Wet van 16 december 2015, houdende regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Wet natuurbescherming

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een integraal en vereenvoudigd wettelijk kader voor het behoud van de biologische diversiteit en een duurzaam gebruik van de bestanddelen daarvan en ter uitvoering van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 206), richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) en diverse verdragen inzake de biologische diversiteit en de bescherming van bedreigde dier- en plantensoorten en hun natuurlijke leefomgeving;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

§

1.1

Begrippen, reikwijdte en bevoegdheden

Artikel

1.1

Artikel

1.2

Artikel

1.3

Artikel

1.4

Een wijziging van een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in regels, gesteld bij of krachtens deze wet, wordt verwezen gaat voor de toepassing van die regels gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een eerder tijdstip wordt vastgesteld.

§

1.2

Natuurbeleid en monitoring

Artikel

1.5

Artikel

1.6

Artikel

1.7

Artikel

1.8

Artikel

1.9

§

1.3

Beschermingsmaatregelen algemeen

Artikel

1.10

Artikel

1.11

Artikel

1.12

Artikel

1.13

Hoofdstuk

2

Natura 2000-gebieden

§

2.1

Gebieden en instandhoudingsdoelstellingen

Artikel

2.1

§

2.2

Instandhoudingsmaatregelen en passende maatregelen

Artikel

2.2

Artikel

2.3

Artikel

2.4

Artikel

2.5

Artikel

2.6

§

2.3

Beoordeling van plannen, projecten en andere handelingen

Artikel

2.7

Artikel

2.8

Artikel

2.9

§

2.4

Afwijkende bevoegdheden

Artikel

2.10

§

2.5

Bijzondere nationale natuurgebieden

Artikel

2.11

Hoofdstuk

3

Soorten

§

3.1

Beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn

Artikel

3.1

Artikel

3.2

Artikel

3.3

Artikel

3.4

§

3.2

Beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn

Artikel

3.5

Artikel

3.6

Artikel

3.7

Artikel

3.8

Artikel

3.9

§

3.3

Beschermingsregime andere soorten

Artikel

3.10

Artikel

3.11

§

3.4

Schadebestrijding, overlastbestrijding en faunabeheer

Artikel

3.12

Artikel

3.13

Artikel

3.14

Artikel

3.15

Artikel

3.16

Artikel

3.17

Artikel

3.18

Artikel

3.19

§

3.5

Jacht

Artikel

3.20

Artikel

3.21

Artikel

3.22

Artikel

3.23

§

3.6

Gebruik van middelen voor het vangen en doden van dieren

Artikel

3.24

Artikel

3.25

Artikel

3.26

Artikel

3.27

Artikel

3.28

Artikel

3.29

Artikel

3.30

§

3.7

Overige bepalingen ten aanzien van in het wild levende dieren en planten

Artikel

3.31

Artikel

3.32

Artikel

3.33

Artikel

3.34

Artikel

3.35

Het is het verboden vanuit een Nederlands schip walvissen te vangen of te doden, dan wel aan boord van een Nederlands schip walvissen te verwerken.

§

3.8

Handel in en bezit van dieren en planten

Artikel

3.36

EU-verordeningen en EU-richtlijnen als bedoeld in deze paragraaf zijn:

  • a.

    verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG L 61);

  • b.

    verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PbEU L 286);

  • c.

    verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PbEU L 317);

  • d.

    verordeningen die berusten op de verordening, bedoeld in onderdeel a, b of c;

  • e.

    bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere verordeningen en richtlijnen die geheel of gedeeltelijk berusten op de artikelen 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust, en die betrekking hebben op:

    • 1°.

      het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken dieren, planten, of eieren van dieren, of

    • 2°.

      het voorkomen, tot een minimum beperken en het verzachten van de nadelige gevolgen van opzettelijke en onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten op de biodiversiteit binnen de Europese Unie.

Artikel

3.37

Artikel

3.38

Artikel

3.39

Het is verboden invasieve exoten behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten, of eieren van deze exoten te verhandelen of in bezit te hebben.

Artikel

3.40

Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf, overeenkomstig de voorwaarden en beperkingen die in voorkomend geval voortvloeien uit de toepasselijke EU-verordening of EU-richtlijn.

Artikel

3.41

Hoofdstuk

4

Houtopstanden, hout en houtproducten

§

4.1

Houtopstanden

Artikel

4.1

Het bepaalde bij en krachtens deze paragraaf, met uitzondering van artikel 4.6, heeft geen betrekking op:

  • a.

    houtopstanden binnen de bij besluit van de gemeenteraad vastgestelde grenzen van de bebouwde kom;

  • b.

    houtopstanden op erven of in tuinen;

  • c.

    fruitbomen en windschermen om boomgaarden;

  • d.

    naaldbomen, kennelijk bedoeld om te dienen als kerstbomen, indien niet ouder dan twintig jaar;

  • e.

    kweekgoed;

  • f.

    uit populieren of wilgen bestaande:

    • 1°.

      wegbeplantingen;

    • 2°.

      beplantingen langs waterwegen, en

    • 3°.

      eenrijige beplantingen langs landbouwgronden;

  • g.

    het dunnen van een houtopstand;

  • h.

    uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die kennelijk zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa, indien zij:

    • 1°.

      ten minste eens per tien jaar worden geoogst;

    • 2°.

      bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantingseenheid, zijnde een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorsneden door onbeplante stroken breder dan twee meter, en

    • 3°.

      zijn aangelegd na 1 januari 2013.

Artikel

4.2

Artikel

4.3

Artikel

4.4

Artikel

4.5

Artikel

4.6

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

4.2

Invoer en op de markt brengen van hout en houtproducten

Artikel

4.7

EU-verordeningen en EU-richtlijnen als bedoeld in artikel 4.8 zijn:

  • a.

    verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PbEU L 2005, 347);

  • b.

    verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (PbEU L 2010, 295);

  • c.

    verordeningen die berusten op de verordening, bedoeld in onderdeel a of b, en

  • d.

    bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere verordeningen en richtlijnen die geheel of gedeeltelijk berusten op de artikelen 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust, en die betrekking hebben op het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken hout of houtproducten.

Artikel

4.8

Artikel

4.9

Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens artikel 4.8, overeenkomstig de voorwaarden en beperkingen die in voorkomend geval voortvloeien uit de toepasselijke EU-verordening of EU-richtlijn.

Hoofdstuk

5

Vrijstellingen, beschikkingen en verplichtingen

Artikel

5.1

Artikel

5.2

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag van een vergunning of ontheffing als bedoeld in:

Artikel

5.3

Artikel

5.4

Artikel

5.5

Artikel

5.6

Hoofdstuk

6

Financiële bepalingen

Artikel

6.1

Artikel

6.2

Artikel

6.3

Hoofdstuk

7

Handhaving

Artikel

7.1

Artikel

7.2

Artikel

7.3

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

7.4

Artikel

7.5

Artikel

7.6

Artikel

7.7

Artikel

7.8

De Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die zich in de exclusieve economische zone schuldig maakt aan overtreding van regels gesteld bij of krachtens de artikelen 1.11, eerste lid, 2.4, vierde lid, 2.5, derde lid, 2.6, derde lid, 2.7, tweede lid, 2.11, derde lid, 3.1, eerste, tweede, derde of vierde lid, 3.2, eerste, vierde of zesde lid, 3.4, eerste lid, 3.5, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, 3.6, eerste of tweede lid, 3.7, eerste lid, 3.9, eerste lid, 3.10, eerste lid, 3.11, eerste of tweede lid, 3.24, eerste of tweede lid, 3.34, eerste of vierde lid, 3.35, 3.37, eerste of tweede lid, 3.38, 3.39, 4.8, eerste, tweede of vierde lid, of 5.3, vierde lid.

Hoofdstuk

8

Overig

Artikel

8.1

Artikel

8.2

Artikel

8.3

Artikel

8.4

Artikel

8.5

De voordracht voor een krachtens artikel 2.9, vijfde lid, of artikel 5.5, eerste lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel

8.6

Hoofdstuk

9

Overgangsrecht

Artikel

9.1

Artikel

9.2

Artikel

9.3

Artikel

9.4

Artikel

9.5

Artikel

9.6

Artikel

9.7

Artikel

9.8

Artikel

9.9

Artikel

9.10

Artikel

9.12

Hoofdstuk

10

Wijziging andere wetten

Artikel

10.1

Wijzigt de Algemene douanewet.

Artikel

10.2

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

10.3

Wijzigt de Crisis- en herstelwet.

Artikel

10.4

Wijzigt de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel

10.5

Wijzigt de Mijnbouwwet.

Artikel

10.6

Wijzigt de Spoedwet wegverbreding.

Artikel

10.7

Wijzigt de Tracéwet.

Artikel

10.8

Wijzigt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

10.9

Wijzigt de Wet ammoniak en veehouderij.

Artikel

10.10

Wijzigt de Wet bodembescherming.

Artikel

10.11

Wijzigt de Wet dieren.

Artikel

10.12

Wijzigt de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis.

Artikel

10.13

Wijzigt de Wet milieubeheer.

Artikel

10.14

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

10.15

Wijzigt de Wet opheffing bedrijfslichamen.

Artikel

10.16

Wijzigt de Wet op het RIVM.

Artikel

10.17

Wijzigt de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel

10.18

Wijzigt de Wet wapens en munitie.

Hoofdstuk

11

Samenloop met andere wetsvoorstellen

Artikel

11.1

Wijzigt deze wet.

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

11.2

Wijzigt deze wet.

Artikel

11.3

Wijzigt de Wet dieren.

Artikel

11.4

Wijzigt de Wet windenergie op zee.

Hoofdstuk

12

Slotbepalingen

Artikel

12.2

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

12.3

Deze wet wordt aangehaald als: Wet natuurbescherming.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Bijlage,

behorende bij artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming

Onderdeel A (behorende bij artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a)

Zoogdieren

Aardmuis

Boommarter

Bosmuis

Bunzing

Damhert

Das

Dwergmuis

Dwergspitsmuis

Edelhert

Eekhoorn

Egel

Eikelmuis

Gewone bosspitsmuis

Gewone zeehond

Grote bosmuis

Grijze zeehond

Haas

Hermelijn

Huisspitsmuis

Konijn

Molmuis

Ondergrondse woelmuis

Ree

Rosse woelmuis

Steenmarter

Tweekleurige bosspitsmuis

Veldmuis

Veldspitsmuis

Vos

Waterspitsmuis

Wezel

Wild zwijn

Woelrat

Amfibieën

Alpenwatersalamander

Bruine kikker

Gewone pad

Kleine watersalamander

Meerkikker

Middelste groene kikker

Vinpootsalamander

Vuursalamander

Reptielen

Adder

Hazelworm

Levendbarende hagedis

Ringslang

Vissen

Beekdonderpad

Beekprik

Elrits

Europese rivierkreeft

Gestippelde alver

Grote modderkruiper

Kwabaal

Dagvlinders

Aardbeivlinder

Bosparelmoervlinder

Bruin dikkopje

Bruine eikenpage

Donker pimpernelblauwtje

Duinparelmoervlinder

Gentiaanblauwtje

Grote parelmoervlinder

Grote vos

Grote vuurvlinder

Grote weerschijnvlinder

Iepenpage

Kleine heivlinder

Kleine ijsvogelvlinder

Kommavlinder

Pimpernelblauwtje

Sleedoornpage

Spiegeldikkopje

Veenbesblauwtje

Veenbesparelmoervlinder

Veenhooibeestje

Veldparelmoervlinder

Zilveren maan

Libellen

Beekkrombout

Bosbeekjuffer

Donkere waterjuffer

Gevlekte glanslibel

Gewone bronlibel

Hoogveenglanslibel

Kempense heidelibel

Speerwaterjuffer

Kevers

Vliegend hert

Onderdeel B (behorende bij artikel 3.10, eerste lid, onderdeel c)

Akkerboterbloem

Akkerdoornzaad

Akkerogentroost

Beklierde ogentroost

Berggamander

Bergnachtorchis

Blaasvaren

Blauw guichelheil

Bokkenorchis

Bosboterbloem

Bosdravik

Brave hendrik

Brede wolfsmelk

Breed wollegras

Bruinrode wespenorchis

Dennenorchis

Dreps

Echte gamander

Franjegentiaan

Geelgroene wespenorchis

Geplooide vrouwenmantel

Getande veldsla

Gevlekt zonneroosje

Glad biggenkruid

Gladde zegge

Groene nachtorchis

Groensteel

Groot spiegelklokje

Grote bosaardbei

Grote leeuwenklauw

Honingorchis

Kalkboterbloem

Kalketrip

Karthuizeranjer

Karwijselie

Kleine ereprijs

Kleine Schorseneer

Kleine wolfsmelk

Kluwenklokje

Knollathyrus

Knolspirea

Korensla

Kranskarwij

Kruiptijm

Lange zonnedauw

Liggende ereprijs

Moerasgamander

Muurbloem

Naakte lathyrus

Naaldenkervel

Pijlscheefkalk

Roggelelie

Rood peperboompje

Rozenkransje

Ruw parelzaad

Scherpkruid

Schubvaren

Schubzegge

Smalle raai

Spits havikskruid

Steenbraam

Stijve wolfsmelk

Stofzaad

Tengere distel

Tengere veldmuur

Trosgamander

Veenbloembies

Vliegenorchis

Vroege ereprijs

Wilde averuit

Wilde ridderspoor

Wilde weit

Wolfskers

Zandwolfsmelk

Zinkviooltje

Zweedse kornoelje