Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001

De staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

2

Definities

Hoofdstuk

2

Belastingplicht (hoofdstuk I van de wet)

Artikel

3

Niet-inhoudingsplichtigen

Artikel

4

Aangewezen inhoudingsplichtige bij de hulp van een thuiswerker

In afwijking van deartikelen 6 en 7 van de wet wordt ten aanzien van de hulp van de thuiswerker die doorgaans voor een opdrachtgever arbeid verricht, de opdrachtgever van die thuiswerker als inhoudingsplichtige aangewezen.

Artikel

5

Aangewezen inhoudingsplichtige bij een artiest dan wel een beroepssporter

Artikel

6

Bij overeenkomst aangewezen inhoudingsplichtige bij een beroepssporter

In afwijking van artikel 8a van de wet wordt, indien met de minister van Financiën is overeengekomen dat de belasting zal worden ingehouden door een ander dan degene met wie de sportbeoefening is overeengekomen ten aanzien van de beroepssporter, eveneens als inhoudingsplichtige aangewezen: degene die op grond van de overeenkomst de inhouding overneemt.

Hoofdstuk

3

Voorwerp van de belasting (hoofdstuk ii van de wet)

Artikel

7

Niet tot het loon behorende aanspraken

Tot het loon behoren niet:

  • a.

    aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking anders dan wegens arbeidsongeschiktheid of overlijden van de werknemer, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;

  • b.

    aanspraken op een eenmalige uitkering bij het beëindigen van de dienstbetrekking wegens arbeidsongeschiktheid, vervroegd uittreden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, indien deze uitkering driemaal het loon van een maand niet overtreft;

  • c.

    aanspraken op uitkeringen en verstrekkingen in door de minister van Financiën aan te wijzen gevallen.

Artikel

9

Aanvullende voorwaarden vrijstelling bij telewerken

Artikel

10

Aanvullende voorwaarden vrijstelling bij woon-werkverkeer waarbij tevens een of meer andere werknemers worden vervoerd

Artikel 16b, vijfde lid, van de wet is van toepassing indien de inhoudingsplichtige de volgende gegevens administreert en voor controle beschikbaar houdt:

  • a.

    de in onderdeel c van artikel 16b, vijfde lid, bedoelde schriftelijk vastgelegde overeenkomst;

  • b.

    een lijst met de namen en adressen van de bestuurders en de meerijders, en

  • c.

    een lijst met de dagen, plaatsen en afstanden waarop de meerijregeling is toegepast.

Artikel

11

Geclausuleerd verlof

Voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel r, onder 2°, van de wet, wordt als geclausuleerd verlof aangewezen: verlof dat voor specifieke doeleinden wordt toegekend, zoals buitengewoon verlof, zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, kraamverlof, ouderschapsverlof, bindingsverlof, adoptieverlof, calamiteitenverlof, zorgverlof, educatief verlof, politiek verlof en palliatief verlof.

Artikel

12

Schriftelijke vastlegging regeling voor verlofsparen

Artikel

13

Verlofsparen: geldsparen en tijdsparen

Artikel

14

Maximale opbouw in een jaar bij verlofsparen

Artikel

15

Toegestane aangroei boven het plafond bij verlofsparen

Ook indien bij het begin van een kalenderjaar de in artikel 14 bedoelde begrenzing op basis waarvan wordt beoordeeld of in het kalenderjaar nog aanspraken ingevolge een regeling voor verlofsparen kunnen worden opgebouwd is bereikt, leiden nadien op het verlofspaartegoed gekweekte inkomsten niet tot de constatering dat de regeling niet meer voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een regeling voor verlofsparen.

Artikel

16

Wijze van beschikken over verlofspaartegoed

Artikel

17

Fooien en dergelijke prestaties van derden

Fooien en dergelijke prestaties van derden worden geacht te zijn genoten tot het bedrag waarvoor zij voor de toepassing van de Coördinatiewet Sociale Verzekering tot het loon behoren. Voorzover zij dit bedrag te boven gaan behoren zij niet tot het loon.

Artikel

18

Waarde aanspraak

De waarde van een aanspraak om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen en verstrekkingen te ontvangen, wordt gesteld op de bedragen die bij een derde worden gestort - of, voorzover geen stortingen worden verricht, zouden moeten worden gestort - teneinde de aanspraak te dekken.

Artikel

19

Waarde aanspraak ingevolge een ziektekostenregeling in eigen beheer voor ten minste 25 werknemers

Artikel

20

Waarde aandelenoptierecht

Artikel

21

Waarde kleding meewerkende kinderen

De waarde van kleding voor een kind dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder wordt gesteld op € 30,75 per maand (€ 7,00 per week, € 1,40 per dag).

Hoofdstuk

4

vrije vergoedingen en verstrekkingen (hoofdstuk IIA van de wet)

Artikel

22

Normeringen en beperkingen

Artikel

23

Kosten werknemer bij gedeeltelijk vrije vergoedingen en verstrekkingen

Artikel

24

Werkkleding

Voor de toepassing van artikel 15a, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt kleding slechts als werkkleding aangemerkt indien zij:

  • a.

    uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen;

  • b.

    is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70 cm2.

Artikel

25

Verhuizing in het kader van de dienstbetrekking

Artikel

26

Openbaarvervoerkaart

Artikel

27

Aangewezen regio's uitgezonden werknemers

Artikel

28

Maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang is. Normaantallen

Artikel

29

Bedrijfsfitness

Artikel

30

Werkruimte

Artikel

31

Normering vrije vergoedingen en verstrekkingen werkruimte

Artikel

32

Maaltijden waarbij het zakelijke karakter van meer dan bijkomstig belang is. Normbedragen

Artikel

33

Genot van een woning

Artikel

34

Genot van bewassing, energie en water

Artikel

35

Inwoning

Artikel

36

Voordeelurenkaart

Artikel

37

Fiets voor woon-werkverkeer

Artikel

38

Telefoonabonnement met meerdere aansluitingen of nummers

Artikel

39

Telefoon

Artikel

40

Tweede of een volgende telefoon bij geheel of nagenoeg geheel zakelijk gebruik

Artikel

41

Producten eigen bedrijf

Artikel

42

Personeelsfeesten, personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen

Artikel

43

ARBO

Artikel

44

Ongevallenverzekering

Artikel

45

Outplacement

Artikel

46

Vergoedingen ter zake van consumpties tijdens de werktijd

Artikel

47

Vaste vergoedingen

Vaste vergoedingen behoren niet tot het loon, voorzover deze per kostencategorie naar aard en veronderstelde omvang van de kosten zijn gespecificeerd en daaraan voorts - op verzoek van de inspecteur - een steekproefsgewijs onderzoek van de werkelijk gemaakte kosten ten grondslag ligt.

Artikel

49

Vrije vergoedingen kinderopvang

Artikel

50

Vrije verstrekkingen kinderopvang

Artikel

51

Huisvesting aan boord van schepen en baggermaterieel en op boorplatforms en in pakwagens van kermisexploitanten

Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen van huisvesting aan boord van schepen en baggermaterieel, op boorplatforms en in pakwagens van kermisexploitanten, voorzover de waarde in het economische verkeer van die verstrekking hoger is dan het bedrag aangegeven in de volgende tabel:

a. aan boord van binnenschepen - andere dan vissersschepen - en baggermaterieel:

1°. voor de werknemer die met zijn gezin aan boord woont

- van een schip van meer dan 2000 ton:

€ 121,00

€ 28,00

€ 5,60

- van een schip van meer dan 500, doch niet meer dan 2000 ton:

€ 90,75

€ 21,00

€ 4,20

- van een ander schip of van baggermaterieel:

€ 60,50

€ 14,00

€ 2,80

2°. voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:

€ 49,00

€ 11,25

€ 2,25

b. aan boord van zeeschepen - andere dan vissersschepen - en op boorplatforms:

1°. voor de werknemer die met zijn gezin aan boord woont:

€ 8,50

2°. voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:

- voor een kapitein en voor een officier:

€ 4,00

- voor een andere werknemer:

€ 2,00

c. aan boord van vissersschepen:

voor de werknemer die aan boord woont en geen gezin heeft:

€ 2,70

d. in pakwagens van kermisexploitanten:

voor de werknemer die in een pakwagen woont en geen gezin heeft:

€ 49,00

€ 11,25

€ 2,25

e. voor de werknemer die niet is aangeduid in de onderdelen a, b, c en d:

nihil

nihil

nihil

Artikel

52

Bedragen bewassing, energie en water begrepen in bedrag inwoning en huisvesting

Voor de toepassing van artikel 35 en artikel 51 worden in het bedrag van inwoning dan wel in het bedrag van huisvesting geacht te zijn begrepen de bedragen van bewassing, energie en water, bedoeld in artikel 34.

Artikel

53

Kost aan boord van schepen en baggermaterieel en op boorplatforms

Artikel

54

Therapeutisch meeëten

Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van het in werktijd mee-eten van werknemers in de geestelijke en lichamelijke gezondheids- of welzijnszorg met de hen toevertrouwde patiënten, pupillen of bewoners, indien zij dit verplicht zijn op basis van de arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling op grond van opvoedkundige of therapeutische overwegingen of overwegingen van resocialiserende aard.

Artikel

55

Maaltijden in bedrijfskantines

Tot de vrije verstrekkingen behoren verstrekkingen in de vorm van maaltijden in bedrijfskantines of andere soortgelijke ruimten op de plaats waar de arbeid wordt verricht, voorzover de waarde in het economische verkeer van die maaltijden hoger is dan € 1,95 voor een ontbijt, € 1,95 voor een koffiemaaltijd en € 3,70 voor een warme maaltijd.

Artikel

56

Kleding die blijft op de plaats waar de arbeid wordt verricht

Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking van tijdens de vervulling van de dienstbetrekking gedragen kleding die blijft op de plaats buiten de woning van de werknemer waar de arbeid wordt verricht.

Artikel

57

Ziektekostenregeling met een zeer lage waarde

Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking in de vorm van een aanspraak ingevolge van een ziektekostenregeling met een waarde van ten hoogste € 27 per jaar.

Artikel

58

Collectieve ziektekostenregeling waarvan de waardering hoger zou zijn dan de kosten van een individuele verzekering

Tot de vrije verstrekkingen behoort de verstrekking in de vorm van een aanspraak ingevolge een collectieve ziektekostenregeling die overeenkomstig de door de ziektekostenverzekeraar in rekening gebrachte premie voor een deel wordt gedekt door een werknemersbijdrage die naar aard en omvang overeenkomt met de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet, voorzover deze aanspraak wordt gedekt door andere stortingen dan de hiervoor bedoelde bijdrage en voorzover de op de voet van artikel 18 te bepalen waarde van deze aanspraak hoger is dan € 2688 per jaar.

Artikel

59

Rentevoordeel personeelsleningen

Hoofdstuk

5

Pensioenregelingen en regelingen voor vervroegde uittreding (hoofdstuk IIB van de wet)

Artikel

60

Splitsing pensioenregeling

Artikel

61

Samenloop verschillende pensioenstelsels

Hoofdstuk

6

Tarief (hoofdstuk III van de wet)

Artikel

62

Afwijkend loontijdvak bij werknemer die doorgaans op minder dan vijf dagen werkzaam is

Ten aanzien van de werknemer die doorgaans op minder dan vijf dagen per week werkzaam is, wordt in afwijking in zoverre van artikel 25, eerste lid, van de wet als loontijdvak aangemerkt:

  • a.

    indien het loon per week wordt uitbetaald: de week;

  • b.

    indien het loon per vier weken wordt uitbetaald: het tijdvak van vier weken;

  • c.

    indien het loon per maand wordt uitbetaald: de maand.

Artikel

63

Afwijkend loontijdvak bij werknemer met vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken

Artikel

64

Afwijkend loontijdvak bij sommige studenten en scholieren

Hoofdstuk

7

Wijze van heffing (hoofdstuk IV van de wet)

Artikel

65

Loonbelastingverklaring

Artikel

66

Identificatieplicht

Artikel

67

Loonstaat

Artikel

68

Administratie uitkeringen, vergoedingen en verstrekkingen

Artikel

69

Loonbelastingkaart en coderingslijst

De inhoudingsplichtige vult na het einde van het kalenderjaar voor iedere werknemer een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart in mede volgens de aanwijzingen van de daarbij behorende coderingslijst, tenzij de op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens overeenkomstig daartoe door de inspecteur gegeven aanwijzingen worden verstrekt met behulp van geautomatiseerd te verwerken informatiedragers.

Artikel

70

Loonbelastingkaart huispersoneel

In afwijking in zoverre van deartikelen 67 en 69 legt de inhoudingsplichtige ten aanzien van huispersoneel voor iedere werknemer voor de eerste loonverstrekking in het kalenderjaar in plaats van een loonstaat een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart huispersoneel aan en houdt deze vervolgens bij.

Artikel

71

Uitreiken formulieren

De inspecteur reikt aan de inhoudingsplichtige uit de formulieren van de loonbelastingverklaring, loonbelastingkaart en loonbelastingkaart huispersoneel. Deze kaarten mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van het daarin vermelde kalenderjaar.

Artikel

72

Inleveren formulieren

Artikel

73

Verplichtingen bij einde inhoudingsplicht

Degene die op enig tijdstip, anders dan tijdelijk, ophoudt inhoudingsplichtige te zijn, doet daarvan binnen een maand mededeling aan de inspecteur. Voor de toepassing van deartikelen 69, 70 en 72 wordt dat tijdstip gelijkgesteld met het einde van het kalenderjaar.

Artikel

74

Jaaropgaaf

Artikel

75

Uitzonderingen voor het opmaken van loonbelastingverklaring, loonstaat en jaaropgaaf bij het enkel genieten van bepaalde subsidies

De artikelen 65, 66, 67, 69 en 74 zijn niet van toepassing ten aanzien van de werknemer die van de inhoudingsplichtige geen ander loon geniet dan de subsidie, bedoeld in artikel 2 van de Regeling compensatie inkomensachteruitgang ex-banenpoolers. De belasting met betrekking tot dit loon wordt geheven zonder toepassing van de heffingskorting.

Artikel

76

Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat bij meewerkende kinderen

Ten aanzien van een in de onderneming van zijn ouder werkzaam kind zijn deartikelen 65 en 67 niet van toepassing zolang de belasting mag worden ingehouden op de voet van artikel 10g van het besluit. De belasting met betrekking tot het loon van het kind wordt geheven met toepassing van de heffingskorting.

Artikel

77

Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat bij gerechtigden tot de bijstand

Ten aanzien van de werknemer die uitkeringen geniet ingevolge de Algemene bijstandswet zijn deartikelen 65 en 67 niet van toepassing.

Artikel

78

Uitzondering voor het opmaken van loonbelastingverklaring en loonstaat bij gerechtigden tot de inkomensvoorziening kunstenaars

Ten aanzien van de werknemer die uitkeringen geniet ingevolge de Wet inkomensvoorziening kunstenaars zijn deartikelen 65 en 67 niet van toepassing. De belasting met betrekking tot deze uitkeringen wordt geheven zonder toepassing van de heffingskorting.

Artikel

79

Geen loonbelastingverklaring

Artikel

80

Verstrekking sociaal-fiscaalnummer als geen loonbelastingverklaring behoeft te worden ingeleverd

Indien artikel 65 niet van toepassing is en de inhoudingsplichtige niet bekend is met het sociaal-fiscaalnummer van de werknemer, verzoekt de inhoudingsplichtige voor de eerste loonverstrekking de werknemer om opgave van zijn sociaal-fiscaalnummer. De werknemer doet deze opgave voor de eerste loonverstrekking toekomen aan de inhoudingsplichtige.

Hoofdstuk

8

Eindheffing (hoofdstuk V van de wet)

Artikel

81

Uitkeringen van publiekrechtelijke aard

Als uitkeringen van publiekrechtelijke aard die buiten aanmerking worden gelaten in het kader van de heffing van andere belastingen of in het kader van andere wettelijke regelingen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel c, van de wet worden aangewezen:

Artikel

82

Naar het tabeltarief te belasten bezwaarlijk te individualiseren loon

Artikel

83

Naar het enkelvoudige tarief te belasten bezwaarlijk te individualiseren loon

Artikel

84

Naar het enkelvoudige tarief te belasten loon met een bestemmingskarakter

Als loon met een bestemmingskarakter als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel e, van de wet worden aangewezen:

Artikel

85

Aangewezen inhoudingsplichtigen bij eindheffing

Ter bevordering van een goede uitvoering van hoofdstuk V van de wet wordt, in afwijking van deartikelen 6 en 7 van de wet, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als inhoudingsplichtige aangewezen met betrekking tot subsidies, bedoeld in artikel 81, onderdeel d.

Hoofdstuk

9

Aanvullende regelingen (hoofdstuk VI van de wet)

Artikel

86

Door tussenkomst van de inhoudingsplichtige uitbetaalde uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringen

Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat - of, indien krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet een ander als inhoudingsplichtige is aangewezen, die ander - wordt geacht de uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten te verstrekken die door zijn tussenkomst worden uitbetaald.

Artikel

87

Doorbetaald loon uit tegenwoordige dienstbetrekking

Artikel

88

Meerdere gevallen van loon uit vroegere dienstbetrekking

Een inhoudingsplichtige die aan een of meer werknemers loon uit een vroegere dienstbetrekking - niet zijnde uitkeringen ingevolge de Algemene bijstandswet - verstrekt, wordt ook geacht te verstrekken:

  • a.

    het loon uit een vroegere dienstbetrekking dat door zijn tussenkomst wordt uitbetaald;

  • b.

    de uit de vroegere dienstbetrekking genoten aanspraak op uitkeringen ingevolge een ziektekostenregeling.

Artikel

89

Berekening van de belasting bij aanvullingen op uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten

Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat - of, indien krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet een ander als inhoudingsplichtige is aangewezen, die ander - berekent de belasting over de door hem verstrekte aanvullingen op uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten over het gezamenlijke bedrag en brengt op de aldus berekende belasting in mindering de op de uitkeringen ingehouden belasting.

Artikel

90

Berekening van de belasting bij samenloop van pensioenuitkeringen

Vervallen

Artikel

91

Samenvoeging van loon

Een inhoudingsplichtige wordt, in de gevallen bedoeld in deartikelen 86 en 88 alsmede indien hij loon uit meer dan een vroegere dienstbetrekking verstrekt, geacht het totale bedrag aan loon te verstrekken uit een dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking.

Artikel

92

Loon over een ander tijdvak dan het regelmatig wederkerende loon

Artikel

93

Nettoloon, gevolgd door periodieke afrekening

Artikel

94

Informatieplicht bij loon van derde

Ingeval de in te houden belasting mede afhankelijk is van loon dat is verstrekt of geacht wordt te zijn verstrekt door een derde, dan wel van loon van een derde dat door de inhoudingsplichtige geacht wordt te zijn verstrekt, deelt die derde de van belang zijnde gegevens alsmede het sociaal-fiscaalnummer van de werknemer schriftelijk mede aan de inhoudingsplichtige.

Hoofdstuk

10

Belastingheffing van artiesten en beroepssporters (hoofdstuk VII van de wet)

Artikel

95

Gageverklaring

Artikel

97

Loonstaat

Artikel

98

Administratie kostenvergoedingen, verstrekkingen in natura en aanspraken

Artikel

99

Loonbelastingkaart en coderingslijst

De inhoudingsplichtige vult na het einde van het kalenderjaar voor iedere artiest dan wel beroepssporter een door de inspecteur verstrekte loonbelastingkaart in mede volgens de aanwijzingen van de daarbij behorende coderingslijst, tenzij de op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens overeenkomstig daartoe door de inspecteur gegeven aanwijzingen worden verstrekt met behulp van geautomatiseerd te verwerken informatiedragers.

Artikel

100

Uitreiken formulieren

De inspecteur reikt aan de inhoudingsplichtige uit de formulieren van de gageverklaring en de loonbelastingkaart. De kaarten mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van het daarin vermelde kalenderjaar.

Artikel

101

Inleveren formulieren

De inhoudingsplichtige doet binnen een maand na het einde van het kalenderjaar aan de inspecteur toekomen de voor dat jaar bestemde loonbelastingkaarten dan wel de informatiedragers met de op de loonbelastingkaart te verstrekken gegevens van dat jaar.

Artikel

102

Verplichtingen bij einde inhoudingsplicht

Degene die op enig tijdstip, anders dan tijdelijk, ophoudt inhoudingsplichtige te zijn, doet daarvan binnen een maand mededeling aan de inspecteur. Voor de toepassing van deartikelen 99 en 101 wordt dat tijdstip gelijkgesteld met het einde van het kalenderjaar.

Artikel

103

Afwijkende termijnen

Ten aanzien van de inhoudingsplichtige die alleen gedurende een gedeelte van het kalenderjaar inhoudingsplichtige is ten aanzien van artiesten of beroepssporters, kan de inspecteur voor de toepassing van deartikelen 99 en 101 voor het einde van het kalenderjaar een ander tijdstip in de plaats stellen.

Artikel

104

Jaaropgaaf

De inhoudingsplichtige verstrekt aan de artiest dan wel beroepssporter een jaaropgaaf.

Artikel

104a

Uitzonderingen voor de kleine vergoedingsregeling

Deartikelen 97 en 98 zijn niet van toepassing indien met betrekking tot het optreden of de sportbeoefening na de toepassing van de individuele kostenvergoedingsbeschikking dan wel de gezelschapskostenvergoedingsbeschikking, bedoeld in artikel 12a, zevende lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, de in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen nihil bedraagt. De vorige volzin is niet van toepassing indien de inspecteur zulks ten aanzien van de inhoudingsplichtige bij voor bezwaar vatbare beschikking verklaart.

Hoofdstuk

11

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

105

Overgangsregeling loonbelastingverklaring

Artikel

106

Overgangsregeling hogere vrije vergoeding regelmatig woon-werkverkeer als de werknemer andere werknemers vervoert

Vervallen

Artikel

107

Overgangsregeling fiets voor woon-werkverkeer

Artikel

107a

Overgangsregeling producten eigen bedrijf

Artikel

108

Overgangsregeling personeelsleningen

Voor de toepassing van artikel 59, tweede lid, geldt met betrekking tot de kalenderjaren 2001 en 2002 dat een werknemer wordt geacht de bedoelde geldlening of geldleningen tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste € 3403,00 op een dusdanige wijze aan te wenden dat een in de plaats van de lening of leningen voor de desbetreffende aanwending gekomen vergoeding of verstrekking geheel of nagenoeg geheel tot de vrije vergoedingen of vrije verstrekkingen zou hebben behoord.

Artikel

109

Overgangsregeling dagbladen

Voor de kalenderjaren 2001 en 2002 en voor de eerste zes maanden van het kalenderjaar 2003 behoort tot de vrije verstrekkingen de verstrekking aan de werknemer van een dagbladuitgeversbedrijf van een abonnement op een dagblad dat door dat bedrijf wordt uitgegeven.

Artikel

109a

Overgangsregeling openbaarvervoerkaart

Artikel

110

Overgangsregeling vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen en daarmee overeenkomende aanspraken

Ingeval in een reeds op 31 december 1996 bestaande of aansluitend naar strekking ter zake ongewijzigd voortgezette publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst is voorzien in vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of daarmee overeenkomende aanspraken wordt, in afwijking van artikel 18 de waarde van regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken gesteld op een percentage van de nominale waarde van die bonnen of aanspraken. Het in de eerste volzin bedoelde percentage bedraagt voor:

2001: 82,5;

2002: 85;

2003: 87,5;

2004: 90;

2005: 92,5.

Artikel

111

Guldensbedragen

Wijzigt deze regeling.

Artikel

112

Intrekking van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990

De Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990 wordt ingetrokken.

Artikel

113

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Artikel

114

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De staatssecretaris van Financiën, W. Bos.