Wet van 7 december 2006 houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Pensioenwet en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te regelen, zulks onder intrekking van de Pensioen- en spaarfondsenwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1

Definities

Hoofdstuk

2

Overgangsrecht

Artikel

2a

Afhandeling verzoeken

Artikel

3

Ondernemingspensioenfonds

Indien een onderneming die op de peildatum is aangesloten bij een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet op de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet geen deel uitmaakt van de groep waaraan dit ondernemingspensioenfonds, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, is verbonden, kan dit ondernemingspensioenfonds blijven optreden als pensioenuitvoerder voor deze onderneming.

Artikel

4

Pensioenfonds/eenmansfonds

Artikel

6

Ouderdoms-, partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen

Artikel

7

Werknemer/verbonden aan de onderneming

Artikel

8

Werknemer/ directeur-grootaandeelhouder

Artikel

9

Pensioen/vervroegde uittreding

Indien uiterlijk op de peildatum een geldelijke, vastgestelde uitkering is overeengekomen voor een gewezen werknemer die wordt gedaan bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom in verband met vervroegde uittreding wordt deze gelijkgesteld met een uitkering als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Pensioenwet.

Artikel

10

Pensioen/functioneel leeftijdontslag

Indien uiterlijk op de peildatum een geldelijke, vastgestelde uitkering is overeengekomen voor een gewezen werknemer die wordt gedaan bij wijze van inkomensvoorziening bij ouderdom en deze uitkering is gebaseerd op een regeling die leidt tot uitkeringen vanaf een bepaalde leeftijd aan werknemers die werkzaamheden verrichten die door de werkgever als substantieel bezwarend zijn aangemerkt, wordt deze gelijkgesteld met een uitkering als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Pensioenwet.

Artikel

11

Karakter pensioenovereenkomst/pensioenregeling

Artikel

12

Vaststelling uitkering, kapitaal of premie

Artikel

13

Verlening van toeslagen

Artikel

14

Beperking onderscheid naar leeftijd

Artikel

15

Nadere eisen ouderdomspensioen

Artikel

16

Nadere eisen partnerpensioen

Artikel

17

Startbrief en melding van wijzigingen

Artikel

18

Onderbrengingsplicht werkgever

Artikel

19

Onderbrengingsplicht werkgever na toepassing artikel 2, derde lid, PSW

In afwijking van artikel 2 blijft de Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing op een pensioentoezegging als bedoeld in artikel 2 van die wet, indien die pensioentoezegging op de peildatum niet is ondergebracht bij een pensioenuitvoerder op grond van:

Artikel

20

Melding door fonds

Artikel

21

Opstellen en inhoud pensioenreglement

Artikel

22

Informatieverplichtingen van de pensioenuitvoerder

Artikel

23

Grenzen aan beleggingsvrijheid bij premieovereenkomsten/ regelingen met beleggingsvrijheid

Artikel

24

Uitvoeren vrijwillige voortzetting

Artikel

24a

Behoud aanspraak op partnerpensioen

Artikel

25

Behoud aanspraak in geval van scheiding

Artikel

25a

Gelijke behandeling bij toeslagen

Artikel

26

Keuzerecht uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen

Artikel

27

Verbod van vervreemding en onherroepelijke volmacht

Artikel

28

Afkoop klein ouderdomspensioen bij beëindiging deelneming

Artikel

29

Afkoop klein partnerpensioen bij ingang

Artikel

30

Afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding

Artikel

31

Bevoegdheid tot afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen

De in artikel 69, derde lid, van de Pensioenwet opgenomen voorwaarden hebben betrekking op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd na de datum van inwerkingtreding van het derde lid van genoemd artikel, tenzij in de pensioenovereenkomst is overeengekomen dat zij tevens betrekking hebben op de pensioenaanspraken die zijn opgebouwd voor de datum van inwerkingtreding van het derde lid van genoemd artikel.

Artikel

32

Waardeoverdracht bij wisseling

Artikel

34

Waardeoverdracht bij bereiken pensioendatum

Artikel

35

Collectieve waardeoverdracht op verzoek

Artikel

36

Collectieve waardeoverdracht bij liquidatie pensioenuitvoerder

Artikel

37

Waardeoverdracht aan een pensioeninstelling of verzekeraar uit andere lidstaat

Artikel

38

Waardeoverdracht aan Europese Gemeenschap of aangewezen instelling

Artikel

39

Waardeoverdracht aan andere instelling

Artikel

40

Bevoegdheid waardeoverdracht bij wisseling

Artikel

41

Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een pensioeninstelling of verzekeraar uit een andere lidstaat bij bereiken pensioendatum

Artikel

42

Collectieve waardeoverdracht naar pensioeninstelling of verzekeraar in een andere lidstaat

Artikel

43

Verplichting tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel

43a

Bevoegdheid tot medewerking aan inbreng van waarde

Artikel

44

Voorwaardelijke toeslagverlening

Artikel

46

Statuten

Artikel

47

Verbod instemmingsrecht

Artikel

48

Vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds

Indien een werkgever zich uiterlijk op de peildatum heeft aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds, blijft deze aansluiting in stand, ook als niet wordt voldaan aan de in artikel 121 van de Pensioenwet genoemde voorwaarden.

Artikel

48a

Minimaal vereist eigen vermogen

Artikel

49

Eisen ten aanzien van beleggingen

Artikel

49a

Parameters

Artikel

50

Jaarverslag

Artikel

51

Jaarrekening of verantwoording

Artikel

52

Aanwijzing

Artikel

53

Curator

Artikel

54

Bewindvoerder

Artikel

55

Last onder dwangsom en bestuurlijke boete

Artikel

56

Openbaarmaking

Artikel

57

Vergunning

Artikel

58

Register

Artikel

59

Ontheffing

Artikel

63

Behoud aanspraak op pensioen bij beëindiging deelneming

Artikel

64

Uitzondering plicht op waardeoverdracht uitstelfinancieringsfondsen

Artikel

65

Pensioen in het kader van het Sociaal Akkoord 2004

Artikel

66

Overgangsrecht in verband met afkoop prepensioen

Artikel

67

Goede invoering

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de goede invoering van de Pensioenwet en deze wet regels worden gesteld waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens voornoemde wet of deze wet.

Hoofdstuk

3

Wijziging van andere wetten

Paragraaf

1

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel

73

Integrale tekstpublicatie

Paragraaf

2

Buitenlandse Zaken

Paragraaf

3

Justitie

Artikel

75

Burgerlijk Wetboek

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 3 en Boek 7.

Paragraaf

4

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Paragraaf

5

Financiën

Paragraaf

6

Defensie

Paragraaf

7

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Hoofdstuk

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

91

Overgangsbepaling in verband met de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

Als de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of het bedrijf van schadeverzekeraar wordt niet beschouwd:

  • a.

    het sluiten of afwikkelen van levensverzekeringen onderscheidenlijk schadeverzekeringen voor eigen rekening door bijdragende ondernemingen in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, of pensioeninstellingen die voor eigen rekening geen andere levensverzekeringen of schadeverzekeringen sluiten of afwikkelen dan die welke dienen ter uitvoering van toezeggingen als bedoeld in artikel 19; en

  • b.

    het handelen van een ondernemingsspaarfonds in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, ter uitvoering van een door een werkgever getroffen regeling tot sparen voor een uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening zolang sprake is van een spaarfonds als bedoeld in artikel 5.

Artikel

95a

Bepalingen in verband met inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer

Wijzigt de Pensioenwet.

Artikel

95b

Bepalingen in verband met inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Mededingingswet als gevolg van evaluatie van die wet

Wijzigt de Mededingingswet.

Artikel

96

Overgangsbepalingen in verband met de Wet op het financieel toezicht

Artikel

97

Inwerkingtreding

Artikel

98

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. J. de Geus
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin