Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 mei 2007, nr. 2007/2403A, Inspectie Werk en Inkomen, houdende de toedeling van taken en de doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de inspecteur-generaal ressorterende functionarissen van de Inspectie Werk en Inkomen (Organisatie- mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007)

Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007

Hoofdstuk

1

Begripsbepaling

Artikel

1

Begrippen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Organisatie

Artikel

2

Organisatie Inspectie

De Inspectie Werk en Inkomen bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

  • a.

    het hierna genoemde organisatieonderdeel dat rechtstreeks ressorteert onder de inspecteur-generaal:

    • 1°.

      de stafafdeling Strategie & Communicatie;

  • b.

    de hierna genoemde organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de directeur Toezicht gemeenten:

    • 1°.

      de Directie toezicht gemeenten, bestaande uit:

      • de afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2, en

      • de afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring & Integraal Toezicht Jeugdzaken,

    • 2°.

      de stafafdeling Concern Control, en

    • 3°.

      de stafafdeling Juridische Zaken;

  • c.

    het hierna genoemde organisatieonderdeel dat rechtstreeks ressorteert onder het hoofd van de afdeling Concern Control:

    • 1°.

      het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement;

  • d.

    de hierna genoemde organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de directeur Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen:

    • 1°.

      de Directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen, bestaande uit:

      • de afdeling Toezicht BKWI/IB;

      • de afdeling Toezicht CWI/SVB;

      • de afdeling Toezicht overige bestuursorganen;

      • de afdeling Toezicht UWV/ Uitkering, Keten & Organisatie;

      • de afdeling Toezicht UWV/ Activering, Cliënt & Verantwoording.

Hoofdstuk

3

Verantwoordelijkheden

§

3.1

Verantwoordelijkheden directeuren en hoofden

Artikel

3

Verantwoordelijkheden directeuren

Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het leiding geven aan de eigen directie;

  • b.

    het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 37, onderdeel d, en artikel 39, tweede lid, van de wet, in samenspraak met de inspecteur-generaal en de andere directeur;

  • c.

    het door tussenkomst van de inspecteur-generaal adviseren van bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten daarvan;

  • d.

    het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

  • e.

    de personeelsaangelegenheden van de eigen directie en de onder hem ressorterende stafafdelingen, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voor zover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • f.

    het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • g.

    het uitvoeren van het jaarplan van de Inspectie voor wat betreft de eigen directie;

  • h.

    het rapporteren en het afleggen van verantwoording over de uitvoering van het jaarplan van de Inspectie aan de inspecteur-generaal voor wat betreft de eigen directie;

  • i.

    de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen.

Artikel

4

Overige verantwoordelijkheden directeur Toezicht gemeenten

De directeur Toezicht gemeenten is tevens verantwoordelijk voor:

  • a.

    het leiding geven aan de stafafdelingen Concern Control en Juridische Zaken;

  • b.

    het zorgdragen voor een betrouwbare, effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de Inspectie;

  • c.

    het personeelsbeleid van de Inspectie, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, voor zover dit niet is voorbehouden aan de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • d.

    de personeelsaangelegenheden van functionarissen die niet meer onder de inspecteur-generaal ressorteren en ten aanzien van wie geen andere functionaris binnen het Ministerie (meer) kan worden aangewezen, maar die op 31 december 2002 of later onder de inspecteur-generaal ressorteerden;

  • e.

    de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de Inspectie, voor zover het niet gaat om centraal georganiseerde werkgeversverplichtingen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

  • f.

    het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging van de Inspectie;

  • g.

    de deskundigheidsbevordering en het kwaliteitsmanagement bij de Inspectie;

  • h.

    het informatiebeleid en de informatisering van toezichtprocessen en ondersteunende processen;

  • i.

    de juridische en wetstechnische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • j.

    de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • k.

    het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de Inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • l.

    de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering;

  • m.

    het rapporteren en het afleggen van verantwoording aan de inspecteur-generaal over de uitvoering van het jaarplan en het meerjarenplan van de Inspectie voor wat betreft de onder hem ressorterende stafafdelingen.

Artikel

5

Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

Artikel

6

Verantwoordelijkheden hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op het hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement, met dien verstande dat hij rapporteert en verantwoording aflegt aan het hoofd van de afdeling Concern Control.

§

3.2

Verantwoordelijkheden stafafdeling Concern Control, Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement, stafafdeling Juridische Zaken en stafafdeling Strategie & Communicatie

Artikel

7

Verantwoordelijkheden stafafdeling Concern Control

De stafafdeling Concern Control is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de voorbereiding en uitvoering van, de verantwoording over, en de evaluatie van de planning- en controlcyclus op gebied van middelenbeheer, omvattend personeel, informatie, organisatie, financiën, administratie, huisvesting en kennis, alsmede de ontwikkeling en uitvoering van beleid op dat gebied, dat mede facilitymanagement en documentaire informatievoorziening omvat;

  • b.

    de advisering over het blijvend voldoen aan de vereisten voor de status van baten-lastendienst;

  • c.

    de advisering over en ondersteuning bij de uitvoering van het middelenbeheer, met inbegrip van het leveren van managementinformatie daarover;

  • d.

    adviseren over en beheren van het managementcontrolsysteem van de Inspectie, waaronder het beheren en uitvoeren van de planning- en controlcyclus van toezichtactiviteiten;

  • e.

    het kennismanagement, waaronder het opstellen van een opleidingsplan;

  • f.

    het kwaliteitsmanagement;

  • g.

    het beheer van administratieve systemen;

  • h.

    de verzorging van administraties, waaronder de klachtenadministratie, en daarbij behorende producten;

  • i.

    de verzorging van de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de personeelsaangelegenheden van de Inspectie, voor zover deze niet is opgedragen aan andere onderdelen van het Ministerie, zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken of de directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering;

  • j.

    beleidsontwikkeling met betrekking tot informatievoorziening en informatisering en het opstellen van informatiseringsplannen;

  • k.

    de systeemontwikkeling, de data-acquisitie en het gegevensbeheer;

  • l.

    het voorbereiden, beheren en evalueren van dienstverleningsovereenkomsten over diensten die worden afgenomen van de directies Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering, ICT-Diensten en Personeel, Organisatie & Informatie van het Ministerie en van andere dienstverleners;

  • m.

    het beheren, evalueren en zonodig herzien van de afspraken met de directie Communicatie van het Ministerie over de bibliotheekdienstverlening;

  • n.

    de verzorging van het ambtelijk secretariaat van de ondernemingsraad.

Artikel

8

Verantwoordelijkheden Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

Het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het adviseren van het management ten aanzien van vraagstukken op het gebied van documentaire informatievoorziening en bij de ontwikkeling, uitbouw en implementatie van eigentijdse toepassingen op het vakgebied;

  • b.

    het bevorderen van de toegankelijkheid, vindbaarheid en benaderbaarheid van kwalitatieve informatie in fysieke en digitale vorm door middel van eigentijdse toepassingen ten behoeve van het verwerven, opslaan, ontsluiten en ter beschikking stellen van kwalitatieve informatie;

  • c.

    het verlenen van gebruiksondersteuning aan medewerkers van de Inspectie op het gebied van documentaire informatievoorziening;

  • d.

    de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen met betrekking tot algemene facilitaire voorzieningen;

  • e.

    de verzorging van de huisvesting van de Inspectie en overige facilitaire voorzieningen en het daaraan verbonden budget- en overig beheer.

Artikel

9

Verantwoordelijkheden stafafdeling Juridische Zaken

De stafafdeling Juridische Zaken is ten behoeve van de gehele Inspectie verantwoordelijk voor:

  • a.

    de juridische en wetstechnische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • b.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • d.

    het beheren en onderhouden van een wettendocumentatiesysteem en de verzorging van interne kennisoverdracht;

  • e.

    het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de Inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie;

  • g.

    de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering.

Artikel

10

Verantwoordelijkheden stafafdeling Strategie & Communicatie

De stafafdeling Strategie & Communicatie is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de strategie- en beleidsontwikkeling op het terrein van de Inspectie, waaronder het formuleren van uitgangspunten en doelen voor veranderingen die binnen de Inspectie nodig zijn om de gemaakte keuzen te realiseren;

  • b.

    de totstandkoming van de programmering van de toezichtactiviteiten van de Inspectie, in het bijzonder de jaarplannen en meerjarenplannen van de Inspectie;

  • c.

    het relatiebeheer van de Inspectie;

  • d.

    het ontwikkelen en verzorgen van de in- en externe communicatie, met inbegrip van persvoorlichting;

  • e.

    de afstemming van de externe communicatie met de directie Communicatie van het Ministerie.

§

3.3

Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten

Artikel

11

Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten

De directie Toezicht gemeenten is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering door gemeenten van de WWB, het Bbz, de IOAW en de IOAZ en op de doeltreffendheid van die wet- en regelgeving, zoals bedoeld in artikel 37, onderdeel b, onder 1° en 2°, van de wet;

  • b.

    het houden van toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de WSW en de Wwik en de doeltreffendheid van die wetten;

  • c.

    het ontwikkelen en uitvoeren van het bij de Inspectie belegde deel van het project Integraal Toezicht Jeugdzaken van de daarin samenwerkende rijksinspecties;

  • d.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering, bedoeld in de onderdelen a en b, en over de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel c;

  • e.

    het opstellen van een oordeel over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering, bedoeld in de onderdelen a, b en c;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het Ministerie;

  • g.

    het relatiebeheer met de uitvoerende instanties binnen het gemeentelijk domein en hun vertegenwoordigende organisaties, en met de instanties, bedoeld in onderdeel c.

Artikel

12

Verantwoordelijkheden afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2

De afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2 zijn verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering door gemeenten van de WWB en de doeltreffendheid van die wet;

  • b.

    het rapporteren in gevallen van mogelijk ernstige tekortkomingen als bedoeld in artikel 76, derde lid, van de WWB;

  • c.

    het rapporteren in gevallen dat een gemeente op grond van artikel 74, eerste lid, van de WWB een aanvullende uitkering heeft aangevraagd;

  • d.

    het rapporteren per gemeente, dan wel samenwerkingsverband van gemeenten, over de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de overige wet- en regelgeving, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, en de Wwik;

  • e.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel

13

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring & Integraal Toezicht Jeugdzaken

De afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring &Integraal Toezicht Jeugdzaken is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de WSW en de doeltreffendheid van die wet;

  • b.

    et ontwikkelen en uitvoeren van het bij de Inspectie belegde deel van het project Integraal Toezicht Jeugdzaken van de daarin samenwerkende rijksinspecties;

  • c.

    de monitoring van de uitvoering door gemeenten van de wet- en regelgeving, genoemd in artikel 1, onderdelen n tot en met s;

  • d.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • e.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

§

3.4

Verantwoordelijkheden directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen

Artikel

14

Verantwoordelijkheden directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen

De directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI, de SVB en het UWV;

  • b.

    het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • c.

    het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • d.

    het houden van toezicht op de SER, de AFM, DNB, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • e.

    het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die bij de Minister een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben aangevraagd;

  • f.

    het rapporteren over de resultaten en de kwaliteit van de uitvoering en over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering en de uitvoeringsorganisaties, genoemd in onderdelen a tot en met c, en over de uitkomsten van het toezicht, bedoeld in de onderdelen d en e;

  • g.

    het relatiebeheer met de instanties, genoemd in de onderdelen a tot en met e;

  • h.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het Ministerie.

Artikel

15

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht BKWI/IB

Het hoofd van de afdeling Toezicht BKWI/IB is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel

16

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht CWI/ SVB

De afdeling Toezicht CWI/SVB is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI en de SVB;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI en de SVB;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    de coördinatie en afstemming binnen de Inspectie aangaande het toezicht op de samenwerking van de CWI, het UWV en de SVB met elkaar en met burgemeesters en wethouders van de gemeenten, bedoeld in artikel 37, onderdeel c, van de wet;

  • e.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel

17

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht overige bestuursorganen

De afdeling Toezicht overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • b.

    het uitoefenen van het toezicht op de AFM en DNB, zoals bedoeld in artikel 149 van de Pensioenwet en artikel 70 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, alsmede het uitoefenen van het toezicht op DNB, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

  • c.

    het houden van toezicht op de SER, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • d.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de RWI, de AFM, DNB, de SER, het CTB en cki’s;

  • e.

    het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die bij de Minister een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben aangevraagd;

  • f.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • g.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel

18

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV/Uitkering, Keten & Organisatie

De afdeling Toezicht UWV/Uitkering, Keten & Organisatie is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV voor wat betreft:

    • 1°.

      de distribuerende processen,

    • 2°.

      de samenwerking en gegevensuitwisseling met Suwinet-partijen en andere instanties en de daarbij gebruikte ICT,

    • 3°.

      de kwaliteit van de informatiehuishouding,

    • 4°.

      de handhaving,

    • 5°.

      de algemene en de aan de onder 2° tot en met 4° genoemde onderwerpen gerelateerde ketenaspecten van de keten van werk en inkomen,

    • 6°.

      de organisatie van het UWV;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV, bedoeld in onderdeel a;

  • c.

    het integrale relatiebeheer ten aanzien van het UWV;

  • d.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • e.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel

19

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV/ Activering, Cliënt & Verantwoording

De afdeling Toezicht UWV/Activering, Cliënt & Verantwoording is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV voor wat betreft:

    • 1°.

      preventie-, activerings- en re-integratietaken,

    • 2°.

      het sociaal-medisch handelen,

    • 3°.

      de klant/burgeroriëntatie, alsmede

    • 4°.

      de verantwoordingen aan de Minister;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV, bedoeld in onderdeel a;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Hoofdstuk

4

Bevoegdheden

Artikel

20

Bevoegdheden directeuren

Artikel

21

Bevoegdheden afdelingshoofden en hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

Artikel

22

Volmacht hoofd afdeling Strategie & Communicatie

Aan het hoofd van de afdeling Strategie & Communicatie wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 10.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a.

    de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal, gericht op de communicatie van toezichtsbevindingen;

  • b.

    systeemontwikkeling, licenties en functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtingssystemen.

Artikel

23

Volmacht hoofd afdeling Concern Control

Aan het hoofd van de afdeling Concern Control wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 50.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a.

    de levering van goederen en diensten ten behoeve van de Inspectie;

  • b.

    de tewerkstelling van uitzendkrachten ten behoeve van de Inspectie, binnen de formatie van de Inspectie;

  • c.

    de verzorging van huisvesting van de Inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel

24

Volmacht hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

Aan het hoofd van het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 25.000,– per overeenkomst voor verzorging van huisvesting van de Inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel

25

Afdoening, vaststelling en ondertekening van stukken

Hoofdstuk

5

Plaatsvervanging

Artikel

26

Plaatsvervanging inspecteur-generaal

Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de directeur Toezicht gemeenten , als plaatsvervangend inspecteur-generaal, de taken en bevoegdheden van de inspecteur-generaal waar.

Artikel

27

Plaatsvervanging directeuren, afdelingshoofden en bureauhoofd

Plaatsvervangers worden, na schriftelijke instemming van de inspecteur-generaal, benoemd door de directeur, het afdelingshoofd of het bureauhoofd in wiens plaats zij treden.

Artikel

28

Kennisgeving aan WBJA van aanwijzing plaatsvervangers

Besluiten tot aanwijzing van plaatsvervangers worden door de inspecteur-generaal toegezonden aan de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden als beheerder van het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW.

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

30

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de inspecteur-generaal, C.Kervezee