Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columba Livia);
-
assistent: door de NVWA met werkzaamheden belaste persoon, niet zijnde een dierenarts;
-
beschikking 93/152/EEG: beschikking 93/152/EEG van de Commissie van 8 februari 1993 houdende vaststelling van de eisen waaraan in het kader van de programma's inzake routinevaccinatie tegen Newcastle disease te gebruiken vaccins moeten voldoen (PbEG 1993, L 59);
-
beslag: op een verzamelcentrum in een afzonderlijke epidemiologische eenheid gehouden varkens of groep varkens, onderscheidenlijk rund of groep runderen, onderscheidenlijk paardachtige of groep paardachtigen met eenzelfde gezondheidsstatus;
-
blokperiode: tijdseenheid, die begint vanaf het tijdstip van eerste verzameling, van:
-
1.
ten hoogste 120 uur op een schapen- en geitenverzamelcentrum;
-
2.
ten hoogste 144 uur op een runderverzamelcentrum, ingeval de runderen die worden verzameld fokrunderen zijn die zijn bestemd voor de afvoer naar een lidstaat;
-
3.
ten hoogste 35 dagen op een runderverzamelcentrum, in geval de runderen die worden verzameld fokrunderen zijn die zijn bestemd voor de afvoer naar een derde land;
-
3a.
ten hoogste 30 uur op een runderverzamelcentrum, in geval de runderen die worden verzameld jonger dan 12 weken zijn;
-
4.
ten hoogste 48 uur op een varkensverzamelcentrum, in geval de varkens die worden verzameld slachtvarkens zijn;
-
5.
ten hoogste 24 uur op een:
-
–
varkensverzamelcentrum, in geval de varkens die worden verzameld geen slachtvarkens zijn,
-
–
runderverzamelcentrum, ingeval de runderen die worden verzameld geen fokrunderen of runderen, jonger dan twaalf weken zijn;
-
–
-
6.
ten hoogste 72 uur op een erkend paardenverzamelcentrum, ingeval de paardachtigen die worden verzameld bestemd zijn voor een in Nederland of in een andere lidstaat gelegen bestemming;
-
7.
ten hoogste 35 dagen op een erkend paardenverzamelcentrum, ingeval de paardachtigen die worden verzameld bestemd zijn voor een in een derde land gelegen bestemming.
-
1.
-
compartiment: compartiment als bedoeld in bijlage I, onderdeel a, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
derde land: land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat;
-
dierenarts: dierenarts als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet dieren;
-
dierenartsassistent paraveterinair: dierenartsassistent paraveterinair als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van het Besluit diergeneeskundigen;
-
eendagskuikens: dieren die nog geen 72 uur oud zijn en die nog niet zijn gevoerd;
-
eenden: dieren van de soort Anas platyrhynchos;
-
eerste verzameling: eerste aanvoer van varkens, runderen, schapen, of geiten op onderscheidenlijk een varkensverzamelcentrum, een runderverzamelcentrum, een schapenverzamelcentrum of een geitenverzamelcentrum, nadat dit is ontvolkt, gereinigd en ontsmet. Ingeval op een runderverzamelcentrum met meer dan een epidemiologische eenheden fokrunderen worden aangevoerd: eerste aanvoer van fokrunderen op een epidemiologische eenheid nadat deze is ontvolkt, gereinigd en ontsmet;
-
epidemiologische eenheid: fysiek volledig afgescheiden stalruimte op een runderverzamelcentrum of erkend paardenverzamelcentrum voor de huisvesting van een afzonderlijk beslag zodat geen contact met de overige op het verzamelcentrum aanwezige beslagen mogelijk is en die alleen via een eigen hygiënesluis te betreden is. Ingeval er meerdere epidemiologische eenheden op een runderverzamelcentrum of erkend paardenverzamelcentrum zijn ondergebracht is elke epidemiologische eenheid ook fysiek volledig van de overige epidemiologische eenheden afgescheiden;
-
evenhoevigen: varkens, runderen, schapen, geiten of herten;
-
fokgeiten: geiten die zijn bestemd voor fok- en gebruiksdoeleinden;
-
fokrunderen: runderen, ouder dan 2 maanden, die kennelijk bestemd zijn voor de fokkerij in een lidstaat of een derde land;
-
fokschapen: schapen die zijn bestemd voor fok- en gebruiksdoeleinden;
-
ganzen: dieren van de familie anseridae;
-
geaccrediteerde keuringsinstantie: keuringsinstantie, ten aanzien waarvan:
-
1°.
door de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie is verklaard dat de keuringsinstantie voldoet aan de criteria van EN 45004 en ISO 17020 en de relevante criteria van ISO 9001/9002, voorzover deze verklaring betrekking heeft op het bedrijfsrapport, bedoeld in artikel 79, tweede lid, onderdeel m.
-
2°.
door de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie is verklaard dat de keuringsinstantie voldoet aan de criteria van EN 45004 en ISO 17020 en de relevante criteria van ISO 9001/9002, voorzover deze verklaring betrekking heeft op verrichtingen in de veehouderij, en de keuringsinstantie aan de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie heeft verzocht te verklaren dat de keuringsinstantie aan genoemde criteria voldoet met betrekking tot het bedrijfsrapport, bedoeld in artikel 79, tweede lid, onderdeel m.
-
1°.
-
gebied: gebied als bedoeld in bijlage I, onderdeel p, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
geitenverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van geiten;
-
geringe capaciteit: het aantal behandelde grootvee-eenheden bedraagt per week ten hoogste 30 en per jaar ten hoogste 1.500, waarbij het aantal grootvee-eenheden als volgt wordt berekend:
-
1°.
runderen en gedomesticeerde wilde soortgenoten:
-
–
volwassen runderen: 1;
-
–
andere runderen alsmede gedomesticeerde edelherten: 0,5;
-
–
-
2°.
andere diersoorten en gedomesticeerde soortgenoten:
-
–
een schaap, een geit of een gedomesticeerd damhert: 0,10;
-
–
een lam, een jonge geit, een big, van minder dan 15 kg levend gewicht: 0,05;
-
–
-
1°.
-
gevoelige soort: gevoelige soort als bedoeld in bijlage I, onderdeel n, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
grootouderdier: vermeerderingsdier dat wordt gehouden voor de productie van andere vermeerderingsdieren;
-
hygiënesluis: ruimte die zodanig gesitueerd is dat zij gepasseerd moet worden voordat een epidemiologische eenheid op een runderverzamelcentrum of erkend paardenverzamelcentrum betreden kan worden;
-
kalkoenen: dieren van de soort Meleagris gallopavo;
-
keuringsdierenarts: bevoegde, door de NVWA met werkzaamheden belaste dierenarts;
-
kippen: dieren van de soort Gallus gallus;
-
koppel: groep dieren met dezelfde gezondheids- en immuniteitsstatus en van dezelfde leeftijd, die in eenzelfde lokaal of een zelfde uitloopruimte wordt opgefokt of gehouden en die een epizoötiologische eenheid vormen;
-
kwartels: dieren van het geslacht Cortunix;
-
kweekgebied van weekdieren: kweekgebied van weekdieren als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
kwekerij: kwekerij als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
leghennen: dieren bestemd voor productie van consumptie-eieren;
-
lidstaat: lidstaat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;
-
loopvogels: dieren van de orde Struthioniformes;
-
mesterij: bedrijf of onderdeel van een bedrijf waar uitsluitend runderen, schapen of geiten worden gehouden die zijn bestemd om rechtstreeks of via een erkend verzamelcentrum te worden afgevoerd naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis of naar een niet in Nederland gelegen bestemming;
-
mestgeiten: geiten die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een mesterij of een niet in Nederland gelegen bedrijf om te worden gemest voor de slacht;
-
mestrunderen: runderen die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een mesterij of een niet in Nederland gelegen bedrijf om te worden gemest voor de slacht;
-
mestschapen: schapen die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een mesterij of een niet in Nederland gelegen bedrijf om te worden gemest voor de slacht;
-
minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;
-
paardachtigen: als huisdier gehouden of in het wild levende paarden, zebra’s, ezels of kruisingen daarvan;
-
paardenverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van paardachtigen die kennelijk zijn bestemd om te worden verhandeld;
-
parelhoenders: dieren van het geslacht Numididae;
-
pluimveebedrijf: inrichting die wordt gebruikt voor het anders dan voor recreatieve of educatieve doeleinden fokken, opfokken of houden van fokdieren, vleesdieren of legdieren;
-
reinigings- en ontsmettingsplaats voor vervoermiddelen: geheel aan installaties en voorzieningen nodig voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen;
-
richtlijn 2005/94/EG: richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EG, bijlage I (PbEU 2006, L10);
-
richtlijn 92/119/EEG: richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62);
-
richtlijn nr. 2003/99/EG: richtlijn nr. 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad van de Europese Unie en intrekking van richtlijn nr. 92/117/EEG van de Raad van de Europese Unie (PbEG L 325);
-
richtlijn nr. 2006/88/EG: richtlijn nr. 2006/88/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2006, betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PbEG L 328);
-
richtlijn nr. 64/432/EEG: richtlijn nr. 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121);
-
richtlijn nr. 91/68/EEG: richtlijn nr. 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L 46);
-
richtlijn nr. 92/117/EEG: richtlijn nr. 92/117/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in producten van dierlijke oorsprong teneinde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PbEG 1993 L 62);
-
richtlijn nr. 92/65/EEG: richtlijn nr. 92/65/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van richtlijn nr. 90/425/EEG geldt (PbEG L 268);
-
richtlijn nr. 92/66/EEG: richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260);
-
ronde: periode waarbinnen vogels vanaf het uitkomen of aanvoeren op een bedrijf worden opgefokt of gehouden tot het moment waarop zij slachtrijp zijn;
-
runderverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van runderen;
-
schapenverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van schapen;
-
slachtgeiten: geiten die kennelijk zijn bestemd voor de slacht;
-
slachtrunderen: runderen die kennelijk zijn bestemd voor de slacht;
-
slachtschapen: schapen die kennelijk zijn bestemd voor de slacht;
-
slachtvarkens: varkens die kennelijk zijn bestemd voor de slacht;
-
UBN: UBN als bedoeld in de Regeling identificatie en registratie van dieren;
-
varkensverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van varkens;
-
vermeerderingsdieren: vogels bestemd voor productie van broedeieren;
-
verordening (EG) nr. 1/2005: verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PbEU L 3);
-
verordening (EG) nr. 1069/2009: verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PbEU L 300);
-
verordening (EG) nr. 175/2010: verordening (EG) nr. 175/2010 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft maatregelen ter bestrijding van de verhoogde mortaliteit bij oesters van de soort Crassostrea gigas in samenhang met de detectie van het Ostreid herpesvirus 1 µvar (OsHV-1 µvar);
-
verordening (EG) nr. 178/2002: verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);
-
verordening (EG) nr. 2160/2003: verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEG L 325);
-
verordening (EG) nr. 589/2008: verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren (PbEU 2008, L 163);
-
verordening (EG) nr. 599/2004: verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (Pb L EU 94);
-
verordening (EG) nr. 616/2009: verordening (EG) nr. 616/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/94/EG wat betreft de goedkeuring van compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere in gevangenschap levende vogels ten aanzien van aviaire influenza en aanvullende voorzorgsmaatregelen op het gebied van de bioveiligheid in dergelijke compartimenten (PbEU L 181);
-
verordening (EG) nr. 999/2001: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEU L 147);
-
Verordening (EU) nr. 576/2013: Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (PbEU L 178);
-
verordening nr. (EG) 1760/2000: verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad van de Europese Unie (PbEG L 204);
-
verordening (EU) 2019/627: uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PbEU L 131).
-
vervoeren van een vervoermiddel: het voortbewegen of doen voortbewegen van een vervoermiddel;
-
vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;
-
vervoerseenheid: voertuig dat of aanhangwagen, oplegger of container die deel uitmaakt of kan uitmaken van een combinatie als bedoeld in onderdeel n;
-
vleeseenden: eenden van 72 uur en ouder die worden opgefokt of gehouden voor de productie van vlees;
-
vleeskalkoenen: kalkoenen van 72 uur en ouder die worden opgefokt of worden gehouden voor de productie van vlees;
-
vleeskuikens: kippen van 72 uur en ouder die worden opgefokt of worden gehouden voor de productie van vlees;
-
waterdier: waterdier als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn nr. 2006/88/EG, met uitzondering van de waterdieren, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
-
waterdier voor sierdoeleinden: waterdier voor sierdoeleinden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, van richtlijn nr. 2006/88/EG;
2
Voor de toepassing van artikel 13 wordt onder abortus verstaan: het spontaan meer dan 21 dagen eerder dan de gemiddelde draagtijd van het desbetreffende runderras ter wereld brengen van een vrucht of vruchten door een rund, ingeval de dracht meer dan 100 dagen heeft geduurd.
3
Voor de toepassing van titel 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7, wordt verstaan onder werkzaamheden: controle als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet.