Besluit van 5 augustus 2000, houdende intrekking van het Besluit studiefinanciering en vervanging door het Besluit studiefinanciering 2000 ter uitvoering van de Wet studiefinanciering 2000 (Besluit studiefinanciering 2000)

Besluit studiefinanciering 2000

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 juni 2000, nr. 2000/23 732 (1707), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2000, nr. W05.00.0236/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 27 juli 2000, nr. 2000/27 634 (1707), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Hoofdstuk

2

Reikwijdte

Artikel

3

Nationaliteit: gehele gelijkstelling

Artikel

3a

Nationaliteit: gedeeltelijke gelijkstelling

Artikel

4

Aangewezen onderwijs

Vervallen

Hoofdstuk

2a

Criteria toekenning meeneembare studiefinanciering

Artikel

5

Reikwijdte partnerbegrip

In afwijking van artikel 1.1, eerste lid, van de wet, wordt in dit hoofdstuk onder partner verstaan: een echtgenoot of partner als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en b, of artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2004/38/EG.

Artikel

5a

Band met Nederland

Hoofdstuk

3

Weigerachtige of onvindbare ouders

Artikel

6

Algemeen

Artikel

7

Conflicteis

Artikel

8

Het gezag van de ouder beëindigd

Als bewijs dat het gezag van de ouder is beëindigd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, dient een afschrift van de beschikking van de rechtbank te worden overlegd.

Artikel

9

Geen contact sinds 12e jaar

Van geen contact met de ouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, is sprake, indien de student vanaf de maand waarin hij de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt geen wezenlijk contact met de ouder had. Als bewijs dient een verklaring van een ter zake deskundige te worden overlegd.

Artikel

10

Niet inbare alimentatie

Van voor de student niet inbare alimentatie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, is sprake, indien de alimentatie oninbaar is gedurende ten minste 12 maanden voorafgaande aan de maand waarin de student voor het eerst studiefinanciering ontvangt. Als bewijs dient een verklaring van een ter zake deskundige te worden overlegd.

Artikel

11

Onbekende verblijfplaats ouder

Artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel e, is van toepassing indien de student de verblijfplaats van de ouder niet kent en die verblijfplaats niet wordt achterhaald na onderzoek van Onze Minister gedurende ten hoogste 3 maanden onderscheidenlijk ten hoogste 6 maanden in geval van onderzoek in het buitenland.

Artikel

12

Draagkracht uit alimentatie

Hoofdstuk

3a

Kwijtschelding aanvullende beurs

Artikel

12a

Reikwijdte partnerbegrip

In aanvulling op het begrip partner, genoemd in artikel 1.1, eerste lid, van de wet, is in dit hoofdstuk slechts sprake van partner van de debiteur indien in het derde jaar volgend op het kalenderjaar van het laatste studiefinancieringstijdvak het partnerschap een tijdvak van meer dan 6 maanden omvat.

Artikel

12b

Gehele kwijtschelding voor debiteur zonder partner

Gehele kwijtschelding van de aanvullende beurs kan plaatsvinden indien het toetsingsinkomen van de debiteur zonder partner in het derde jaar volgend op het kalenderjaar van het laatste studiefinancieringstijdvak gelijk is aan of lager is dan 1,5 maal het belastbaar minimumloon.

Artikel

12c

Gedeeltelijke kwijtschelding voor debiteur zonder partner

Artikel

12d

Gehele kwijtschelding voor debiteur met partner

Gehele kwijtschelding van de aanvullende beurs kan plaatsvinden indien het toetsingsinkomen van de debiteur en diens partner in het derde jaar volgend op het kalenderjaar van het laatste studiefinancieringstijdvak gelijk is aan of lager is dan 2 maal het belastbaar minimumloon.

Artikel

12e

Gedeeltelijke kwijtschelding voor debiteur met partner

Artikel

12f

Aanvraag en tijdstip kwijtschelding

Hoofdstuk

4

Uitbetaling en verrekening

Artikel

13

Uitbetaling

Artikel

14

Voorschot lesgeld

Vervallen

Artikel

15

Verrekening voorschot lesgeld

Vervallen

Hoofdstuk

5

Verstrekken van inlichtingen

Artikel

16

Verstrekken van inlichtingen

Het verstrekken van inlichtingen, benodigd voor de uitvoering van de wet, door organen met een publiekrechtelijke taak geschiedt binnen 8 weken na de dag van verzending van de aanvraag om inlichtingen, indien door het college van burgemeester en wethouders te verschaffen inlichtingen onderzoek buiten de basisregistratie personen noodzakelijk maken. In alle overige gevallen geschiedt het verstrekken van inlichtingen binnen 4 weken na de dag van verzending van de aanvraag om inlichtingen. Onze Minister kan bij de aanvraag om inlichtingen aangeven hoe de overdracht van informatie plaatsvindt.

Hoofdstuk

6

Aanpassing van bedragen

Artikel

17

Aanpassing van bedragen

Hoofdstuk

7

Terugbetaling levenlanglerenkrediet in geval van samenloop

Artikel

18

Draagkrachtbepaling

Artikel

18a

Draagkracht verdelen over verschillende leningen

Artikel

18b

Volgorde van afboeken aflossingsbedragen

Indien de berekende terugbetalingstermijn hoger is dan de op grond van artikel 18 berekende draagkracht, worden aflossingen eerst afgeboekt op de terugbetalingstermijn behorende bij de lening met de kortste resterende terugbetalingsperiode, of bij een gelijke resterende terugbetalingsperiode op de lening die is ontstaan door de toekenning van het levenlanglerenkrediet.

Artikel

18c

Aflossingsvrije periode

Artikel

18d

Uitvoeringsregels

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met het oog op een goede uitvoering van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

8

Tegemoetkoming voor de eerste vier cohorten onder het studievoorschot hoger onderwijs

Artikel

20

Ambtshalve toekenning en toekenning op aanvraag

Artikel

21

Wijze van de verstrekking

Hoofdstuk

8a

Dit hoofdstuk is nog niet in werking getreden.

Artikel

21a

Begripsbepaling tegemoetkoming

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

21b

Ambtshalve toekenning en toekenning op aanvraag

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

21c

Wijze van de verstrekking

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

22

Toekenning voucher

Vervallen

Artikel

23

Verrekening voucher met verschuldigde collegegeld

Vervallen

Artikel

24

Voortijdige beëindiging van de inschrijving en overlijden ho-student

Vervallen

Artikel

25

Terugvordering vouchers bij ondoelmatige aanwending

Vervallen

Artikel

26

Toegang tot de registratie

Vervallen

Artikel

27

Bijhouden registratie

Vervallen

Artikel

28

Gegevensverstrekking

Vervallen

Artikel

29

Kennisneming van verstrekkingen

Vervallen

Artikel

30

Verbetering en verwijdering van gegevens

Vervallen

Hoofdstuk

9

Overgangsbepalingen

Artikel

30a

Overgangsbepaling artikel 2

Vervallen

Artikel

31

Overgangsbepaling artikel 3 BSF 2000

Vervallen

Artikel

32

Overgangsbepaling artikel 3 BSF

Vervallen

Artikel

33

Afwijking van voormalig artikel 3b

Op een ho-student die voor 1 september 2007 op grond van artikel 3a studiefinanciering ontving, blijft artikel 3a, zoals dat luidde op 31 augustus 2007, van toepassing zolang hij zonder onderbreking studiefinanciering op grond van dat artikel geniet.

Artikel

34

Overgangsbepaling artikel 14

Vervallen

Hoofdstuk

10

Wijzigingen in andere besluiten

Hoofdstuk

11

Slotbepalingen

Artikel

53

Intrekking Besluit studiefinanciering

Artikel

54

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Artikel

55

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit studiefinanciering 2000».

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen a.i., G. Zalm
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

behorend bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2000 (Stb. 329)

Vervallen