de benchmarks en de beheerders daarvan, alsmede de mogelijke gevolgen voor de consument;

  • g.

    indien leningen in vreemde valuta beschikbaar zijn, de vermelding van de vreemde valuta, met een toelichting van de gevolgen voor de consument;

  • h.

    een representatief voorbeeld van het totale kredietbedrag, de totale kosten van het krediet voor de consument, het totale door de consument te betalen bedrag en het jaarlijks kostenpercentage;

  • i.

    een indicatie van de mogelijke bijkomende kosten die ter zake van een hypothecair krediet vereist zijn, die geen onderdeel zijn van de totale kosten van een krediet voor de consument;

  • j.

    de verschillende mogelijkheden voor het aflossen van het krediet, met inbegrip van het aantal, de periodiciteit en het bedrag van de termijnen;

  • k.

    indien van toepassing, een toelichting dat de naleving van de kredietovereenkomst niet hoeft te betekenen dat het totale krediet aan het einde van de looptijd is afgelost;

  • l.

    een beschrijving van de voorwaarden met betrekking tot vervroegde aflossing;

  • m.

    of een waardebepaling van het onroerend goed vereist is om het hypothecair krediet te verkrijgen, of de consument deze waardebepaling moet laten uitvoeren en of daaraan kosten zijn verbonden voor de consument;

  • n.

    een indicatie van de nevendiensten bedoeld in artikel 4:18, derde lid, van de wet die de consument dient af te nemen teneinde het krediet, onder de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en indien van toepassing, een vermelding dat de nevendiensten kunnen worden afgenomen bij een andere financiëledienstverlener;

  • o.

    een waarschuwing betreffende de gevolgen van niet-naleving van de aan de kredietovereenkomst verbonden verplichtingen.

§

8.1.3

Reclame-uitingen en andere onverplichte precontractuele informatie

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet

Artikel

52

Artikel

53

Artikel

54

De Autoriteit Financiële Markten kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in de artikelen 52 en 53, wordt gepresenteerd of geformuleerd, de wijze van berekening van werkelijke of toekomstige rendementen, kosten en risico’s als bedoeld in artikel 52, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, en de wijze van berekening van kosten en het bepalen van een representatief krediet als bedoeld in artikel 53.

Artikel

55

Artikel

56

De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de vorm van waarschuwingszinnen in reclame-uitingen van beleggingsondernemingen.

§

8.1.4

Verplichte precontractuele informatie

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, 4:22, eerste lid en tweede lid, 4:25a, eerste lid en 4:25b, eerste en tweede lid, van de wet

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

58a

Artikel

58b

Vervallen

Artikel

58c

Vervallen

Artikel

58d

Vervallen

Artikel

58e

Vervallen

Artikel

58f

Vervallen

Artikel

59

Vervallen

Artikel

59a

Artikel

59aa

Artikel

59ab

Artikel

59ac

Onverminderd artikel 1:5a van de wet:

Artikel

59ad

De artikelen 59b, 59d, 59f en 59g zijn niet van toepassing op een betaaldienstverlener die uitsluitend betaaldiensten verleent als bedoeld onder 8 van de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten.

Artikel

59b

Artikel

59c

Artikel

59d

Artikel

59e

De betaaldienstverlener verstrekt aan de betaaldienstgebruiker de volgende informatie en voorwaarden:

  • a.

    de naam van de betaaldienstverlener, het adres van het hoofdkantoor en, in voorkomend geval, het adres van zijn betaaldienstagent of bijkantoor in de lidstaat waar de betaaldienst wordt aangeboden, en enig ander adres, inclusief emailadres, dat relevant is voor de communicatie met de betaaldienstverlener;

  • b.

    de gegevens betreffende de relevante toezichthouders of toezichthoudende autoriteiten en betreffende het in artikel 1:107 van de wet bedoelde register en gegevens aan de hand waarvan de registerinschrijving kan worden gecontroleerd;

  • c.

    een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de aan te bieden betaaldienst;

  • d.

    de gedetailleerde informatie of de unieke identificator die door de betaaldienstverlener wordt verstrekt opdat een betaalopdracht correct kan worden geïnitieerd of uitgevoerd;

  • e.

    de vorm waarin en de procedure volgens welke de instemming met het initiëren van een betaalopdracht of het uitvoeren van een betalingstransactie wordt verleend, respectievelijk wordt ingetrokken, overeenkomstig de artikelen 522 en 534 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • f.

    een referentie aan het in artikel 532 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek omschreven tijdstip van ontvangst van een betaalopdracht en aan het eventueel door de betaaldienstverlener bepaalde uiterste tijdstip;

  • g.

    de maximum uitvoeringstermijn voor de aangeboden betaaldiensten;

  • h.

    de vermelding of de mogelijkheid bestaat uitgavenlimieten voor het gebruik van het betaalinstrument overeenkomstig artikel 523, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek overeen te komen;

  • i.

    bij betaalinstrumenten op basis van een kaart met co-badging, de rechten van de betaaldienstgebruiker uit hoofde van artikel 8 van Verordening (EU) 2015/751;

  • j.

    alle kosten die door de betaaldienstgebruiker aan de betaaldienstverlener verschuldigd zijn, waaronder de kosten die gerelateerd zijn aan de wijze waarop en de frequentie waarmee op grond van de richtlijn betaaldiensten gegevens worden verstrekt of ter beschikking worden gesteld, en, voor zover van toepassing, een uitsplitsing van de bedragen van die kosten;

  • k.

    voor zover van toepassing, de toe te passen rentevoet en wisselkoers, of, indien de referentierentevoet en -wisselkoers te hanteren zijn, de wijze van berekening van de feitelijke interesten en de relevante datum en de index of basis voor de vaststelling van die referentierentevoet of -wisselkoers;

  • l.

    indien overeengekomen, de onmiddellijke toepassing van wijzigingen in de referentierentevoet of -wisselkoers en de informatievereisten met betrekking tot de wijzigingen overeenkomstig artikel 517, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • m.

    voor zover van toepassing, de technieken voor communicatie, met inbegrip van de technische vereisten voor de apparatuur en software van de betaaldienstgebruiker, zoals tussen de partijen voor de mededeling van informatie en kennisgevingen krachtens de wet en Titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek overeengekomen;

  • n.

    de wijze waarop en de frequentie waarmee informatie betreffende betaaldiensten krachtens de wet en Titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ter beschikking moet worden gesteld;

  • o.

    de taal of talen waarin de raamovereenkomst voor betaaldiensten wordt gesloten en waarin de communicatie gedurende de looptijd van de contractuele betrekking plaatsvindt;

  • p.

    een vermelding dat de betaaldienstgebruiker het recht heeft de contractuele voorwaarden van de raamovereenkomst voor betaaldiensten en informatie en voorwaarden overeenkomstig artikel 516 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te ontvangen;

  • q.

    voor zover van toepassing, een beschrijving van de maatregelen die de betaaldienstgebruiker moet nemen om de veilige bewaring van een betaalinstrument te waarborgen evenals de wijze waarop de betaaldienstverlener in kennis moet worden gesteld voor de toepassing van artikel 524, eerste lid, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • r.

    de beveiligde procedure volgens welke de betaaldienstverlener de betaaldienstgebruiker in kennis stelt van een vermoede of daadwerkelijke fraude en van beveiligingsdreigingen;

  • s.

    indien overeengekomen, de voorwaarden waaronder de betaaldienstverlener zich het recht voorbehoudt het gebruik van een betaalinstrument te blokkeren overeenkomstig artikel 523 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • t.

    informatie over de aansprakelijkheid van de betaler overeenkomstig artikel 529 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, onder vermelding van het relevante bedrag;

  • u.

    op welke wijze en binnen welke termijn de betaaldienstgebruiker de betaaldienstverlener in kennis moet stellen van een niet-toegestane of onjuist geïnitieerde of uitgevoerde betalingstransactie overeenkomstig artikel 526 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, onder vermelding van de aansprakelijkheid van de betaaldienstverlener voor niet-toegestane betalingstransacties overeenkomstig artikel 528 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • v.

    informatie over de aansprakelijkheid van de betaaldienstverlener voor de initiëring of uitvoering van betalingstransacties overeenkomstig de artikelen 543 tot en met 545 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • w.

    de voorwaarden voor terugbetaling overeenkomstig de artikelen 530 en 531 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • x.

    indien overeengekomen, de informatie dat de betaaldienstgebruiker geacht wordt overeenkomstig artikel 517 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wijzigingen in de voorwaarden te hebben aanvaard tenzij hij de betaaldienstverlener voor de voorgestelde datum van inwerkingtreding van die wijzigingen ervan in kennis heeft gesteld dat hij de wijzigingen niet aanvaardt;

  • y.

    de looptijd van de raamovereenkomst voor betaaldiensten;

  • z.

    een vermelding dat de betaaldienstgebruiker een raamovereenkomst voor betaaldiensten kan beëindigen en alle afspraken met betrekking tot beëindiging van de overeenkomst overeenkomstig de artikelen 517, eerste lid, en 518 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

  • aa.

    de contractuele bepalingen inzake het op de raamovereenkomst voor betaaldiensten toepasselijke recht of de ter zake bevoegde rechter;

  • ab.

    de klachtenprocedure en buitengerechtelijke geschillenbeslechting die ingevolge artikel 4:17 van de wet voor de betaaldienstgebruiker openstaan;

  • aa.

    indien de betaaldienstgebruiker een consument is, de informatie, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de richtlijn betaalrekeningen, op de in dat artikel omschreven wijze en met inachtneming van de artikelen 6 en 8 van die richtlijn;

  • ab.

    indien de betaaldienstgebruiker een consument is, het informatiedocument bedoeld in artikel 4 van de richtlijn betaalrekeningen, op de in dat artikel omschreven wijze en met inachtneming van de artikelen 6 en 8 van die richtlijn.

Artikel

59f

Artikel

59g

Artikel

59h

Artikel

60

Artikel

61

Artikel

62

Indien in geval van een overeenkomst inzake een schadeverzekering een risico is gelegen in een andere lidstaat wordt de aan de cliënt te verstrekken informatie gegeven volgens de in die andere lidstaat vastgestelde regels ter uitvoering van de artikelen 183 en 184 van de richtlijn solvabiliteit II.

Artikel

63

Artikel

63a

Artikel

63b

Een financiëledienstverlener die een cliënt adviseert inzake een schadeverzekering, niet zijnde een verzekering in verband met het geheel of gedeeltelijk wegvallen van het inkomen van een cliënt, verstrekt aan de cliënt een advies waarin wordt uitgelegd waarom een bepaalde schadeverzekering het beste aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënt.

Artikel

63c

Een financiëledienstverlener die een consument adviseert inzake hypothecair krediet, verstrekt het advies op papier of op een andere duurzame drager aan die consument.

§

8.1.5

Precontractuele informatiedocumenten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:22, eerste lid, van de wet

Artikel

64

Artikel

65

Artikel

65a

Artikel

65b

Artikel

66

Artikel

66a

Artikel

66b

§

8.1.6

Informatie gedurende de looptijd van een overeenkomst

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, derde lid, aanhef en onderdeel b, vierde en vijfde lid, en 4:22, eerste en tweede lid, van de wet en artikel 549 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

68a

Artikel

68b

Artikel

68c

Artikel

69

Onverminderd artikel 1:5a van de wet:

  • a.

    is artikel 71e, onderdeel a, van toepassing op betalingstransacties in de valuta van een lidstaat, waarbij de bij de betalingstransactie betrokken betaaldienstverleners hun zetel in een lidstaat hebben;

  • b.

    zijn de artikelen 71b tot en met 71k, met uitzondering van artikel 71e, onderdeel a, van toepassing op betalingstransacties in alle valuta, waarbij de enige of één van beide bij de betalingstransactie betrokken betaaldienstverleners zijn zetel in een lidstaat heeft, met betrekking tot de delen van de betalingstransactie die binnen een lidstaat worden uitgevoerd.

Artikel

70

De artikelen 71b tot en met 71j zijn niet van toepassing op de betaaldienstverlener die uitsluitend betaaldiensten verleent als bedoeld onder 8 van de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten.

Artikel

71

Vervallen

Artikel

71a

Vervallen

Artikel

71b

Artikel

71ba

Artikel

71c

Onmiddellijk na de ontvangst van een betaalopdracht voor een eenmalige betalingstransactie verstrekt de betaaldienstverlener van de betaler op dezelfde wijze als in artikel 59b, eerste tot en met derde lid, is bepaald, aan de betaler de volgende informatie of stelt hij deze aan hem ter beschikking:

  • a.

    een referentie aan de hand waarvan de betaler kan bepalen om welke betalingstransactie het gaat, en, in voorkomend geval, de informatie betreffende de betalingsbegunstigde;

  • b.

    het bedrag van de betalingstransactie in de in de betalingstransactie gebruikte valuta;

  • c.

    het bedrag van de voor de betalingstransactie door de betaler verschuldigde kosten en, voor zover van toepassing, de splitsing van de bedragen van dergelijke kosten;

  • d.

    voor zover van toepassing, de bij de betalingstransactie gehanteerde wisselkoers, of een desbetreffende referentie, indien deze verschilt van de overeenkomstig artikel 59c, eerste lid, onderdeel d, aangeboden wisselkoers, en het bedrag van de betalingstransactie na die valutawissel; en

  • e.

    de datum van ontvangst van de betaalopdracht.

Artikel

71d

Een betaaldienstverlener verstrekt onmiddellijk na de uitvoering van een eenmalige betalingstransactie de volgende informatie aan de betalingsbegunstigde op dezelfde wijze als in artikel 59b, eerste tot en met derde lid, is bepaald, of stelt deze aan hem ter beschikking:

  • a.

    de referentie aan de hand waarvan de betalingsbegunstigde kan bepalen welke betalingstransactie en, in voorkomend geval, welke betaler het betreft, en alle bij de betalingstransactie gevoegde informatie;

  • b.

    het bedrag van de betalingstransactie, in de valuta waarin de geldmiddelen ter beschikking van de betalingsbegunstigde worden gesteld;

  • c.

    het bedrag van de voor de betalingstransactie door de betalingsbegunstigde verschuldigde kosten en, voor zover van toepassing, de splitsing van de bedragen van dergelijke kosten;

  • d.

    voor zover van toepassing, de door de betaaldienstverlener van de betalingsbegunstigde bij de betalingstransactie gehanteerde wisselkoers, en het bedrag van de betalingstransactie voor die valutawissel; en

  • e.

    de valutadatum van de creditering.

Artikel

71e

In geval van een door de betaler geïnitieerde afzonderlijke betalingstransactie uit hoofde van een raamovereenkomst voor betaaldiensten, verstrekt een betaaldienstverlener op verzoek van de betaler voor deze specifieke betalingstransactie inzichtelijke informatie over de volgende elementen:

  • a.

    de maximale uitvoeringstermijn;

  • b.

    de door de betaler verschuldigde kosten; en

  • c.

    voor zover van toepassing, de verschuldigde kosten en de uitsplitsing van die kosten.

Artikel

71f

Artikel

71g

Artikel

71h

Artikel

71i

Artikel

71j

Artikel

71l

Een betaalinstelling of een elektronischgeldinstelling draagt er zorg voor dat betaaldienstagenten die voor haar rekening handelen, de betaaldienstgebruiker daarvan in kennis stellen. Zij draagt er tevens zorg voor dat haar bijkantoren de betaaldienstgebruiker in kennis stellen van het feit bijkantoor te zijn van de betaalinstelling, onderscheidenlijk de elektronischgeldinstelling.

Artikel

72

Artikel

72a

Indien een financiëledienstverlener een cliënt voorafgaand aan het advies heeft medegedeeld dat hij een periodieke beoordeling ontvangt van de geschiktheid van de verzekering met een beleggingscomponent die de financiëledienstverlener heeft geadviseerd, wordt door de financiëledienstverlener een bijgewerkte geschiktheidsverklaring verstrekt als bedoeld in artikel 4:23, vierde lid, van de wet.

Artikel

73

Artikel

74

Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een natura-uitvaartverzekering of een overeenkomst die strekt tot fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon verstrekt een natura-uitvaartverzekeraar de cliënt, voorzover van toepassing, ten minste de volgende informatie:

  • a.

    iedere wijziging van zijn handelsnaam of handelsnamen, statutaire naam, rechtsvorm of adres;

  • b.

    iedere wijziging van de polisvoorwaarden; en

  • c.

    voorzover zulks niet blijkt uit een wijziging van de polisvoorwaarden: iedere wijziging van de overeenkomst ten aanzien van de in de artikelen 57, eerste lid, onderdeel c, en 63, eerste lid, onderdelen b tot en met h, j en l bedoelde onderwerpen of van de op die onderdelen van toepassing zijnde regelgeving.

Artikel

75

Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een schadeverzekering stelt een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid Motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland de cliënt binnen twee weken in kennis van een wijziging in de naam of het adres van de schade-afhandelaar, bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, onderdeel e, van de wet.

Artikel

76

§

8.1.7

Informatieverstrekking in het kader van een overeenkomst op afstand

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste en tweede lid, derde lid, aanhef en onderdeel b, vierde en vijfde lid en 4:23, vijfde lid, aanhef en onderdeel e, van de wet

Artikel

77

Artikel

78

Artikel

79

Artikel

80

Gedurende de looptijd van een overeenkomst op afstand verstrekt een financiëledienstverlener aan de consument op diens verzoek de voorwaarden van de overeenkomst. Voorts kan de consument het gebruik van een ander middel van communicatie op afstand verlangen, tenzij dat niet met de tot stand gekomen overeenkomst op afstand te verenigen is.

Artikel

80.0a

Afdeling

8.2

Overige bepalingen met betrekking tot zorgvuldige dienstverlening

§

8.2.1

Inwinnen van informatie door beleggingsondernemingen en financiëledienstverleners

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:23, vijfde lid, aanhef en onderdeel e, 4:24, vijfde lid, aanhef en onderdeel f, en zesde lid, van de wet

Artikel

80a

Vervallen

Artikel

80b

Vervallen

Artikel

80c

Vervallen

Artikel

80d

Als financieel instrument in de zin van artikel 4:24, vijfde lid, aanhef en onderdeel f, van de wet worden aangewezen financiële instrumenten die voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 57 van de gedelegeerde verordening markten voor financiële instrumenten 2014 inzake organisatorische eisen.

Artikel

80e

Artikel

80f

§

8.2.2

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:25, eerste lid, 4:25a, eerste lid, en 4:25b van de wet

Artikel

81

Artikel

81a

Een aanbieder van een hypothecair krediet offreert voor een consument die voornemens is een overeenkomst inzake een hypothecair krediet aan te gaan dezelfde debetrentevoet bij dezelfde rentevastperiode als voor een consument aan wie op dat moment een aanbod wordt gedaan voor de komende rentevastperiode bij een vergelijkbaar risicoprofiel.

Artikel

81b

Artikel

81c

Artikel

81ca

Artikel

81d

Artikel

81e

Het is een aanbieder van hypothecair krediet niet toegestaan om, met als reden een onjuiste beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument, de overeenkomst inzake hypothecair krediet te beëindigen of ten nadele van de consument te wijzigen, tenzij de consument voor de beoordeling van de kredietwaardigheid relevante informatie bewust heeft achtergehouden of bewust onjuist heeft weergegeven.

Artikel

82

Artikel

83

Artikel

83a

Artikel

83b

Vervallen

Artikel

83c

Vervallen

Artikel

84

Een beleggingsonderneming onthoudt zich van het uitvoeren van transacties voor rekening van cliënten met een zodanige frequentie of van een zodanige omvang dat dit gezien de omstandigheden kennelijk slechts strekt tot bevoordeling van de beleggingsonderneming, tenzij sprake is van transacties waarvoor de cliënt op eigen initiatief uitdrukkelijk opdracht heeft gegeven.

Artikel

85

Een beleggingsonderneming verricht geen transactie voor rekening van een cliënt, indien de op naam van de cliënt aanwezige saldi ontoereikend zijn om aan de verplichtingen te voldoen die voortvloeien uit die transactie.

Artikel

86

Artikel

86a

Vervallen

Artikel

86b

Artikel 86c is uitsluitend van toepassing op overeenkomsten die zijn aangegaan op of na inwerkingtreding van dat artikel.

Artikel

86c

Artikel

86d

Artikel

86e

Artikel

86ea

Artikel

86f

Artikel

86g

Artikel

86h

Artikel

86i

Artikel

86ia

§

8.2.3

Provisies inzake overeenkomsten betreffende betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecair krediet en uitvaartverzekeringen die zijn aangegaan voor de inwerkingtreding van artikel 86c

Artikel

86j

Artikel

86k

Artikel

86l

Artikel

86m

Hoofdstuk

9

Meldingsplichten

Afdeling

9.1

Melding wijzigingen door financiële ondernemingen

§

9.1.0

Afwikkelondernemingen

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:26, achtste lid, van de wet

Artikel

87a

§

9.1.1

Beheerders van beleggingsinstellingen en beheerders van icbe’s

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, en 4:37c, negende lid, van de wet

Artikel

87

Deze paragraaf is niet van toepassing op beheerders van icbe’s met zetel in een andere lidstaat en op beheerders van beleggingsinstellingen of icbe's met zetel in een aangewezen staat.

Artikel

88

Artikel

88a

Artikel

88b

Artikel

89

Artikel

90

Een beheerder van een icbe zendt een afschrift van elke met een bewaarder van een icbe gesloten overeenkomst alsmede van wijzigingen van een met een bewaarder van een icbe gesloten overeenkomst binnen twee weken na ondertekening of wijziging van de overeenkomst aan de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel

91

Artikel

92

Artikel

92a

Een beheerder van een icbe die door middel van het verrichten van diensten een icbe met zetel in een andere lidstaat beheert of rechten van deelneming in door hem beheerde icbe’s in een andere lidstaat aanbiedt, meldt een wijziging van de financiële diensten die hij in de andere lidstaat verleent, de procedure voor risicobeheer en de afhandeling van klachten ten minste twee weken voorafgaand aan de wijziging schriftelijk aan de Autoriteit Financiële Markten en de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat.

§

9.1.2

Beleggingsondernemingen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, van de wet

Artikel

93

Deze paragraaf is niet van toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een andere lidstaat.

Artikel

94

Artikel

95

Artikel

96

Artikel

97

Artikel

98

Een beleggingsonderneming met zetel in Nederland die door middel van het verrichten van diensten naar een andere lidstaat beleggingsdiensten verleent, meldt aan de Autoriteit Financiële Markten en de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat schriftelijk ten minste een maand tevoren:

  • a.

    een wijziging van de financiële diensten die de beleggingsonderneming in de andere lidstaat verleent; en

  • b.

    het voornemen om het verlenen van beleggingsdiensten door middel van het verrichten van diensten naar de andere lidstaat te staken.

Artikel

99

§

9.1.3

Collectieve vergunninghouders

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, van de wet

Artikel

100

Een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:105, eerste lid, van de wet meldt aan de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken schriftelijk een wijziging in:

  • a.

    de naam en het adres van een aangesloten onderneming;

  • b.

    de rechtsvorm van een aangesloten onderneming;

  • c.

    indien een aangesloten onderneming een rechtspersoon is: de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen; of

  • d.

    indien een aangesloten onderneming is ingeschreven in het handelsregister: het nummer van de inschrijving.

§

9.1.4

Financiëledienstverleners

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, negende lid, van de wet

Artikel

101

Deze paragraaf is niet van toepassing op:

  • a.

    bemiddelaars in verzekeringen met zetel in een andere lidstaat;

  • b.

    financiëledienstverleners die voor de uitoefening van het bedrijf van bank of verzekeraar een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben;

  • c.

    financiëledienstverleners met zetel in een andere lidstaat of een aangewezen staat die het bedrijf van financiële instelling, bank of verzekeraar uitoefenen; en

  • d.

    herverzekeringsbemiddelaars met zetel in een andere lidstaat.

Artikel

102

Artikel

103

Artikel

104

Een financiëledienstverlener meldt aan de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken schriftelijk een wijziging in:

  • a.

    zijn naam en adres;

  • b.

    zijn rechtsvorm;

  • c.

    indien hij een rechtspersoon is: zijn statutaire zetel, statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen;

  • d.

    indien hij is ingeschreven in het handelsregister: het nummer van de inschrijving;

  • e.

    de financiële diensten die hij verleent of de financiële producten waarop deze diensten betrekking hebben;

  • f.

    indien hij een bemiddelaar in verzekeringen is: de natuurlijke personen die zijn beleid bepalen; of

  • g.

    indien hij een gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent is: de verzekeraar voor wie zijn volmacht geldt of de natuurlijke personen die zijn beleid bepalen.

§

9.1.5

Verzekeraars

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:26, zesde lid, van de wet

Artikel

105

Een schadeverzekeraar met zetel in Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent of een schadeverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, meldt een wijziging in de naam of het adres van een door hem in een andere lidstaat aangestelde schaderegelaar als bedoeld in artikel 4:70, tweede lid, van de wet binnen twee weken schriftelijk aan de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel

106

Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland meldt een wijziging in de akte van aanstelling van de schade-afhandelaar, bedoeld in artikel 4:71, derde lid, van de wet binnen twee weken schriftelijk aan de Autoriteit Financiële Markten.

Afdeling

9.2

Meldingsplicht accountant

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:27, vierde lid, van de wet

Artikel

107

Artikel

108

Afdeling

9.3

Instemmingsvereiste centrale tegenpartij en centrale effectenbewaarinstelling

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:27a, derde lid, van de wet

Artikel

108a

Artikel

108b

Hoofdstuk

10

Aanvullende regels betreffende aanbieden

Afdeling

10.1

Beleggingsobjecten

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:30a, derde lid, van de wet

Artikel

109

In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt in afwijking van artikel 1, verstaan onder gelieerde partij:

  • a.

    persoon die met een aanbieder van beleggingsobjecten in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur is verbonden;

  • b.

    persoon die direct of indirect stemrecht kan uitoefenen of anderszins bepaalde rechten kan uitoefenen in een aanbieder van beleggingsobjecten waardoor invloed van betekenis kan worden uitgeoefend op diens zakelijk of financieel beleid;

  • c.

    natuurlijke persoon die in een familierechtelijke betrekking staat of een persoonlijke relatie heeft met een bestuurder van een aanbieder van beleggingsobjecten of met een natuurlijke persoon als bedoeld in onderdeel a of b, op grond van welke relatie hij het handelen van de bestuurder of de natuurlijke persoon met betrekking tot de aanbieder van beleggingsobjecten kan beïnvloeden; of

  • d.

    rechtspersoon waarin een bestuurder van een aanbieder van beleggingsobjecten of een natuurlijke persoon als bedoeld in onderdeel c direct of indirect stemrecht kan uitoefenen of anderszins bepaalde rechten kan uitoefenen waardoor sprake is van invloed van betekenis op het zakelijk of financieel beleid van die rechtspersoon.

Artikel

110

Afdeling

10.1a

Elektronisch geld

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:20, eerste lid, en 4:31, tweede lid, van de wet

Artikel

110a

Vervallen

Artikel

110b

Vervallen

Afdeling

10.2

Krediet

§

10.2.1

Precontractuele informatie inzake krediet

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:33, tweede tot en met vierde lid, van de wet

Artikel

111

Artikel 4:33, eerste lid, van de wet is niet van toepassing op:

  • a.

    aanbieders van consumptief krediet, voorzover het consumptief krediet onderdeel uitmaakt van een complex product; en

  • b.

    aanbieders van consumptief krediet voorzover zij overeenkomsten inzake consumptief krediet beheren of uitvoeren.

Artikel

112

Artikel

112a

Artikel

112b

De informatie, bedoeld in artikel 4:33, eerste lid, van de wet, met betrekking tot effectenkrediet kan worden verstrekt door gebruikmaking van het formulier, opgenomen in bijlage F van dit besluit. De informatie bevat de in die bijlage bedoelde gegevens. Alle informatie wordt even opvallend weergegeven.

Artikel

112d

Artikel

112e

§

10.2.2

Verplichting tot inwinnen van informatie en ten hoogste toegelaten kredietvergoeding

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:32, tweede lid, 4:34, derde lid, en 4:35 van de wet

Artikel

113

Artikel

114

Alvorens met een consument een overeenkomst inzake krediet aan te gaan waarvan het totale kredietbedrag meer dan € 250 bedraagt, raadpleegt een aanbieder van krediet de bij het stelsel van kredietregistratie waaraan hij deelneemt geregistreerde gegevens over reeds aan de consument verleende kredieten.

Artikel

115

Artikel

115a

Een aanbieder van krediet rekent geen hogere kredietvergoeding dan op grond van het Besluit kredietvergoeding ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.

Artikel

115ab

Afdeling

10.3

Rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe

§

10.3.1

Regels voor beheerders van beleggingsinstellingen en beleggingsinstellingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:37c, tiende lid, 4:37e, derde lid, 4:37k, zesde lid, 4:37l, vierde lid, 4:37m, tweede lid, 4:37n, 4:37o, zesde lid, 4:37t, eerste lid, van de wet

Artikel

115b

De informatie, bedoeld in artikel 4:37c, zevende lid, van de wet, die voorafgaand aan het aanbieden van rechten van deelneming aan de Autoriteit Financiële Markten dient te worden verstrekt, voldoet aan de ingevolge artikel 31 van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen vastgestelde normen.

Artikel

115c

Artikel

115d

Vervallen

Artikel

115e

Vervallen

Artikel

115f

Vervallen

Artikel

115g

Vervallen

Artikel

115h

Vervallen

Artikel

115i

De waardering van de activa en de berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming van een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling voldoet aan de ingevolge artikel 19 van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen gestelde eisen.

Artikel

115j

Het prospectus, bedoeld in artikel 4:37l, eerste lid, van de wet, bevat ten minste de gegevens, bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid, eerste volzin, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen.

Artikel

115k

Artikel

115l

Artikel

115m

Artikel

115n

De kennisgeving, bedoeld in artikel 4:37t, eerste lid, van de wet, bevat ten minste de gegevens, bedoeld in artikel 27, derde lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen.

§

10.3.1.1

Aanvullende regels voor beheerders van beleggingsinstellingen inzake het aanbieden van rechten van deelneming aan niet-professionele beleggers

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:37p van de wet

Artikel

115p

Deze paragraaf is van toepassing voor zover een beheerder van een beleggingsinstelling rechten van deelneming aanbiedt aan niet-professionele beleggers in Nederland.

Artikel

115q

Artikel

115r

Artikel

115s

Artikel

115t

Artikel

115u

Een beheerder behandelt deelnemers onder vergelijkbare omstandigheden op gelijke wijze.

Artikel

115v

Artikel

115x

Artikel

115y

Artikel

115z

Indien van de in Nederland gevoerde of te voeren naam van een beheerder of een door hem beheerde beleggingsinstelling gevaar voor verwarring of misleiding is te duchten, kan de Autoriteit Financiële Markten verlangen dat de beheerder onderscheidenlijk de beleggingsinstelling:

  • a.

    de naam wijzigt; of

  • b.

    een verklarende vermelding aan de naam toevoegt.

Artikel

115aa

Indien een beheerder de inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in een door hem beheerde beleggingsinstelling opschort, stelt hij de Autoriteit Financiële Markten, onverwijld daarvan op de hoogte.

Artikel

115bb

Artikel

115cc

Een beheerder benadert personen die geen professionele belegger zijn, of die geen deelnemer zijn in de beleggingsinstelling, direct noch indirect in persoon, anders dan door middel van een techniek voor communicatie op afstand als bedoeld in artikel 81, tenzij:

  • a.

    de betrokkene daarmee vooraf uitdrukkelijk schriftelijk dan wel elektronisch mee heeft ingestemd; of

  • b.

    de betrokkene in het contact slechts informatiemateriaal wordt aangeboden.

Artikel

115dd

Door of namens een beleggingsinstelling worden geen transacties uitgevoerd voor haar rekening met een zodanige frequentie of van een zodanige omvang dat dit gezien de omstandigheden kennelijk slechts strekt tot bevoordeling van de beheerder, de beleggingsinstelling of met de beheerder, of bewaarder gelieerde partijen.

Artikel

115ee

§

10.3.2

Regels voor beheerders van icbe’s en icbe’s

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:47, tweede lid, 4:48, tweede lid, 4:49, tweede lid, aanhef en onderdeel e, 4:51, vijfde lid en 4:52, derde lid, 4:59a, derde lid, 4:59e, tweede lid, 4:60, eerste lid en 4:61 van de wet

Artikel

116

Vervallen

Artikel

116a

Vervallen

Artikel

116b

De advertentie en mededeling op de website van de beheerder van een icbe, bedoeld in artikel 4:47, eerste lid, van de wet, bevatten tenminste:

  • a.

    een beschrijving van de voorgestelde voorwaardenwijziging;

  • b.

    een beschrijving van de gevolgen voor de rechten en verplichtingen van de deelnemers van de voorgestelde voorwaardenwijziging;

  • c.

    indien van toepassing: de wijze en datum waarop deelnemers inspraak kunnen uitoefenen ten aanzien van de voorgestelde voorwaardenwijziging;

  • d.

    de datum waarop de voorgestelde voorwaardenwijziging van kracht zal worden;

  • e.

    een vermelding van het feit dat een ten opzichte van het voorstel ongewijzigde voorwaardenwijziging niet separaat zal worden bekendgemaakt, maar als onderdeel van de gewijzigde voorwaarden op de website beschikbaar zal zijn alsmede de datum waarop deze gewijzigde voorwaarden op de website beschikbaar zullen zijn;

  • f.

    indien van toepassing: de toepasselijkheid van artikel 4:47, vierde lid, van de wet alsmede de datum waarop de in dat lid genoemde termijn aanvangt en eindigt.

Artikel

118

Artikel

120

Artikel

121

Artikel

122

Artikel

123

Artikel

124

Artikel

125

Artikel

125a

Vervallen

Artikel

126

Vervallen

Artikel

126a

Artikel

126b

Artikel

126c

Artikel

126d

Artikel

126e

Artikel

126f

Artikel

126g

Artikel

126h

Artikel

126i

Artikel

126j

Artikel

127

Vervallen

Artikel

128

De statuten of het fondsreglement van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet vermelden:

  • a.

    de wijze waarop de bepaling plaatsvindt van de prijs bij het aanbieden, de verkoop- of inkoopprijs, en het bedrag bij terugbetaling van de waarde van de rechten van deelneming; en

  • b.

    de aard van de kosten die ten laste komen van het resultaat, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de beleggingsinstelling.

Artikel

129

Een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet die belegt in rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen die door haar beheerder worden beheerd of die worden beheerd door een beheerder waarmee haar beheerder in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur is verbonden, brengt geen kosten in rekening voor inschrijving of aflossing ten aanzien van de rechten van deelneming in die andere beleggingsinstellingen.

Artikel

130

Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend belegd in:

  • a.

    effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de notering of worden verhandeld op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit;

  • b.

    effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de notering of worden verhandeld op een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is, voorzover de statuten of het fondsreglement van de icbe voorzien in belegging in deze financiële instrumenten;

  • c.

    effecten waarvan het aannemelijk is dat zij binnen een jaar na emissie zullen worden toegelaten tot de notering of ter verhandeling zullen worden aangeboden op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is voorzover de statuten of het fondsreglement van de icbe voorzien in belegging in deze financiële instrumenten;

  • d.

    rechten van deelneming in icbe’s voor het aanbieden waarvan op grond van artikel 2:65 van de wet een vergunning is verleend of in icbe’s die overeenkomstig de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten in een andere lidstaat zijn toegelaten, indien de betreffende icbe’s volgens hun statuten of fondsreglementen niet meer dan tien procent van hun beheerde vermogen beleggen in rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen;

  • e.

    rechten van deelneming in beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat of in icbe’s waarop het toezicht naar het oordeel van de toezichthoudende instanties in andere lidstaten gelijkwaardig is aan de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten en ten aanzien waarvan de samenwerking tussen de toezichthouders en de toezichthoudende instanties genoegzaam is gewaarborgd, indien:

    • 1°.

      de rechten van deelneming in de beleggingsinstellingen of icbe’s op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

    • 2°.

      het reglementaire of statutaire doel van de beleggingsinstellingen of icbe’s uitsluitend is het beleggen in effecten, geldmarktinstrumenten, deposito’s of financiële derivaten met toepassing van het beginsel van risicospreiding;

    • 3°.

      de op de beleggingsinstellingen of icbe’s toepasselijke regels inzake scheiding van het vermogen, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten; en

    • 4°.

      de beleggingsinstellingen of icbe’s volgens hun statuten of fondsreglementen niet meer dan tien procent van hun beheerde vermogen beleggen in rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen of icbe’s;

  • f.

    deposito’s bij een bank met zetel in een lidstaat of in een staat die geen lidstaat is, mits de Nederlandsche Bank heeft vastgesteld dat het prudentieel toezicht in die staat die geen lidstaat is in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen;

  • g.

    financiële derivaten die zijn toegelaten tot de notering of worden verhandeld op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is, voorzover de waarde afhankelijk is van de in dit artikel genoemde financiële instrumenten en deposito’s, financiële indices, rentetarieven, wisselkoersen of valuta’s waarin de icbe krachtens haar statuten of reglementen mag beleggen;

  • h.

    financiële derivaten die niet op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is worden verhandeld, indien:

    • 1°.

      de waarde afhankelijk is van de in dit artikel genoemde financiële instrumenten en deposito’s, financiële indices, rentetarieven, wisselkoersen of valuta’s waarin icbe’s krachtens haar statuten of reglementen mag beleggen;

    • 2°.

      de tegenpartij een aan prudentieel toezicht onderworpen instelling is en behoort tot de categorieën die erkend zijn door de Autoriteit Financiële Markten of een toezichthoudende instantie in een andere lidstaat; en

    • 3°.

      zij aan betrouwbare en verifieerbare dagelijkse waardering onderworpen zijn en te allen tijde tegen hun waarde in het economisch verkeer op initiatief van de icbe kunnen worden verkocht, te gelde gemaakt of afgesloten door een compenserende transactie; of

  • i.

    geldmarktinstrumenten die niet op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is worden verhandeld, indien de emissie of de emittent van deze instrumenten zelf aan regelgeving is onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden, en deze instrumenten:

    • 1°.

      worden uitgegeven of gegarandeerd door een centrale, regionale of plaatselijke overheid, de centrale bank van een lidstaat, de Europese Centrale Bank, de Europese Unie of de Europese Investeringsbank, een staat die geen lidstaat is, een deelstaat van een federale staat of een internationale publiekrechtelijke instelling waarin een of meer lidstaten deelnemen;

    • 2°.

      worden uitgegeven door een onderneming waarvan effecten worden verhandeld op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is;

    • 3°.

      worden uitgegeven of gegarandeerd door een instelling die in een lidstaat aan prudentieel toezicht is onderworpen of door een instelling die onderworpen is aan prudentieel toezicht dat in ieder geval gelijkwaardig is aan het ingevolge het gemeenschapsrecht geldende prudentieel toezicht; of

    • 4°.

      worden uitgegeven door andere instellingen waarvoor een gelijkwaardige bescherming van de belegger geldt als is vastgelegd in dit onderdeel, aanhef en onder 1°, 2° en 3°, indien de uitgevende instelling een onderneming is waarvan het kapitaal en de reserves in totaal ten minste € 10.000.000 bedragen en die haar jaarrekeningen presenteert en publiceert overeenkomstig de richtlijn jaarrekening, of een rechtspersoon is die binnen een groep waartoe een of meer ondernemingen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot notering aan een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is behoren, specifiek gericht is op de financiering van de groep, of een rechtspersoon is specifiek gericht op de financiering van effectiseringsinstrumenten waarvoor een bankliquiditeitenlijn bestaat.

Artikel

131

Artikel

132

Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt niet belegd in edele metalen of in certificaten die deze metalen vertegenwoordigen.

Artikel

133

Artikel

134

Artikel

135

Artikel

136

Artikel

137

Artikel

138

Artikel

139

Artikel

140

Artikel

141

Artikel 140, eerste en tweede lid, is niet van toepassing op het verwerven van onderscheidenlijk het beleggen in:

  • a.

    effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gegarandeerd door een lidstaat, een openbaar lichaam met verordenende bevoegdheid in een lidstaat, een staat die geen lidstaat is of een internationale organisatie waarin een of meer lidstaten deelnemen;

  • b.

    aandelen in het kapitaal van een rechtspersoon, gevestigd in een staat die geen lidstaat is, die met inachtneming van de begrenzingen, bedoeld in de artikelen 134, 135, 136, eerste lid, 137, 139 en 140 zijn vermogen in hoofdzaak belegt in effecten van uitgevende instellingen, gevestigd in die staat, wanneer krachtens de wet van die staat een dergelijke deelneming voor de icbe de enige mogelijkheid is om in effecten van uitgevende instellingen in die staat te beleggen; of

  • c.

    aandelen in het kapitaal van een dochteronderneming van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten die uitsluitend ten behoeve van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten bepaalde beheers-, advies- of verhandelingswerkzaamheden verricht in de staat waar de dochteronderneming is gevestigd, met het oog op de inkoop van rechten van deelneming op verzoek van deelnemers.

Artikel

142

Artikel

143

Artikel

144

Het is een beheerder van een icbe of bewaarder van een icbe niet toegestaan om financiële instrumenten vanuit een ongedekte positie te verkopen.

Artikel

145

Artikel

146

Artikel

147

§

10.3.2.1

Aanvullende regels voor master-icbe’s en feeder-icbe’s en overeenkomst tussen de betrokken accountants

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:57c, vijfde lid, 4:61, eerste lid, 4:61a, vijfde lid, en 4:61b, vierde lid, van de wet

Artikel

147a

Artikel

147b

Artikel

147d

Artikel

147e

Vervallen

Artikel

147f

Artikel

147g

Een feeder-icbe vermeldt in alle door of namens haar verstrekt of beschikbaar gestelde relevante informatie dat zij ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen belegt in rechten van deelneming in een master-icbe.

Artikel

147h

Artikel

147i

Artikel

147j

Een feeder-icbe en de master-icbe waarin zij belegt, voorkomen dat hun deelnemers op verschillende tijdstippen worden geïnformeerd over de intrinsieke waarde van de deelnemingen door het treffen van maatregelen om het tijdstip van de berekening en de publicatie van de intrinsieke waarde te coördineren.

Artikel

147k

Een feeder-icbe controleert de werkzaamheden van de master-icbe. Zij baseert zich hierbij op de informatie die is verstrekt door de master-icbe of diens beheerder, bewaarder of accountant tenzij de feeder-icbe reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van deze informatie.

Artikel

147l

Een beloning of vergoeding die een feeder-icbe, haar beheerder dan wel een derde die namens de feeder-icbe of haar beheerder optreedt, ontvangt in verband met de belegging in rechten van deelneming van een master-icbe, komt ten gunste van de activa van de feeder-icbe.

Artikel

147m

Artikel

147n

Een master-icbe houdt alle informatie die zij ingevolge het recht, het fondsreglement of statuten beschikbaar moet houden, beschikbaar voor de feeder-icbe of, indien van toepassing, haar beheerder, en voor de Autoriteit Financiële Markten, de bewaarder en de accountant van de feeder-icbe.

Artikel

147o

Een master-icbe brengt geen inschrijvingskosten of inkoopkosten in rekening voor het deelnemen van een feeder-icbe in haar rechten van deelneming of voor de vervreemding daarvan.

Artikel

147p

Artikel

147q

Artikel

147r

Artikel

147s

§

10.3.2.2

Fusies tussen icbe's

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:62b, derde lid, 4:62e, tweede lid, en 4:62g, vierde lid, van de wet

Artikel

147t

Artikel

147u

Het gemeenschappelijk fusievoorstel, bedoeld in artikel 4:62e, eerste lid, van de wet, bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    het soort fusie en de betrokken icbe's;

  • b.

    de achtergrond en redenen van de voorgenomen fusie;

  • c.

    de verwachte gevolgen van de voorgenomen fusie voor de deelnemers van zowel de verdwijnende icbe als de verkrijgende icbe;

  • d.

    de criteria die zijn vastgesteld voor de waardering van de activa, en indien van toepassing, de passiva;

  • e.

    de berekeningsmethode voor de ruilverhouding;

  • f.

    de beoogde ingangsdatum van de fusie;

  • g.

    de regels die van toepassing zijn op de overdracht van activa, respectievelijk het omruilen van de rechten van deelneming in de verdwijnende icbe tegen rechten van deelneming in de verkrijgende icbe; en

  • h.

    in geval van een nieuw op te richten icbe het fondsreglement of de statuten van die icbe.

Artikel

147v

Een bewaarder van een verdwijnende icbe en de bewaarder van een verkrijgende icbe gaat na of de in het gemeenschappelijk fusievoorstel opgenomen gegevens, bedoeld in artikel 147u, onderdelen a, f en g, in overeenstemming zijn met hetgeen ingevolge de wet is bepaald en met het fondsreglement of de statuten van de desbetreffende icbe.

Artikel

147w

Artikel

147x

Artikel

147y

Artikel

147z

Artikel

147aa

Onverminderd de artikelen 147w, 147x, eerste lid, 147y en 147z omvat de te verstrekken informatie over de voorgenomen fusie aan de deelnemers van de verdwijnende icbe tevens:

  • a.

    de termijn waarbinnen het inschrijven op of vragen om terugbetaling van rechten van deelneming in de verdwijnende icbe mogelijk blijft;

  • b.

    de termijn waarbinnen de deelnemers, die niet binnen de termijn gebruik hebben gemaakt van hun rechten op grond van artikel 4:62h, van de wet, hun rechten als deelnemer van de verkrijgende icbe kunnen uitoefenen; en

  • c.

    een toelichting dat indien een besluit tot fusie dient te worden genomen door de algemene vergadering van de verdwijnende icbe op grond van artikel 317 of 330van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboeken het fusiebesluit met de vereiste meerderheid is genomen, de deelnemers die niet hebben gestemd, tegen het fusievoorstel hebben gestemd, of niet binnen de termijn gebruik hebben gemaakt van hun rechten op grond van artikel 4:62h, van de wet, deelnemers worden van de verkrijgende icbe.

Artikel

147bb

Artikel

147cc

Indien de informatie over de voorgenomen fusie, bedoeld in artikel 147w, aan de deelnemers van de betrokken icbe's is verstrekt, wordt dezelfde informatie verstrekt tot de dag waarop de fusie van kracht wordt aan een ieder die rechten van deelneming in de verdwijnende of verkrijgende icbe aankoopt of daarop inschrijft of verzoekt om het fondsreglement of de statuten, het prospectus of essentiële-informatiedocument respectievelijk essentiële beleggersinformatie van een van de betrokken icbe's.

Artikel

147dd

Indien de beheerder van een verdwijnende icbe of een verkrijgende icbe op grond van de artikelen 2:123 en 2:124a van de wet rechten van deelneming in een door hem beheerde icbe aanbiedt in een andere lidstaat verstrekt de desbetreffende icbe de informatie, bedoeld in artikel 147w, aan haar deelnemers in de officiële taal van die andere lidstaat of in een door de toezichthoudende instantie van die andere lidstaat goedgekeurde taal.

§

10.3.2.3

Regels voor bewaarders

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:62m, vierde lid, 4:62o, vijfde lid, 4:62p, zesde lid, 4:62q, tweede lid, 4:62r, vierde lid, 4:62v, tweede lid, 4:62w, vierde lid, van de wet

Artikel

147ee

Een prime broker die optreedt als tegenpartij voor een beleggingsinstelling, mag niet optreden als bewaarder van die desbetreffende beleggingsinstelling tenzij hij zijn bewaartaken functioneel en hiërarchisch heeft gescheiden van zijn taken als prime broker en de mogelijke belangenconflicten afdoende worden geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd of medegedeeld aan de deelnemers in de beleggingsinstelling.

Artikel

147ff

Artikel

147gg

Artikel

147hh

Vervallen

Artikel

147ii

Artikel

147kk

Een bewaarder van een master-icbe meldt aan de Autoriteit Financiële Markten in ieder geval de volgende onregelmatigheden op grond van artikel 4:62v, eerste lid, van de wet:

  • a.

    fouten in de berekening van de intrinsieke waarde van de master-icbe;

  • b.

    fouten in transacties voor afwikkeling van de aankoop van, inschrijving op, het verzoek om inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master-icbe door de feeder-icbe;

  • c.

    door de master-icbe veroorzaakte fouten bij de betaling of kapitalisatie van inkomsten, of fouten in de berekening van de bronbelasting;

  • d.

    inbreuken op de beleggingsdoelstellingen, het beleggingsbeleid of de beleggingsstrategie van de master-icbe, zoals beschreven in haar fondsreglement of statuten, prospectus of essentiële-informatiedocument respectievelijk essentiële beleggersinformatie; en

  • e.

    inbreuken op ingevolge de wet, het fondsreglement, de statuten, prospectus of essentiële-informatiedocument respectievelijk essentiële beleggersinformatie vastgestelde limieten bij beleggingen of het aangaan van leningen.

Afdeling

10.4

Verzekeringen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:71, vierde lid, van de wet

Artikel

148

Artikel

149

Hoofdstuk

11

Aanvullende regels betreffende bemiddelen

Afdeling

11.1

Krediet

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:74, tweede en derde lid, van de wet

Artikel

149a

Vervallen

Artikel

149b

Vervallen

Artikel

150

Vervallen

Artikel

151

Vervallen

Artikel

152

Artikel 4:74, eerste lid, van de wet, is niet van toepassing op:

  • a.

    overeenkomsten inzake krediet waarvoor bij het aangaan hypothecaire zekerheid wordt verleend of inzake krediet waarvoor reeds hypothecaire zekerheid bestaat, indien het krediet wordt verleend tegen een voor hypothecaire kredieten van de betrokken aanbieder gebruikelijk jaarlijks kostenpercentage;

  • b.

    overeenkomsten inzake krediet, voorzover het krediet wordt aangeboden tegen onderpand van effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake krediet bezitter is van de te verpanden effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, van welk krediet het totale kredietbedrag gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan zeventig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel a van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, dan wel niet hoger is dan tachtig procent van de waarde van de te verpanden effecten, indien het effecten betreffen als bedoeld in onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, en:

    • 1°.

      die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt; of

    • 2°.

      de waarde van die effecten als bedoeld in onderdeel a, dan wel onderdeel b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, door middel van een openbare prijsaanduiding voor een ieder kenbaar is.

Artikel

153

Artikel

154

Een bemiddelaar heeft slechts aanspraak op provisie ter zake van tot stand gekomen overeenkomsten.

Artikel

155

Artikel

156

Een bemiddelaar heeft over de periode waarin een consument ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, geen aanspraak op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst.

Artikel

157

Artikel

158

Afdeling

11.2

Verzekeringen en hypothecair krediet

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:75, tweede lid, en 4:74b, tweede lid, van de wet

Artikel

159

Artikel

160

Hoofdstuk

12

Aanvullende regels betreffende herverzekeringsbemiddelen

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:76, tweede lid, van de wet

Hoofdstuk

12a

Aanvullende regels betreffende afwikkelondernemingen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:76a, tweede lid, 4:76b, derde lid, 4:76c, tweede lid, en 4:76d, tweede lid van de wet

Artikel

161a

Artikel

161b

Ten behoeve van het tijdig en efficiënt verlenen van diensten, bedoeld in artikel 4:76b van de wet, heeft een afwikkelonderneming duidelijk omschreven doelen die meetbaar en haalbaar zijn met betrekking tot een minimaal dienstenniveau, risicobeheersingsverwachtingen en zakelijke prioriteiten.

Artikel

161c

De afwikkelonderneming maakt gebruik van communicatieprocedures die een effectieve communicatie van informatie van de afwikkelonderneming en haar deelnemers mogelijk maken met behulp van gestandaardiseerde berichtverzending.

Artikel

161d

Het inzicht, bedoeld in artikel 4:76d, eerste lid, van de wet dat een afwikkelonderneming biedt in de financiële risico’s en de kosten die zijn verbonden aan afwikkeldiensten, heeft betrekking op tarieven en basisgegevens over transactievolumes- en waarden en omvat een beschrijving van het gebruikte systeem.

Artikel

161e

De Autoriteit Financiële Markten kan ter uitvoering van internationaal aanvaarde standaarden nadere regels stellen met betrekking tot de toegang en de criteria voor deelneming op basis van risicogerelateerde eisen, de communicatieprocedures, de doelen die een afwikkelonderneming heeft ten behoeve van het tijdig en efficiënt verlenen van diensten, de communicatieprocedures en het inzicht dat een afwikkelonderneming biedt in de financiële risico’s en de kosten die zijn verbonden aan afwikkeldiensten.

Hoofdstuk

13

Aanvullende regels betreffende optreden als clearinginstelling

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:78, eerste lid, van de wet

Artikel

162

Hoofdstuk

14

Aanvullende regels betreffende verlenen van beleggingsdiensten en verrichten van beleggingsactiviteiten

§

14.1

Algemeen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:85, derde lid, 4:86, 4:87, derde lid, 4:88, derde lid, en 4:89, derde lid, 4:90, tweede lid, van de wet

Artikel

163

Artikel

164

Een bijkantoor van een beleggingsonderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is, waarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2:99a van de wet verstrekt de Autoriteit Financiële Markten jaarlijks de gegevens bedoeld in artikel 41, derde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, met inachtneming van het zesde lid van dat artikel.

Artikel

164a

Vervallen

Artikel

164b

Vervallen

Artikel

165

Artikel

165a

Artikel

165b

Artikel

165c

Artikel

165d

Een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 4:87, eerste en tweede lid, van de wet die financiële instrumenten en gelden voor een cliënt onder zich houdt legt eenmaal per jaar aan de Autoriteit Financiële Markten een verslag over van een externe accountant over de deugdelijkheid van de in haar bedrijfsvoering getroffen maatregelen om te voldoen aan de artikelen 165 tot en met 165f.

Artikel

165e

Artikel

165f

Artikel

165g

In geval van het verlenen van surseance van betaling of in geval van faillissement van een beleggingsonderneming verstrekt de beleggingsonderneming de volgende informatie met betrekking tot financiële instrumenten en gelden van cliënten aan de toezichthouder en aan de rechter-commissaris, de bewindvoerder of de curator die ingevolge de Faillissementswet is benoemd:

  • a.

    rekeningen en relevante gegevens om het bedrag van financiële instrumenten en gelden die voor elke cliënt worden aangehouden te kunnen vaststellen;

  • b.

    de rekeningen waarop de gelden van cliënten worden aangehouden op grond van artikel 165b, eerste lid, en de overeenkomsten die zijn gesloten met de desbetreffende entiteiten;

  • c.

    gegevens over waar financiële instrumenten van cliënten worden aangehouden op grond van artikel 165a, de rekeningen die door de beleggingsonderneming bij derden zijn geopend en de overeenkomsten die door haar met die derden zijn gesloten;

  • d.

    een omschrijving van de werkzaamheden en de namen van de derden aan wie de beleggingsonderneming werkzaamheden heeft uitbesteed;

  • e.

    namen van personen binnen de beleggingsonderneming die betrokken zijn bij de procedures rondom het verlenen van de surseance van betaling of het faillissement en de personen die toezicht houden op het beschermen van de activa van cliënten;

  • f.

    overeenkomsten die van belang zijn om de eigendom van de activa van cliënten vast te stellen.

Artikel

166

Een vermogensbeheerder die tevens beheerder van een icbe met zetel in Nederland is, belegt in het kader van het beheer van een individueel vermogen de gelden van de cliënt niet geheel of gedeeltelijk in door hem beheerde beleggingsinstellingen of icbe’s zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de cliënt.

Artikel

167

Een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 4:88, tweede lid, van de wet, brengt de cliënt, indien een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn, hiervan door middel van een duurzame drager op de hoogte. De beleggingsonderneming vermeldt daarbij, met inachtneming van de kenmerken van de cliënt, voldoende bijzonderheden om deze in staat te stellen met kennis van zaken een beslissing te nemen ten aanzien van de beleggingsdienst, beleggingsactiviteit of nevendienst in verband waarmee het belangenconflict zich voordoet.

Artikel

167a

Een financiëledienstverlener die verzekeringen met een beleggingscomponent aanbiedt of adviseert over of bemiddelt in verzekeringen met een beleggingscomponent voldoet ter voldoening aan de artikelen 4:88, eerste en tweede lid, en 4:91q van de wet aan de artikelen 3 tot en met 8 van de gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/2359 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van informatievereisten en gedragsregels die van toepassing zijn op de distributie van verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PbEU 2017, L 341).

Artikel

168

Artikel

168a

Artikel

168aa

Artikel

168ab

Artikel

168ac

Beleggingsondernemingen die op of na 3 januari 2018 provisies ontvangen of verschaffen met betrekking tot beleggingsdiensten of nevendiensten aan professionele beleggers die voor 3 januari 2018 zijn verleend, hoeven die provisies niet op grond van artikel 168aa door te geven aan professionele beleggers.

Hoofdstuk

14a

Premiepensioeninstellingen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4:71c, derde lid, van de wet

Artikel

168b

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:71c, eerste lid, van de wet, bepaalt, voor zover van toepassing, in ieder geval:

  • a.

    ten aanzien van de verschuldigde premie:

    • 1°.

      het bedrag van de verschuldigde premie;

    • 2°.

      de wijze waarop en de termijnen waarin de verschuldigde premie wordt voldaan;

    • 3°.

      de procedures die gelden bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichtingen door de bijdragende onderneming;

  • b.

    ten aanzien van de kosten:

    • 1°.

      het bedrag van de totale kosten;

    • 2°.

      de kosten die worden ingehouden op de premie, onderverdeeld naar soorten kosten, zoals in elk geval de eerste kosten, de doorlopende kosten en de aan- en verkoopkosten;

    • 3°.

      de kosten die worden ingehouden op de vermogensopbouw of uitkering, onderverdeeld naar soorten kosten, zoals in elk geval de eerste kosten, de doorlopende kosten en de aan- en verkoopkosten;

    • 4°.

      de invloed van het gemiddelde jaarlijkse percentage van de kosten, bedoeld onder 2° en 3°, op het rendement, de vermogensopbouw of uitkering, verbonden aan de overeenkomst; en

    • 5°.

      de wijze waarop de kosten, bedoeld onder 2° en 3°, worden verdeeld over de looptijd van de overeenkomst;

  • c.

    de informatie die de bijdragende onderneming verstrekt aan de premiepensioeninstelling en de wijze waarop deze informatie wordt verstrekt;

  • d.

    de informatie die de premiepensioeninstelling verstrekt aan de bijdragende onderneming, pensioendeelnemers en pensioengerechtigden en de wijze waarop deze informatie wordt verstrekt;

  • e.

    de door de premiepensioeninstelling in acht te nemen beleggingsbeginselen en beleggingsvoorschriften;

  • f.

    of, en onder welke voorwaarden pensioendeelnemers wordt toegestaan de verantwoordelijkheid voor beleggingen over te nemen;

  • g.

    de voorwaarden die gelden voor inbreng en overdracht van waarden van opgebouwde pensioenaanspraken;

  • h.

    de wijze waarop sterftewinsten worden toebedeeld;

  • i.

    de criteria die de premiepensioeninstelling hanteert bij de keuze van een derde voor de inkoop van een pensioenuitkering;

  • j.

    of de premiepensioeninstelling een dekking tegen biometrische risico’s of garanties zal betrekken van een derde en, indien relevant, de criteria die zij zal hanteren bij de keuze van een derde;

  • k.

    de voorwaarden die gelden bij beëindiging van de overeenkomst; en

  • l.

    het toepasselijke recht en de wijze van beslechting van geschillen.

Artikel

168c

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:71c, tweede lid, van de wet, bepaalt in ieder geval dat:

  • a.

    de premiepensioeninstelling en de pensioenbewaarder in het belang van de pensioendeelnemers en pensioengerechtigden optreden en hun taken betrouwbaar, eerlijk, professioneel en, onverminderd het bepaalde in onderdeel b, onafhankelijk uitvoeren;

  • b.

    over het in bewaring gegeven pensioenvermogen slechts kan worden beschikt door de premiepensioeninstelling en de pensioenbewaarder tezamen;

  • c.

    de pensioenbewaarder het in bewaring gegeven pensioenvermogen slechts afgeeft tegen ontvangst van een verklaring van de premiepensioeninstelling waaruit blijkt dat afgifte wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van het bedrijf van premiepensioeninstelling;

  • d.

    de pensioenbewaarder volgens het recht van de staat waar de premiepensioeninstelling haar zetel heeft jegens de premiepensioeninstelling, de pensioendeelnemers en de pensioengerechtigden aansprakelijk is voor door hen geleden schade voorzover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen, ook indien de pensioenbewaarder het bij hem in bewaring gegeven pensioenvermogen geheel of gedeeltelijk aan een derde heeft toevertrouwd; en

  • e.

    de premiepensioeninstelling aan de pensioenbewaarder de informatie verstrekt die hij nodig heeft ter uitvoering van zijn wettelijke taken.

Hoofdstuk

15

Slotbepalingen

Artikel

168d

Artikel

170

Tot 1 oktober 2007 is artikel 6 niet van toepassing op financiëledienstverleners die niet bemiddelen in verzekeringen, optreden als gevolmachtigde agent of optreden als ondergevolmachtigde agent, voorzover zij op 1 januari 2006 niet voldeden aan artikel 17 van het Besluit financiële dienstverlening en aannemelijk kunnen maken dat zij vanaf 1 oktober 2007 wel zullen voldoen aan artikel 6.

Artikel

171

Artikel

171a

Vervallen

Artikel

172

Artikel 28, tweede lid, is niet van toepassing ten aanzien van personen die zich op 1 januari 2006 reeds onder de verantwoordelijkheid van de financiëledienstverlener, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, rechtstreeks bezighielden met het verlenen van financiële diensten.

Artikel

173

Vervallen

Artikel

173a

Artikel 32 is niet van toepassing op financiële producten ter zake waarvan na 31 december 2012 geen nieuwe overeenkomsten worden aangegaan met een consument of, indien het een verzekering betreft, een cliënt.

Artikel

174

Vervallen

Artikel

175

De artikelen 153 tot en met 157 zijn niet van toepassing op overeenkomsten inzake krediet, niet zijnde doorlopend krediet, die zijn afgesloten voor 1 januari 1992.

Artikel

177

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

177a

Een wijziging van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 of de gedelegeerde uitvoeringsrichtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel

178

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, G.Zalm
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin

Bijlage

A

inhoudende de basisvergelijking en aanvullende hypothesen voor consumptief krediet, bedoeld in de definitie van jaarlijks kostenpercentage in artikel 1

  • I.

    De basisvergelijking die de gelijkwaardigheid van de kredietopnemingen enerzijds en de aflossingen en kosten anderzijds weergeeft.

    De basisvergelijking ter bepaling van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) geeft op jaarbasis de gelijkheid weer tussen de som van de geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen enerzijds, en de som van de geactualiseerde waarden van de aflossingen en kosten anderzijds:

    waarin:

    X = het JKP;

    m = het volgnummer van de laatste kredietopneming;

    k = het volgnummer van een kredietopneming, waarbij 1 ≤ k ≤ m;

    Ck = het bedrag van kredietopneming nummer k;

    tk = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke latere kredietopneming, waarbij t1 = 0;

    m’ = het volgnummer van de laatste aflossing of betaling;

    l = het volgnummer van een aflossing of betaling;

    Dl = het bedrag van een aflossing of betaling;

    sl = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke aflossing of betaling.

    Opmerkingen:

    • a)

      de door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tussenpozen betaald.

    • b)

      de aanvangsdatum is die van de eerste kredietopneming.

    • c)

      het verschil tussen de data die bij de berekeningsmethoden worden gebruikt, wordt uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt geacht 365 dagen (voor schrikkeljaren 366 dagen), 52 weken of twaalf gelijke maanden te tellen. Een gelijke maand wordt geacht 30,41666 dagen te tellen (dat wil zeggen 365/12), zowel voor gewone jaren als schrikkeljaren.

    • d)

      de uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.

    • e)

      de vergelijking kan met slechts één sommatie worden herschreven aan de hand van het begrip flux (Ak). De flux is positief of negatief, dat wil zeggen wordt gedurende de perioden 1 tot en met k respectievelijk betaald of ontvangen, en wordt uitgedrukt in jaren:

      S is het saldo van de geactualiseerde flux en bedraagt nul indien de flux gelijkwaardig is.

  • II.

    Aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijks kostenpercentage:

    • a)

      indien de consument op grond van de overeenkomst inzake krediet vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen;

    • b)

      indien een overeenkomst inzake krediet de consument in het algemeen de vrijheid biedt om te kiezen hoeveel krediet hij opneemt, maar bij de verschillende wijzen van kredietopneming een beperking oplegt met betrekking tot het bedrag en de termijn, wordt verondersteld dat het kredietbedrag op de vroegste datum waarin de overeenkomst voorziet, overeenkomstig deze opnemingsbeperkingen wordt opgenomen;

    • c)

      indien een overeenkomst inzake krediet mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag tegen de hoogste kosten en debetrentevoet wordt opgenomen, toegepast op het meest gebruikelijke mechanisme voor kredietopneming waarvan in het kader van dat soort overeenkomst inzake krediet wordt gebruikgemaakt;

    • d)

      in geval van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag volledig en voor de volledige duur van de overeenkomst inzake krediet wordt opgenomen. Indien de duur van de geoorloofde debetstand onbekend is, wordt bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de duur van het krediet drie maanden bedraagt;

    • e) in geval van een andere overeenkomst inzake krediet voor onbepaalde tijd dan een geoorloofde debetstand wordt geacht dat:

      • i)

        het krediet vanaf de datum van de eerste kredietopneming voor een periode van één jaar wordt verstrekt en dat de laatste betaling door de consument het saldo van het kapitaal, de rente en de eventuele overige kosten dekt; en

      • ii)

        het kapitaal vanaf één maand na de datum van de eerste kredietopneming door de consument in gelijke maandelijkse termijnen wordt terugbetaald. In gevallen waarin het kapitaal binnen elke betalingstermijn uitsluitend volledig in één betaling moet worden terugbetaald, worden achtereenvolgende kredietopnemingen en terugbetalingen door de consument van het gehele kapitaal geacht over de periode van één jaar plaats te vinden. Rente en overige kosten worden overeenkomstig deze kredietopnemingen en terugbetalingen van kapitaal toegepast zoals in de overeenkomst inzake krediet vastgelegd.

      In dit punt wordt onder een overeenkomst inzake krediet voor onbepaalde tijd een doorlopend krediet verstaan, met inbegrip van een krediet dat binnen of na een bepaalde periode volledig moet worden terugbetaald, maar vervolgens, na terugbetaling, weer beschikbaar is om te worden opgenomen.

    • f)

      in geval van andere overeenkomsten inzake krediet dan geoorloofde debetstanden en kredieten voor onbepaalde tijd zoals bedoeld in de hypothesen in de onderdelen d en e:

      • i)

        indien de datum of het bedrag van een door de consument te verrichten terugbetaling van kapitaal niet kan worden vastgesteld, wordt de terugbetaling geacht te zijn verricht op de vroegste datum en met het laagste bedrag waarin de overeenkomst inzake krediet voorziet;

      • ii)

        indien de datum waarop de overeenkomst inzake krediet is gesloten, niet bekend is, wordt de datum van de eerste kredietopneming geacht de datum te zijn met de kortste tijdspanne tussen deze datum en de datum waarop de consument de eerste betaling moet verrichten.

    • g)

      wanneer de datum of het bedrag van een door de consument te verrichten betaling op basis van de overeenkomst inzake krediet of op basis van de hypothesen in onderdeel d, e of f niet kan worden vastgesteld, wordt de betaling geacht te zijn verricht overeenkomstig de data en voorwaarden van de schuldeiser en, indien deze onbekend zijn:

      • i)

        wordt de rente samen met de terugbetalingen van kapitaal betaald;

      • ii)

        worden in één bedrag uitgedrukte niet-rentekosten betaald op de datum waarop de overeenkomst inzake krediet wordt gesloten;

      • iii)

        worden in verschillende betalingen uitgedrukte niet-rentekosten in periodieke termijnen betaald, te beginnen op de datum van de eerste terugbetaling van kapitaal, en indien het bedrag van dergelijke betalingen onbekend is, worden deze geacht gelijke bedragen te zijn; en

      • iv)

        dekt de laatste betaling het saldo van het kapitaal, de rente en de eventuele overige kosten;

    • h)

      indien het plafond dat op het krediet van toepassing is, nog niet is overeengekomen, wordt het geacht € 1500 te bedragen;

    • i)

      indien voor een beperkte termijn of een beperkt bedrag verschillende debetrentevoeten en kosten worden aangeboden, worden de hoogste rentevoet en de hoogste kosten geacht de debetrentevoet en de kosten voor de gehele duur van de overeenkomst inzake krediet te zijn;

    • j)

      met betrekking tot overeenkomsten inzake krediet waarvoor een vaste debetrentevoet voor de eerste periode is overeengekomen en waarvoor aan het eind van deze periode een nieuwe debetrentevoet wordt vastgesteld die vervolgens periodiek wordt aangepast volgens een overeengekomen indicator, wordt bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat vanaf het eind van de periode met vaste debetrentevoet de debetrentevoet dezelfde is als op het ogenblik van de berekening van het jaarlijks kostenpercentage, gebaseerd op de waarde van de overeengekomen indicator op dat moment.

Bijlage

B

Basisvergelijking en aanvullende hypothesen voor hypothecair krediet als bedoeld in de definitie van jaarlijks kostenpercentage in artikel 1

  • I.

    De basisvergelijking die de gelijkwaardigheid van de kredietopnemingen enerzijds en de aflossingen en kosten anderzijds weergeeft

    De basisvergelijking ter bepaling van het jaarlijkse kostenpercentage geeft op jaarbasis de gelijkheid weer tussen de som van de geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen enerzijds, en de som van de geactualiseerde waarden van de aflossingen en betalingen van kosten anderzijds:

    waarbij:

    • X = het jaarlijkse kostenpercentage;

    • m = het volgnummer van de laatste kredietopneming;

    • k = het volgnummer van een kredietopneming, waarbij 1 ≤ k ≤ m;

    • Ck = het bedrag van kredietopneming nummer k;

    • tk = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke latere kredietopneming, waarbij t1 = 0;

    • m’ = het volgnummer van de laatste aflossing of betaling van kosten;

    • l = het volgnummer van een aflossing of betaling van kosten;

    • D1 = het bedrag van een aflossing of betaling van kosten;

    • s1 = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke aflossing of betaling van kosten.

    Opmerkingen:

    • a)

      De door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tijdsintervallen betaald.

    • b)

      De aanvangsdatum is die van de eerste kredietopneming.

    • c)

      Tijdsintervallen tussen de data die bij de berekeningsmethoden worden gebruikt, worden uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt geacht 365 dagen (366 dagen voor een schrikkeljaar), 52 weken of twaalf gelijke maanden te tellen. Een gelijke maand wordt geacht 30,41666 dagen te tellen (d.w.z. 365/12), zowel in een gewoon jaar als in een schrikkeljaar.

      Indien het bij de berekening gebruikte tijdsinterval niet in gehele weken, maanden of jaren kan worden uitgedrukt, dient het te worden uitgedrukt in gehele weken, maanden of jaren in combinatie met een aantal dagen. In het geval van dagen:

      • i)

        wordt elke dag geteld, ook weekend- en feestdagen;

      • ii)

        wordt er teruggeteld in gelijke perioden en vervolgens dagen tot de datum van de eerste opneming;

      • iii)

        wordt de lengte van de periode in dagen verkregen door de eerste dag niet en de laatste dag wel mee te tellen, waarna de periode in jaren wordt uitgedrukt door het verkregen aantal te delen door het aantal dagen (365 of 366 dagen) van het gehele jaar, waarbij wordt teruggeteld van de laatste dag tot dezelfde dag van het voorgaande jaar.

    • d)

      De uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.

    • e)

      De vergelijking kan met slechts één sommatie worden herschreven aan de hand van het begrip flux (Ak). De flux is positief of negatief, d.w.z. wordt gedurende de perioden 1 tot en met n respectievelijk betaald of ontvangen, en wordt uitgedrukt in jaren:

      waarbij S het saldo van de geactualiseerde flux is en nul bedraagt indien de flux gelijkwaardig is.

  • II.

    Aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage

    • a)

      Indien de consument op grond van de kredietovereenkomst vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen.

    • b)

      Indien een kredietovereenkomst verschillende mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt, wordt verondersteld dat het totaal kredietbedrag tegen de hoogste kosten en debetrentevoet wordt opgenomen, toegepast op het meest gebruikelijke mechanisme voor kredietopneming waarvan in het kader van dat soort kredietovereenkomst gebruik wordt gemaakt.

    • c)

      Indien een kredietovereenkomst de consument in het algemeen de vrijheid biedt om te kiezen hoeveel krediet hij opneemt, maar bij de verschillende wijzen van kredietopneming een beperking oplegt met betrekking tot het bedrag en de termijn, wordt verondersteld dat het kredietbedrag op de vroegste datum waarin de overeenkomst voorziet, overeenkomstig deze kredietopnemingsbeperkingen wordt opgenomen.

    • d)

      Indien voor een beperkte termijn of een beperkt bedrag verschillende debetrentevoeten en kosten worden aangeboden, worden de hoogste debetrentevoet en kosten geacht als de debetrente en kosten te gelden voor de gehele duur van de kredietovereenkomst.

    • e)

      Met betrekking tot kredietovereenkomsten waarvoor een vaste debetrentevoet voor de eerste periode is overeengekomen en waarvoor aan het eind van deze periode een nieuwe debetrentevoet wordt vastgesteld, die vervolgens periodiek wordt aangepast volgens een overeengekomen indicator of interne referentierentevoet, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat aan het eind van de periode met vaste debetrentevoet de debetrentevoet dezelfde is als op het tijdstip van de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage, op basis van de waarde van de overeengekomen indicator of interne referentierentevoet op dat tijdstip, doch niet lager dan de vaste debetrentevoet.

    • f)

      Indien het plafond dat op het krediet van toepassing is, nog niet is overeengekomen, wordt het geacht 170.000 EUR te bedragen. In het geval van kredietovereenkomsten die geen voorwaardelijke verplichtingen of garanties zijn, en die niet het verwerven of behouden van een recht op vastgoed of grond tot oogmerk hebben, en voor geoorloofde debetstanden, debetkaarten met uitgestelde betaling of kredietkaarten wordt het plafond geacht 1.500 EUR te bedragen.

    • g)

      In het geval van andere kredietovereenkomsten dan geoorloofde debetstanden, overbruggingsleningen, gedeelde vermogenskredietovereenkomsten (shared equity-overeenkomsten), voorwaardelijke verplichtingen of garanties en kredietovereenkomsten voor onbepaalde tijd als bedoeld in de hypothesen die zijn opgenomen in de punten i), j), k), l) en m):

      • i)

        indien de datum of het bedrag van een door de consument te verrichten terugbetaling van kapitaal niet kan worden vastgesteld, wordt de terugbetaling geacht te zijn verricht op de vroegste datum en met het laagste bedrag waarin de kredietovereenkomst voorziet;

      • ii)

        indien het interval tussen de datum van de eerste opneming en de datum van de eerste door de consument te betalen aflossing niet kan worden vastgesteld, wordt het geacht het kortste interval te zijn.

    • h)

      Indien de datum of het bedrag van een door de consument te verrichten betaling niet op basis van de kredietovereenkomst of op basis van de in de punten g), i), j), k), l) en m) opgesomde hypothesen kan worden vastgesteld, wordt de betaling geacht te zijn verricht in overeenstemming met de door de kredietgever bepaalde data en voorwaarden, en, indien deze onbekend zijn:

    • i)

      wordt de rente samen met de aflossing van het kapitaal betaald;

      • ii)

        worden de in één bedrag uitgedrukte niet-rentekosten betaald op de datum waarop de kredietovereenkomst wordt gesloten;

      • iii)

        worden in verschillende betalingen uitgedrukte niet-rentekosten betaald in periodieke afbetalingstermijnen, te beginnen op de datum van de eerste aflossing van kapitaal, en indien het bedrag van die betalingen onbekend is, worden deze geacht gelijke bedragen te zijn;

      • iv)

        dekt de laatste betaling het saldo van het kapitaal, de rente en de eventuele overige kosten.

      • i)

        In het geval van een geoorloofde debetstand wordt verondersteld dat het totaal kredietbedrag volledig en voor de volledige duur van de kredietovereenkomst wordt opgenomen. Indien de duur van de geoorloofde debetstand onbekend is, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de duur van het krediet drie maanden bedraagt.

    • j)

      In het geval van een overbruggingskrediet wordt verondersteld dat het totaal kredietbedrag volledig en voor de volledige duur van de kredietovereenkomst wordt opgenomen. Indien de duur van de kredietovereenkomst onbekend is, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de duur van het krediet twaalf maanden bedraagt.

    • k)

      In het geval van een andere kredietovereenkomst voor onbepaalde tijd dan een geoorloofde debetstand of dan een overbruggingslening, wordt verondersteld dat:

      • i)

        voor kredietovereenkomsten die het verwerven of behouden van rechten op onroerend goed tot oogmerk hebben, het krediet vanaf de datum van de eerste kredietopneming voor een periode van 20 jaar wordt verstrekt en dat de laatste betaling door de consument het saldo van het kapitaal, de rente en eventuele overige kosten dekt; en dat voor kredietovereenkomsten die niet het verwerven of behouden van rechten op onroerend goed tot oogmerk hebben of die door middel van debetkaarten met uitgestelde betaling of kredietkaarten worden opgenomen, de periode één jaar bedraagt;

      • ii)

        het kapitaal vanaf één maand na de datum van de eerste kredietopneming door de consument in gelijke maandelijkse termijnen wordt terugbetaald. In gevallen waarin het kapitaal binnen elke betalingstermijn uitsluitend volledig in één betaling moet worden terugbetaald, worden achtereenvolgende kredietopnemingen en terugbetalingen door de consument van het gehele kapitaal geacht over de periode van één jaar plaats te vinden. Rente en overige kosten worden overeenkomstig deze kredietopnemingen en terugbetalingen van kapitaal toegepast zoals in de kredietovereenkomst is vastgelegd.

      In dit punt wordt onder een kredietovereenkomst voor onbepaalde tijd een doorlopend krediet verstaan, met inbegrip van een krediet dat binnen of na een bepaalde termijn volledig moet worden terugbetaald, maar vervolgens, na terugbetaling, weer beschikbaar is om te worden opgenomen.

    • l)

      In het geval van voorwaardelijke verplichtingen of garanties, wordt het totale kredietbedrag geacht volledig in één bedrag te worden opgenomen op de vroegste van de volgende data:

      • a)

        de meest recente datum van opneming die is geoorloofd krachtens de kredietovereenkomst welke de mogelijke bron van de voorwaardelijke verplichting of garantie is; of

      • b)

        in het geval van een doorlopende kredietovereenkomst, aan het eind van de eerste periode vóór de hernieuwing van de overeenkomst.

    • m)

      In het geval van gedeelde vermogenskredietovereenkomsten (shared equity-overeenkomsten):

      • i)

        worden de aflossingen door de consumenten geacht op de laatste krachtens de kredietovereenkomst geoorloofde datum of data plaats te vinden;

      • ii)

        stijgt het percentage naargelang van de waarde van het onroerend goed waardoor de gedeelde vermogenskredietovereenkomst (shared equity-kredietovereenkomst) wordt gedekt, en wordt het percentage van de eventuele inflatie-index waarnaar in de overeenkomst wordt verwezen, verondersteld gelijk te zijn aan het hoogste van twee waarden, namelijk het huidige inflatiestreefcijfer van de centrale bank en het inflatiepeil in de lidstaat waar het onroerend goed op het tijdstip van het sluiten van de kredietovereenkomst is gelegen, dan wel aan 0% indien deze percentages negatief zijn.

Bijlage

C

behorend bij artikel 13

1

Strafrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel a

1.1

Veroordelingen

Bij vonnis is betrokkene in Nederland of in het buitenland veroordeeld terzake van een poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokking van, medeplegen van, medeplichtigheid aan of plegen van:

2

Overige strafrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel a

2.1

Veroordelingen

Bij vonnis is betrokkene in Nederland of in het buitenland veroordeeld terzake van poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokken van, mislukte uitlokking van, medeplegen van, medeplichtigheid aan of plegen van:

Wetboek van Strafrecht:

Algemene wet inzake de rijksbelastingen (AWR):

– overtreding fiscale wetgeving (artikelen 68 en 69).

Opiumwet:

  • met opzet smokkelen, bereiden, verkopen, afleveren, aanwezig hebben, etc. van harddrugs (artikel 2, eerste lid);

  • met opzet smokkelen, bereiden, verkopen, afleveren, aanwezig hebben en vervaardigen softdrugs (artikel 3, eerste lid); of

  • voorbereidingshandelingen met betrekking tot bereiden, verkopen, afleveren etc. en smokkelen van harddrugs (artikel 10a, eerste lid).

Wet op de economische delicten (WED):

Door de WED strafbaar gestelde gedragingen, met name verbodsbepalingen uit de financiële toezichtswetgeving en overtreding van overtreding van de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, eerste lid, 5, eerste tot en met derde lid, 8, 16, 17, tweede lid, 23, eerste en tweede lid, 33 en 34 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Wet wapens en munitie:

Wegenverkeerswet 1994:

Algemene Douanewet

Invorderingswet 1990

Buitenlandse strafbepalingen

Onder veroordelingen worden ook verstaan veroordelingen in het buitenland wegens overtreding van een of meer in het buitenland geldende strafbepalingen, vergelijkbaar met de hierboven genoemde.

2.2

Strafbeschikkingen

Tegen betrokkene is een strafbeschikking als bedoeld in artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering, artikel 76 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of artikel 10:15 van de Algemene douanewet uitgevaardigd ter zake van een of meer van de hiervoor onder 2.1 genoemde strafbare feiten. Onder strafbeschikkingen wordt ook verstaan een daarmee vergelijkbare buitengerechtelijke afdoening ter zake van met de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten in het buitenland, opgelegd door een daartoe bevoegde autoriteit.

2.3

Transacties

Betrokkene heeft een transactie als bedoeld in artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht gedaan ter zake van een of meer van de hiervoor onder 2.1 genoemde strafbare feiten. Onder transacties wordt ook verstaan een daarmee vergelijkbare overeenkomst met betrekking tot niet-vervolging ter zake van met de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten in het buitenland, gesloten met de daartoe bevoegde autoriteit.

2.4

(Voorwaardelijk) sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging

Betrokkene wordt ter zake van een of meer van de hiervoor onder 2.1 genoemde strafbare feiten niet of niet verder vervolgd of voorwaardelijk niet of niet verder vervolgd, of is vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging.

Onder al dan niet voorwaardelijk sepot, niet verdere vervolging, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging worden ook verstaan soortgelijke uitspraken en maatregelen in het buitenland ter zake van overtreding van een of meer daar geldende strafbepalingen vergelijkbaar met de hiervoor genoemde.

2.5

Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die redelijkerwijs voor de Autoriteit Financiële Markten van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van betrokkene, zoals blijkend uit door tot de opsporing van strafbare feiten bevoegde ambtenaren opgemaakte processen-verbaal of rapporten die erop wijzen dat betrokkene betrokken is (geweest) bij een of meer van de onder 2.1 genoemde strafbare feiten. Onder processen-verbaal of rapporten wordt ook verstaan soortgelijke documenten met gelijke bewijskracht, opgemaakt door tot de opsporing van strafbare feiten bevoegde ambtenaren in het buitenland ter zake van daar geldende strafbepalingen, vergelijkbaar met de onder 2.1 genoemde.

3

Financiële antecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel b

3.1

Persoonlijk

  • betrokkene heeft belangrijke persoonlijke financiële problemen gehad en deze hebben tot juridische, invorderings- of incassoprocedures geleid;

  • ten aanzien van betrokkene is surséance van betaling, faillissement, schuldsanering of schuldeisersakkoord aangevraagd of uitgesproken;

  • betrokkene is thans in Nederland of elders verwikkeld in één of meer juridische procedures naar aanleiding van persoonlijke financiële problemen, dan wel verwacht daarin betrokken te raken; of

  • de persoonlijke financiële verplichtingen van betrokkene staan naar algemene maatstaven niet in een gezonde verhouding tot diens inkomsten of vermogen.

3.2

Zakelijk

  • de huidige of één van de voormalige werkgever(s) van betrokkene of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie bekleedt of bekleedde als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon, feitelijke zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, heeft belangrijke financiële problemen gehad en deze hebben tot juridische procedures in Nederland of elders geleid;

  • met betrekking tot de huidige of één van de voormalige werkgevers of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is surséance van betaling of faillissement aangevraagd of uitgesproken; of

  • betrokkene is veroordeeld tot voldoen van openstaande schulden wegens aansprakelijkheid voor het faillissement van een vennootschap of rechtspersoon op grond van de toepasselijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (artikelen 50a, 138, 149, 248, 259 en 300a).

3.3

Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer financiële gedragingen, voor zover die redelijkerwijs voor de Autoriteit Financiële Markten van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

4

Toezichtantecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel c

4.1

Toezichtantecedenten

  • het onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens aan een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • betrokkene of een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is een toelating, vergunning of ontheffing geweigerd door een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • een aan betrokkene of een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, verleende toelating, vergunning of ontheffing is ingetrokken door een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • betrokkene, of zijn huidige of één van zijn voormalige werkgevers of een vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede-)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is in conflict geweest met een toezichthouder of toezichthoudende instantie en dit conflict heeft geleid tot enige maatregel jegens betrokkene dan wel jegens de vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins verantwoordelijk is of was voor het beleid;

  • aan betrokkene of aan een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, een verklaring door de Minister van Justitie ter zake van de oprichting van dan wel van de wijziging van de statuten van een vennootschap geweigerd op gronden genoemd in de artikelen 68, tweede lid, 179, tweede lid, 125, tweede lid, onderscheidenlijk 235, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

4.2

Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer gedragingen ter zake waarvan in Nederlandse of buitenlandse financiële toezichtswetgeving regels zijn gesteld, welke gedraging of gedragingen die redelijkerwijs voor de Autoriteit Financiële Markten van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

5

Fiscaal bestuursrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel d

5.1

Persoonlijk

Aan betrokkene is op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een vergrijpboete opgelegd ter zake van één of meer van de hieronder genoemde strafbare feiten:

  • opzettelijk een onjuiste of onvolledige belastingaangifte doen (artikel 67d);

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten dat een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven (artikel 67e); of

  • het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige te wijten is dat belasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de termijn is betaald (artikel 67f).

5.2

Zakelijk

Aan de huidige of één van de voormalige werkgevers of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie bekleedt of bekleedde als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een vergrijpboete opgelegd ter zake van één of meer van de hieronder genoemde strafbare feiten:

  • opzettelijk een onjuiste of onvolledige belastingaangifte doen (artikel 67d);

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten dat een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven (artikel 67e); of

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige te wijten is dat belasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de termijn is betaald (artikel 67f van de AWR).

5.3

Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer gedragingen op fiscaal gebied die redelijkerwijs voor de Autoriteit Financiële Markten van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

6

Overige antecedenten als bedoeld in artikel 13, onderdeel e

  • de inschrijving van betrokkene bij het Dutch Securities Institute is door die instelling beëindigd;

  • betrokkene is onderworpen of onderworpen geweest aan een procedure tot het treffen van tuchtrechtelijke, disciplinaire of andere vergelijkbare maatregelen door of vanwege een organisatie van zijn beroepsgenoten in of buiten Nederland en deze procedure heeft jegens betrokkene tot maatregelen geleid; of

  • betrokkene is betrokken of betrokken geweest bij enig conflict met zijn huidige dan wel een vorige werkgever aangaande de correcte vervulling van zijn functie of naleving van gedragsnormen in verband met die taakvervulling en dit conflict heeft geleid tot het opleggen van een arbeidsrechtelijke sanctie aan betrokkene (zoals bijvoorbeeld in de vorm van een waarschuwing, berisping, schorsing of ontslag).

Bijlage

D

Standaardinformatie inzake consumptief krediet

1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het kredietproduct

Het soort krediet

Het totale kredietbedrag

Bedoeld wordt het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.

De voorwaarden voor kredietopneming

Bedoeld worden het tijdstip en de wijze waarop u het geld zal ontvangen.

De duur van de kredietovereenkomst

Termijnen en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de termijnen worden toegerekend

U dient het volgende te betalen:

[Het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de door de consument te verrichten betalingen.]

Rente en/of kosten zijn als volgt te betalen:

Totaal door u te betalen bedrag

Bedoeld wordt het bedrag van het geleende kapitaal, vermeerderd met de rente en eventuele kosten in verband met uw krediet.

[Som van het totale kredietbedrag en de totale kredietkosten]

Indien van toepassing

Het krediet wordt verleend in de vorm van uitstel van betaling voor een goed of dienst of wordt gekoppeld aan de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een dienst.

Naam van het goed/de dienst

Contante prijs

Indien van toepassing

Gevraagde zekerheden

[Soort zekerheden]

Beschrijving van de door u in verband met de kredietovereenkomst te verstrekken zekerheden.

Indien van toepassing

Betalingen geven geen aanleiding tot directe aflossing van het kapitaal.

3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, indien van toepassing, de verschillende debetrentevoeten die van toepassing zijn op de kredietovereenkomst

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentierente-voet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)

– perioden]

Jaarlijks kostenpercentage (JKP)

Dit zijn de totale kosten, uitgedrukt als jaarlijks percentage van het totale kredietbedrag.

Aan de hand van het JKP kunt u verschillende aanbiedingen onderling beter vergelijken.

[% Een representatief voorbeeld met vermelding van alle voor de berekening van het hier op te geven percentage gebruikte hypothesen]

Is het, met het oog op het verkrijgen van het krediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden, verplicht om

– een verzekering ter waarborging van het krediet af te nemen, of

Ja/neen [zo ja, soort verzekering aangeven]

– een andere overeenkomst voor nevendiensten te sluiten?

Indien de kosten van deze diensten de aanbieder van krediet niet bekend zijn, worden zij niet in het JKP opgenomen.

Ja/neen [zo ja, soort nevendienst aangeven]

Met het krediet verbonden kosten

Indien van toepassing

Het aanhouden van een of meer rekeningen is vereist voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen

Indien van toepassing

Bedrag van de kosten voor het gebruik van een specifiek betaalmiddel (bijvoorbeeld een kredietkaart)

Indien van toepassing

Eventuele andere kosten die voortvloeien uit de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

Voorwaarden waaronder de hierboven genoemde aan de kredietovereenkomst verbonden kosten voor wijziging vatbaar zijn

Indien van toepassing

Verplichting tot betaling van notariskosten

Kosten in het geval van betalingsachterstand

Wanbetaling kan ernstige gevolgen voor u hebben (bijvoorbeeld gedwongen verkoop) en kredietverkrijging bemoeilijken.

Bij betalingsachterstand wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Herroepingsrecht

U hebt het recht de kredietovereenkomst binnen een periode van 14 kalenderdagen te herroepen.

Ja/Neen

Vervroegde aflossing

U hebt te allen tijde het recht het krediet volledig of gedeeltelijk vervroegd af te betalen.

Indien van toepassing

De aanbieder van krediet heeft het recht op vergoeding bij vervroegde aflossing

[Bepaling van de vergoeding (berekeningsmethode) overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van artikel 16 van Richtlijn 2008/48/EG]

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

Recht om een ontwerpkredietovereenkomst te ontvangen

U hebt het recht om op verzoek kosteloos een exemplaar van de ontwerpkredietovereenkomst te verkrijgen. Deze bepaling is niet van toepassing indien de aanbieder van krediet ten tijde van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met u aan te gaan.

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

Indien van toepassing

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

[Identiteit]

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

b) betreffende de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

Uitoefening van het herroepingsrecht

[Praktische instructies voor de uitoefening van het herroepingsrecht, onder andere de termijn waarbinnen het kan worden uitgeoefend, het adres waarnaar de kennisgeving van de uitoefening van het herroepingsrecht moet worden gezonden en de gevolgen van niet-uitoefening van dat recht]

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

c) betreffende beroepsprocedures

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

Bijlage

E

Consumptief kredietinformatie voor geoorloofde debetstand op een rekening

1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het kredietproduct

Het soort krediet

Het totale kredietbedrag

[Bedoeld wordt het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.]

De duur van de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

U kunt te allen tijde verzocht worden het kredietbedrag volledig terug te betalen

3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, in voorkomend geval, de verschillende debetrentevoeten die voor de kredietovereenkomst gelden.

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentievoet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)]

Indien van toepassing

Jaarlijks kostenpercentage (JKP)

Dit zijn de totale kosten, uitgedrukt als jaarlijks percentage van het totale kredietbedrag. Aan de hand van het JKP kunt u verschillende aanbiedingen onderling beter vergelijken.

[% Een representatief voorbeeld met vermelding van alle voor de berekening van het hier op te geven percentage gebruikte hypothesen]

Indien van toepassing

Kosten

Indien van toepassing

De voorwaarden waaronder deze kosten kunnen worden gewijzigd

[De vanaf het sluiten van de kredietovereenkomst in rekening te brengen kosten.]

Kosten in het geval van betalingsachterstand

Bij betalingsachterstand wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Beëindiging van de kredietovereenkomst

[De voorwaarden en de procedure voor beëindiging van de kredietovereenkomst]

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Te verstrekken aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

a) betreffende de aanbieder van krediet

Indien van toepassing

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

[Identiteit]

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

b) betreffende de kredietovereenkomst

Herroepingsrecht

U hebt het recht de kredietovereenkomst binnen een periode van 14 kalenderdagen te herroepen.

Indien van toepassing

Uitoefening van het herroepingsrecht

Ja/neen

[Praktische instructies voor de uitoefening van het herroepingsrecht, onder andere naar welk adres de kennisgeving van de uitoefening van het herroepingsrecht moet worden gezonden en de gevolgen van niet-uitoefening van dat recht]

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

c) betreffende beroepsprocedures

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

Bijlage

F

Standaardinformatie inzake effectenkrediet

1. Identiteit en contactgegevens van de aanbieder van krediet/bemiddelaar in krediet

Aanbieder van krediet

Adres

Telefoonnummer

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing:

Bemiddelaar in krediet

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder in krediet facultatief.

Telkens als «indien van toepassing» is vermeld, moet de aanbieder van krediet het vak invullen indien de informatie relevant is voor het kredietproduct, of de desbetreffende informatie of het hele vak schrappen indien de informatie niet relevant is voor het soort krediet in kwestie.

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de aanbieder van krediet en dienen te worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

2. Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het krediet

Aangeven dat het krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van financiële instrumenten en dat de kredietlimiet afhankelijk is van een bepaald dekkingspercentage en, indien van toepassing, bepaalde spreidingseisen.

Welk dekkingspercentage en welke spreidingseisen worden gehanteerd ten aanzien van de in onderpand gegeven financiële instrumenten.

De dekkingspercentages per soort financieel instrument en indien van toepassing de eisen ten aanzien van de samenstelling van de in onderpand gegeven financiële instrumenten.

De voorwaarden voor kredietopneming

Bedoeld worden het tijdstip en de wijze waarop u het geld zal ontvangen.

Termijnen en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de termijnen worden toegerekend

Wijze waarop rente en/of kosten in rekening worden gebracht [bijvoorbeeld: rente en/of kosten worden bijgeschreven ten laste van het krediet]

[De periodiciteit van de door de consument te verrichten betalingen.]

Gevraagde zekerheden

[Soort zekerheden]

3. Kosten van het krediet

De debetrentevoet of, indien van toepassing, de verschillende debetrentevoeten die van toepassing zijn op de kredietovereenkomst

[%

– vast, of

– variabel (met de index of referentievoet die betrekking heeft op de aanvankelijke debetrentevoet)

– perioden]

Vier representatieve voorbeeldberekeningen van de totale kosten van het effectenkrediet gebaseerd op verschillende kredietlimieten.

Indien van toepassing

Met het krediet verband houdende kosten

Indien van toepassing

Het aanhouden van een of meer rekeningen is vereist voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen

Kosten in het geval van betalingsachterstand

Wanbetaling kan ernstige gevolgen voor u hebben (bijvoorbeeld gedwongen verkoop) en kredietverkrijging bemoeilijken.

Voor wanbetaling wordt u [...(toepasselijke rente en regeling voor de aanpassing ervan en, in voorkomend geval, van de kosten van niet-nakoming)] aangerekend.

4. Overige juridische aspecten die van belang zijn

Herroepingsrecht

Neen

Vervroegde aflossing

U hebt te allen tijde het recht het krediet volledig of gedeeltelijk vervroegd af te betalen.

Raadpleging van een gegevensbank

De aanbieder van krediet dient u onverwijld en zonder kosten in kennis te stellen van het resultaat van een raadpleging van een gegevensbestand, indien een kredietaanvraag op basis van een dergelijke raadpleging is verworpen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het verstrekken van dergelijke informatie op grond van communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen de doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.

Indien van toepassing

De periode gedurende welke de aanbieder van krediet door de precontractuele informatie is gebonden.

De informatie is gelding van....tot en met....

Indien van toepassing

5. Aanvullende gegevens in geval van de verkoop op afstand van financiële diensten

Indien van toepassing

Vertegenwoordiger van de aanbieder van krediet in de lidstaat waar de consument woont

Adres

Telefoonnummer (*)

E-mailadres (*)

Fax (*)

Webadres (*)

[Identiteit]

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Indien van toepassing

Registratie

[Het handelsregister waarin de aanbieder van krediet staat ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer of een soortgelijke wijze van identificatie in dat register]

Indien van toepassing

De toezichthoudende autoriteit

b) betreffende de kredietovereenkomst

Herroepingsrecht

Neen

Indien van toepassing

De wetgeving die door de aanbieder van krediet wordt gebruikt als grondslag voor de totstandbrenging van betrekkingen met u voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst

Indien van toepassing

Clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht en/of de bevoegde rechter

[Desbetreffende clausule hier op te nemen]

Indien van toepassing

Taalregeling

Informatie en contractvoorwaarden worden verstrekt in het [bepaalde taal]. Indien u hiermee instemt, zullen wij voor de duur van de kredietovereenkomst communiceren in het [bepaalde taal/talen]

c) betreffende beroepsprocedures

Bestaan van en toegang tot buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures

[Of voor de consument die partij is bij de overeenkomst op afstand buitengerechtelijke klachten- en beroepsprocedures openstaan en, zo ja, hoe hij die procedures kan inleiden]

(*) Deze informatie is voor de aanbieder van krediet facultatief.

Bijlage

G

, behorend bij artikel 116a

Vervallen

Bijlage

H

behorend bij artikel 117

1

Gegevens over de werkzaamheden van de beheerder van een icbe

De werkzaamheden van de beheerder van een icbe, te onderscheiden in:

  • a.

    de activiteiten van de beheerder van een icbe; en

  • b.

    de soorten beleggingsinstellingen of icbe’s die de beheerder van een icbe beheert of voornemens is te beheren.

2

Gegevens over de personen die het (dagelijks) beleid van de beheerder van een icbe en iedere bewaarder van een icbe (mede) bepalen of onderdeel zijn van een toezichthoudend orgaan van de beheerder van een icbe en iedere bewaarder van een icbe

2.1. De namen van:

  • a.

    de personen die het dagelijks beleid van de beheerder van een icbe en van iedere bewaarder van een icbe bepalen;

  • b.

    de personen die het beleid van de beheerder van een icbe en van iedere bewaarder van een icbe bepalen of mede bepalen; en

  • c.

    de personen die onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de beheerder van een icbe en van iedere bewaarder van een icbe.

2.2. Vermelding van de voornaamste door de personen, bedoeld onder 2.1, buiten de beheerder van een icbe, de door hem beheerde icbe’s en iedere bewaarder van een icbe uitgeoefende activiteiten voor zover deze activiteiten verband houden met de werkzaamheden van de beheerder van een icbe, de door hem beheerde icbe’s en iedere bewaarder van een icbe.

3

Algemene gegevens over de beheerder van een icbe en de bewaarder van een icbe

3.1. De naam en rechtsvorm van de beheerder van een icbe, de statutaire zetel en plaats van het hoofdkantoor van de beheerder van een icbe indien deze plaats afwijkt van die van de statutaire zetel alsmede de oprichtingsdatum en de tijd waarvoor de rechtspersoon is opgericht die de functie van beheerder van een icbe vervult indien deze niet voor onbepaalde tijd is aangegaan.

3.2. Het nummer van inschrijving van de beheerder van een icbe in het handelsregister en de plaats van inschrijving.

3.3. Een beschrijving van de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur waarin de beheerder van een icbe met andere personen is verbonden.

3.4. Indien van toepassing: de naam en rechtsvorm van iedere bewaarder van een icbe, de statutaire zetel en plaats van het hoofdkantoor van iedere bewaarder van een icbe indien deze plaats afwijkt van die van de statutaire zetel alsmede de oprichtingsdatum en de tijd waarvoor de rechtspersonen zijn opgericht die de functie van bewaarder van een icbe vervullen indien deze niet voor onbepaalde tijd zijn aangegaan.

3.5. Indien van toepassing: het nummer van inschrijving van iedere bewaarder van een icbe in het handelsregister en de plaats van inschrijving.

3.6. Indien van toepassing: een beschrijving van de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur waarin iedere bewaarder van een icbe met andere personen is verbonden.

3.7. Indien van toepassing: de organisatiestructuur van iedere bewaarder van een icbe die de activa van meer dan een icbe bewaart.

4

Financiële gegevens over de beheerder van een icbe en de bewaarder van een icbe

4.1. Een verklaring van een accountant dat aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:53 en 3:57 van de wet is voldaan.

4.2. Indien beschikbaar: een verklaring van een accountant dat de jaarrekening van de beheerder van een icbe en iedere bewaarder van een icbe is onderzocht. Indien de verklaring voorbehouden bevat dan wel een oordeelonthouding worden de redenen daarvan in de tekst van de verklaring vermeld.

5

Gegevens over informatieverstrekking

5.1. De wijze waarop de beheerder van een icbe periodiek informatie verschaft.

5.2. De datum waarop de jaarrekening en de halfjaarcijfers van de beheerder van een icbe op grond van zijn statuten of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moeten zijn afgesloten.

5.3. De datum waarop de jaarrekening van iedere bewaarder van een icbe op grond van zijn statuten of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moet zijn afgesloten.

5.4. Vermelding van het feit dat de statuten, de jaarrekeningen en bestuursverslagen van de beheerder van een icbe en iedere bewaarder van een icbe en de halfjaarcijfers van de beheerder van een icbe op de website beschikbaar zijn en dat deze stukken voor de deelnemers bij de beheerder van een icbe kosteloos verkrijgbaar zijn.

6

Gegevens over vervanging van de beheerder van een icbe of de bewaarder van een icbe

6.1. De regels en voorwaarden die gelden bij een vervanging van de beheerder van een icbe of de bewaarder van een icbe.

6.2. Een verklaring dat een verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten ingevolge artikel 1:104, eerste lid, onderdeel a, van de wet tot intrekking van de vergunning bekend wordt gemaakt in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de beheerder van een icbe.

Bijlage

I

behorende bij de artikelen 118, eerste lid en 115X, eerste lid

1

Algemene gegevens over de icbe

1.1. De rechtsvorm van de icbe.

1.2. De naam van de icbe, de statutaire zetel en plaats van het hoofdkantoor van de icbe, de oprichtingsdatum, de tijd waarvoor de icbe is opgericht indien deze niet voor onbepaalde tijd is aangegaan, en, indien van toepassing, het nummer van de inschrijving van de icbe in het handelsregister en de plaats van de inschrijving.

1.3. Indien in het kader van het beheer of de bewaring van de activa van de icbe werkzaamheden zijn of worden uitbesteed ten minste de volgende gegevens:

  • a.

    een beschrijving van de werkzaamheden die zijn of worden uitbesteed; en

  • b.

    de naam van de derde(n).

1.4. De naam van adviseurs en adviesbureaus van wier diensten de icbe ter zake van haar beleggingen gebruik maakt. De werkzaamheden van de adviseurs en adviesbureaus, voor zover het beroep op hun diensten bij overeenkomst is vastgelegd, en op welke wijze de kosten van de werkzaamheden ten laste komen van het resultaat van de icbe, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins direct of indirect ten laste komen van de deelnemers in de icbe, en de vermelding van belang kan zijn voor de deelnemers.

1.5. Indien van toepassing: de naam en het kantooradres van de accountant die de jaarrekening van de icbe over het laatste boekjaar heeft gecontroleerd.

1.6. De naam van de bewaarder die de activa van de icbe bewaart en een omschrijving van zijn taken, alsmede van belangenconflicten die kunnen ontstaan.

1.7. Een beschrijving van alle bewaartaken die de bewaarder heeft uitbesteed, de lijst van derden aan wie taken zijn uitbesteed en eventuele belangenconflicten die daaruit kunnen voortvloeien.

1.8. Een verklaring dat de actuele informatie met betrekking tot de onderdelen 1.6. en 1.7. op verzoek van beleggers ter beschikking zal worden gesteld.

1.9. Een beschrijving van de hoofdlijnen van de overeenkomst ter zake van beheer en bewaring tussen de beheerder en de bewaarder van de icbe en mededeling dat op verzoek een afschrift van de overeenkomst kan worden verkregen tegen ten hoogste de kostprijs.

1.10. Een beschrijving van de formele of feitelijke zeggenschapsstructuur waarin de maatschappij voor collectieve belegging in effecten met andere personen is verbonden.

1.11. De namen van eventuele andere beleggingsinstellingen of icbe’s die worden beheerd door de beheerder van de icbe.

1.12. De wijze waarop deelnemers klachten over de icbe kunnen indienen bij de beheerder.

2

Gegevens over de personen die het (dagelijks) beleid van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten (mede) bepalen of onderdeel zijn van een toezichthoudend orgaan van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten

De namen van de personen die het beleid van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten bepalen of mede bepalen of die onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten, vermelding van de voornaamste door deze personen buiten de maatschappij voor collectieve belegging in effecten uitgeoefende activiteiten voor zover deze activiteiten verband houden met de werkzaamheden van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten.

3

Gegevens over wijzigingen in de voorwaarden

3.1. De wijze waarop de voorwaarden die gelden tussen de icbe en de deelnemers kunnen worden gewijzigd.

3.2. Vermelding van het feit dat een voorstel tot wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de icbe en de deelnemers bekend wordt gemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de beheerder en dat het voorstel tot wijziging op de website van de beheerder wordt toegelicht.

3.3. Vermelding van het feit dat een wijziging van de voorwaarden, voor zover deze wijziging afwijkt van het voorstel als bedoeld in onderdeel 3.2, welke gelden tussen de icbe en de deelnemers bekend wordt gemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de beheerder, en dat de wijziging op de website van de beheerder wordt toegelicht.

3.4. Dat een wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de icbe en de deelnemers waardoor rechten of zekerheden van de deelnemers worden verminderd of lasten aan de deelnemers worden opgelegd tegenover de deelnemers niet wordt ingeroepen voordat een maand is verstreken na bekendmaking van de wijziging als bedoeld onder 3.3 en dat deelnemers binnen deze periode onder de gebruikelijke voorwaarden kunnen uittreden.

3.5. Vermelding van het feit dat een wijziging van de voorwaarden die gelden tussen de icbe en de deelnemers waardoor het beleggingsbeleid wordt gewijzigd niet wordt ingevoerd voordat een maand is verstreken na bekendmaking van de wijziging als bedoeld onder 3.3 en dat deelnemers binnen deze periode onder de gebruikelijke voorwaarden kunnen uittreden.

4

Gegevens over informatieverstrekking

4.1. De wijze waarop de icbe periodiek informatie verstrekt.

4.2. De datum waarop de jaarrekening en de halfjaarcijfers van de icbe op grond van haar voorwaarden of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek moeten zijn afgesloten, vermelding van het feit dat deze stukken op de website van de beheerder beschikbaar zijn en dat deze stukken voor de deelnemers bij de beheerder kosteloos verkrijgbaar zijn.

4.3. De plaatsen waar de vergunning van de beheerder van de icbe en het fondsreglement of de statuten van de icbe verkrijgbaar zijn.

4.4. Vermelding van het feit dat aan een ieder op verzoek kosteloos een afschrift van het fondsreglement of de statuten wordt verstrekt.

4.5. Vermelding van het feit dat aan ieder op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs de gegevens omtrent de beheerder, de icbe en, indien van toepassing, de bewaarder welke ingevolge enig wettelijk voorschrift in het handelsregister moeten worden opgenomen, worden verstrekt.

4.6. Vermelding van het feit dat aan de deelnemers in de icbe op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs de volgende gegevens worden verstrekt:

  • a.

    een afschrift van de vergunning van de beheerder;

  • b.

    een afschrift van een door de Autoriteit Financiële Markten genomen besluit tot ontheffing van het ingevolge deze wet bepaalde met betrekking tot de beheerder, de door hem beheerde icbe en de eventueel daaraan verbonden bewaarder; of

  • c.

    een afschrift van de opgave, bedoeld in artikel 50, tweede lid.

4.7. Vermelding van het feit dat de betaalbaarstelling van uitkeringen aan deelnemers in de icbe, de samenstelling van de uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling worden bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van iedere deelnemer alsmede op de website van de beheerder.

5

Gegevens over de activiteiten en het beleggingsbeleid

5.1. Een beschrijving van de beleggingsdoeleinden met inbegrip van de financiële doelstellingen, zoals kapitaalgroei of inkomsten, de beleggingsportefeuille en het beleggingsbeleid, zoveel mogelijk onderverdeeld naar economische sector en geografische spreiding, de aard van de goederen waarin wordt belegd en de aan het beleggingsbeleid en de aard van de goederen waarin wordt belegd, verbonden risico’s.

5.2. De wijze waarop wordt bepaald of de opbrengsten van de icbe worden uitgekeerd of herbelegd.

5.3. De eventueel aan de beleggingsactiviteiten gestelde grenzen en de wijze waarop hierin wijziging kan worden aangebracht.

5.4. Indien van toepassing: de bevoegdheid om als debiteur leningen aan te gaan of financiële instrumenten uit te lenen.

5.5. Indien van toepassing: een beschrijving van de hoofdlijnen van overeenkomsten met de met de beheerder, beleggingsmaatschappij of bewaarder gelieerde partijen.

5.6. Indien transacties worden verricht met de met de beheerder van een icbe, de beleggingsmaatschappij of de bewaarder van een icbe gelieerde partijen:

  • a.

    een beschrijving van de desbetreffende transactiesoorten;

  • b.

    vermelding of de transacties met de gelieerde partijen onder marktconforme voorwaarden plaatsvinden en zo niet, de reden daarvoor; en

  • c.

    bij transacties met gelieerde partijen niet op een gereglementeerde markt of een andere markt in financiële instrumenten plaatsvinden: een verklaring dat in alle gevallen een onafhankelijke waardebepaling ten grondslag ligt aan de transactie of dat een waardebepaling door een of meer bij de transactie betrokken partijen ook mogelijk is.

5.7. Indien van toepassing: een verklaring dat de icbe in met de beheerder van een icbe, de beleggingsmaatschappij of de bewaarder van een icbe gelieerde partijen kan beleggen.

5.8. Indien van toepassing: een verklaring dat de icbe direct of indirect kan beleggen in andere beleggingsinstellingen of icbe’s.

5.9. Indien de icbe twintig procent of meer van het beheerde vermogen direct of indirect belegt in een andere beleggingsinstelling of icbe:

  • a.

    een beschrijving van de wijze waarop informatie wordt verschaft over de andere beleggingsinstelling of icbe: en

  • b.

    indien van toepassing: de afspraken tussen de icbe en de andere beleggingsinstelling of icbe over de verdeling van kosten en aan wie het voordeel ten goede komt.

5.10. Indien van toepassing: een verklaring dat de icbe belegt in een andere beleggingsmaatschappij, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of die een met de beheerder, beleggingsmaatschappij, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder gelieerde partij is of in een andere beleggingsinstelling of icbe die beheerd wordt door een met de beheerder, beleggingsmaatschappij, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder gelieerde partij en de voorwaarden waaronder verkoop of inkoop van, alsmede terugbetaling op de rechten van deelneming in de andere beleggingsinstelling of icbe plaatsvindt.

5.11. Indien de icbe 85 procent of meer van het beheerde vermogen direct of indirect belegt in een andere beleggingsinstelling of icbe: een beschrijving van het beleggingsbeleid van de andere beleggingsinstelling of icbe.

5.12. Indien de icbe 85 procent of meer van het beheerde vermogen direct of indirect belegt in een andere beleggingsinstelling of icbe:

  • a.

    het feit dat de beheerder van de andere beleggingsinstelling of icbe een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de wet heeft en in Nederland onder toezicht staat;

  • b.

    vermelding van het feit dat de andere beleggingsinstelling of icbe:

    • 1°.

      overeenkomstig de herziene richtlijn beleggingsinstellingen in een andere lidstaat is toegelaten;

    • 2°.

      in die lidstaat onder toezicht staat;

    • 3°.

      indien van toepassing: een aanvraag van instemming als bedoeld in artikel 2:72 van de wet heeft gedaan en in het register, bedoeld in artikel 1:108 van de wet van de wet, is opgenomen; en

    • 4°.

      niet onder Nederlands toezicht staat;

  • c.

    het feit dat de andere beleggingsinstelling of icbe:

    • 1°.

      haar zetel heeft in een aangewezen staat;

    • 2°.

      al dan niet in die staat een vergunning heeft en onder toezicht staat of beheerd wordt door een beheerder die in een derde land al dan niet een vergunning heeft en onder toezicht staat van een met name genoemde toezichthouder;

    • 3°.

      indien van toepassing: een mededeling als bedoeld in artikel 2:73 van de wet heeft gedaan; en

    • 4°.

      niet onder Nederlands toezicht staat; of

  • d.

    het feit dat de andere beleggingsinstelling of icbe:

    • 1°.

      haar zetel heeft in een staat die niet ingevolge artikel 2:66 van de wet is aangewezen;

    • 2°.

      al dan niet een vergunning heeft en onder toezicht staat van een met name genoemde buitenlandse toezichthouder of beheerd wordt door een of beheerder die al dan niet een vergunning heeft en onder toezicht staat van een met name genoemde buitenlandse toezichthouder; en

    • 3°.

      niet onder Nederlands toezicht staat.

5.13. Indien van toepassing: de gereglementeerde markt en de andere markten in financiële instrumenten waar de financiële instrumenten worden verhandeld waarin de icbe belegt.

5.14. Indien van toepassing: de wijze waarop en de voorwaarden waaronder derden in opdracht van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten of in opdracht van haar beheerder de markt in deelnemingsrechten onderhouden.

5.15. Het profiel van het type belegger tot wie de icbe zich richt.

5.16. Indien van toepassing: de staat, het openbaar lichaam met verordende bevoegdheid of de internationale organisatie waarin een of meer lidstaten deelnemen, die effecten of geldmarktinstrumenten uitgeeft of garandeert waarin de icbe voor meer dan vijfendertig procent van het beheerde vermogen belegt alsmede van de ontheffing daartoe ingevolge artikel 136, tweede lid.

5.17. De categorieën effecten, geldmarktinstrumenten of financiële derivaten waarin de icbe mag beleggen; een verklaring of de icbe transacties met betrekking tot financiële derivaten mag verrichten en zo ja, dan wordt duidelijk vermeld of dat gebruik van de financiële derivaten mag dienen voor risicodekking dan wel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen, alsmede het mogelijke effect van het gebruik van deze effecten, geldmarktinstrumenten of financiële derivaten op het risicoprofiel.

5.18. Indien van toepassing: vermelding van het feit dat de icbe voornamelijk in financiële derivaten belegt of een aandelen- of obligatie-index als bedoeld in artikel 138, eerste lid, volgt.

5.19. Indien van toepassing: vermelding van het feit dat de waarde van de activa als gevolg van het beleggingsbeleid sterk kan fluctueren.

5.20 Indien het een feeder-icbe betreft:

  • a.

    een verklaring dat zij een feeder-icbe van een bepaalde master-icbe is en als zodanig ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen belegt in rechten van deelneming in deze master-icbe;

  • b.

    vermelding van het feit dat de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van de feeder-icbe en de master-icbe identiek zijn dan wel in welke mate en waarom zij van elkaar afwijken, met inbegrip van een omschrijving van de beleggingen overeenkomstig artikel 131, tweede lid;

  • c.

    een beknopte beschrijving van de master-icbe, haar structuur en haar beleggingsdoelstelling en beleggingsbeleid en een vermelding hoe het prospectus van de master-icbe verkregen kan worden;

  • d.

    een samenvatting van de overeenkomst tussen de feeder-icbe en de master-icbe, bedoeld in artikel 147a, eerste lid, of van de regels omtrent de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147a, vierde lid;

  • e.

    de wijze waarop deelnemers informatie kunnen verkrijgen over de master-icbe en de overeenkomst, bedoeld in artikel 147b, eerste lid;

  • f.

    een beschrijving van alle kosten die voor rekening van de feeder-icbe komen op grond van haar belegging in rechten van deelneming in de master-icbe, alsmede de totale kosten van de feeder-icbe en de master-icbe; en

  • g.

    een beschrijving van de fiscale gevolgen van de belegging in de master-icbe.

6

Gegevens over kosten en vergoedingen

6.1. De kosten van oprichting van de icbe en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat van de icbe, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe en welk gedeelte ten goede komt aan de beheerder, de bewaarder, de bestuurders van de beheerder, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder, de bewaarder of aan met de beheerder, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder gelieerde partijen.

6.2. De kosten gemoeid met het beheer van de icbe, de bewaring van de activa van de icbe, de accountant, het toezicht en de marketing, inclusief de berekeningsgrondslag, en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat van de icbe, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe.

6.3. De transactiekosten die geïdentificeerd en gekwantificeerd kunnen worden en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat van de icbe, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe.

6.4. Indien van toepassing: de kosten die worden gemaakt of vergoedingen die worden gevraagd in verband met het in- en uitlenen van financiële instrumenten, en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe, onderscheidenlijk aan wie deze vergoedingen ten goede komen.

6.5. Indien van toepassing: de kosten van het verlenen van opdrachten aan derden om een of meer werkzaamheden in het kader van het beheer van de icbe of de bewaring van de activa van de icbe te verrichten en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe.

6.6. Een beschrijving van het actuele beloningsbeleid, met ten minste een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning en de uitkeringen, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning en de uitkeringen, met inbegrip van de samenstelling van de beloningscommissie, indien een dergelijke beloningscommissie is ingesteld of een samenvatting van het beloningsbeleid en een mededeling dat een beschrijving van het actuele beloningsbeleid beschikbaar is via de website met vermelding van het adres van de website en dat op verzoek kosteloos een afschrift kan worden verkregen.

6.7. Alle andere dan onder 6.1 tot en met 6.5 bedoelde naar soort onderscheiden kosten die hoger zijn dan tien procent van de totale kosten, inclusief de berekeningsgrondslag, en de wijze waarop deze kosten ten laste komen van het resultaat van de icbe, in mindering worden gebracht op het beheerde vermogen of anderszins ten laste komen van de deelnemers in de icbe.

6.8. Indien de hoogte van de in 6.1 tot en met 6.6 bedoelde kosten nog niet bekend is: het maximum van deze kosten.

6.9. De som van de in 6.1 tot en met 6.6 bedoelde kosten.

6.10. De naar soort onderscheiden kosten die voortvloeien uit directe of indirecte beleggingen in andere beleggingsinstellingen of icbe’s.

6.11. De wijze waarop de op- en afslagen worden berekend en aan wie de op- en afslagen ten goede komen, alsmede alle overige eenmalige bedragen die de deelnemers in de icbe betalen bij toe- en uittreding, inclusief de berekeningsgrondslag.

6.12. Indien van toepassing: beschrijving van afspraken over retourprovisies met vermelding van degenen aan wie de retourprovisies ten goede komen.

6.13. Indien van toepassing: beschrijving van afspraken over goederen die de beheerder, de bewaarder, de bestuurders van de beheerder, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder, met de beheerder, maatschappij voor collectieve belegging in effecten of bewaarder gelieerde partijen of derden voor het uitvoeren van opdrachten ten behoeve van de beheerder of de icbe ontvangen of in het vooruitzicht worden gesteld.

7

Gegevens over de rechten van deelneming

7.1. De wijze waarop en voorwaarden waaronder het aanbieden van de rechten van deelneming plaatsvindt.

7.2. De aard en de voornaamste kenmerken van de rechten van deelneming in de icbe, waaronder een beschrijving van het eventuele aan de rechten van deelneming verbonden stemrecht alsmede van de vorm waarin en de eventuele beperkingen waaronder zij verhandeld kunnen worden.

7.3. Een verklaring omtrent een eventuele notering van de icbe op een gereglementeerde markt of een andere markt in financiële instrumenten.

7.4. De wijze waarop en voorwaarden waaronder verkoop of inkoop van, alsmede terugbetaling op de rechten van deelneming plaatsvindt.

7.5. Indien van toepassing: de wijze waarop de bepaling plaatsvindt van de prijs bij het aanbieden, de verkoop- of inkoopprijs, alsmede van het bedrag bij terugbetaling van de waarde van de rechten van deelneming, in het bijzonder:

  • a.

    de wijze waarop en regelmaat waarmee deze prijzen worden berekend; en

  • b.

    hoe, waar en met welke regelmaat deze prijzen worden gepubliceerd.

Deze verplichting is niet van toepassing op icbe’s waarvan de rechten van deelneming zijn toegelaten tot de notering op een door de Autoriteit Financiële Markten aangewezen gereglementeerde markt of andere markt in financiële instrumenten of waarvan aannemelijk is dat die rechten van deelneming daartoe spoedig zullen worden toegelaten.

7.6. Een beschrijving van de voorschriften waaraan de winstbepaling en -bestemming is onderworpen, alsmede van de wijze waarop en de frequentie waarmee winstuitkering zal geschieden.

7.7. Een verklaring dat elk recht van deelneming van dezelfde soort recht geeft op een evenredig aandeel in het vermogen van de icbe voor zover dit aan de deelgerechtigden toekomt.

7.8. Een verklaring dat behalve ingeval van gratis verstrekking, rechten van deelneming slechts worden aangeboden indien de nettoprijs binnen de vastgestelde termijnen in het vermogen van de icbe is gestort.

7.9. Een Verklaring dat de icbe gehouden is om, op verzoek van de deelnemers, haar rechten van deelneming ten laste van de activa direct of indirect in te kopen of de waarde van de rechten van deelneming terug te betalen.

7.10. De plaatsen in elke lidstaat waar de icbe haar rechten van deelneming in de handel brengt dan wel doet brengen.

7.11. Indien het een icbe betreft die rechten van deelneming aanbiedt met een verschillend risicoprofiel:

  • a.

    de soorten van rechten van deelneming; en

  • b.

    wijze waarop een deelnemer in de icbe een belegging in een soort van deelneming kan omzetten naar een andere aangeboden soort van deelneming in de icbe en de kosten die daaraan voor de deelnemer zijn verbonden.

7.12. Indien het een icbe betreft waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, voorzover redelijkerwijs voorzienbaar: de gevallen waarin in het belang van de deelnemers de inkoop van de rechten van deelneming of de terugbetaling van de waarde van de rechten van deelneming kunnen worden opgeschort, alsmede de wijze waarop onderscheidenlijk inkoop en terugbetaling kan worden opgeschort.

7.13. Indien het een icbe betreft waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald: een verklaring dat er voldoende waarborgen aanwezig zijn opdat, behoudens wettelijke bepalingen en de in 7.12 bedoelde gevallen, aan de verplichting om in te kopen en terug te betalen kan worden voldaan.

8

Gegevens over het risicoprofiel van de icbe

8.1. De mededeling dat de waarde van de beleggingen zowel kan stijgen als kan dalen en dat de beleggers mogelijk minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd.

8.2. Een beschrijving van elk risico dat beleggers kunnen lopen met hun deelneming, voor zover dit risico van betekenis en relevant is in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid ervan. Deze beschrijving dient een korte en begrijpelijke uitleg te bevatten over ieder specifiek risico dat voortvloeit uit een gegeven beleggingsbeleid of dat verband houdt met specifieke voor de icbe relevante markten of beleggingen, waaronder:

  • a.

    het risico dat de hele markt of een categorie van beleggingen daalt, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen worden beïnvloed;

  • b.

    het risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij in gebreke blijft;

  • c.

    indien van toepassing: het risico dat een afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht plaatsvindt;

  • d.

    het risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd;

  • e.

    het risico dat de waarde van een belegging wordt beïnvloed door wisselkoersschommelingen;

  • f.

    indien van toepassing: het risico van verlies van in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de bewaarnemer of van een onderbewaarnemer; en

  • g.

    het risico dat is verbonden aan een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde soorten of op bepaalde markten.

8.3. De in 8.2 bedoelde beschrijving besteedt, voorzover van toepassing, ook aandacht aan de volgende factoren die van invloed kunnen zijn op de icbe:

  • a.

    het rendementsrisico, met inbegrip van het feit dat het risico kan variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op grond van het beleggingsbeleid, alsmede het bestaan of ontbreken van, dan wel de beperkingen op eventuele waarborgen van derden;

  • b.

    risico’s voor het vermogen, met inbegrip van het potentiële risico van erosie als gevolg van intrekkingen van rechten van deelneming en winstuitkeringen die hoger zijn dan het beleggingsrendement;

  • c.

    de afhankelijkheid van de prestaties van een aanbieder of een garantiegever, indien de belegging in het product een rechtstreekse belegging bij een aanbieder inhoudt in plaats van een belegging die door de aanbieder worden aangehouden;

  • d.

    de uit het product zelf voortvloeiende inflexibiliteit met inbegrip van het risico van voortijdige afkoop en beperkingen op het overschakelen op andere aanbieders;

  • e.

    het inflatierisico;

  • f.

    het risico van onzekerheid over externe factoren zoals het toepasselijke belastingregime.

8.4. De informatie, bedoeld in 8.1 tot en met 8.3 wordt geordend volgens de belangrijkheid ervan, welke wordt bepaald op basis van de omvang en relevantie van de risico’s.

8.5. Indien van toepassing: een afzonderlijke en herkenbare melding dat een beleggingsinstelling is onderverdeeld in te onderscheiden categorieën van deelnemers, waarbij voor de categorieën een afzonderlijk beleggingsbeleid geldt en een of meerdere categorieën van deelnemers op grond van het beleggingsbeleid financiële risico’s lopen die verder gaan dan het door hen ter belegging in de icbe bijeengebrachte vermogen.

8.6. Indien de icbe financiële instrumenten in- of uitleent:

  • a.

    tot welk percentage ten opzichte van de beleggingsportefeuille financiële instrumenten maximaal in- of uitgeleend mogen worden;

  • b.

    beschrijving van de zekerheden die de icbe verkrijgt;

  • c.

    beschrijving van de soorten instellingen waarvan of waaraan financiële instrumenten mogen worden in- onderscheidenlijk uitgeleend; en

  • d.

    de risico’s verbonden aan het in- of uitlenen van effecten.

8.7. Indien de icbe belegt met namens of voor rekening en risico van de deelnemers geleend geld:

  • a.

    de risico’s verbonden aan het beleggen met namens of voor rekening en risico van de deelnemers in de icbe geleend geld;

  • b.

    vermelding van een eventuele verplichting voor de deelnemers in de icbe om mogelijke tekorten van de icbe aan te zuiveren wanneer de verliezen de inleg overstijgen; en

  • c.

    vermelding van de maximale omvang van de beleggingen die met geleend geld kunnen worden aankocht. Deze maximale omvang kan als absolute waarde worden omschreven of als percentage van het beheerde vermogen.

9

Gegevens over opheffing van de icbe

Een beschrijving van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder opheffing en vereffening van de icbe plaatsvindt, in het bijzonder ten aanzien van de rechten van de deelnemers in de icbe.

10

Gegevens over de vergadering van deelnemers

10.1. De gevallen waarin vergaderingen van deelnemers in de icbe worden gehouden, de regelingen voor het oproepen van deze vergaderingen en de wijze waarop het stemrecht is geregeld.

10.2. Een verklaring dat een oproeping voor een vergadering van deelnemers in de icbe ten minste veertien dagen voor de aanvang van die vergadering, per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad dan wel aan het adres van iedere deelnemer, alsmede op de website van de beheerder, geschiedt.

11

Gegevens over waardering activa

11.1. Een beschrijving van de intrinsieke waardebepaling van de icbe met een opgave van de regelmaat waarmee deze waardebepaling plaatsvindt alsmede de valuta waarin de intrinsieke waarde van de icbe wordt berekend. De waardering van de activa en passiva geschiedt naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.

11.2. Vermelding van het feit dat de intrinsieke waarde van de rechten van deelneming in de icbe bekend wordt gemaakt op de website van de beheerder.

11.3. Vermelding van de omstandigheden waaronder en wijze waarop deelnemers gecompenseerd worden voor een onjuist berekende intrinsieke waarde, in het bijzonder het eventuele maximale afwijkingspercentage ten opzichte van de juist berekende intrinsieke waarde dat gecompenseerd wordt.

12

Gegevens over het belastingstelsel

12.1. Een beknopte beschrijving van het op de icbe toepasselijke belastingstelsel met, voor zover van toepassing, vermelding van inhouding van bronbelasting op inkomsten en kapitaalwinsten welke door de icbe aan houders van rechten van deelneming worden uitgekeerd.

12.2. Officieel bekend gemaakte aanpassingen in het toepasselijke belastingstelsel waarvan vaststaat dat zij ongewijzigd qua vorm en inhoud in werking zullen treden, een en ander voor zover deze voor de deelnemers in de icbe van rechtstreeks belang zijn.

13

Gegevens over het beleid ten aanzien van stemrechten en -gedrag

Een beschrijving van het beleid met betrekking tot stemrechten en -gedrag op aandelen in andere ondernemingen door de icbe.

Bijlage

J

behorend bij de artikelen 147b, vijfde lid, 147c en 147ll

1

Inhoud van een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid

1.1

Informatie

Een overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen een feeder-icbe en een master-icbe als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet met betrekking tot de toegang tot de informatie in het volgende:

  • a.

    de wijze en het tijdstip waarop de master-icbe de feeder-icbe een afschrift van haar fondsreglement of de statuten, het prospectus, de essentiële beleggersinformatie en alle wijzigingen ervan verstrekt;

  • b.

    de wijze en het tijdstip waarop de master-icbe de feeder-icbe informeert over het uitbesteden van werkzaamheden met betrekking tot het beheer van beleggingen of het risicobeheer aan derden in overeenstemming met het ingevolge de artikelen 3:18 en 4:16 van de wet bepaalde;

  • c.

    in voorkomend geval, de wijze en het tijdstip waarop de master-icbe aan de feeder-icbe interne operationele documenten, zoals documenten betreffende het risicobeheerproces en nalevingsverslagen, verstrekt;

  • d.

    van welke details met betrekking tot inbreuken door de master-icbe op de wet, het fondsreglement of de statuten en de overeenkomst tussen de master-icbe en de feeder-icbe, de master-icbe de feeder-icbe in kennis zal stellen en de wijze van en het tijdschema voor de kennisgeving;

  • e.

    als de feeder-icbe financiële derivaten gebruikt met als doel om risico af te dekken, de wijze en het tijdstip waarop de master-icbe aan de feeder-icbe informatie zal verstrekken over haar werkelijke risico in financiële derivaten, teneinde de feeder-icbe in staat te stellen haar eigen totale risico te berekenen als bedoeld in artikel 133, vierde lid, onderdeel a; en

  • f.

    een verklaring dat de master-icbe de feeder-icbe informeert over alle met derden gesloten overeenkomsten inzake informatie-uitwisseling en, in voorkomend geval, op welke wijze en op welk tijdstip de master-icbe deze andere overeenkomsten inzake informatie-uitwisseling voor de feeder-icbe beschikbaar stelt.

1.2

Grondslag voor een belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door een feeder-icbe

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet ten aanzien van de grondslag voor de belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door de feeder-icbe in het volgende:

  • a.

    welke categorieën van rechten van deelneming van de master-icbe voor belegging door de feeder-icbe beschikbaar zijn;

  • b.

    de door de feeder-icbe te dragen lasten en uitgaven, en details over alle kortingen op of teruggaven van lasten of uitgaven door de master-icbe; en

  • c.

    in voorkomend geval, de voorwaarden waaronder een eerste of volgende overdracht van activa in natura van de feeder-icbe aan de master-icbe mag plaatsvinden.

1.3

Standaardregelingen voor verhandeling

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet ten aanzien van standaardregelingen voor verhandeling in het volgende:

  • a.

    coördinatie van de frequentie van en het tijdschema voor de berekening van de intrinsieke waarde en de publicatie van de prijzen van de rechten van deelneming;

  • b.

    coördinatie van de doorgifte van handelsorders door de feeder-icbe waaronder, in voorkomend geval, de rol van derden;

  • c.

    in voorkomend geval, alle regelingen die nodig zijn om rekening te houden met het feit dat een van beide of beide icbe’s op een secundaire markt noteren of verhandeld worden;

  • d.

    voor zover nodig, andere passende maatregelen om de naleving van artikel 147j te verzekeren;

  • e.

    voor zover de feeder-icbe en de master-icbe een andere valuta hanteren, de grondslag voor omrekening van handelsorders;

  • f.

    afwikkelingscycli en betalingsdetails voor aankoop van of inschrijving op en inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming van de master-icbe waaronder, voor zover tussen de partijen overeengekomen, de voorwaarden waaronder de master-icbe een verzoek tot terugbetaling door middel van een overdracht van activa in natura aan de feeder-icbe mag afwikkelen, met name in de gevallen, bedoeld in de artikelen 4:61a en 4:61b van de wet;

  • g.

    procedures om te waarborgen dat verzoeken om inlichtingen en klachten van deelnemers op passende wijze worden afgehandeld; en

  • h.

    voor zover de master-icbe aan haar fondsreglement of statuten en prospectus bepaalde rechten of bevoegdheden met betrekking tot deelnemers ontleent en besluit de uitoefening van die rechten en bevoegdheden met betrekking tot de feeder-icbe geheel of gedeeltelijk te beperken of op te geven, een verklaring met betrekking tot de desbetreffende voorwaarden.

1.4

Op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet ten aanzien van op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen in het volgende:

  • a.

    de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide icbe’s van de tijdelijke opschorting en de hervatting van de inkoop, terugbetaling, aankoop van of inschrijving op rechten van deelneming van die instelling voor collectieve belegging in effecten; en

  • b.

    regelingen voor kennisgeving en oplossing van prijsstellingsfouten bij de master-icbe.

1.5

Standaardregelingen voor een accountantsverslag

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet ten aanzien van standaardregelingen voor het accountantsverslag in het volgende:

  • a.

    indien de feeder-icbe en de master-icbe dezelfde afsluitingsdatum van het boekjaar aanhouden, de coördinatie of de periodieke verslagen; en

  • b.

    indien de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-icbe afwijkt van de afsluitingsdatum van het boekjaar van de master-icbe, regelingen op grond waarvan de feeder-icbe van de master-icbe alle informatie verkrijgt die nodig is om haar periodieke verslagen tijdig te kunnen opstellen en wordt gewaarborgd dat de accountant van de master-icbe in staat is op de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-icbe een ad hoc-verslag als bedoeld in artikel 4:57c, tweede lid, van de wet op te stellen.

1.6

Wijzigingen van doorlopende regelingen

Een overeenkomst als bedoeld in artikel 147b, eerste lid, voorziet ten aanzien van wijzigingen van doorlopende regelingen in het volgende:

  • a.

    de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door de master-icbe van voorgestelde en van kracht zijnde wijzigingen van haar fondsreglement of statuten, prospectus en essentiële beleggersinformatie, indien deze details verschillen van de standaardregelingen voor kennisgeving aan deelnemers in het fondsreglement, de statuten of het prospectus van de master-icbe;

  • b.

    de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door de master-icbe van een voorgenomen liquidatie, fusie of splitsing;

  • c.

    de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide icbe’s dat zij ophoudt of zal ophouden te voldoen aan de voorwaarden voor een feeder-icbe respectievelijk een master-icbe;

  • d.

    de wijze van en het tijdschema voor de kennisgeving door een van beide icbe’s van haar voornemen om haar beheerder, haar bewaarder, haar accountant of enige derde waaraan taken in verband met beheer van beleggingen of risicobeheer zijn uitbesteed te vervangen; en

  • e.

    de wijze van en het tijdschema voor de kennisgeving van andere wijzigingen van doorlopende regelingen waartoe de master-icbe zich verbindt.

2

Inhoud van de regels over de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid

2.1

Belangenconflicten

Voor zover de door de beheerder genomen maatregelen om te voldoen aan de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, en 4:14 van de wet daarin niet voorzien, wordt in de regels omtrent de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorzien in maatregelen om te waarborgen dat belangenconflicten tussen de feeder-icbe en de master-icbe of tussen de feeder-icbe en andere deelnemers van de master-icbe worden beperkt.

2.2

Grondslag voor een belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door een feeder-icbe

De regels over de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorzien ten aanzien van de grondslag voor de belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door de feeder-icbe in het volgende:

  • a.

    welke categorieën van rechten van deelneming van de master-icbe voor belegging door de feeder-icbe beschikbaar zijn;

  • b.

    de door de feeder-icbe te dragen lasten en uitgaven, en details over alle kortingen op of teruggaven van lasten of uitgaven door de master-icbe; en

  • c.

    in voorkomend geval, de voorwaarden waaronder een eerste of volgende overdracht van activa in natura van de feeder-icbe aan de master-icbe mag plaatsvinden.

2.3

Standaardregelingen voor verhandeling

De regels over de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorzien met betrekking tot standaardregelingen voor verhandeling in het volgende:

  • a.

    coördinatie van de frequentie van en het tijdschema voor de berekening van de intrinsieke waarde en de publicatie van de prijzen van de rechten van deelneming;

  • b.

    coördinatie van de doorgifte van handelsorders door de feeder-icbe waaronder, in voorkomend geval, de rol van derden;

  • c.

    in voorkomend geval, alle regelingen die nodig zijn om rekening te houden met het feit dat een van beide of beide icbe’s op een secundaire markt zijn genoteerd of verhandeld worden;

  • d.

    voor zover nodig, andere passende maatregelen om de naleving van artikel 147j te verzekeren;

  • e.

    voor zover de feeder-icbe en de master-icbe een andere valuta hanteren, de grondslag voor omrekening van handelsorders;

  • f.

    afwikkelingscycli en betalingsdetails voor aankoop en terugbetaling van rechten van deelneming van de master-icbe waaronder, voor zover tussen de partijen overeengekomen, de voorwaarden waaronder, de master-icbe een verzoek tot terugbetaling door middel van een overdracht van activa in natura aan de feeder-icbe mag afwikkelen, met name in de gevallen, bedoeld in de artikelen 4:61b en 4:61c van de wet; en

  • g.

    voor zover de master-icbe aan haar fondsreglement of statuten en prospectus bepaalde rechten of bevoegdheden met betrekking tot deelnemers ontleent en besluit de uitoefening van die rechten en bevoegdheden met betrekking tot de feeder-icbe geheel of gedeeltelijk te beperken of op te geven, een verklaring met betrekking tot de desbetreffende voorwaarden.

2.4

Op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen

De regels over de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorzien ten aanzien van op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen in het volgende:

  • a.

    de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide icbe’s van de tijdelijke opschorting en de hervatting van de inkoop, terugbetaling, aankoop van of inschrijving op rechten van deelneming van die instelling voor collectieve belegging in effecten; en

  • b.

    regelingen voor kennisgeving en oplossing van prijsstellingsfouten bij de master-icbe.

2.5

Standaardregelingen voor een accountantsverslag

De regels over de bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorzien ten aanzien van standaardregelingen voor het accountantsverslag in het volgende:

  • a.

    indien de feeder-icbe en de master-icbe dezelfde afsluitingsdatum van het boekjaar aanhouden, de coördinatie of de periodieke verslagen; en

  • b.

    indien de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-icbe afwijkt van de afsluitingsdatum van het boekjaar van de master-icbe, regelingen op grond waarvan de feeder-icbe van de master-icbe alle informatie verkrijgt die nodig is om haar periodieke verslagen tijdig te kunnen opstellen en wordt gewaarborgd dat de accountant van de master-icbe in staat is op de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-icbe een ad hoc-verslag als bedoeld in artikel 4:57c, tweede lid, van de wet op te stellen.

3

Inhoud van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:57c, eerste lid, van de wet

3.1

Accountants

Een overeenkomst tot uitwisseling van informatie als bedoeld in artikel 4:57c, eerste lid, van de wet voorziet in het volgende:

  • a.

    de vaststelling van de documenten en soort informatie die tussen de accountant van de master-icbe en de accountant van de feeder-icbe systematisch worden uitgewisseld en of de documenten en de informatie door de ene accountant aan de andere accountant worden verstrekt dan wel op verzoek beschikbaar worden gesteld;

  • b.

    de wijze van en het tijdschema, waaronder alle geldende uiterste termijnen, voor het verstrekken van informatie door de accountant van de master-icbe aan de accountant van de feeder-icbe;

  • c.

    de coördinatie van de rol van elke accountant bij de boekhoudkundige werkzaamheden bij het afsluiten van het boekjaar voor de desbetreffende icbe;

  • d.

    vaststelling van aangelegenheden die als onregelmatigheden worden aangemerkt en in het accountantsverslag van de master-icbe worden opgenomen zodat de accountant van de feeder-icbe kan voldoen aan artikel 4:57c, derde lid, van de wet;

  • e.

    de wijze van en het tijdschema voor behandeling van ad hoc-verzoeken om bijstand van de ene accountant aan de andere accountant, waaronder verzoeken om nadere informatie over in het accountantsverslag van de accountant van de master-icbe openbaar gemaakte onregelmatigheden;

  • f.

    bepalingen over het opstellen van de accountantsverslagen, bedoeld in artikel 4:57c, tweede lid, van de wet en de wijze van en het tijdschema voor het verstrekken van het accountantsverslag van de master-icbe en concepten van dat accountantsverslag aan de accountant van de feeder-icbe; en

  • g.

    indien de afsluitingsdatum van het boekjaar van de master-icbe afwijkt van de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-icbe, de wijze van en het tijdschema voor het opstellen door de accountant van de master-icbe van het ad hoc-verslag, bedoeld in artikel 4:57c, tweede lid, van de wet en voor het verstrekken van het ad hoc-verslag en concepten van dat verslag.

4

Inhoud van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:62w, eerste lid, van de wet

4.1

Bewaarders

Een overeenkomst tot uitwisseling van informatie als bedoeld in artikel 4:62w, eerste lid, van de wet voorziet in het volgende:

  • a.

    de vaststelling van de documenten en soort informatie die tussen de bewaarder van de master-icbe en de bewaarder van de feeder-icbe systematisch worden uitgewisseld en of de documenten en de informatie door de ene bewaarder aan de andere bewaarder worden verstrekt dan wel op verzoek beschikbaar worden gesteld;

  • b.

    de wijze van en het tijdschema, waaronder alle geldende uiterste termijnen, voor het verstrekken van informatie door de bewaarder van de master-icbe aan de bewaarder van de feeder-icbe;

  • c.

    de coördinatie van de rol van beide bewaarders in de mate die passend is gezien hun verplichtingen op grond van de wet met betrekking tot operationele aangelegenheden, waaronder:

    • 1°.

      de procedure voor de berekening van de intrinsieke waarde van elke icbe, waaronder alle maatregelen die voorkomen dat deelnemers op verschillende tijdstippen worden geïnformeerd over de intrinsieke waarde van deelnemingen; en

    • 2°.

      de verwerking van instructies door de feeder-icbe voor de aankoop van, inschrijving op, het verzoek om inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master-icbe, en de afwikkeling van die transacties, waaronder alle regelingen voor overdracht in natura van activa;

  • d.

    de coördinatie van boekhoudkundige werkzaamheden bij het afsluiten van het boekjaar;

  • e.

    welke details met betrekking tot inbreuken door de master-icbe op de wet en het fondsreglement of de statuten de bewaarder van de master-icbe aan de bewaarder van de feeder-icbe verstrekt en de wijze van en het tijdschema voor verstrekking;

  • f.

    de procedure voor de behandeling van ad hoc-verzoeken om bijstand van de ene bewaarder aan de andere; en

  • g.

    vaststelling van bepaalde onzekere gebeurtenissen waarvan door de ene bewaarder aan de andere bewaarder ad hoc kennis wordt gegeven, en de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving.

Bijlage

K

Europees gestandaardiseerd informatieblad hypothecair krediet (ESIS)

DEEL

A

De tekst in dit model wordt in het ESIS weergegeven. Tekst die tussen vierkante haken staat, wordt vervangen door de toepasselijke gegevens. De instructies voor de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar voor het invullen van het ESIS staan in deel B.

Waar «indien van toepassing» staat, verstrekt de kredietgever de vereiste informatie als die relevant is voor de kredietovereenkomst. Indien de informatie niet relevant is, wist de kredietgever de desbetreffende informatie of de hele rubriek (bijvoorbeeld wanneer de rubriek niet van toepassing is). Indien de hele rubriek wordt gewist, wordt de nummering van de ESIS-rubrieken dienovereenkomstig aangepast.

De onderstaande informatie wordt in één enkel document meegedeeld. Het gebruikte lettertype moet duidelijk leesbaar zijn. Om gegevens te benadrukken worden vet, schaduw of grotere letters toegepast. Alle toepasselijke risicowaarschuwingen worden geaccentueerd/gemarkeerd.

Model ESIS

(Inleidende tekst)

Dit document is voor [naam van de consument] opgesteld op [datum van de dag]

Dit document is opgesteld op basis van de informatie die u tot nu toe heeft verstrekt en de huidige omstandigheden op de financiële markten.

De onderstaande informatie blijft geldig tot [geldigheidsdatum], (indien van toepassing), met uitzondering van het rentepercentage en andere kosten. Na die datum kan deze veranderen afhankelijk van de omstandigheden op de financiële markten.

(Indien van toepassing) Dit document verplicht [naam van de kredietgever] niet om u een krediet te verstrekken.

1. Kredietgever

[Naam]

[Telefoonnummer]

[Geografisch adres]

(Facultatief) [E-mailadres]

(Facultatief) [Fax]

(Facultatief) [Internetadres]

(Facultatief)[Contactpersoon/contactpunt]

(Indien van toepassing, informatie over het eventueel verstrekken van adviesdiensten:) [(Na beoordeling van uw behoeften en omstandigheden adviseren wij u dit krediet/Wij adviseren u geen specifiek krediet. Wij geven u evenwel op basis van uw antwoorden op bepaalde vragen, informatie over dit krediet, zodat u zelf kunt kiezen.)]

2. (Indien van toepassing) Kredietbemiddelaar

[Naam]

[Telefoonnummer]

[Geografisch adres]

(Facultatief) [E-mailadres]

(Facultatief) [Fax]

(Facultatief) [Internetadres]

(Facultatief) [Contactpersoon/contactpunt]

([Indien van toepassing, [informatie over het eventueel verstrekken van adviesdiensten]) [(Na beoordeling van uw behoeften en omstandigheden bevelen wij u dit krediet aan/We bevelen u geen specifiek krediet aan. Wij geven u evenwel, op basis van uw antwoorden op onze vragen, informatie over dit krediet, zodat u zelf kunt kiezen.)]

[Vergoeding]

3. Belangrijkste kenmerken van het krediet

Bedrag en valuta van het te verlenen krediet: [waarde][valuta]

(Indien van toepassing) Dit is geen krediet in [nationale valuta van de kredietnemer].

(Indien van toepassing) De tegenwaarde van uw krediet in [nationale valuta van de kredietnemer] kan variëren.

De tegenwaarde in [nationale valuta van de kredietneme ] bedraagt op de datum van het uitbrengen van dit informatiedocument [bedrag in nationale valuta van de kredietnemer invullen].

(Indien van toepassing) Mocht bijvoorbeeld de waarde van [nationale valuta van de kredietnemer] met 20% dalen ten opzichte van [valuta van het krediet], dan zou de tegenwaarde van uw krediet stijgen tot [bedrag in de nationale valuta van de kredietnemer invullen]. Het zou echter hoger kunnen uitvallen als de waarde van [nationale valuta van de kredietnemer] met meer dan 20% daalt.

(Indien van toepassing) De maximale waarde van uw krediet zal [bedrag in nationale valuta van de kredietnemer invullen] bedragen.] (Indien van toepassing) U ontvangt een waarschuwing als het bedrag van het krediet [bedrag in nationale valuta van de kredietnemer invullen] bereikt. (Indien van toepassing) U krijgt de gelegenheid [het recht om opnieuw te onderhandelen over een in vreemde valuta uitgedrukt krediet dan wel om het om te zetten in [desbetreffende valuta] alsmede de voorwaarden opnemen].

Looptijd van het krediet: [duur]

[Soort krediet]

[Soort toepasselijke rentevoet]

Totaal af te lossen bedrag:

Dit betekent dat u [bedrag] per geleende [eenheid van de valuta] terugbetaalt.

(Indien van toepassing) [Dit deel van] houdt enkel de betaling in van rente en kosten. Aan het einde van de looptijd van het krediet bent u nog een hoofdsom van [bedrag van het aflossingsvrije krediet] verschuldigd.

(Indien van toepassing) Voor het opstellen van dit informatieblad zijn we uitgegaan van de volgende waarde van het onderpand: [bedrag invullen]

(Indien van toepassing) Maximaal beschikbaar kredietbedrag in verhouding tot de waarde van het onderpand [verhouding invullen] of Minimumwaarde van het onderpand dat nodig is om het aangegeven bedrag te lenen [bedrag invullen]

(Indien van toepassing) [Zekerheid]

4. Rente en andere kosten

Het jaarlijkse kostenpercentage bestaat uit de totale kosten van het krediet, uitgedrukt als jaarlijks percentage. Met het jaarlijkse kostenpercentage kunt u verschillende informatiebladen beter met elkaar vergelijken.

Het jaarlijkse kostenpercentage voor uw krediet is [JKP].

Het jaarlijkse kostenpercentage bestaat uit:

Het rentepercentage [waarde in percentage of, in voorkomend geval, vermelding van een referentierentepercentage en van de waarde in percentage van de krediettoeslag van de kredietgever]

[Andere onderdelen van het jaarlijkse kostenpercentage]

Kosten die eenmalig moeten worden betaald

(Indien van toepassing) U betaalt kosten voor de registratie van de hypotheekakte. [Bedrag van de vergoeding, indien bekend, of berekeningsbasis invullen.]

Kosten die regelmatig moeten worden betaald

(Indien van toepassing) Dit jaarlijkse kostenpercentage wordt berekend door aannames te doen over de rente tijdens de hele looptijd van de lening.

(Indien van toepassing) Omdat [een deel van] uw krediet een variabele rente heeft, kan het echte jaarlijkse kostenpercentage van bovenstaande jaarlijkse kostenpercentage verschillen, als de rente voor uw krediet verandert. Zo kan het jaarlijkse kostenpercentage, als de rente is gestegen tot [scenario beschreven in deel B], oplopen tot [illustratief jaarlijkse kostenpercentage invullen dat overeenstemt met het scenario].

(Indien van toepassing) Let OP! Wij zijn er bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage vanuit gegaan dat de rente tijdens de hele looptijd van de lening hetzelfde blijft als voor de eerste periode is vastgesteld.

(Indien van toepassing) De volgende kosten zijn niet bekend bij de kredietverlener en zijn dus niet opgenomen in het jaarlijkse kostenpercentage: [Kosten]

(Indien van toepassing) U dient een vergoeding voor de registratie van de hypotheek te betalen.

Let erop dat u op de hoogte bent van alle andere belastingen en kosten die aan uw krediet zijn verbonden.

5. Frequentie en aantal betalingen

Aflossingsfrequentie: [frequentie]

Aantal betalingen: [aantal]

6. Bedrag van iedere afbetalingstermijn

[Bedrag] [valuta]

Uw inkomen kan veranderen. Let erop dat u zich uw [frequentie] afbetalingstermijnen nog kunt veroorloven als uw inkomen daalt.

(Indien van toepassing) Omdat u heeft gekozen voor een aflossingsvrije hypotheek betaalt u tijdens de looptijd van de lening niets terug. U bouwt ook geen bedrag op waarmee u de lening van aan het eind van de looptijd kunt terugbetalen. Aan het eind van de looptijd moet u het hele bedrag van de lening, [BEDRAG LENING OPNEMEN], in één keer terugbetalen. Dit kan met de verkoopopbrengst van uw woning. Of u moet op een ander manier een bedrag opbouwen om de lening terug te betalen. U moet naast het bedrag van de lening ook de rente en eventuele andere kosten betalen. Deze bedragen vormen samen de totale kosten van uw hypotheek.

(Indien van toepassing) gekoppeld opbouwproduct:

Om uw lening af te lossen moet u een [bankspaarrekening, verzekering] afsluiten. Hiervoor moet u iedere termijn [bedrag] betalen.

(Indien van toepassing) De rente op [een deel van] dit krediet kan variëren. Dit betekent dat het bedrag van uw afbetalingstermijnen kan stijgen of dalen. Bijvoorbeeld kunnen, indien de rente is gestegen tot [scenario beschreven in deel B], uw betalingen oplopen tot [termijnbedrag invullen dat overeenstemt met het scenario].

(Indien van toepassing) De waarde van het bedrag dat u om de [frequentie van de afbetalingstermijn] moet betalen in [nationale valuta van de kredietnemer], kan variëren. (In voorkomend geval) Uw betalingen kunnen om de [periode invullen] oplopen tot [maximumbedrag in nationale valuta van de kredietnemer invullen]. (In voorkomend geval) Mocht bijvoorbeeld de waarde van [nationale valuta van de kredietnemer] met 20% dalen ten opzichte van [valuta van het krediet], dan zou u om de [periode invullen] [bedrag in nationale valuta van de kredietnemer invullen] extra moeten betalen. Uw betalingen kunnen nog hoger uitvallen.

(Indien van toepassing) Voor het omzetten van uw in [valuta van het krediet] uitgedrukte aflossing in [nationale valuta van de kredietnemer] zal de door [naam van de instelling die de wisselkoers publiceert] op [datum] gepubliceerde wisselkoers worden gehanteerd of zal de wisselkoers op [datum] worden berekend aan de hand van [benaming van de benchmark of berekeningsmethode invullen].

(Indien van toepassing) [Nadere gegevens omtrent gebonden spaarproducten, leningen met uitgestelde rentebetaling]. De rente die u moet betalen wordt bij uw lening opgeteld. Het bedrag van uw lening wordt dus steeds hoger.

7. (Indien van toepassing) Illustratieve aflossingstabel

In deze tabel staat welk bedrag u iedere termijn moet betalen.

Het maandbedrag bestaat uit rente, (indien van toepassing) het bedrag dat u iedere maand inlegt en eventuele andere kosten. In kolom [NUMMER KOLOM] staat het totaal van al deze bedragen tijdens de hele looptijd van de lening.

(Indien van toepassing) De kosten, die in kolom [NUMMER KOLOM] staan zijn voor: [LIJST MET KOSTEN]. De schuld [NUMMER KOLOM] is het bedrag dat u nog moet terugbetalen na elke afbetalingstermijn.

8. Aanvullende verplichtingen

De kredietnemer moet de volgende verplichtingen nakomen om de in dit document beschreven kredietvoorwaarden te genieten.

Wilt u het krediet dat in dit formulier staat? Dan moet u:

[Verplichtingen]

(Indien van toepassing) Houdt u er rekening mee dat de in dit document beschreven kredietvoorwaarden (waaronder de rente) kunnen veranderen als deze verplichtingen niet worden nagekomen.

(Indien van toepassing) Houdt u rekening met de mogelijke gevolgen van het in een later stadium opzeggen van elkeen van de nevendiensten met betrekking tot het krediet:

[Gevolgen]

9. Vervroegde aflossing

U kunt de lening helemaal of voor een deel eerder aan ons terugbetalen.

(Indien van toepassing) Daarvoor gelden de volgende voorwaarden. [Voorwaarden]

(Indien van toepassing) Uitstapkosten: [bedrag of, als dat niet mogelijk is, berekeningsmethode invullen]

(Indien van toepassing) Indien u besluit dit krediet vervroegd af te lossen, neemt u dan contact met ons op om te weten hoeveel de uitstapkosten op dat ogenblik bedraagt.

10. Flexibele kenmerken

(Indien van toepassing) [Informatie over overdraagbaarheid/subrogatie] U heeft de mogelijkheid dit krediet [aan een andere kredietnemer] [of] [op een ander onroerend goed] over te dragen. [Voorwaarden invullen]

(Indien van toepassing) U kunt het krediet niet aan een andere debiteur overdragen. U kunt de lening niet meenemen naar een andere woning.

(Indien van toepassing) Aanvullende kenmerken: [toelichting opnemen bij de in deel B vermelde aanvullende kenmerken en, facultatief, bij andere door de kredietgever in het kader van de kredietovereenkomst aangeboden mogelijkheden die niet in de vorige rubrieken zijn vermeld].

11. Overige rechten van de kredietnemer

(Indien van toepassing) U beschikt over [duur van de bedenktijd] na [tijdstip waarop de bedenktijd begint] om na te denken over het aangaan van dit krediet. (In voorkomend geval) Nadat u van de kredietgever de ontwerpkredietovereenkomst ontvangen heeft, kunt u tot het einde van [duur van de bedenktijd] besluiten niet op het aanbod in te gaan.

(Indien van toepassing) Gedurende een periode van [duur van de herroepingsperiode] na [tijdstip waarop de herroepingsperiode begint] kan u uw recht op herroeping van de overeenkomst uitoefenen. [Voorwaarden] [Procedure invullen]

(Indien van toepassing) U kunt uw recht op herroeping van de overeenkomst verliezen indien u in die periode een onroerend goed koopt of verkoopt dat verband houdt met deze kredietovereenkomst.

(Indien van toepassing) Mocht u besluiten uw recht op herroeping [van de kredietovereenkomst] uit te oefenen, controleert u dan of u gebonden blijft door uw andere [in rubriek 8 bedoelde] verplichtingen in verband met het krediet [met inbegrip van de nevendiensten met betrekking tot het krediet].

12. Klachten

Heeft u een klacht?

Dan kunt u contact opnemen met <...>

Bent u niet tevreden over de afhandeling van uw klacht door de kredietverstrekker?

Stuur dan een brief naar:

Klachtenservice <....>

(Indien van toepassing) Maximale tijd waarbinnen de klacht moet worden behandeld [periode]

(Indien van toepassing) [Indien wij de klacht niet naar tevredenheid intern hebben opgelost,] kunt u ook contact opnemen met: [naam van het bevoegde externe orgaan voor buitengerechtelijke klachten en beroepsmogelijkheden] (Indien van toepassing) of kan u contact opnemen met FIN-NET voor nadere gegevens betreffende het gelijkwaardige orgaan in uw land.

13. Niet-naleving van de aan het krediet verbonden verplichtingen: gevolgen voor de kredietnemer

[Soorten niet-naleving]

[Financiële of juridische gevolgen]

Heeft u of verwacht u problemen om uw <maandelijkse> hypotheeklasten te betalen? Neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. Wij kunnen dan samen met u kijken welke oplossingen er zijn.

(Indien van toepassing) Kunt u de hypotheeklasten niet meer betalen? En hebben wij de lening opgeëist? Als uiterste maatregel kan uw woning verkocht worden. Wij kunnen dat ook doen door een openbare veiling.

(Indien van toepassing) Kunt u de hypotheeklasten niet meer betalen en heeft uw NHG? Vraag naar de voorwaarden.

(Indien van toepassing) 14. Aanvullende informatie

(Indien van toepassing) [Vermelding van de wetgeving die op de kredietovereenkomst van toepassing is].

(Indien de kredietnemer een andere taal dan die van het ESIS wil gebruiken)

De overeenkomst, de voorwaarden en andere informatie zijn in het [Taal]. Tijdens de leningovereenkomst, zullen wij met u in het [taal] informatie uitwisselen. U moet hier wel mee akkoord gaan.

[Verklaring opnemen over het recht om een ontwerpkredietovereenkomst verstrekt of aangeboden te krijgen]

15. Toezichthouder

Deze kredietgever staat onder toezicht van [naam (namen) en internetadres(sen) van de toezichthoudende autoriteit(en)]

(Indien van toepassing) Deze kredietbemiddelaar staat onder toezicht van [naam en internetadres van de toezicht­houdende autoriteit].

DEEL

B

Instructies voor het invullen van het ESIS

Bij het invullen van het ESIS worden ten minste de volgende instructies in acht genomen.

Rubriek «Inleidende tekst»

  • 1.

    De geldigheidsdatum wordt duidelijk geaccentueerd/gemarkeerd. In deze rubriek wordt onder de «geldigheidsdatum» verstaan: de periode gedurende welke de in het ESIS opgenomen informatie, bijvoorbeeld de debetrentevoet, ongewijzigd blijft en van toepassing zal zijn indien de kredietgever besluit het krediet binnen die periode toe te kennen. Indien de vaststelling van de toepasselijke debetrentevoet en andere kosten afhankelijk is van de resultaten van de verkoop van onderliggende schuldbewijzen, kunnen de uiteindelijke debetrentevoet en de overige kosten verschillen van die welke aanvankelijk waren opgegeven. Alleen in deze omstandigheden, dient te worden bepaald dat de geldigheidsdatum niet van toepassing is op de debetrentevoet en andere kosten door de woorden toe te voegen: «afgezien van de rentevoet en andere kosten».

Rubriek «1. Kredietgever»

  • 1.

    Naam, telefoonnummer en geografisch adres van de kredietgever hebben betrekking op de contactinformatie die de consument voor toekomstige correspondentie kan gebruiken.

  • 2.

    De informatie over het e-mailadres, fax, het internetadres en een contactpersoon/contactpunt is facultatief.

  • 3.

    Indien de transactie op afstand wordt aangeboden, vermeldt de kredietgever overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2002/65/EG in voorkomend geval de naam en het geografisch adres van zijn vertegenwoordiger in de lidstaat waar de consument zijn verblijfplaats heeft. De vermelding van het telefoonnummer, e-mailadres en internetadres van de vertegenwoordiger van de kredietgever is facultatief.

  • 4.

    Indien rubriek 2 niet van toepassing is, laat de kredietgever de consument, met gebruikmaking van de formulering in deel A, weten of er adviesdiensten worden verstrekt en op welke basis.

(Indien van toepassing) Rubriek «2. Kredietbemiddelaar»

Indien de productinformatie door een kredietbemiddelaar aan de consument wordt verstrekt, neemt die bemiddelaar de volgende informatie op:

  • 1.

    Naam, telefoonnummer en geografisch adres van de kredietbemiddelaar hebben betrekking op de contactinformatie die de consument voor toekomstige correspondentie kan gebruiken.

  • 2.

    De informatie over het e-mailadres, fax, het internetadres en een contactpersoon/contactpunt is facultatief.

  • 3.

    De kredietgever laat de consument, met gebruikmaking van de formulering van deel A, weten of er adviesdiensten worden verleend en op welke basis.

  • 4.

    Uitleg over de wijze waarop de kredietbemiddelaar wordt vergoed. Indien hij een commissieloon van een kredietgever ontvangt, vermeldt hij het bedrag daarvan, alsook de naam van de kredietgever, indien deze verschillend is van de naam in rubriek 1.

Rubriek «3. Hoofdkenmerken van het krediet»

  • 1.

    In deze rubriek worden op een duidelijk wijze de hoofdkenmerken van het krediet toegelicht, met inbegrip van de waarde en de valuta en de mogelijke, aan de debetrentevoet verbonden risico’s, met inbegrip van die als bedoeld in punt 8, en de aflossingsstructuur.

  • 2.

    Ingeval de valuta van het krediet verschilt van de nationale valuta van de consument, geeft de kredietgever aan dat de consument een regelmatige waarschuwing zal ontvangen ten minste als de wisselkoers meer dan 20% schommelt, in voorkomend geval aangaande het recht om de valuta van de kredietovereenkomst om te zetten of met betrekking tot de mogelijkheid om opnieuw te onderhandelen over de voorwaarden en elke andere regelingen die de consument ter beschikking staan om diens blootstelling aan wisselkoersrisico te beperken. Indien een voorziening in de kredietovereenkomst is opgenomen om het wisselkoersrisico te beperken, geeft de kredietgever het maximale bedrag aan, welke de consument zou moeten terug te betalen. Indien er geen voorziening in de kredietovereenkomst is opgenomen om het wisselkoersrisico, waaraan de consument is blootgesteld, te beperken tot fluctuaties daarvan binnen een bandbreedte van minder dan 20%, geeft de kredietgever een illustratie van het effect op de waarde van het krediet van een daling met 20% van de waarde van de nationale valuta van de consument ten opzichte van de valuta waarin het krediet is gesteld.

  • 3.

    De duur van het krediet wordt naargelang van de relevantie in jaren of maanden uitgedrukt. Indien de duur van het krediet gedurende de looptijd van het contract kan variëren, licht de kredietgever toe wanneer en onder welke voorwaarden dit kan geschieden. In het geval van een krediet voor onbepaalde tijd, bijvoorbeeld voor een door een zekerheid gedekte kredietkaart, dient de kredietgever dit feit duidelijk te vermelden.

  • 4.

    Het soort krediet wordt duidelijk vermeld (bijvoorbeeld hypotheekkrediet, woonkrediet, door een zekerheid gedekte kredietkaart). In de beschrijving van het soort krediet wordt duidelijk vermeld hoe het kapitaal en de rente gedurende de looptijd van het krediet worden afgelost (d.w.z. de aflossingsstructuur), waarbij duidelijk wordt gespecificeerd of de kredietovereenkomst een krediet met aflossing, een aflossingsvrij krediet, dan wel een mix van beide betreft.

  • 5.

    Indien het krediet geheel of gedeeltelijk aflossingsvrij is, wordt aan het einde van deze rubriek nadrukkelijk een desbetreffende verklaring opgenomen, met gebruikmaking van de formulering in deel A van deze bijlage.

  • 6.

    In deze rubriek wordt uitgelegd of de debetrentevoet vast of variabel is en in voorkomend geval tijdens welke perioden deze vast blijft, met welke frequentie herzieningen daarna kunnen plaatsvinden en of er voor de variatie van de debetrentevoet grenzen zoals maximum- of minimumwaarden gelden.

    Toegelicht moet worden welke formule er wordt gebruikt voor de herziening van de debetrentevoet en van de diverse componenten daarvan (bijvoorbeeld de referentierentevoet, de debetrentetoeslag). De kredietgever moet aangeven, bijvoorbeeld op een internetadres, waar nadere informatie is te vinden over de in de formule gebruikte indexen of percentages, bijvoorbeeld Euribor of de referentierentevoet van de centrale bank.

  • 7.

    Indien verschillende debetrentevoeten in verschillende omstandigheden van toepassing zijn, wordt deze informatie met betrekking tot alle toepasselijke rentevoeten verstrekt.

  • 8.

    Het «totaal af te lossen bedrag» komt overeen met het totale, door de consument te betalen bedrag. Het moet wordt opgevoerd als de som van het kredietbedrag en de totale kosten van het krediet voor de consument. Indien de debetrentevoet niet vast is voor de duur van het contract, moet duidelijk worden vermeld dat dit bedrag illustratief is en kan variëren, en in het bijzonder naargelang van de variatie in de debetrentevoet.

  • 9.

    Indien het krediet gewaarborgd is door een hypotheek op het onroerend goed of door een andere vergelijkbare zekerheid of door een recht verbonden aan onroerend goed, brengt de kredietgever dit onder de aandacht van de consument. De kredietgever geeft in voorkomend geval de veronderstelde waarde van het onroerend goed dat, of de zekerheid die, voor de opstelling van dit informatiebad wordt gebruikt.

  • 10.

    De kredietgever vermeldt indien van toepassing een van de volgende gegevens:

    • a)

      het «maximaal beschikbaar kredietbedrag in verhouding tot de waarde van het onroerend goed», dat de ratio van de lening ten opzichte van de waarde weergeeft. Deze ratio gaat vergezeld van een voorbeeld in absolute termen van het maximale kredietbedrag dat voor een bepaalde waarde van een onroerend goed kan worden opgenomen; of

    • b)

      de «minimumwaarde van het onroerend goed dat de kredietgever eist om het geïllustreerde bedrag te lenen».

  • 11.

    Indien het krediet uit verschillende kredietcomponenten is samengesteld (bijvoorbeeld deels met vaste rentevoet, deels met variabele rentevoet), komt dit tot uiting in de opgave van het soort krediet en wordt de vereiste informatie voor elke component van het krediet verstrekt.

Rubriek «4. Rentevoet en andere kosten»

  • 1.

    Wanneer naar «rentevoet» wordt verwezen, wordt of worden de debetrentevoet respectievelijk debetrentevoeten bedoeld.

  • 2.

    De debetrentevoet wordt als percentage uitgedrukt. Indien de debetrentevoet variabel is en op een referentierentevoet is gebaseerd, kan de kredietgever de debetrentevoet vermelden door opgave van een referentierentevoet en percentage van de risicotoeslag van de kredietgever. De kredietgever vermeldt evenwel de waarde van het referentiepercentage dat geldt op de dag van uitgifte van het ESIS.

    Indien de debetrentevoet variabel is, omvat de informatie: a) de hypothesen die worden gebruikt voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage; b) in voorkomend geval, de toepasselijke maximum- en minimumwaarden en c) een waarschuwing dat de variatie het feitelijke niveau van het jaarlijkse kostenpercentage kan beïnvloeden. Om de aandacht van de consument te trekken, moet de waarschuwing, in een groter lettertype, nadrukkelijk in het hoofdgedeelte van het ESIS worden opgenomen. De waarschuwing gaat gepaard met een illustratief voorbeeld betreffende het jaarlijkse kostenpercentage. Als er een maximum op de debetrentevoet staat, wordt er in het voorbeeld van uitgegaan dat de debetrentevoet bij de eerste gelegenheid stijgt tot het hoogste niveau waarin in de kredietovereenkomst is voorzien. Als er geen maximum is, illustreert het voorbeeld het jaarlijkse kostenpercentage tegen de hoogste debetrentevoet van ten minste de laatste 20 jaar, of als de onderliggende gegevens voor de berekening van de debetrente beschikbaar zijn voor een periode van minder dan 20 jaar, de langste periode waarvoor die gegevens beschikbaar zijn, gebaseerd op de hoogste waarde van een externe referentierentevoet die in voorkomend geval is gebruikt voor de berekening van de debetrente, of de hoogste waarde van een door een bevoegde autoriteit of de EBA gespecificeerde benchmarkrentevoet ingeval de kredietgever geen externe referentierentevoet gebruikt. Die vereiste geldt niet voor kredietovereenkomsten indien de debetrentevoet voor een materiële initiële periode van verscheidene jaren wordt vastgesteld en vervolgens voor een verdere periode kan worden vastgesteld na onderhandelingen tussen de kredietgever en de consument. Voor kredietovereenkomsten waarbij de debetrentevoet voor een materiële initiële periode van verscheidene jaren wordt vastgesteld en vervolgens voor een verdere periode kan worden vastgesteld na onderhandelingen tussen de kredietgever en de consument, bevat de informatie een waarschuwing dat het jaarlijkse kostenpercentage op basis van de debetrentevoet voor de initiële periode wordt berekend. De waarschuwing gaat vergezeld van een aanvullend, illustratief jaarlijkse kostenpercentage dat is berekend overeenkomstig artikel 17, lid 4. Indien kredieten uit verschillende componenten zijn samengesteld (bv. deels met vaste rentevoet, deels met variabele rentevoet), wordt de informatie voor elke component van het krediet verstrekt.

  • 3.

    In de rubriek «andere onderdelen van het jaarlijkse kostenpercentage» moeten alle overige in het jaarlijkse kostenpercentage opgenomen kosten worden vermeld, met inbegrip van eenmalige kosten, zoals administratiekosten, en periodieke kosten, zoals jaarlijkse administratiekosten. De kredietgever specificeert alle kosten per categorie (eenmalig te betalen kosten, regelmatig te betalen kosten die in de afbetalingstermijn zijn opgenomen, regelmatig te betalen kosten die niet in de afbetalingstermijnen zijn opgenomen), met vermelding van het bedrag, aan wie ze moeten worden betaald en wanneer. Kosten die zijn ontstaan door inbreuken op de contractuele verplichtingen hoeven niet te worden vermeld. Indien het bedrag niet bekend is, geeft de kredietgever zo mogelijk een indicatie van het bedrag of vermeldt hij hoe het bedrag zal worden berekend en dat het opgevoerde bedrag slechts indicatief is. Indien bepaalde kosten geen deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, omdat zij de kredietgever onbekend zijn, wordt dit duidelijk vermeld.

    Indien de consument de kredietgever geïnformeerd heeft over één of meer componenten van het door hem verkozen krediet, zoals de duur van de kredietovereenkomst en het totale kredietbedrag, gebruikt de kredietgever waar mogelijk deze componenten; indien een kredietovereenkomst verschillende mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt en de kredietgever gebruikmaakt van de hypothesen vermeld in deel II van bijlage I, moet hij vermelden dat andere kredietopnemingsmechanismen voor dat soort kredietovereenkomst kunnen leiden tot een hoger jaarlijkse kostenpercentage. Indien de kredietopnemingsvoorwaarden worden gebruikt voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage, accentueert de kredietgever de kosten die aan andere kredietopnemingsmechanismen zijn verbonden, welke niet noodzakelijk de mechanismen zijn aan de hand waarvan het jaarlijkse kostenpercentage wordt berekend.

  • 4.

    Indien een vergoeding moet worden betaald voor de registratie van de hypotheek of een vergelijkbare zekerheid, wordt die in deze rubriek bekendgemaakt, samen met het bedrag, indien bekend, of als dat niet mogelijk is, de basis voor het bepalen van het bedrag. Indien de vergoedingen bekend zijn en in het jaarlijkse kostenpercentage zijn vervat, worden het bestaan en het bedrag van de vergoeding opgenomen onder «Kosten die eenmalig moeten worden betaald». Indien de vergoedingen de kredietgever niet bekend zijn en bijgevolg niet in het jaarlijkse kostenpercentage vervat zijn, moet het bestaan van de vergoeding duidelijk worden vermeld in de lijst van kosten die de kredietgever niet bekend zijn. Hoe dan ook moet de standaardformulering van deel A worden gebruikt onder de passende rubriek.

Rubriek «5. Frequentie en aantal betalingen»

  • 1.

    Indien betalingen regelmatig moeten worden verricht, wordt de frequentie daarvan aangegeven (bijvoorbeeld maandelijks). Ingeval de frequentie van de betalingen onregelmatig is, wordt dit duidelijk aan de consument uitgelegd.

  • 2.

    Het aangegeven aantal betalingen bestrijkt de hele duur van het krediet.

Rubriek «6. Bedrag van iedere afbetalingstermijn»

  • 1.

    De valuta van het krediet en de valuta van de afbetalingstermijnen worden duidelijk aangegeven.

  • 2.

    Indien het bedrag van de afbetalingstermijnen gedurende de looptijd van het krediet kan veranderen, specificeert de kredietgever tijdens welke periode het aanvangsbedrag van de afbetalingstermijnen ongewijzigd blijft en wanneer, en met welke frequentie, dit vervolgens kan veranderen.

  • 3.

    Indien het krediet geheel of gedeeltelijk aflossingsvrij is, wordt aan het einde van deze rubriek, met gebruikmaking van de formulering in deel A, een duidelijke, daartoe strekkende verklaring opgenomen.

    Indien de consument wordt verplicht om een gekoppeld spaarproduct te kopen als voorwaarde voor het toekennen van een door een hypotheek of vergelijkbare zekerheid gedekt aflossingsvrij krediet, worden het bedrag en de frequentie van elke, voor dit product te verrichten betaling vermeld.

  • 4.

    Indien de debetrentevoet variabel is, omvat de informatie een verklaring ter zake, waarbij gebruik wordt gemaakt van de formulering van deel A en welke een illustratie van een maximaal termijnbedrag bevat. Indien er een limiet is, laat de illustratie de termijnbedragen zien als de debetrentevoet tot het niveau van de limiet stijgt. Als er geen limiet is, illustreert het ongunstigste scenario het niveau van de termijnen tegen de hoogste debetrentevoet van de laatste 20 jaar, of als de onderliggende gegevens voor de berekening van de debetrentevoet beschikbaar zijn voor een periode van minder dan 20 jaar, de langste periode waarvoor die gegevens beschikbaar zijn, gebaseerd op de hoogste waarde van alle externe referentierentevoeten die in voorkomend geval zijn gebruikt voor de berekening van de debetrentevoet, of de hoogste waarde van een door een bevoegde autoriteit of de EBA gespecificeerde benchmarkrentevoet ingeval de kredietgever geen externe referentierentevoet gebruikt. De vereiste om een illustratief voorbeeld te geven, geldt niet voor kredietovereenkomsten waarbij de debetrentevoet voor een wezenlijke aanvangsperiode van een aantal jaren vastligt en vervolgens voor een nadere periode kan worden vastgezet na onderhandelingen tussen de kredietgever en de consument. Indien het krediet uit verschillende kredietcomponenten is samengesteld (bijvoorbeeld deels met vaste rentevoet, deels met variabele rentevoet), wordt de informatie voor elke component van het krediet en voor het totaalbedrag verstrekt.

  • 5.

    (Indien van toepassing) Indien de valuta van het krediet verschilt van de nationale valuta van de consument of indien het krediet gekoppeld is aan een valuta die verschilt van de nationale valuta van de consument, geeft de kredietgever, met gebruikmaking van de formulering in deel A ook een rekenkundig voorbeeld die duidelijk laat zien hoe veranderingen in de betrokken wisselkoers de termijnbedragen kunnen beïnvloeden. Dat voorbeeld wordt gebaseerd op een vermindering met 20% van de waarde van de nationale valuta van de consument, gecombineerd met een uitdrukkelijke verklaring dat de afbetalingstermijnen kunnen stijgen met meer dan het in dit voorbeeld veronderstelde bedrag. Indien er een limiet is die de stijging begrenst tot een lager bedrag dan 20%, wordt in plaats daarvan de maximale waarde van de betalingen in de valuta van de consument opgegeven en wordt de verklaring over mogelijke verdere stijgingen weggelaten.

  • 6.

    Indien het krediet een volledig of gedeeltelijk variabelrentend krediet betreft en punt 3 van toepassing is, wordt de illustratie in punt 3 gegeven aan de hand van het in punt 1 bedoelde termijnbedrag.

  • 7.

    Indien de valuta gebruikt voor het betalen van de termijnen, verschilt van de valuta van het krediet of indien het in de nationale valuta van de consument uitgedrukte bedrag van elke termijn afhankelijk is van het dienovereenkomstige bedrag in een andere valuta, wordt in deze rubriek aangegeven op welke datum de toepasselijke wisselkoers is berekend en hetzij de wisselkoers hetzij de basis waarop deze zal worden berekend en de frequentie van de aanpassing daarvan. In voorkomend geval wordt daarbij onder meer de naam vermeld van de instelling die de rentevoet publiceert.

  • 8.

    Indien het krediet een krediet met uitgestelde rentebetaling betreft, waarbij de verschuldigde rente niet volledig door middel van de afbetalingstermijnen wordt terugbetaald en wordt toegevoegd aan het totale door de consument te betalen uitstaande kredietbedrag, wordt een toelichting gegeven over: hoe en wanneer de uitgestelde rente als geldbedrag bij de lening wordt geteld; en wat de gevolgen voor de consument zijn met betrekking tot de restschuld.

Rubriek «7. Illustratieve aflossingstabel»

  • 1.

    Deze rubriek wordt opgenomen indien het krediet een krediet met uitgestelde rentebetaling betreft, waarbij de verschuldigde rente niet volledig door middel van afbetalingstermijnen wordt terugbetaald en wordt toegevoegd aan het totale uitstaande kredietbedrag of waarbij de debetrentevoet wordt vastgesteld voor de duur van de kredietovereenkomst.

    Indien de consument het recht heeft een herziene aflossingstabel te ontvangen, wordt dit samen met de voorwaarden waaronder de kredietnemer dat recht heeft, vermeld.

  • 2.

    Als de debetrentevoet gedurende de looptijd van het krediet kan variëren, wordt in deze rubriek aangegeven tijdens welke periode deze aanvankelijke debetrentevoet ongewijzigd blijft.

  • 3.

    De in deze rubriek op te nemen tabel bevat de volgende kolommen: «aflossingsschema» (bijvoorbeeld maand 1, maand 2, maand 3), «bedrag van de afbetalingstermijn», «per afbetalingstermijn te betalen rente», «andere in de afbetalingstermijn begrepen kosten (in voorkomend geval)», «afgelost kapitaal per afbetalingstermijn» en «uitstaand kapitaal na elke afbetalingstermijn».

  • 4.

    Voor het eerste aflossingsjaar wordt de informatie gegeven voor elke afbetalingstermijn en wordt aan het einde van dat eerste jaar voor elk van de kolommen een subtotaal vermeld. Voor de daaropvolgende jaren kan de precisering op jaarbasis worden gegeven. Aan het einde van de tabel wordt een rij met het algemene totaal toegevoegd, die de totale bedragen voor elke kolom weergeeft. De totale door de consument te betalen kosten van het krediet (dat wil zeggen de totale som van de kolom «bedrag van de afbetalingstermijn») wordt duidelijk als zodanig benadrukt en gepresenteerd.

  • 5.

    Indien de debetrentevoet voor herziening vatbaar is en het bedrag van de afbetalingstermijn en na elke herziening onbekend is, mag de kredietgever voor de hele duur van het krediet in de aflossingstabel hetzelfde bedrag van de afbetalingstermijn vermelden. In een dergelijk geval attendeert de kredietgever de consument hierop door de bekende bedragen visueel van de hypothetische bedragen te onderscheiden (bv. door middel van een verschillend lettertype, randen of schaduw). Voorts wordt in een duidelijk leesbare tekst uitgelegd tijdens welke perioden de in de tabel vermelde bedragen kunnen variëren en waarom.

Rubriek «8. Aanvullende verplichtingen»

  • 1.

    De kredietgever verwijst in deze rubriek naar verplichtingen zoals de verplichting het onroerend goed te verzekeren, een levensverzekering af te sluiten, een salaris te laten uitbetalen op een rekening bij de kredietgever of een ander product of andere dienst aan te schaffen. Voor elke verplichting specificeert de kredietgever ten aanzien van wie en wanneer de verplichting moet zijn nagekomen. Wanneer aan bepaalde verplichtingen voordelen voor de consument zijn verbonden, worden deze ook vermeld.

  • 2.

    De kredietgever vermeldt de duur van de verplichting, bijvoorbeeld tot het eind van de kredietovereenkomst. De kredietgever vermeldt voor elke verplichting de door de consument te betalen kosten, die niet in het jaarlijkse kostenpercentage zijn begrepen.

  • 3.

    De kredietgever vermeldt of de consument enigerlei nevendiensten nodig heeft om onder de gestelde voorwaarden een krediet te kunnen krijgen en, zo ja, of de consument verplicht is deze bij de voorkeursleverancier van de kredietnemer te betrekken dan wel bij een dienstverstrekker naar keuze van de consument kunnen worden betrokken. Indien aan die mogelijkheid de voorwaarde is verbonden dat de nevendiensten aan bepaalde minimale kenmerken voldoen, worden die kenmerken in deze rubriek beschreven.

    Indien de kredietovereenkomst aan andere producten is gekoppeld, vermeldt de kredietgever de voornaamste kenmerken van die andere producten en geeft hij duidelijk aan of de consument het recht heeft de kredietovereenkomst of de gebundelde producten afzonderlijk op te zeggen, onder welke voorwaarden dat het geval is en welke implicaties daaraan zijn verbonden en, in voorkomend geval, wat de mogelijke gevolgen zijn van het opzeggen van de in samenhang met de kredietovereenkomst vereiste nevendiensten.

Rubriek «9. Vervroegde aflossing»

  • 1.

    De kredietgever geeft aan onder welke voorwaarden de consument het krediet geheel of ten dele vervroegd kan aflossen en welke stappen de consument hiervoor moet volgen. Onder voorwaarden worden ook eventuele vergoedingen verstaan. De vergoeding is niet hoger dan het financiële nadeel van de aanbieder bij vervroegde aflossing.

  • 2.

    In deze rubriek over de uitstapkosten attendeert de kredietgever de consument op alle uitstapkosten of andere kosten die bij vervroegde aflossing ter vergoeding aan de kredietgever moeten worden betaald en vermeldt hij indien mogelijk het bedrag daarvan. Indien het bedrag van de vergoeding van verschillende factoren afhangt, zoals het afgeloste bedrag of de op het ogenblik van de vervroegde aflossing geldende debetrentevoet, geeft de kredietgever aan op welke manier de vergoeding zal worden berekend en vermeldt hij hoeveel de vergoeding ten hoogste kan bedragen, of geeft hij, indien dat niet mogelijk is, een illustratief voorbeeld om de consument duidelijk te maken hoeveel de vergoeding in verschillende mogelijke scenario’s zou bedragen.

Rubriek «10. Flexibele kenmerken»

  • 1.

    Indien van toepassing, geeft de kredietgever aan dat de mogelijkheid bestaat het krediet aan een andere kredietgever of op een ander onroerend goed over te dragen en vermeldt hij de ter zake geldende voorwaarden.

  • 2.

    (Indien van toepassing) Aanvullende kenmerken: indien het product een of meer van de in punt 5 bedoelde kenmerken omvat, moeten deze kenmerken in deze rubriek worden vermeld en worden voorzien van een korte toelichting omtrent de omstandigheden waarin de consument van het kenmerk gebruik kan maken; eventuele voorwaarden die aan het kenmerk zijn verbonden; de vraag of de consument, indien het kenmerk deel uitmaakt van de door een hypotheek of gelijkwaardige zekerheid gedekte krediet, wettelijke of andere beschermingsvoorzieningen kwijtraakt die doorgaans aan dat kenmerk zijn verbonden; en de onderneming die het kenmerk aanbiedt (indien deze niet dezelfde is als de kredietgever).

  • 3.

    Indien het kenmerk een aanvullend krediet omvat, moet in deze rubriek het volgende voor de consument worden toegelicht: het totale kredietbedrag (met inbegrip van het door de hypotheek of vergelijkbare zekerheid gedekte krediet); of het aanvullende krediet al dan niet door een zekerheid is gewaarborgd; de toepasselijke debetrentevoeten; en of het gereglementeerd is. Het bedrag van dat aanvullende krediet wordt opgenomen in de oorspronkelijke kredietwaardigheidsbeoordeling; als dat niet het geval is, wordt in deze rubriek duidelijk gemaakt dat de beschikbaarheid van het aanvullende bedrag afhankelijk is van een verdere beoordeling van het vermogen van de consument om het krediet af te lossen.

  • 4.

    Indien het kenmerk een spaarinstrument omvat, moet de toepasselijke rentevoet worden vermeld.

  • 5.

    Mogelijke aanvullende kenmerken zijn: «Overbetaling/Onderbetaling» [meer of minder betalen dan de afbetalingstermijn die doorgaans door de aflossingsstructuur wordt vereist]; «Aflossingsvrije perioden» [perioden waarin de consument geen betalingen moet verrichten]; «Teruglenen» [mogelijkheid voor de consument om reeds opgenomen en afgeloste middelen opnieuw te lenen]; «Aanvullende kredietopname waarvoor geen nieuwe toestemming vereist is»; «Aanvullende gewaarborgde of niet-gewaarborgde kredietopname» [overeenkomstig punt 3 hierboven]; «Creditcard»; «Gekoppelde lopende rekening»; en «Gekoppelde spaarrekening».

  • 6.

    De kredietgever kan daarvan eventuele andere kenmerken deel laten uitmaken die door de kredietgever als onderdeel van de kredietovereenkomst worden aangeboden maar niet in eerdere rubrieken zijn vermeld.

Rubriek «11. Overige rechten van de kredietnemer»

  • 1.

    De kredietgever licht de rechten op bijvoorbeeld herroeping of bedenktijd toe, en ook indien van toepassing andere rechten zoals overdraagbaarheid (inclusief subrogatie) als die voorzien zijn, specificeert de voorwaarden die op dit recht of deze rechten van toepassing zijn, de procedure die de consument moet volgen om dit recht of deze rechten uit te oefenen, alsook gegevens zoals onder meer het adres waarnaar de kennisgeving van herroeping moet worden gestuurd en (indien van toepassing) de daaraan verbonden vergoedingen.

  • 2.

    Indien de consumenten beschikken over bedenktijd of een recht op herroeping, wordt dit duidelijk vermeld.

  • 3.

    Indien de transactie op afstand wordt aangeboden, wordt de consument overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2002/65/EG ervan in kennis gesteld of hij al dan niet over een recht op herroeping beschikt.

Rubriek «12. Klachten»

  • 1.

    In deze rubriek wordt het interne contactpunt [naam van de desbetreffende afdeling] vermeld, alsook de manier waarop daarmee contact kan worden opgenomen voor het indienen van een klacht [geografisch adres] of [telefoonnummer] of [contactpersoon]: [contactgegevens] en een verwijzing naar de klachtenprocedure op de desbetreffende pagina van een website of soortgelijke informatiebron.

  • 2.

    De naam van het bevoegde externe orgaan wordt voor buitengerechtelijke klachten en beroepsmogelijkheden vermeld, en indien het gebruik van de interne klachtenprocedure een absolute voorwaarde is voor toegang tot dat orgaan, wordt dat aangegeven met gebruikmaking van de formulering in deel A.

  • 3.

    In het geval van kredietovereenkomsten met een consument die zijn woonplaats in een andere lidstaat dan Nederland heeft, verwijst de kredietgever naar FIN-NET (http://ec.europa.eu/internal_market/fin-net/).

Rubriek «13. Niet-naleving van de aan het krediet verbonden verplichtingen: gevolgen voor de kredietnemer»

  • 1.

    Indien de niet-naleving door de consument van aan het krediet verbonden verplichtingen financiële of juridische gevolgen kan hebben voor de consument, beschrijft de kredietgever in deze rubriek de voornaamste verschillende gevallen (bijvoorbeeld laattijdige betalingen/wanbetaling, niet nakomen van de in rubriek 8 «Aanvullende verplichtingen» genoemde verplichtingen) en vermeldt hij waar nadere informatie kan worden verkregen.

  • 2.

    Voor elk van deze gevallen specificeert de kredietgever in duidelijke, gemakkelijk te begrijpen bewoordingen de boeten of gevolgen waarin deze kunnen resulteren. Ernstige gevolgen worden benadrukt.

  • 3.

    Indien het onroerend goed dat als zekerstelling voor het krediet wordt gebruikt, kan overgaan op of kan worden overgedragen aan de kredietgever als de consument zijn verplichtingen niet nakomt, wordt in deze rubriek een desbetreffende verklaring opgenomen met gebruikmaking van de formulering in deel A.

  • 4.

    Indien de consument Nationale Hypotheek Garantie (NHG) heeft dan wijst de kredietgever op de daarbij geldende voorwaarden.

Rubriek «14. Aanvullende gegevens»

  • 1.

    In geval van verkoop op afstand bevat deze rubriek een clausule inzake het op de kredietovereenkomst van toepassing zijnde recht of de bevoegde rechter.

  • 2.

    Indien de kredietgever tijdens de looptijd van de overeenkomst in een andere taal met de consument wil communiceren dan de taal van het ESIS, moet dat ook worden aangegeven en moet de communicatietaal worden vermeld. Dit laat artikel 3, lid 1, punt 3, onder g), van Richtlijn 2002/65/EG onverlet.

  • 3.

    De kredietgever of kredietbemiddelaar vermeldt het recht van de consument om ten minste zodra een voor de kredietgever bindend aanbod is gedaan, een afschrift van de ontwerpkredietovereenkomst verstrekt of aangeboden te krijgen, naargelang van het geval.

Rubriek «15. Toezichthouder»

  • 1.

    Vermeld moet worden welke de betrokken autoriteit of autoriteiten zijn die zijn belast met het toezicht op de precontractuele fase van de kredietverlening.