Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2018, nr. MINBUZA-2018.1162935, houdende regels met betrekking tot het toekennen van voorzieningen en vergoedingen voor en tegemoetkomingen in de noodzakelijk te maken extra kosten die verband houden met de plaatsing van een ambtenaar bij een post in het buitenland (Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018)

Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

De Minister van Buitenlandse Zaken,
In overeenstemming met de centrales van verenigingen van ambtenaren bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    RDBZ: het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;

  • b.

    HDPO: de Hoofddirecteur Personeel en Organisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • c.

    3W: de Directeur WereldWijdWerken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • d.

    DBV: de Directeur Bedrijfsvoering van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • e.

    post: een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het RDBZ;

  • f.

    ambtenaar: een ambtenaar als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het RDBZ;

  • g.

    functieniveau: het overeenkomstig het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 vastgestelde niveau van de functie;

  • h.

    brutosalaris: het salaris bij een volledige arbeidsduur, vastgesteld overeenkomstig het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, tenzij het salaris op grond van artikel 35 van het RDBZ is verlaagd in welk geval het verlaagde salaris geldt;

  • i.

    nettosalaris: het brutosalaris verminderd met de wettelijk verplichte inhoudingen waarbij geen rekening is gehouden met persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar;

  • j.

    partner: de huwelijkspartner en de geregistreerde partner met wie de ambtenaar samenwoont of zou hebben samengewoond indien hij niet buiten Nederland was geplaatst en een gemeenschappelijke huishouding voert dan wel de levenspartner met wie de ambtenaar zonder huwelijkspartner of geregistreerde partner samenwoont of zou hebben samengewoond indien hij niet buiten Nederland was geplaatst en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen betreffende die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als partner worden aangemerkt;

  • k.

    tandempartners: twee ambtenaren die elkaars partner zijn waarbij:

    • 1°.

      beiden op dezelfde standplaats zijn geplaatst;

    • 2°.

      beiden in overplaatsing zijn als bedoeld in hoofdstuk 3, dan wel

    • 3°.

      beiden in Nederland zijn geplaatst;

  • l.

    eerste tandempartner: de tandempartner die:

    • 1°.

      is geplaatst in een functie waarvoor een hoger niveau geldt dan voor de functie van zijn partner, dan wel bij gelijke functieniveaus

    • 2°.

      wordt bezoldigd volgens een hogere salarisschaal dan zijn partner, dan wel bij gelijke salarisschalen

    • 3°.

      voor wie een hoger brutosalaris geldt dan voor zijn partner, dan wel bij gelijke brutosalarissen

    • 4°.

      in leeftijd ouder is dan zijn partner;

  • m.

    tweede tandempartner: de tandempartner die niet als eerste tandempartner wordt aangemerkt;

  • n.

    afhankelijk kind: een in artikel 2, eerste lid, onder b tot en met d, van het RDBZ bedoeld kind van de ambtenaar dat primair, secundair of tertiair onderwijs volgt dan wel nog te jong is om primair onderwijs te volgen, dan wel jonggehandicapt is als bedoeld in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten mits:

    Met een afhankelijk kind wordt gelijkgesteld een in artikel 2, eerste lid, onder c en d, van het RDBZ bedoeld kind van de partner dat deel uitmaakt van de huishouding van de ambtenaar dan wel in het verleden ten minste twee jaar deel heeft uitgemaakt van die huishouding en dat kind overigens voldoet aan de in de aanhef van dit onderdeel gestelde voorwaarden;

  • o.

    gezinsleden: de partner en de afhankelijke kinderen van de ambtenaar;

  • p.

    standplaats: de plaats van vestiging van de post waarbij de ambtenaar is geplaatst;

  • q.

    CBS-bestedingsindex: de door het Centraal bureau voor de statistiek gepubliceerde index betreffende de consumptie van huishoudens, reeks totale bevolking;

  • r.

    onafhankelijk instituut: de door HDPO aangewezen onafhankelijke deskundige organisatie die belast is met het aanleveren van statische gegevens die de basis vormen voor het vaststellen van vergoedingen, tegemoetkomingen, percentages en budgetten met betrekking tot de kosten van levensonderhoud en werk- en leefomstandigheden van een bij een post geplaatste ambtenaar;

  • s.

    primair onderwijs: basisonderwijs in Nederland dan wel daarmee vergelijkbaar voltijds onderwijs in het buitenland;

  • t.

    secundair onderwijs: voltijds voortgezet dagonderwijs in Nederland op grond waarvan aanspraak bestaat op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet dan wel op een tegemoetkoming als bedoeld in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten dan wel op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel daarmee vergelijkbaar voltijds onderwijs in het buitenland;

  • u.

    tertiair onderwijs: een voltijds bacheloropleiding of masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in Nederland, dan wel daarmee vergelijkbaar voltijds onderwijs in het buitenland;

  • v.

    een erkende instelling voor primair of secundair onderwijs: een in Nederland door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geheel of gedeeltelijk bekostigde instelling of daarmee gelijk te stellen instelling in of buiten Nederland voor primair of secundair onderwijs;

  • w.

    schooljaar: een aaneengesloten periode van twaalf maanden, beginnende met de maand waarin het ter plaatse gebruikelijke onderwijs aanvangt;

  • x.

    auto: een personenauto of motorrijwiel;

  • y.

    boedel: het geheel van alle roerende zaken in eigendom, in bruikleen of in vruchtgebruik van de ambtenaar, zijn partner en zijn afhankelijke kinderen met uitzondering van auto’s;

  • z.

    dienstwoning: een door of namens het hoofd van de post aan de ambtenaar beschikbaar gestelde woning als bedoeld in de Regeling dienstwoningen BZ;

  • aa.

    kinderopvang, gastouderopvang, kindercentrum, gastouderbureau, ouder en kinderopvangtoeslag: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • bb.

    geregistreerd kindercentrum en geregistreerd gastouderbureau: een kindercentrum respectievelijk gastouderbureau dat is opgenomen in een register als bedoeld in de artikelen 1.46 en 1.48 van de Wet kinderopvang.

Artikel

2

Algemene bepalingen

Hoofdstuk

2

Voorzieningen tijdens plaatsing bij een post

§

1

Aanspraken

Artikel

3

Toepasselijkheid van dit hoofdstuk

Artikel

4

Aanspraken

§

2

Tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden bij de post

Artikel

5

Tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden bij de post; algemeen

Artikel

6

Tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden bij de post zonder verlaten van de standplaats

Gedurende de tijd dat de werkzaamheden bij de post tijdelijk zijn beëindigd vanwege een omstandigheid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, behoudt de ambtenaar aanspraak op voorzieningen als bedoeld in dit hoofdstuk naar de situatie zoals deze gold direct voorafgaande aan die beëindiging, met dien verstande dat indien de ambtenaar de standplaats niet verlaat:

  • a.

    de vergoeding passieve representatie, bedoeld in artikel 35, wordt vastgesteld op 30% daarvan;

  • b.

    de transportvergoeding, bedoeld in artikel 39, wordt vastgesteld op 15% daarvan.

Artikel

7

Tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden bij de post met verlaten van de standplaats

§

3

Koopkrachtgelijkstelling nettosalaris

Artikel

8

Huisvesting

Artikel

9

Bijkomende kosten huisvesting

Artikel

10

Koopkrachtcorrectie nettosalaris

Artikel

11

Koopkrachtcorrectiefactor

§

4

Standplaatsgebonden voorzieningen

Artikel

12

Zone-indeling standplaats

Artikel

13

Standplaatstoelage ambtenaar

Artikel

14

Verhoging standplaatstoelage met partnerdeel

Artikel

15

Verhoging standplaatstoelage met kinddeel

Artikel

16

Oudedagsvoorziening op de standplaats verblijvende partner

Artikel

17

Tegemoetkoming alleenstaande ouder met kind op de post

Artikel

18

Categorie-indeling standplaats

Artikel

19

Koopkrachtcorrectie standplaatstoelage

Artikel

20

Tegemoetkoming in verband met hotelverblijf

Artikel

21

Primair en secundair onderwijs van een afhankelijk kind; algemeen

Artikel

22

Vergoeding kosten van primair en secundair onderwijs

Artikel

23

Schooltransport

Artikel

24

Bijlessen

Artikel

25

Lessen in de Nederlandse taal

Artikel

26

Twaalfmaandelijkse verlofreis naar Nederland

Artikel

27

Extra verlof

Artikel

28

Verhuizing tijdens plaatsing

Artikel

29

Herinrichtingskosten bij verhuizing tijdens plaatsing

Artikel

30

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding

Artikel

31

Overlijden

§

5

Functiegebonden voorzieningen

Artikel

32

Vergoeding huispersoneel

Artikel

33

Vergoeding huispersoneel hoofd post of plaatsvervanger functieniveau 16 of hoger

Artikel

34

Vergoeding bij overname huispersoneel door opvolger

Artikel

35

Vergoeding passieve representatie

Artikel

36

Verhoging passieve representatie met partnerdeel

De vergoeding passieve representatie wordt verhoogd met 35% indien de ambtenaar voor zijn partner aanspraak maakt op een verhoging van de standplaatstoelage als bedoeld in artikel 14. Artikel 14, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

37

Koopkrachtcorrectie vergoeding passieve representatie

Artikel

38

Actieve representatie

Het hoofd van de post bepaalt op welke wijze de aan een post toegewezen middelen voor de bestrijding van de kosten van actieve representatie worden aangewend, met in achtneming van de daartoe gestelde beleidsregels. Vergoed worden de kosten die verbonden zijn aan het opbouwen en onderhouden van een extern gericht functioneel relatie- en informatienetwerk en die de ambtenaar niet geacht wordt te bestrijden uit zijn vergoeding passieve representatie.

Artikel

39

Transportvergoeding

Artikel

40

Gevolgen beschikbaarstelling dienstauto en regeling privégebruik dienstauto

Artikel

41

Taallessen ambtenaar

Indien het wenselijk is dat de ambtenaar lessen volgt in een officiële taal dan wel een lokaal gebruikelijke voertaal van het land van plaatsing komen de kosten daarvan rechtstreeks voor rekening van het rijk, voor zover deze lessen worden gevolgd bij een persoon die tot lesgeven in de desbetreffende taal bevoegd is of een passende onderwijsinstelling.

Artikel

42

Professionele ontwikkeling partner

Artikel

43

Reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen

§

6

Voorzieningen in verband met een niet op de standplaats verblijvende partner

Artikel

44

Verminderde inhoudingen bij gescheiden gezinssituatie

Artikel

45

Tegemoetkoming dubbele huishouding bij gescheiden gezinssituatie

Artikel

46

Overige kosten van dubbele huishouding bij gescheiden gezinssituatie

Indien de partner vanwege een erkende reden als bedoeld in artikel 44, derde lid, is achtergebleven op de vorige standplaats, dan wel vooruit is gereisd naar de volgende standplaats:

  • a.

    wordt voor een periode van ten hoogste zes maanden tevens toegekend het partnerdeel van de standplaatstoelage die zou zijn verleend indien de ambtenaar als standplaats had waar zijn partner verblijf houdt, alsmede de daarvoor geldende koopkrachtcorrectie standplaatstoelage;

  • b.

    zijn artikel 8, eerste lid, en artikel 20 van overeenkomstige toepassing op de achtergebleven of vooruit gereisde partner, met dien verstande dat indien in de huisvesting van de partner wordt voorzien lastens het rijk de eventuele ter zake van de huisvesting apart in rekening gebrachte kosten van bijkomende kosten huisvesting voor rekening van het rijk komen, met inachtneming van artikel 9, vierde lid.

§

7

Voorzieningen in verband met reizen

Artikel

47

Herenigingsreis partner

Artikel

48

Herenigingsreis kind

Artikel

49

Extra reis alleenstaande ambtenaar

§

8

Voorzieningen in verband met niet op de standplaats verblijvende kinderen

Artikel

50

Criteria voor aanspraak

Artikel

51

Internaatskosten

Artikel

52

Kosten van verblijf in een gastgezin

Artikel

53

Tegemoetkoming kosten ingeval van zelfstandige huisvesting

Artikel

54

Relatie met kinderbijslag en studiefinanciering

§

9

Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang

Artikel

55

Aanspraak

Artikel

56

Hoogte van de tegemoetkoming

Hoofdstuk

3

Voorzieningen bij overplaatsing

§

1

Aanspraken

Artikel

57

Toepasselijkheid van dit hoofdstuk

Artikel

58

Beëindiging plaatsing in verband met bijzondere omstandigheden

Artikel

59

Wijziging samenstelling huishouding

§

2

Overplaatsingsreis

Artikel

60

Overplaatsingsreis

Artikel

61

Bagage

Indien voor de overplaatsingsreis een vliegticket wordt verstrekt, worden tevens de eventuele kosten vergoed van het vervoeren van ruimbagage met een maximum van 40 kilogram dan wel indien het aantal stuks ruimbagage bepalend is, twee stuks met een maximum gewicht van in totaal 40 kilogram. In dat maximum is begrepen de door de vliegtuigmaatschappij op het ticket vermelde maximale ruimbagage.

§

3

Verhuizing

Artikel

62

Begripsomschrijving

Onder het transport of het overbrengen van de boedel wordt mede begrepen:

  • a.

    het in- en uitpakken van de boedel;

  • b.

    de noodzakelijke tijdelijke opslag van de ingepakte boedel direct voorafgaand aan en direct volgend op het transport daarvan;

  • c.

    het afleveren van de boedel.

Artikel

63

Bij overplaatsing en einde dienstverband over te brengen boedel

Artikel

64

Tussentijdse wijziging van de gezamenlijke huishouding

Artikel

65

Opslag boedel tijdens plaatsing bij een post

Artikel

66

Transport auto voor rijksrekening

Artikel

67

Transport- en opslagverzekering boedel en auto

Artikel

68

Door de ambtenaar te dragen kosten verband houdende met de verhuizing

De ambtenaar draagt alle kosten voortvloeiende uit:

  • a.

    een bijzondere behandeling bij de verpakking, het transport of de aflevering van goederen die niet kunnen worden gerekend tot gangbare boedel voor ambtenaren;

  • b.

    vertraging van het transport van de boedel, waarin begrepen de in- of uitklaring, indien die vertraging wordt veroorzaakt door het zich in de boedel bevinden van goederen:

    • 1°.

      die niet op de inhoudsopgave staan;

    • 2°.

      waarvan de uitvoer, doorvoer of invoer is verboden;

    • 3°.

      waarvoor door de ambtenaar niet tijdig is voldaan aan de door het land van uitvoer, doorvoer of invoer gestelde uitvoer-, doorvoer- respectievelijk invoervoorwaarden;

  • c.

    vertraging van het transport van de auto, waarin begrepen de in- of uitklaring, indien de vertraging wordt veroorzaakt doordat:

    • 1°.

      door de ambtenaar niet tijdig is voldaan aan de door het land van uitvoer, doorvoer of invoer gestelde uitvoer-, doorvoer- respectievelijk invoervoorwaarden;

    • 2°.

      de technische specificaties van de auto niet voldoen aan de wettelijke eisen die worden gesteld in het land van bestemming;

    • 3°.

      zich daarin goederen bevinden als bedoeld onder b.

§

4

Overige voorzieningen tijdens overplaatsing

Artikel

69

Tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting

Artikel

70

Verhoging tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting met een gezinsdeel

Artikel

71

Tegemoetkoming in de herinrichtingskosten

Artikel

72

Vergoeding kosten arbeidsgezondheidskundig onderzoek en immunisaties

Artikel

73

Vergoeding visumkosten

Artikel

74

Taallessen ambtenaar

Artikel

75

Taallessen kind

Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar die naar een post wordt overgeplaatst.

Artikel

76

Acculturatiecursus

Indien het wenselijk is dat de ambtenaar, zijn partner of zijn afhankelijk kind van twaalf jaar of ouder voorafgaand aan de plaatsing bij een post een acculturatiecursus betreffende het land van aanstaande plaatsing volgt, worden die kosten overeenkomstig artikel 74 vergoed.

Hoofdstuk

4

Voorzieningen bij plaatsing of terbeschikkinghouding in Nederland

Artikel

77

Toepasselijkheid van dit hoofdstuk

Artikel

78

Voorzieningen in verband met op de standplaats achterblijvende partner of kind

Indien de partner en het kind dan wel het kind zelfstandig op de vorige standplaats zijn respectievelijk is achtergebleven in verband met de afronding van het schooljaar van het kind, zijn de artikelen 45, tweede en derde lid, 46 en 50, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

79

Opslag boedel

Artikel

80

Woonlasten

Artikel

81

Vergoeding kosten van niet-Nederlandstalig primair en secundair onderwijs

Artikel

82

Schooltransport

Artikel

83

Bijlessen

Ter zake van de vergoeding van de kosten van bijlessen is artikel 24 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

84

Taallessen

Hoofdstuk

5

Tewerkstellingen van korte duur

Artikel

85

Aanspraken

Artikel

86

Tijdelijke tewerkstelling bij een post, vanuit Nederland

Artikel

87

Tijdelijke tewerkstelling bij een post, vanaf een post

Artikel

88

Tijdelijke tewerkstelling in Nederland, vanaf een post

Hoofdstuk

6

Betalingen

Artikel

89

Betalingen

Artikel

90

Aanloopvoorschot

Artikel

91

Niet gebruikt of ten onrechte verstrekt ticket

Artikel

92

Indienen van een declaratie

Hoofdstuk

7

Overige bepalingen

Artikel

93

Informatieplicht

Artikel

94

Verplichting tot beperking van de kosten

De ambtenaar is naar redelijkheid en billijkheid verplicht de kosten die hij maakt en waarvoor hij op grond van deze regeling op declaratiebasis een voorziening ontvangt te beperken.

Artikel

95

Hardheidsclausule

HDPO kan ten gunste van de ambtenaar artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard gelet op het belang dat ambtenaren en hun gezinsleden zich zowel tijdens de plaatsing bij een post als in de periode direct daaraan voorafgaande en direct daarop volgend een passende tegemoetkoming ontvangen in de noodzakelijke extra kosten die voortvloeien uit die plaatsing en welke ambtenaren van gelijk niveau die in Nederland werkzaam zijn niet hoeven te maken.

Hoofdstuk

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

97

Wijziging Regeling dienstwoningen BZ

Wijzigt de Regeling dienstwoningen BZ.

Artikel

99

Overgangsrecht buitenlandvergoedingen

Artikel

100

Overgangsrecht herenigingsreis partner

Indien op de dag van inwerkingtreding van deze regeling de periode van twaalf maanden, bedoeld in artikel 46 van het DBZV 2007, en zes maanden, bedoeld in artikel 53 van het DBZV 2007, zoals die artikelen luidden op de hiervoor bedoelde dag nog voortduren, maakt de ambtenaar in afwijking van artikel 47 van deze regeling voor de resterende duur van de periode van twaalf respectievelijk zes maanden aanspraak op het volgende aantal tickets voor een herenigingsreis:

  • a.

    één ticket: indien de periode van de in de artikelen 46 en 53 van het DBZV 2007 bedoelde ambtenaar nog gedurende ten minste drie maanden maar minder dan zes maanden voortduurt;

  • b.

    twee tickets: indien de periode van de in artikel 46 van het DBZV 2007 bedoelde ambtenaar zes maanden of meer voortduurt.

Artikel

101

Overgangsrecht extra reis alleenstaande ambtenaar

In afwijking van artikel 49 maakt de in dat artikel bedoelde ambtenaar van wie op de dag van inwerkingtreding van deze regeling de periode van twaalf maanden, bedoeld in artikel 49, nog ten minste drie maanden voortduurt, voor de resterende duur van die periode aanspraak op één ticket voor een reis naar Nederland.

Artikel

102

Overgangsrecht tegemoetkoming woonlasten

Aan de ambtenaar die op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling een tegemoetkoming ontvangt in de woonlasten als bedoeld in artikel 76 van het DBZV 2007, wordt deze tegemoetkoming ook nadien nog toegekend overeenkomstig dat artikel zoals dat luidde op de hiervoor bedoelde dag.

Artikel

103

Overgangsrecht schooltransport in Nederland

De ambtenaar die op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling een vergoeding voor schooltransport ontvangt als bedoeld in artikel 78 van het DBZV 2007, ontvangt die vergoeding voor zijn afhankelijk kind van 14 jaar of ouder nog voor het lopende schooljaar overeenkomstig dat artikel zoals dat luidde op de hiervoor bedoelde dag.

Artikel

104

Overgangsrecht oudedagsvoorziening partner

De ambtenaar die op de dag van inwerkingtreding van deze regeling over het lopende of vorige kalenderjaar nog geen tegemoetkoming heeft aangevraagd als bedoeld in artikel 2 van de Regeling oudedagsvoorziening partners uitgezonden ambtenaren BZ zoals deze regeling luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, wordt daartoe nog in staat gesteld gedurende twaalf maanden gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel

105

Datum van inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

’s-Gravenhage
De Minister van Buitenlandse Zaken
namens deze:
de plaatsvervangend Secretaris-Generaal, W.A. van Ee

Bijlagen

van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018 zoals deze luiden bij de vaststelling van die regeling

Bijlage

A

van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

  • 1.

    De in artikel 12, eerste lid, onder b, bedoelde (sub)categorieën zijn:

    Klimaat

    Natuurverschijnselen

    Luchtverontreiniging

    Gezondheid

    Gezondheidsvoorzieningen en -risico’s

    Taal

    Taal

    Cultuur

    Cultuur

    Goederen en diensten

    Kwaliteit en verkrijgbaarheid

    Infrastructuur

    Infrastructuur

    Sociaal netwerk en ontspanning

    Nieuws en media

    Buitenlandse gemeenschap

    Ontspanningsmogelijkheden

    Nutsvoorzieningen

    Nutsvoorzieningen

    Persoonlijke veiligheid en socio-politieke spanningen

    Persoonlijke veiligheid

    Socio-politieke spanningen

  • 2.

    De in artikel 12, eerste lid, onder b, bedoelde omzetting geschiedt als volgt:

    0 tot 30

    0

    30 tot 50

    1

    50 tot 70

    2

    70 tot 90

    3

    90 tot 110

    4

    110 tot 130

    5

    130 tot 150

    6

    150 tot 170

    7

    170 tot 190

    8

    190 tot 210

    9

    210 tot 230

    10

    230 of meer

    11

  • 3.

    De in artikel 18, tweede lid, bedoelde criteria zijn:

    minder dan 10 punten

    A

    10 of meer, maar minder dan 20 punten

    B

    20 of meer punten

    C

  • 4.

    De in de artikelen 12, derde lid, en 18, derde lid, bedoelde zone- en categorie-indeling is ingaande 1 januari 2019:

    Abidjan

    4

    8

    12

    B

    Abu Dhabi

    4

    4

    8

    A

    Abuja

    4

    9

    13

    C

    Accra

    4

    6

    10

    B

    Addis Abeba

    4

    8

    12

    C

    Algiers

    4

    8

    12

    C

    Almaty

    4

    6

    10

    B

    Amman

    4

    5

    9

    B

    Ankara

    4

    5

    9

    A

    Antwerpen

    1

    0

    1

    A

    Astana

    4

    5

    9

    B

    Athene

    4

    3

    7

    A

    Atlanta

    4

    1

    5

    A

    Bagdad

    4

    11

    15

    C

    Bakoe

    4

    6

    10

    B

    Bamako

    4

    9

    13

    C

    Bangalore

    4

    6

    10

    B

    Bangkok

    4

    5

    9

    A

    Beiroet

    4

    5

    9

    A

    Beijing

    4

    5

    9

    A

    Belgrado

    3

    4

    7

    A

    Berlijn

    2

    1

    3

    A

    Bern

    2

    0

    2

    A

    Boedapest

    3

    1

    4

    A

    Boekarest

    4

    3

    7

    A

    Bogota

    4

    5

    9

    A

    Boston

    4

    0

    4

    A

    Brasilia

    4

    5

    9

    A

    Bratislava

    2

    2

    4

    A

    Brussel

    1

    0

    1

    A

    Buenos Aires

    4

    4

    8

    A

    Bujumbura

    4

    9

    13

    C

    Caïro

    4

    8

    12

    B

    Canberra

    5

    0

    5

    A

    Caracas

    4

    8

    12

    C

    Chicago

    4

    1

    5

    A

    Chisinau

    4

    6

    10

    C

    Chongqing

    4

    6

    10

    B

    Colombo

    4

    7

    11

    B

    Cotonou

    4

    8

    12

    C

    Dakar

    4

    7

    11

    C

    Damascus

    4

    9

    13

    C

    Dar es Salaam

    4

    7

    11

    B

    Dhaka

    4

    10

    14

    C

    Doha

    4

    5

    9

    B

    Dubai

    4

    4

    8

    A

    Dublin

    3

    0

    3

    A

    Dusseldorp

    1

    0

    1

    A

    Erbil

    4

    9

    13

    C

    Gao

    4

    9

    13

    C

    Genève

    2

    0

    2

    A

    Goma

    4

    9

    13

    C

    Guangzhou

    4

    5

    9

    A

    Guatemala-Stad

    4

    7

    11

    B

    Hanoi

    4

    6

    10

    B

    Harare

    4

    8

    12

    C

    Havanna

    4

    7

    11

    C

    Helsinki

    3

    0

    3

    A

    Ho Chi Minh Stad

    4

    7

    11

    B

    Hong Kong

    4

    2

    6

    A

    Islamabad

    4

    10

    14

    C

    Istanboel

    4

    4

    8

    A

    Jakarta

    4

    8

    12

    B

    Jeruzalem

    4

    4

    8

    A

    Juba

    4

    10

    14

    C

    Kaapstad

    4

    4

    8

    A

    Kabul en de Afghaanse provincies

    4

    11

    15

    C

    Kampala

    4

    7

    11

    B

    Khartoem

    4

    10

    14

    C

    Kiev

    4

    6

    10

    A

    Kigali

    4

    6

    10

    C

    Kinshasa

    4

    9

    13

    C

    Kopenhagen

    3

    0

    3

    A

    Koeweit

    4

    5

    9

    B

    Kuala Lumpur

    4

    5

    9

    A

    Lagos

    4

    9

    13

    C

    Lima

    4

    6

    10

    A

    Lissabon

    4

    0

    4

    A

    Ljubljana

    2

    1

    3

    A

    Londen

    2

    0

    2

    A

    Luanda

    4

    9

    13

    C

    Luxemburg

    1

    0

    1

    A

    Madrid

    3

    1

    4

    A

    Manilla

    4

    7

    11

    A

    Maputo

    4

    8

    12

    C

    Mexico

    4

    5

    9

    A

    Miami

    4

    1

    5

    A

    Milaan

    2

    1

    3

    A

    Minsk

    3

    6

    9

    B

    Moskou

    4

    5

    9

    A

    Mumbai

    4

    7

    11

    B

    München

    2

    0

    2

    A

    Muscat

    4

    4

    8

    A

    Nairobi

    4

    6

    10

    B

    Ndjamena

    4

    10

    14

    C

    New Delhi

    4

    7

    11

    B

    New York

    4

    1

    5

    A

    Niamey

    4

    9

    13

    C

    Nicosia

    4

    1

    5

    A

    Osaka/Kobe

    4

    2

    6

    A

    Oslo

    3

    0

    3

    A

    Ottawa

    4

    0

    4

    A

    Ouagadougou

    4

    8

    12

    C

    Panama stad

    4

    5

    9

    A

    Paramaribo

    4

    6

    10

    B

    Parijs

    1

    0

    1

    A

    Port of Spain

    4

    5

    9

    B

    Praag

    2

    1

    3

    A

    Pretoria

    4

    4

    8

    A

    Pristina

    4

    6

    10

    B

    Rabat

    4

    5

    9

    B

    Ramallah

    4

    6

    10

    A

    Riga

    3

    3

    6

    A

    Rio de Janeiro

    4

    5

    9

    A

    Riyad

    4

    7

    11

    C

    Rome

    3

    1

    4

    A

    San Francisco

    4

    0

    4

    A

    San José

    4

    4

    8

    A

    Sana'a

    4

    11

    15

    C

    Santiago de Chile

    4

    3

    7

    A

    Santo Domingo

    4

    6

    10

    A

    Sao Paulo

    4

    5

    9

    A

    Sarajevo

    3

    5

    8

    B

    Seoul

    4

    3

    7

    A

    Shanghai

    4

    4

    8

    A

    Singapore

    4

    2

    6

    A

    Skopje

    4

    3

    7

    A

    Sofia

    4

    4

    8

    A

    Stockholm

    3

    0

    3

    A

    St Petersburg

    4

    5

    9

    A

    Straatsburg

    1

    0

    1

    A

    Sydney

    5

    0

    5

    A

    Taipeh

    4

    3

    7

    A

    Tallinn

    4

    1

    5

    A

    Tbilisi

    4

    6

    10

    B

    Teheran

    4

    8

    12

    C

    Tel Aviv

    4

    3

    7

    A

    Tirana

    4

    5

    9

    B

    Tokio

    4

    2

    6

    A

    Toronto

    4

    0

    4

    A

    Tripoli

    4

    10

    14

    C

    Tunis

    4

    5

    9

    B

    Valetta

    4

    1

    5

    A

    Vancouver

    4

    0

    4

    A

    Vaticaanstad

    3

    1

    4

    A

    Vilnius

    3

    2

    5

    A

    Warschau

    3

    2

    5

    A

    Washington

    4

    1

    5

    A

    Wellington

    5

    0

    5

    A

    Wenen

    2

    0

    2

    A

    Yangon

    4

    8

    12

    C

    Yaoundé

    4

    9

    13

    C

    Zagreb

    3

    1

    4

    A

Bijlage

B

van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

  • 1.

    Inhouding huisvesting

    Het in artikel 8, derde lid, bedoelde percentage is ingaande 1 januari 2019: 23,4%.

  • 2.

    Bijkomende kosten huisvesting

    Het in artikel 9, derde lid, bedoelde percentage is: 7,7%.

  • 3.

    Koopkrachtcorrectie nettosalaris

    Het in artikel 10, derde lid, bedoelde percentage is ingaande 1 januari 2019: 49%.

  • 4.

    Standplaatstoelage

    Het in artikel 13, tweede en derde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019 per maand:

    20

    1.143

    19

    1.079

    18

    1.022

    17

    966

    16

    916

    15

    866

    14

    825

    13

    775

    12

    730

    11

    657

    10

    601

    9

    563

    8

    512

    7

    460

    6

    426

  • 5.

    Extra onderwijsbegeleiding

    De in artikel 21, derde lid, bedoelde bedragen zijn, afhankelijk van het gevolgde onderwijs: voor het schooljaar 2018 – 2019:

    Cluster 2: slechthorende en slechtziende kinderen

    7.352

    5.690

    13.042

    Cluster 2: kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    7.352

    5.690

    13.042

    Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen

    7.353

    4.968

    12.321

    Cluster 3: langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

    7.352

    4.915

    12.267

    Cluster 3: zeer moeilijk lerende kinderen

    7.393

    4.755

    12.148

    Cluster 4: kinderen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek

    7.352

    4.915

    12.267

    Cluster 2: slechthorende en slechtziende kinderen

    2.952

    5.690

    8.642

    Cluster 2: kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    2.952

    5.690

    8.642

    Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen

    2.953

    4.968

    7.921

    Cluster 3: langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

    2.952

    4.915

    7.867

    Cluster 3: zeer moeilijk lerende kinderen

    2.892

    4.755

    7.647

    Cluster 4: kinderen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek

    2.952

    4.915

    7.867

    Cluster 2: slechthorende en slechtziende kinderen

    1.642

    3.316

    3.760

    5.402

    7.076

    Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen

    1.673

    3.316

    5.150

    6.823

    8.466

    Cluster 3: langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

    1.642

    3.316

    3.299

    4.941

    6.615

    Cluster 3: zeer moeilijk lerende kinderen

    1.642

    3.316

    3.185

    4.827

    6.501

    Cluster 4: kinderen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek

    1.642

    3.316

    3.302

    4.944

    6.618

    PRO = praktijkonderwijs; LWOO = leerwegondersteunend onderwijs

  • 6.

    Schooltransport

    Het in artikel 23, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019:

    1

    300

    2

    513

    3

    642

    4 of meer

    685

  • 7.

    Bijlessen afhankelijke kinderen

    Het in artikel 24, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 1.744.

  • 8.

    Nederlandse taallessen afhankelijke kinderen

    Het in artikel 25, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 1.015.

  • 9.

    Geschatte ticketkosten jaarlijkse verlofreizen

    De in artikel 26, vijfde lid, bedoelde geschatte ticketkosten per persoon zijn ingaande 1 januari 2019:

    Antwerpen

    144

    Belgrado

    187

    Berlijn

    141

    Bern

    177

    Boedapest

    145

    Bratislava

    188

    Brussel

    170

    Dublin

    151

    Dusseldorp

    80

    Genève

    150

    Helsinki

    179

    Kopenhagen

    149

    Ljubljana

    139

    Londen

    136

    Luxemburg

    301

    Madrid

    141

    Milaan

    149

    München

    141

    Oslo

    145

    Parijs

    161

    Praag

    152

    Rome

    165

    Sarajevo

    235

    Stockholm

    144

    Straatsburg

    149

    Vaticaanstad

    165

    Warschau

    149

    Wenen

    149

    Zagreb

    175

  • 10.

    Vergoeding huispersoneel

    Het in artikel 32, vierde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019 per maand:

    18

    607

    51

    17

    607

    51

    16

    607

    51

    15

    607

    51

    14

    531

    51

    13

    531

    51

    12

    531

    51

    11

    455

    51

    10

    455

    51

    9

    455

    51

    8

    455

    51

    7

    455

    51

    6

    455

    51

  • 11.

    Vergoeding passieve representatie

    Het is artikel 35, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019 per maand:

    20

    1.268

    18

    842

    18

    714

    19

    1.141

    17

    771

    17

    653

    18

    1.014

    16

    712

    16

    603

    17

    864

    15

    620

    15

    526

    16

    798

    14

    572

    14

    485

    15

    732

    13

    500

    13

    424

    14

    675

    12

    460

    12

    389

    13

    624

    11

    382

    11

    323

    12

    573

    10

    279

    11

    503

    9

    251

    8

    206

    7

    182

    6

    154

  • 12.

    Transportvergoeding

    Het in artikel 39, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019 per maand:

    20

    370

    18

    340

    19

    370

    17

    340

    18

    370

    16

    340

    17

    348

    15

    328

    16

    348

    14

    328

    15

    348

    13

    314

    14

    348

    12

    314

    13

    348

    11

    293

    12

    348

    10

    293

    11

    348

    9

    293

    8

    278

    7

    278

    6

    264

  • 13.

    Tegemoetkoming in de kosten van dubbele huishouding

    Het in artikel 45, eerste lid, bedoelde percentage is ingaande 1 januari 2019: 23,1 %.

  • 14.

    Tegemoetkoming in de kosten van dubbele huishouding bij achterblijven en vooruitreizen

    Het in artikel 45, tweede lid, onder a, bedoelde percentage is ingaande 1 januari 2019: 9,9 %.

  • 15.

    Koopkrachtcorrectie tegemoetkoming in de kosten van dubbele huishouding

    Het in artikel 45, tweede lid, onder b, bedoelde percentage is ingaande 1 januari 2019: 4,8 %.

  • 16.

    Vergoeding van internaatskosten

    Het in artikel 51, tweede lid, bedoelde internaatstarief is voor het schooljaar 2018 – 2019: € 30.700.

  • 17.

    Tegemoetkoming voor verblijf in een gastgezin

    Het in artikel 52, derde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 365 per maand.

  • 18.

    Tegemoetkoming voor zelfstandige huisvesting

    Het in artikel 53, derde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 125 per maand.

  • 19.

    Eigen bijdrage bij vergoeding gastgezin en vergoeding internaatskosten in geval van kinderbijslag

    De in artikel 54, eerste lid, bedoelde bedragen zijn ingaande 1 januari 2019:

    0 – 6 jaar

    202,23

    6 – 12 jaar

    245,57

    12 – 18 jaar

    288,90

  • 20.

    Tegemoetkoming in de herinrichtingskosten

    Het in artikel 71, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 88.

  • 21.

    Tegemoetkoming in de woonlasten

    Het in artikel 80, derde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 1.100.

  • 22.

    Lessen in een buitenlandse taal

    Het in artikel 84, tweede lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 1.744.

  • 23.

    Aanloopvoorschot

    Het in artikel 90, derde lid, bedoelde bedrag is ingaande 1 januari 2019: € 23.904.

Bijlage

C

van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

  • 1.

    De in artikel 10, eerste lid, en artikel 11, tweede lid, onder a, bedoelde bestedingen van de CBS-bestedingsindex zijn ingaande 1 januari 2019:

    Woning

    Woninghuur hoofdwoning

    Huur garage hoofdwoning

    Toegerekende huur gratis woning

    Kleding en

    schoeisel

    Herenkleding

    Dameskleding

    Kledingartikelen en toebehoren

    Stadsgas en aardgas

    Elektriciteit

    Herenschoenen

    Vaste en vloeibare

    Brandstoffen

    Damesschoenen

    Compensatie energiebelasting

    Sportschoenen volwassenen

    Meubelen

    Lampen en decoratie Vloerbedekking

    Reparatie van meubelen Gordijnen, zonwering, horren, e.d.

    Andere artikelen voor persoonlijk gebruik (sieraden, tas, koffers)

    Hygiëne en geneeskundige

    verzorging

    Watervoorziening

    Schoonheidsartikelen, parfums, deo

    Geneesmiddelen en medische producten

    Verzekering i.v.m. gezondheid

    Beddengoed en huishoudlinnen

    Ontwikkeling

    ontspanning

    en verkeer

    Onderwijs

    Studie en schoolboeken

    Boekenfonds

    College en lesgelden

    Muziek-, dans- en sportlessen

    TV, audio, video, foto, film, (on)bespeelde informatie dragers

    Reparatie van apparaten

    Tabak

    Aankoop van voertuigen

    (Auto’s, fietsen, motorfietsen, scooters en bromfietsen)

    Verzekering i.v.m. de woning

    Onderdelen toebehoren privé voertuigen

    Onderhoud en reparatie privé voertuigen

    Verzekering i.v.m. vervoer

  • 2.

    De in artikel 45, eerste lid, bedoelde bestedingen van de CBS-bestedingsindex zijn ingaande 1 januari 2019:

    Woning

    Gereedschappen voor huis en tuin

    Verzekering i.v.m. de woning

    Bloemen planten tuinvegetatie

    Huishoudelijke diensten

    Overige schoonmaakmiddelen

    Diensten i.v.m. de woning (lift, reiniging e.d.)

    Meubelen

    Reparatie meubelen e.d.

    Glas, aardewerk, huishoudelijke artikelen

    Computerapparatuur

    Kranten en tijdschriften

    Beddengoed

    Huishoudlinnen

    Grote huishoudelijke apparaten exclusief kachels

    Kleine huishoudelijke apparaten

    Reparatie huishoudelijke apparaten

    Foto, film en optische instrumenten

    TV, audio en videoapparatuur

    CD, Video, DVD

    Reparatie van apparaten

    Overige verbruiksartikelen

    Auto's

    Onderdelen en toebehoren auto's

    Onderhoud en reparatie privé voertuigen

    Autoverzekering

    Lampen en decoratie

    Telefoon en internetdiensten

    Overige verzekeringen (WA e.d.)

    Brandstoffen en smeermiddelen

  • 3.

    De in artikel 45, tweede lid, onder a, bedoelde bestedingen van de CBS-bestedingsindex zijn ingaande 1 januari 2019:

    Woning

    Gereedschappen voor huis en tuin

    Bloemen planten tuinvegetatie

    Woning

    Grote huishoudelijke apparaten exclusief kachels

    Kleine huishoudelijke apparaten

    Reparatie huishoudelijke apparaten

    Diensten i.v.m. de woning (lift, reiniging e.d.)

    Overige verbruiksartikelen

    Lampen en decoratie

    Meubelen

    Reparatie meubelen e.d.

    Huishoudelijke diensten

    Overige schoonmaakmiddelen

    Glas, aardewerk, huishoudelijke artikelen

    Computerapparatuur

    Kranten en tijdschriften

    Beddengoed

    Huishoudlinnen

    Foto, film en optische instrumenten

    TV, audio en videoapparatuur

    CD, Video, DVD

    Reparatie van apparaten

    Verzekering i.v.m. de woning

    Overige verzekeringen (WA e.d.)

  • 4.

    De in artikel 45, tweede lid, onder b, bedoelde bestedingen van de CBS-bestedingsindex zijn ingaande 1 januari 2019:

    Woning

    Gereedschap voor huis en tuin

    Huishoudelijke diensten

    Bloemen, planten, tuinvegetatie

    Overige schoonmaakmiddelen

    Reparatie van huishoudelijke apparaten (inclusief huur)

    Computerapparatuur

    Kranten en tijdschriften

    Foto, film en optische instrumenten

    Overige verzekeringen (WA e.d.)

  • 5.

    De in artikel 11, vierde lid, bedoelde landen waarvan de koopkrachtcorrectie (KKC) als gevolg van de koersfluctuaties maandelijks wordt aangepast, zijn ingaande 1 januari 2019:

    Australië

    Cuba

    Zimbabwe

    Canada

    Hong Kong

    Chili

    Jordanië

    Denemarken

    Libanon

    Hongarije

    Oman

    Israël

    Panama-stad

    Japan

    Qatar

    Mexico

    Saudi-Arabië

    Nieuw-Zeeland

    Verenigde Arabische Emiraten

    Noorwegen

    Polen

    Tsjechië

    Turkije

    Verenigd Koninkrijk

    Verenigde Staten van Amerika

    Zweden

    Zuid-Korea

    Zwitserland

Bijlage

D

van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

  • 1.

    De standplaatsen met zware klimatologische omstandigheden als bedoeld in artikel 63, zevende lid, zijn ingaande 1 januari 2019:

    Abidjan

    Kuala Lumpur

    Abu Dhabi

    Lagos

    Accra

    Lima

    Almaty

    Manilla

    Caïro

    Maputo

    Colombo

    Miami

    Cotonou

    Mumbai

    Dar es Salaam

    Muscat

    Dhaka

    Niamey

    Doha

    Ouagadougou

    Dubai

    Panama-Stad

    Guatemala-Stad

    Paramaribo

    Havanna

    Riyad

    Islamabad

    Santo Domingo

    Jakarta

    Sao Paulo

    Khartoem

    Singapore

    Kinshasa

    Yangon

    Yaoundé

  • 2.

    De standplaatsen waar goederen voor kinderen jonger dan 1 jaar onvoldoende kunnen worden verkregen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel a, zijn ingaande 1 januari 2019:

    Abuja

    Havanna

    Addis Abeba

    Islamabad

    Algiers

    Juba

    Bagdad

    Kabul

    Bamako

    Khartoem

    Bujumbura

    Kigali

    Caïro

    Kinshasa

    Caracas

    Lagos

    Chisinau

    Luanda

    Colombo

    Maputo

    Cotonou

    Ndjamena

    Dakar

    Niamey

    Damascus

    Ouagadougou

    Dhaka

    Sana'a

    Erbil

    Teheran

    Gao

    Tripoli

    Goma

    Tunis

    Harare

    Yangon

    Yaoundé

  • 3.
    • a.

      Het in artikel 67, eerste lid, bedoelde ten hoogste verzekerde bedrag per m3 boedel is ingaande 1 januari 2019: € 2.500.

    • b.

      Het in artikel 67, tweede lid, bedoelde ten hoogste verzekerde bedrag van de auto is ingaande 1 januari 2019: € 44.214.

Bijlage

bevattende de door 3W, na advies van de reisagent vastgestelde, naar een maandbedrag teruggerekende waarde van een verlofticket voor kinderen, partners en alleenstaande ambtenaren betreffende het traject van de standplaats naar Schiphol vice versa als bedoeld in artikel 99, derde lid, onderdeel l, van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018

Abidjan

654

Abu Dhabi

494

Abuja

697

Accra

452

Addis Abeba

441

Algiers

204

Almaty

353

Amman

561

Ankara

207

Antwerpen

144

Astana

316

Athene

172

Bagdad

373

Bakoe

308

Bamako

729

Bangalore

483

Bangkok

668

Beiroet

270

Beijing

520

Belgrado

187

Berlijn

141

Bern

177

Boedapest

145

Boekarest

129

Bogota

659

Boston

527

Brasilia

792

Bratislava

188

Brussel

170

Buenos Aires

873

Bujumbura

916

Caïro

282

Canberra

959

Caracas

936

Chicago

544

Chisinau

187

Chongqing

656

Colombo

435

Cotonou

933

Dakar

487

Dar es Salaam

567

Dhaka

1.100

Doha

661

Dubai

406

Dublin

151

Dusseldorp

80

Erbil

491

Gao

729

Genève

150

Goma

756

Guangzhou

784

Guatamala Stad

528

Hanoi

689

Harare

612

Havanna

692

Helsinki

179

Ho Chi Minh Stad

798

Hong Kong

454

Islamabad

419

Istanbul

125

Jakarta

624

Jeruzalem

209

Johannesburg

460

Kaapstad

520

Kabul

1.067

Kampala

434

Khartoem

326

Kiev

159

Kigali

522

Kinshasa

627

Kopenhagen

149

Kuala Lumpur

561

Koeweit

299

Lagos

668

Lima

896

Lissabon

89

Ljubljana

139

Londen

136

Luanda

716

Luxemburg

301

Madrid

141

Manilla

895

Maputo

604

Mexico

989

Miami

650

Milaan

149

Minsk

237

Moskou

225

Mumbai

441

München

141

Muscat

514

Nairobi

501

New Delhi

528

New York

426

Niamey

679

Nicosia (LARNACA)

268

Osaka

776

Oslo

145

Ottawa

700

Ouagadougou

706

Panama Stad

453

Paramaribo

654

Parijs

161

Port of Spain

865

Praag

152

Pretoria

460

Pristina

221

Rabat

339

Ramallah

209

Riga

156

Rio de Janeiro

694

Riyadh

445

Rome

165

San Francisco

556

San José

524

Santiago de Chile

711

Santo Domingo

959

Sao Paulo

637

Sarajevo

235

Seoel

753

Shanghai

534

Singapore

524

Skopje

258

Sofia

142

Stockholm

144

St. Petersburg

269

Straatsburg

149

Sydney

601

Taipeh

652

Tallinn

159

Tbilisi

273

Teheran

259

Tel Aviv

209

Tirana

177

Tokio

694

Toronto

452

Tunis

232

Valletta

132

Vancouver

784

Vaticaanstad

165

Vilnius

140

Warschau

149

Washington

562

Wellington

1.634

Wenen

149

Yangon

948

Yaoundé

804

Zagreb

175