Wet van 5 juni 1913, tot regeling der arbeiders-ziekteverzekering

Ziektewet

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is aan arbeiders een geldelijke uitkeering bij ziekte te verzekeren, en bepalingen te maken omtrent de voorziening tegen ziekte van arbeiders;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Eerste

afdeling

Algemene bepalingen

§

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

2a

Bij een besluit ingevolge deze wet dat betrekking heeft op het al dan niet bestaan of voortbestaan van de ongeschiktheid tot werken is belanghebbende degene op wiens aanspraken het besluit betrekking heeft.

Artikel

2b

Vervallen

§

2

De werknemer

Artikel

3

Artikel

3a

Zo nodig in afwijking van artikel 3 en de daarop berustende bepalingen:

  • a.

    wordt als werknemer beschouwd de persoon van wie de verzekering op grond van deze wet voortvloeit uit de toepassing van bepalingen van een verdrag of van een besluit van een volkenrechtelijke organisatie;

  • b.

    wordt niet als werknemer beschouwd de persoon op wie op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie de wetgeving van een andere mogendheid van toepassing is.

Artikel

4

Artikel

5

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld, ingevolge welke eveneens als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van:

  • a.

    degene, die als thuiswerker arbeid verricht;

  • b.

    degene, die de onder a bedoelde persoon als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat;

  • c.

    degene, die als musicus of anderszins als artiest optreedt dan wel als beroep een tak van sport beoefent;

  • d.

    degene, die tegen beloning persoonlijk arbeid verricht en wiens arbeidsverhouding niet reeds ingevolge de voorgaande bepalingen als dienstbetrekking wordt beschouwd, doch hiermede maatschappelijk gelijk kan worden gesteld.

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

7

Voor de toepassing van deze wet wordt als werknemer beschouwd:

  • a.

    degene, die krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet uitkering ontvangt;

  • b.

    in door Onze Minister aan te wijzen gevallen degene, die ten minste vijf of ten minste de helft van zijn arbeidsuren per kalenderweek heeft verloren als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, doch aan wie geen uitkering wordt verleend op grond van enige bepaling van die wet of van het uitkeringsreglement werkloosheidsverzekeringen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel

8

Voor de toepassing van deze wet wordt mede als werknemer beschouwd:

  • a.

    degene, die krachtens de verplichte verzekering ingevolge deze wet ziekengeld ontvangt;

  • b.

    in door Onze Minister aan te wijzen gevallen degene, die wegens ziekte niet werkt, doch aan wie geen ziekengeld wordt verleend op grond van enige bepaling van deze wet.

Artikel

8b

Artikel

8c

Voor de toepassing van deze wet wordt mede als werknemer beschouwd:

§

3

De werkgever

Artikel

9

Werkgever is de natuurlijke persoon tot wie, of het lichaam tot welk een of meer natuurlijke personen in dienstbetrekking staan.

Artikel

10

Als werkgever wordt beschouwd:

  • 1°.

    in de gevallen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder:

    a en b: de aanbesteder;

    c en d: degene, met wie de overeenkomst tot bemiddeling is gesloten;

    f: de exploitant of mede-exploitant van het vaartuig;

    g: degene, bij wie de werkzaamheden worden verricht of de opleiding wordt genoten;

    h: de coöperatie;

  • 2°.

    in de gevallen, bedoeld in artikel 5, onder: a: de opdrachtgever;

    b: de thuiswerker;

    c: degene, met wie het optreden of de sportbeoefening is overeengekomen;

    d: degene, die bij de in artikel 5 bedoelde algemene maatregel van bestuur als werkgever wordt aangewezen.

Artikel

11

Artikel

11a

Artikel

12

Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 9 en 10 een ander dan de aldaar bedoelde personen aanwijzen als werkgever met betrekking tot:

  • a.

    degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en een opdrachtgever van die ander;

  • b.

    degene, die een thuiswerker als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat;

  • c.

    degene, die als musicus of anderszins als artiest optreedt dan wel als beroep een tak van sport beoefent.

Artikel

13

De werkgever is verplicht de werknemer gelegenheid te geven tot het uitoefenen van de hem bij of krachtens deze wet toegekende bevoegdheden en tot het nakomen van de hem bij of krachtens deze wet opgelegde verplichtingen, voor zover de uitoefening van die bevoegdheden en de nakoming van die verplichtingen niet buiten de arbeidstijd kan geschieden.

§

4

Het loon

Artikel

14

Artikel

15

Artikel 16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Tweede

afdeling

Van de verzekering van uitkering van ziekengeld

Artikel

19

Artikel

19a

Artikel

19b

Hoofdstuk

I

Van de verzekerden

Artikel

20

De werknemers in de zin van deze wet zijn verzekerd.

Artikel

21

In afwijking van artikel 20 wordt voor de toepassing van de tweede afdeling, hoofdstuk II en van artikel 64, de werknemer niet als verzekerde beschouwd voor zover hij werknemer is als bedoeld in artikel 8a.

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

26a

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan nadere regelen geven in geval van samenloop van verzekering ingevolge deze wet uit meerderen hoofde.

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Hoofdstuk

II

Van het ziekengeld

Artikel

29

Artikel

29a

Artikel

29b

Artikel

30

Artikel

30a

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

32a

Indien de verzekerde ter zake van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zowel recht heeft op ziekengeld op grond van deze wet als op toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 19 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel artikel 43a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, wordt het ziekengeld slechts uitbetaald voorzover het:

Artikel

33

Artikel

33a

Artikel

33b

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de artikelen 33, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid, en 33a.

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

38a

Artikel

39

Artikel

39a

Vervallen

Artikel 39b

Vervallen

Artikel 39c

Vervallen

Artikel

39d

Vervallen

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Vervallen

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

45a

Artikel

45b

Artikel

45c

Artikel

45d

Artikel

45e

Artikel

45g

Artikel

46

Artikel

47

Het ziekengeld wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand nadat het recht op die uitkering is vastgesteld, uitbetaald.

Artikel

47a

Artikel

48

Voor zover betreft het in ontvangst nemen van een uitkering ingevolge deze wet en het verlenen van kwijting voor de betaling daarvan, wordt een minderjarige met een meerderjarige gelijkgesteld. Indien de wettelijke vertegenwoordiger zich tegen de betaling aan de minderjarige schriftelijk verzet bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, geschiedt de uitbetaling aan de wettelijke vertegenwoordiger.

Artikel

49

De verzekerde is verplicht aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op zijn verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van een door hem aangevraagde of aan hem toegekende ziekengelduitkering.

Artikel

50

Artikel

51

Het Rijk is niet aansprakelijk voor het doen van uitkeringen of de verstrekking van bijdragen als bedoeld in artikel 59.

Artikel

52

Bij de vaststelling van de schadevergoeding, waarop de verzekerde naar burgerlijk recht aanspraak kan maken ter zake van zijn ongeschiktheid tot werken wegens ziekte, houdt de rechter rekening met de aanspraken, die hij krachtens deze wet heeft.

Artikel

52a

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft voor de krachtens deze wet gemaakte kosten verhaal op degene, die in verband met het veroorzaken van ongeschiktheid tot werken jegens de verzekerde naar burgerlijk recht tot schadevergoeding is verplicht, doch ten hoogste tot het bedrag, waarvoor deze bij het ontbreken van de aanspraken krachtens deze wet naar burgerlijk recht aansprakelijk zou zijn, verminderd met een bedrag, gelijk aan dat van de schadevergoeding tot betaling waarvan de aansprakelijke persoon jegens de verzekerde naar burgerlijk recht is gehouden.

Artikel

52b

Artikel

52c

Hoofdstuk

III

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Artikel

53

In de uitvoering van deze wet wordt voorzien door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Artikel

58

Vervallen

Artikel

59

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat in bij die maatregel aan te wijzen gevallen aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de bevoegdheid wordt verleend, te bepalen, dat aan een of meer bij hem verzekerde groepen van werknemers, met inachtneming van bij die maatregel te stellen regels, behalve het in deze wet geregelde ziekengeld andere uitkeringen worden gedaan of bijdragen worden verstrekt voor een of meer sociale fondsen.

Artikel

61

In afwijking van artikel 60 komen de uitkeringen op grond van deze wet ten aanzien van overheidswerknemers en degenen die op grond van artikel 7, artikel 8 of artikel 8a werknemer zijn wegens het ontvangen van een uitkering uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer, ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid, bedoeld in artikel 104 van de Werkloosheidswet.

Artikel

62

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering verstrekt, volgens nadere bij ministeriële regeling vast te stellen regels, uit de door dit instituut gevoerde administratie aan een daartoe door Onze Minister aangewezen onder hem ressorterende ambtenaar, gegevens omtrent het ziekteverzuim van werknemers.

Artikel

63

Vervallen

Artikel

63a

Vervallen

Hoofdstuk

IV

De vrijwillige verzekering

Artikel

64

Artikel

65

Artikel

66

Artikel

67

Vervallen

Artikel

67a

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beëindigt de vrijwillige verzekering:

  • a.

    op verzoek van de vrijwillig verzekerde met ingang van een door hem te bepalen datum;

  • b.

    met ingang van de dag, waarop de termijn van vijf jaar, bedoeld in artikel 64, tweede lid, onderdeel a, is verstreken;

  • c.

    met ingang van de dag, waarop de werkzaamheden bedoeld in artikel 64, tweede lid, worden beëindigd en de vrijwillige verzekerde niet langer geacht kan worden inkomsten te verkrijgen wegens eindiging van die werkzaamheden dan wel inkomsten te derven in geval van ziekte

  • d.

    met ingang van de dag, waarop de vrijwillig verzekerde verplicht verzekerd wordt ingevolge deze wet;

  • e.

    indien de verschuldigde premie over een periode van twee volle kalendermaanden niet, niet volledig of niet tijdig wordt betaald; of

  • f.

    indien niet langer wordt voldaan aan andere vereisten voor toelating tot de vrijwillige verzekering, bedoeld in artikel 64, tweede lid.

Artikel

68

Artikel

69

Artikel

71

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt nadere regels met betrekking tot de vrijwillige verzekering. Deze regels bevatten in ieder geval bepalingen met betrekking tot:

  • a.

    de toelating tot de vrijwillige verzekering;

  • b.

    het einde van de vrijwillige verzekering;

  • c.

    de premie voor de vrijwillige verzekering, en

  • d.

    het dagloon, bedoeld in artikel 68, eerste lid.

Artikel

72

Met betrekking tot het bepaalde bij of krachtens dit hoofdstuk zijn, met inachtneming van de wijzigingen, welke de aard van het onderwerp vordert, de overige bepalingen van deze wet en de ter uitvoering van die bepalingen genomen besluiten, voor zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan in het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde niet is afgeweken.

Derde

afdeling

Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en het beroep in cassatie

§

1

Algemeen

Artikel

72a

Artikel

72b

Artikel

73

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten, waaraan een medische beoordeling ten grondslag ligt.

Artikel

73a

Indien voor degene, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als werknemer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt aangemerkt, ten tijde van het bestaan van de arbeidsverhouding een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, dient, indien de belanghebbende zich in rechte op die beschikking beroept, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te bewijzen dat betrokkene in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

Artikel 73b

Vervallen

§

2

Geschillen van geneeskundige aard

Artikel

75

Deze paragraaf is van toepassing op geschillen van geneeskundige aard omtrent het al dan niet bestaan of voortbestaan van de ongeschiktheid tot werken.

Artikel

75b

§

3

Beroep in cassatie

Artikel

75c

Vierde

afdeling

Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Hoofdstuk

I

Strafbepalingen

Artikel

76

Hij, die niet voldoet aan een der verplichtingen, omschreven in artikel 13 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 77

Vervallen

Artikel

78

Vervallen

Artikel

79

Vervallen

Artikel

80

Vervallen

Artikel

81

Het recht tot strafvordering vervalt indien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan de verzekerde ter zake van hetzelfde feit reeds een boete heeft opgelegd.

Artikel

82

Vervallen

Artikel

83

De bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel

84

Vervallen

Hoofdstuk

II

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

85

De termijnen van het ziekengeld, welke niet zijn ingevorderd binnen twee jaren na de dag der betaalbaarstelling, worden niet meer uitbetaald.

Artikel 86

Vervallen

Artikel

87

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bepaalde groepen van personen bijzondere zo nodig van het bepaalde bij of krachtens deze wet afwijkende bepalingen worden gemaakt ten aanzien van de verzekering en de ziekengelduitkering.

Artikel

87a

Artikel

88

Artikel

89

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in deze wet gestelde termijnen van uitkering van geldelijke schadeloosstelling alsmede op de termijnen, gesteld in de artikelen 6, tweede lid, onder a en c, 29, vijfde lid, 35 en 46, eerste en vijfde lid.

Artikel

90

Het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8b wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

Artikel

91

Een voordracht tot een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8b wordt niet gedaan dan nadat twee maanden na de in artikel 90 bedoelde mededeling zijn verstreken. Gelijktijdig met de mededeling wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Binnen 30 dagen na de overlegging kan door een der kamers of tenminste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen worden gegeven dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven op het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, A. S. TALMA.
De Minister van Justitie ad interim, HEEMSKERK.