Artikel
1
Begrippen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Inspectie: de Inspectie Werk en Inkomen;
-
b.
wet: de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
c.
CWI: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de wet;
-
d.
BKWI: het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen, een afzonderlijk en herkenbaar organisatieonderdeel van CWI als bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, van de Regeling SUWI;
-
e.
IB: het Inlichtingenbureau, genoemd in artikel 63, eerste lid, van de wet;
-
f.
RWI: de Raad voor werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 3 van de wet;
-
g.
SVB: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de wet;
-
h.
UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de wet;
-
i.
AFM: de Autoriteit Financiële Markten, genoemd in artikel 1 van de Pensioenwet;
-
j.
cki’s: door de Minister op grond van wet- en regelgeving op het terrein van arbeidsveiligheid, arbeidsgezondheid en productveiligheid aangewezen certificatie- en keuringsinstellingen die zijn belast met het verstrekken van certificaten, dan wel het verrichten van keuringen in het belang van veiligheid en gezondheid in de arbeid;
-
k.
CTB: het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, genoemd in artikel 1a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
-
l.
DNB: De Nederlandsche Bank N.V., genoemd in artikel 1 van de Pensioenwet;
-
m.
SER: de Sociaal-Economische Raad, genoemd in artikel 1 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
-
n.
WWB: de Wet werk en bijstand;
- o.
-
p.
IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
-
q.
IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
-
r.
WSW: de Wet sociale werkvoorziening;
-
s.
Wwik: de Wet werk en inkomen kunstenaars;
-
t.
zbo’s: zelfstandige bestuursorganen.