Wet van 9 maart 1994, houdende vervanging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf door de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving moet worden aangepast aan de richtlijn nr. 92/49/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (PbEG L 228) alsmede aan de richtlijn nr. 92/96/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 november 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levensverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de Richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG (PbEG L 360), en dat het naar aanleiding daarvan wenselijk is de Wet toezicht verzekeringsbedrijf opnieuw vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

De rechtspersoon die de taken en bevoegdheden van de Pensioen- & Verzekeringskamer uitoefent, voldoet en blijft voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    hij dient in staat te zijn de bij of krachtens de wet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer opgedragen taken naar behoren te vervullen;

  • b.

    de voorwaarden dienen aanwezig te zijn voor een zodanige besluitvorming binnen de rechtspersoon dat een onafhankelijke vervulling van die taken is gewaarborgd;

  • c.

    de statuten van de rechtspersoon dienen te voorzien in een raad van commissarissen ter zake van het beheer, bestaande uit deskundigen.

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

7a

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10a

Artikel

10b

Met het oog op een effectieve en efficiënte besluitvorming over de wijze van behandeling van aangelegenheden van wederzijds belang en het verzamelen van informatie ten behoeve daarvan, maken de Pensioen- & Verzekeringskamer, het College toezicht, genoemd in artikel 77, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, en het College zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van die wet, afspraken met elkaar.

Artikel

11

Artikel

11a

Onze Minister kan de Pensioen- & Verzekeringskamer voorschriften geven ter implementatie van richtlijnen op het gebied van toezicht op het verzekeringsbedrijf van de Raad van de Europese Unie dan wel van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk.

Artikel

12

Deze wet is, tenzij daaruit anders voortvloeit, van toepassing op:

  • a.

    verzekeraars met zetel in Nederland;

  • b.

    verzekeraars met zetel buiten Nederland voor wat betreft:

    • 1°.

      een bijkantoor in Nederland;

    • 2°.

      het verrichten van diensten naar Nederland.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Het schadeverzekeringsbedrijf wordt onderscheiden naar branches, die de volgende benamingen dragen en waartoe de daaronder vermelde risico’s behoren.

  • 1.

    Ongevallen:

    • a.

      forfaitaire uitkeringen ter zake van ongevallen en beroepsziekten;

    • b.

      overige uitkeringen ter zake van ongevallen en beroepsziekten.

  • 2.

    Ziekte:

    • a.

      forfaitaire uitkeringen ter zake van andere ziekten dan beroepsziekten;

    • b.

      overige uitkeringen ter zake van andere ziekten dan beroepsziekten.

  • 3.

    Voertuigcasco:

    schaden aan motorrijtuigen en overige voertuigen, met uitzondering van schaden aan rollend spoorwegmaterieel.

  • 4.

    Casco rollend spoorwegmaterieel:

    schaden aan rollend spoorwegmaterieel.

  • 5.

    Luchtvaartuigcasco:

    schaden aan luchtvaartuigen.

  • 6.

    Casco zee- en binnenschepen:

    schaden aan zee- en binnenschepen.

  • 7.

    Vervoerde zaken:

    schaden aan vervoerde zaken of bagage, onafhankelijk van de aard van het transportmiddel.

  • 8.

    Brand en natuurevenementen:

    schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmaterieel, Luchtvaartuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door brand, ontploffing, storm of andere natuurevenementen (met uitzondering van hagel en vorst), kernenergie of aardverzakking.

  • 9.

    Andere schaden aan zaken:

    schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmaterieel, Luchtvaartuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door hagel of vorst, alsmede door alle overige evenementen die niet reeds zijn begrepen onder de branche Brand en natuurevenementen.

  • 10A.

    Aansprakelijkheid motorrijtuigen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van motorrijtuigen (met uitzondering van de aansprakelijkheden, begrepen onder de branche Aansprakelijkheid wegvervoer).

  • 10B.

    Aansprakelijkheid wegvervoer:

    aansprakelijkheden die voor de vervoerder voortvloeien uit goederenvervoer over de weg (met uitzondering van de aansprakelijkheden, begrepen onder de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen).

  • 11.

    Aansprakelijkheid luchtvaartuigen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van luchtvaartuigen, aansprakelijkheden van de vervoerder daaronder begrepen.

  • 12.

    Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van zee- en binnenschepen, aansprakelijkheden van de vervoerder daaronder begrepen.

  • 13.

    Algemene aansprakelijkheid:

    overige vormen van aansprakelijkheid die niet reeds zijn begrepen onder de branches Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen en Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen.

  • 14.

    Krediet:

    schaden die het gevolg zijn van algemene insolventie, verleend exportkrediet, hypothecair krediet, landbouwkrediet en verkoop op afbetaling.

  • 15.

    Borgtocht:

    schaden die het gevolg zijn van verleende directe borgtocht en indirecte borgtocht.

  • 16.

    Diverse geldelijke verliezen:

    geldelijke verliezen die het gevolg zijn van niet onder een der andere branches vallende risico's.

  • 17.

    Rechtsbijstand:

    verleende diensten en gemaakte kosten in het bijzonder met het oog op verhaal van door een verzekerde geleden schade en diens verdediging of vertegenwoordiging, zowel in als buiten rechte (met uitzondering van de werkzaamheden ter verdediging of vertegenwoordiging van een verzekerde die een verzekeraar krachtens een overeenkomst van aansprakelijkheidsverzekering mede in zijn eigen belang verricht).

  • 18.

    Hulpverlening:

    onmiddellijke hulpverlening aan in moeilijkheden verkerende personen die op reis zijn of zich buiten hun woonplaats bevinden (met uitzondering van onderhoudsdiensten, dienstverlening na verkoop en de loutere aanwijzing omtrent of terbeschikkingstelling van hulp door een tussenpersoon).

Artikel

16

Het levensverzekeringsbedrijf wordt onderscheiden naar branches, die de volgende benamingen dragen.

  • 1.

    Levensverzekering algemeen:

    kapitaal-, pensioen- en lijfrenteverzekeringen, met uitzondering van de onder de branches 2 en 3 begrepen verzekeringen, verzekeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van de mens die uitsluitend strekken tot het verrichten van andere dan geldelijke prestaties alsmede aanvullende verzekeringen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, zoals invaliditeitsverzekeringen en verzekeringen bij overlijden ten gevolge van een ongeval.

  • 2.

    Levensverzekering in verband met huwelijk of geboorte

  • 3.

    Levensverzekering verbonden met beleggingsfondsen

  • 4.

    Permanent health insurance:

    niet-opzegbare langlopende ziekteverzekeringen gesloten met ingezetenen van Ierland of het Verenigd Koninkrijk.

  • 5.

    Deelneming in spaarkassen

  • 6.

    Kapitalisatieverrichtingen:

    verrichtingen gebaseerd op een actuariële techniek tot sparen met het oog op kapitaalvorming, bestaande uit verplichtingen die in ruil voor eenmalige of periodieke stortingen voor wat betreft hun duur en hun bedrag bepaald zijn.

  • 7.

    Beheer over collectieve pensioenfondsen:

    beheer over de beleggingen van pensioenfondsen waaronder de waarden die tegenover de voorziening voor pensioenverplichtingen staan.

Artikel

17

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt het beheer over collectieve pensioenfondsen als uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf beschouwd indien het wordt gevoerd door verzekeraars die ook overigens het levensverzekeringsbedrijf uitoefenen.

Artikel

18

Artikel

19

Ter uitvoering van een tussen de Unie en een staat, die niet een lid-staat is, gesloten overeenkomst betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekeringsbedrijf, kan bij algemene maatregel van bestuur en zonodig onder het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van nadere regels worden bepaald dat en in hoeverre voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde die staat wordt gelijkgesteld met een lid-staat.

Artikel

20

Deze wet is onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet van toepassing op de volgende categorieën schadeverzekeraars:

  • a.

    onderlinge waarborgmaatschappijen van beperkte omvang met zetel in Nederland en ondernemingen of instellingen op onderlinge grondslag van beperkte omvang met zetel buiten Nederland;

  • b.

    verzekeraars met zetel in Nederland die zich beperken tot het sluiten en afwikkelen van overeenkomsten van exportkredietverzekering voor rekening of met garantie van de staat.

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

De verzekeraars, verenigd onder de naam Lloyd's, te Londen, Verenigd Koninkrijk, worden voor de toepassing van deze wet te zamen als een verzekeraar beschouwd.

Hoofdstuk

II

De toegang tot het verzekeringsbedrijf

Afdeling

1

Algemene bepalingen

Artikel

23

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op verzekeraars met zetel buiten Nederland voor wat betreft het verrichten van diensten naar Nederland.

Artikel

24

Afdeling

2

Verzekeraars met zetel in Nederland

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

29a

De personen die het dagelijks beleid van een verzekeraar bepalen, verrichten hun werkzaamheden in verband daarmee vanuit Nederland.

Artikel

30

De geschiktheid van de houders van een gekwalificeerde deelneming in de onderneming van de aanvrager dient naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer voldoende te zijn met het oog op een gezonde, prudente en integere bedrijfsvoering van de verzekeraar. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel

31

De Pensioen- & Verzekeringskamer stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen in kennis van de verlening van een vergunning aan een dochtermaatschappij met zetel in Nederland van een onderneming met zetel buiten de Unie, onder opgave van de formele zeggenschapsstructuur van de groep waartoe de dochtermaatschappij behoort.

Artikel

32

De aanvrager van een vergunning dient te beschikken over:

  • a.

    het minimum bedrag van het garantiefonds dat krachtens artikel 68, tweede lid, voor de betrokken branche of branches geldt dan wel over de solvabiliteitsmarge die krachtens artikel 68, eerste of derde lid, is vereist op grond van de reeds door hem uitgeoefende branches, indien deze solvabiliteitsmarge hoger is dan bedoeld minimum bedrag;

  • b.

    financiële middelen tot dekking van de te verwachten kosten voor de inrichting van de administratie en van het produktienet.

Artikel

33

Artikel

34

Indien de stukken die bij de aanvraag van een vergunning zijn overgelegd, de Pensioen- & Verzekeringskamer aanleiding geven tot het maken van opmerkingen, stelt zij de aanvrager in de gelegenheid op deze opmerkingen binnen een door haar te stellen termijn te antwoorden.

Artikel

35

De Pensioen- & Verzekeringskamer verleent een vergunning aan ieder die te haren genoegen heeft aangetoond dat hij aan de bij of krachtens deze wet gestelde eisen voor het verkrijgen van de vergunning voldoet, behoudens voor zover artikel 179, vierde lid, aanhef en onderdeel b, toepassing vindt.

Artikel

36

Afdeling

3

Verzekeraars met zetel in een andere lid-staat dan Nederland

Artikel

37

Artikel

38

Afdeling

4

Verzekeraars met zetel buiten de Unie

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Indien de stukken die bij de aanvraag van een vergunning zijn overgelegd, de Pensioen- & Verzekeringskamer aanleiding geven tot het maken van opmerkingen, stelt zij de verzekeraar in de gelegenheid op deze opmerkingen binnen een door haar te stellen termijn te antwoorden.

Artikel

47

De Pensioen- & Verzekeringskamer verleent een vergunning aan ieder die te haren genoegen heeft aangetoond dat hij aan de bij of krachtens deze wet gestelde eisen voor het verkrijgen van de vergunning voldoet.

Artikel

48

Artikel

49

Hoofdstuk

III

De uitoefening van het verzekeringsbedrijf

Afdeling

1

Algemene bepalingen

§

1

Algemeen

Artikel

50

Dit hoofdstuk is, behoudens de artikelen 51, 53 en 55 tot en met 57, niet van toepassing op verzekeraars met zetel buiten Nederland voor wat betreft het verrichten van diensten naar Nederland.

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Een levensverzekeraar draagt er zorg voor dat in individuele overeenkomsten van levensverzekering die een looptijd van meer dan zes maanden hebben, uitdrukkelijk wordt bepaald dat de verzekeringnemer beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen, gerekend vanaf het tijdstip waarop de verzekeringnemer ervan in kennis wordt gesteld dat de overeenkomst is gesloten, om de overeenkomst met onmiddellijke ingang schriftelijk op te zeggen. De kennisgeving van de verzekeraar geschiedt schriftelijk binnen vier weken na het sluiten van de overeenkomst. De opzegging door de verzekeringnemer heeft ten gevolge dat hij en de verzekeraar met ingang van het tijdstip waarop de verzekeraar deze opzegging heeft ontvangen, worden ontheven van alle uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

§

2

Aanwijzingsrecht

Artikel

54

Artikel

54a

§

3

Informatieverstrekking en getuigenverhoor

Artikel

55

Artikel

55a

Bij of krachtens de in de artikelen 70a en 98a bedoelde algemene maatregel van bestuur kan worden voorgeschreven dat verzekeraars bepaalde gegevens ter zake van de integere bedrijfsvoering aan de Pensioen- & Verzekeringskamer melden. Onder integere bedrijfsvoering wordt in dit artikel verstaan de bedrijfsvoering met uitzondering van het deel dat wordt geregeld door de effectentypische gedragsregels, bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel

56

Artikel

57

De toezichthoudende autoriteit van een andere lid-staat stelt de Pensioen- & Verzekeringskamer van haar voornemen in kennis ten behoeve van het financiële toezicht op een in Nederland gelegen bijkantoor van een verzekeraar met zetel in die lid-staat gegevens te verifiëren. Degene bij wie gegevens worden geverifieerd verleent aan de toezichthoudende autoriteit en diens functionarissen alle medewerking die nodig is voor een goede uitvoering van die verificatie. De Pensioen-& Verzekeringskamer kan aan die verificatie deelnemen of door personen, door haar bij uitdrukkelijke en bijzondere machtiging aangewezen, doen deelnemen.

§

4

De branche Rechtsbijstand

Artikel

58

Artikel

59

Een verzekeraar die de branche Rechtsbijstand uitoefent, draagt er zorg voor dat de inhoud van de rechtsbijstanddekking wordt opgenomen in hetzij een afzonderlijke overeenkomst hetzij een afzonderlijk hoofdstuk van de overeenkomst van verzekering indien deze tevens risico’s van andere branches dekt.

Artikel

60

Een verzekeraar die overeenkomstig artikel 58, eerste, tweede of vierde lid, de branche Rechtsbijstand uitoefent, draagt er zorg voor dat uitdrukkelijk in de overeenkomst van verzekering wordt bepaald dat het de verzekerde in ieder geval vrij staat een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige te kiezen indien:

  • a.

    een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige wordt verzocht de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen;

  • b.

    zich een belangenconflict voordoet.

Artikel

61

Een verzekeraar als bedoeld in artikel 60 draagt er zorg voor dat uitdrukkelijk in de overeenkomst van verzekering wordt voorzien in een scheidsrechterlijke procedure of een andere procedure die vergelijkbare garanties inzake objectiviteit biedt, teneinde te bepalen welke gedragslijn er bij verschil van mening tussen de verzekeraar dan wel het juridisch zelfstandige schaderegelingskantoor en de verzekerde zal worden gevolgd voor de regeling van het geschil waarvoor een beroep op rechtsbijstandverzekering wordt gedaan.

Artikel

62

Een verzekeraar als bedoeld in artikel 60 dan wel een juridisch zelfstandig schaderegelingskantoor als bedoeld in artikel 58, tweede of vierde lid, draagt er zorg voor dat, telkens wanneer zich een belangenconflict voordoet of er een verschil van mening bestaat over de regeling van het geschil, de verzekerde op de hoogte wordt gebracht van het in artikel 60 bedoelde recht onderscheidenlijk van de mogelijkheid gebruik te maken van de in artikel 61 bedoelde procedure.

Artikel

63

De artikelen 58 tot en met 62 zijn niet van toepassing op:

  • a.

    de door een verzekeraar verleende rechtsbijstand voor zover deze betrekking heeft op risico’s die verband houden met het gebruik van zeeschepen;

  • b.

    de door een verzekeraar als bijkomend risico bij de branche Hulpverlening verleende rechtsbijstand in een andere staat dan die waar de verzekerde zijn woonplaats heeft voor zover:

    • 1°.

      deze rechtsbijstand deel uitmaakt van een overeenkomst van verzekering die alleen betrekking heeft op hulpverlening; en

    • 2°.

      in de overeenkomst afzonderlijk is verklaard dat de rechtsbijstanddekking is beperkt tot de in dit onderdeel bedoelde omstandigheden en slechts een aanvulling vormt op de hulpverlening.

Afdeling

2

Verzekeraars met zetel in Nederland

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

64

Artikel

65

Een levensverzekeraar doet binnen twee weken na het voor de eerste maal sluiten van een nieuw type overeenkomst van verzekering aan de Pensioen- & Verzekeringskamer opgave van de technische grondslagen voor de berekening van het desbetreffende tarief en van de desbetreffende technische voorzieningen.

§

2

Technische voorzieningen

Artikel

66

Artikel

67

§

3

Solvabiliteitsmarge

Artikel

68

Artikel

69

§

3a

Aanvullend toezicht op verzekeraars in een verzekeringsgroep als bedoeld in richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 oktober 1998 betreffende het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep (PbEG L 330)

Artikel

69a

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt – voor zover niet anders blijkt – verstaan onder:

  • a.

    verzekeraar: een schadeverzekeraar of een levensverzekeraar met zetel in Nederland waaraan ingevolge artikel 24, eerste lid, een vergunning is verleend of een schadeverzekeraar of een levensverzekeraar met zetel in een andere lid-staat dan Nederland die in het bezit is van een vergunning die overeenkomt met de in artikel 24, eerste lid, bedoelde vergunning;

  • b.

    verzekeraar met zetel buiten de Unie: een schadeverzekeraar of een levensverzekeraar met zetel buiten de Unie die, indien hij zijn zetel in Nederland of in een andere lid-staat dan Nederland had, een vergunning ingevolge artikel 24, eerste lid, zou kunnen krijgen onderscheidenlijk een vergunning die overeenkomt met de in artikel 24, eerste lid, bedoelde vergunning;

  • c.

    herverzekeraar: een verzekeraar die geen verzekeraar is als bedoeld in onderdeel a of b en waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het accepteren van door een verzekeraar, door een verzekeraar met zetel buiten de Unie of door een andere herverzekeraar overgedragen risico's;

  • d.

    moederonderneming: een moederonderneming als bedoeld in artikel 1 van de zevende richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g, van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PbEG L 193), alsmede iedere onderneming die naar de mening van de Pensioen- & Verzekeringskamer feitelijk een overheersende invloed op een andere onderneming uitoefent;

  • e.

    dochteronderneming: een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede iedere onderneming waarop naar de mening van de Pensioen- & Verzekeringskamer een moederonderneming feitelijk een overheersende invloed uitoefent;

  • f.

    deelneming: een deelneming als bedoeld in artikel 24c, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of een rechtstreeks of middellijk belang van 20 procent of meer van het geplaatste aandelenkapitaal van een onderneming, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van 20 procent of meer van de stemrechten in een onderneming;

  • g.

    deelnemende onderneming: een onderneming die een moederonderneming is of iedere andere onderneming die een deelneming bezit;

  • h.

    verbonden onderneming: een dochteronderneming of iedere andere onderneming waarin een deelneming bestaat;

  • i.

    verzekeringsholding: een moederonderneming waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het verkrijgen en houden van deelnemingen in dochterondernemingen die uitsluitend of hoofdzakelijk verzekeraars, verzekeraars met zetel buiten de Unie of herverzekeraars zijn, en waarvan ten minste één dochteronderneming verzekeraar is;

  • j.

    gemengde verzekeringsholding: een moederonderneming, die geen verzekeraar, verzekeraar met zetel buiten de Unie, herverzekeraar of verzekeringsholding is, en waarvan ten minste één dochteronderneming verzekeraar is.

Artikel

69b

De bevoegdheden die de Pensioen- & Verzekeringskamer op grond van deze paragraaf heeft jegens de in artikel 69c bedoelde verzekeraars laten onverlet dat zij haar overige bevoegdheden die zij op grond van deze wet heeft, kan toepassen.

Artikel

69c

Artikel

69d

Artikel

69e

Indien een verzekeraar met zetel in Nederland en een of meer verzekeraars met zetel in een andere lid-staat dan Nederland als moederonderneming dezelfde verzekeringsholding, verzekeraar met zetel buiten de Unie, herverzekeraar of gemengde verzekeringsholding hebben, kan de Pensioen- & Verzekeringskamer met die andere toezichthoudende autoriteit in overleg treden met het doel overeenstemming te bereiken over de vraag wie het toezicht, bedoeld in artikel 69c, zal uitoefenen.

Artikel

69f

Een verzekeraar die aan het toezicht, bedoeld in artikel 69c, eerste lid, is onderworpen, beschikt over adequate interne controleprocedures om de gegevens en informatie te verschaffen die relevant zijn voor de uitoefening van dat toezicht.

Artikel

69g

Artikel

69h

Artikel

69i

Artikel

69j

Artikel

69k

§

4

Administratieve organisatie, bedrijfsvoering en verslaglegging

Artikel

70

Artikel

70a

Artikel

71

Artikel

72

Artikel

72a

Artikel

72c

Artikel

73

Artikel

74

§

5

Wijzigingen in aan de Pensioen- & Verzekeringskamer overgelegde informatie

Artikel

75

§

6

Overboeking

Artikel

76

§

7

Het verrichten van diensten

Artikel

77

Artikel

78

De verzekeraar legt elke voorgenomen wijziging in de aard van de risico’s van schadeverzekering of in de aard van de overeenkomsten van levensverzekering ten opzichte van de opgave, bedoeld in artikel 77, eerste lid, aan de Pensioen- & Verzekeringskamer over. Artikel 77, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

79

In geval van communautaire co-assurantie zijn de artikelen 77 en 78 slechts van toepassing op de verzekeraar die als eerste verzekeraar optreedt.

§

8

Bijkantoren in andere lid-staten

Artikel

80

Artikel

81

Artikel

82

Artikel

83

Alvorens de Pensioen- & Verzekeringskamer ten behoeve van het financiële toezicht op een in een andere lid-staat gelegen bijkantoor ter plaatse inzage als bedoeld in artikel 57, eerste lid, neemt of doet nemen, stelt zij daaromtrent de toezichthoudende autoriteit van die lid-staat in kennis.

§

9

Bijkantoren buiten de Unie

Artikel

83a

Artikel

83b

Artikel

83c

Afdeling

3

Verzekeraars met zetel in een andere lid-staat dan Nederland

Artikel

84

Artikel

85

Artikel

86

Artikel

87

Artikel

88

Afdeling

4

Verzekeraars met zetel buiten de Unie

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

89

Artikel

90

Een levensverzekeraar doet binnen twee weken na het voor de eerste maal sluiten van een nieuw type overeenkomst van verzekering aan de Pensioen- & Verzekeringskamer opgave van de technische grondslagen voor de berekening van het desbetreffende tarief en van de desbetreffende technische voorzieningen.

§

2

De vertegenwoordiger

Artikel

91

Artikel

92

Artikel

93

§

3

Technische voorzieningen

Artikel

94

Artikel

95

Vervallen

§

4

Solvabiliteitsmarge

Artikel

96

§

5

Administratieve organisatie, bedrijfsvoering en verslaglegging

Artikel

97

Een verzekeraar met zetel buiten de Unie voert hier te lande de administratie met betrekking tot de bijkantoren in Nederland en bewaart hier te lande de desbetreffende zakelijke gegevens en bescheiden.

Artikel

98

Artikel

98a

Artikel

99

Artikel

100

Artikel

100a

Artikel

100b

Artikel

101

Artikel

102

§

6

Wijzigingen in aan de Pensioen- & Verzekeringskamer overgelegde informatie

Artikel

103

§

7

Overboeking

Artikel

104

§

8

Het verrichten van diensten

Artikel

105

Artikel

106

De verzekeraar legt elke voorgenomen wijziging in de aard van de risico’s van schadeverzekering of in de aard van de overeenkomsten van levensverzekering ten opzichte van de opgave, bedoeld in artikel 105, eerste lid, aan de Pensioen- & Verzekeringskamer over. Artikel 105, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

107

In geval van communautaire co-assurantie zijn de artikelen 105 en 106 slechts van toepassing op de verzekeraar die als eerste verzekeraar optreedt.

Hoofdstuk

IV

Het verrichten van diensten naar Nederland

Afdeling

1

Algemene bepalingen

Artikel

108

Een verzekeraar met zetel buiten Nederland mag uitsluitend diensten verrichten naar Nederland in branches tot de uitoefening waarvan hij in de staat van de betrokken vestiging bevoegd is.

Artikel

109

Artikel

110

Afdeling

2

Verzekeraars met zetel in een andere lid-staat dan Nederland

§

1

Het verrichten van diensten vanuit een vestiging in de Unie

Artikel

111

Artikel

112

§

2

Het verrichten van diensten vanuit een bijkantoor buiten de Unie

Artikel

113

Artikel

114

§

3

Voorschriften ter zake van acquisitie

Artikel

115

Afdeling

3

Verzekeraars met zetel buiten de Unie

§

1

Het verrichten van diensten vanuit een bijkantoor in de Unie

Artikel

116

Artikel

117

Artikel 112 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Pensioen- & Verzekeringskamer haar verzoek richt aan de toezichthoudende autoriteit van de lid-staat waar zich het betrokken bijkantoor van de verzekeraar bevindt.

§

2

Het verrichten van diensten vanuit een vestiging buiten de Unie

Artikel

118

Artikel

119

Artikel 114 is van overeenkomstige toepassing.

§

3

Voorschriften ter zake van acquisitie

Artikel

120

Hoofdstuk

V

Overdracht van rechten en verplichtingen uit overeenkomsten van schadeverzekering en omzetting van de rechtsvorm van een schadeverzekeraar

Artikel

121