Besluit van 8 december 2005, houdende regels met betrekking tot de werkzaamheden en procedures van de Raad voor plantenrassen (Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen)

Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 1 september 2005, TRCJZ/2005/2598, Directie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 1999/105/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PbEG L 11), op richtlijn nr. 2002/53/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PbEG L 193) en op richtlijn nr. 2002/55/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PbEG L 193);
De Raad van State gehoord (advies van 7 oktober 2005, no. W11.05.0399/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 1 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3477, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Zaaizaad- en plantgoedwet 2005;

  • b.

    Raad: Raad voor plantenrassen, bedoeld in artikel 2 van de wet;

  • c.

    richtlijn 2001/18/EG: richtlijn nr. 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van richtlijn nr. 90/220/EEG van de Raad (PbEG L 106);

  • d.

    richtlijn 1999/105/EG: richtlijn nr. 1999/105/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PbEG 2000, L 11);

  • e.

    richtlijn 2008/90/EG: richtlijn nr. 2008/90/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEU L 267);

  • f.

    verordening (EG) 1829/2003: verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);

  • g.

    hybride ras: ras onstaan na kruising van twee of meer rassen of ouderlijnen met gelijke erfelijkheidsfactoren, zoals nader beschreven bij ministeriële regeling;

  • h.

    graangewassen: zomer- en wintertarwe (Triticum aestivum L emend. Fiori en Paol.), zomer- en wintergerst (Hordeum vulgare L.), rogge (Secale cereale L.), haver (Avena sativa) en triticale (X Triticosecale Wittm.);

  • i.

    fruitgewassen: gewassen, alsmede hybriden daarvan, die zijn opgenomen in bijlage I van richtlijn 2008/90/EG.

Paragraaf

2

Samenstelling van de Raad

Artikel

2

Artikel

3

Paragraaf

3

Het rassenregister

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Paragraaf

4

De toelating van rassen en opstanden

Artikel

8

Artikel

8a

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de toelating van rassen van bij die regeling aan te wijzen fruitgewassen. Deze regels kunnen betrekking hebben op de eisen voor de officiële registratie van rassen, genoemd in artikel 7, vierde en vijfde lid, van richtlijn 2008/90/EG.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop een onderzoek als bedoeld in artikel 16 wordt uitgevoerd en de per gewas vastgestelde kenmerken waarover het onderzoek zich uitstrekt.

Artikel

19

Artikel

20

Paragraaf

5

Kwekersrecht

Artikel

22

Paragraaf

6

Overige bepalingen en slotbepalingen

Artikel

23

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:

  • a.

    de wijze waarop aanvragen tot toelating van rassen of opstanden als bedoeld in de artikelen 8, 9, 10 en 11, aanvragen tot verlening van kwekersrecht en overige aanvragen en verzoeken die op grond van de hoofdstukken 4, 5 en 7 van de wet bij de Raad worden ingediend;

  • b.

    de bepaling van het tijdstip waarop de overeenkomstig de hoofdstukken 4, 5 en 7 gedane aanvragen en verzoeken geacht worden bij de Raad te zijn ingediend en

  • c.

    het horen van belanghebbenden door de Raad in de bij de Raad te volgen procedures naar aanleiding van bij de Raad ingediende aanvragen en verzoeken.

Artikel

24

De volgende besluiten worden ingetrokken:

Artikel

25

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

26

Dit besluit wordt aangeduid als: Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit , C. P. Veerman
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner