Besluit van 23 mei 2011, houdende bepalingen inzake de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterbesluit)

Drinkwaterbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

§

1.1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

Definities

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • biocide: biocide als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

  • BRL 6010: Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL® procescertificaat voor «legionellapreventie-advisering voor collectieve leidingwaterinstallaties», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip;

  • BRL K14010-1: Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa-attest met productcertificaat voor «legionellapreventie met alternatieve technieken; Deel 1: Fysische techniek inclusief beheersconcept voor de nageschakelde installatie», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip;

  • BRL K14010-2: Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa-attest met productcertificaat voor «legionellapreventie met alternatieve technieken; Deel 2: Elektrochemische technieken: koper/zilver-ionisatie, anodische oxidatie», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip;

  • BTO 2001.175: BTO 2001.175 «Hygiënecode drinkwater; opslag, transport en distributie», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip;

  • certificatie-instelling: door de Raad voor Accreditatie gecertificeerde instelling die bevoegd is certificaten af te geven of in te trekken voor een product, dienst of kwaliteitsmanagementsysteem;

  • chemicaliën: stoffen of daaruit samengestelde producten, niet zijnde biociden als bedoeld in artikel 1 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die ten behoeve van de bereiding van drinkwater in contact worden gebracht met te behandelen water of drinkwater, dan wel daaraan worden toegevoegd met het doel een kwaliteitsverandering van dat water te bewerkstelligen;

  • chemisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het toevoegen van biociden aan drinkwater;

  • elektrochemisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van elektroden om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel biociden aan drinkwater toe te voegen;

  • fotochemisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van ultraviolet licht in combinatie met titaniumoxide om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel biociden aan drinkwater toe te voegen;

  • fysisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van filters, pasteurisatie of door lagedruk-lampen opgewekt ultraviolet licht;

  • hemelwater: water afkomstig van atmosferische neerslag;

  • huishoudwater: water als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet, dat uitsluitend bestemd is voor toiletspoeling;

  • huishoudwatervoorziening: samenstel van leidingen, fittingen en toestellen voor de productie en distributie van huishoudwater;

  • kwaliteitsmanagementsysteem: systeem voor de bedrijfsvoering van een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 15, dat betrekking heeft op de primaire en secundaire bedrijfsprocessen en strekt tot waarborging van de kwaliteit van het drinkwater en de kwaliteit van de distributie daarvan;

  • legionellabacterie: bacterie behorend tot het geslacht Legionella;

  • legionella-beheersplan: plan als bedoeld in artikel 38, eerste lid;

  • legionella-risicoanalyse: risicoanalyse als bedoeld in artikel 37, eerste en tweede lid;

  • leveringspunt: plaats waar:

    • a.

      het distributienet van een drinkwaterbedrijf, respectievelijk collectieve watervoorziening, overgaat in een collectieve watervoorziening, respectievelijk collectief leidingnet, dan wel overgaat in een woninginstallatie of andere installatie die op dat distributienet is aangesloten;

    • b.

      een collectief leidingnet overgaat in een woninginstallatie of andere installatie die op dat leidingnet is aangesloten;

  • materialen: industrieel gevormde vaste stoffen of daaruit samengestelde producten, niet zijnde chemicaliën, die gebruikt worden voor het vervaardigen en verwerken van producten die in contact kunnen komen met te behandelen water of drinkwater en daarbij kunnen worden afgegeven aan dat water;

  • Nederlandse Mededingingsautoriteit: Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet;

  • NEN 1006: NEN 1006 «Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties», zoals deze luidden op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling aan te wijzen aanvullingen en correctiebladen;

  • NEN 3650: de volgende delen van NEN 3650:

    NEN 3650-1 «Eisen voor buisleidingsystemen – Deel 1: Algemeen»;

    NEN 3650-2 «Eisen voor buisleidingsystemen – Deel 2: Staal»;

    NEN 3650-3 «Eisen voor buisleidingsystemen – Deel 3: Kunststof»;

    NEN 3650-4 «Eisen voor buisleidingsystemen – Deel 4: Beton»;

    NEN 3650-5 «Eisen voor buisleidingsystemen – Deel 5: Gietijzer»,

    zoals deze luidden op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling genoemde aanvullingen en correctiebladen;

  • NEN 3651: NEN 3651 «Aanvullende eisen voor buisleidingsystemen in kruisingen met belangrijke waterstaatswerken», zoals deze luidden op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling genoemde aanvullingen en correctiebladen;

  • NEN 7171-1: NEN 7171-1 «Ordening van ondergrondse netten – Criteria», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling genoemde aanvullingen en correctiebladen;

  • NEN-EN-ISO 9001: NPR 7171-2 «Ordening van ondergrondse netten – Procesbeschrijving», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling genoemde aanvullingen en correctiebladen;

  • NPR 7171-2: NEN-EN-ISO 9001 «Kwaliteitsmanagementsystemen – Eisen», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip, met inbegrip van de bij die regeling genoemde aanvullingen en correctiebladen;

  • noodwater-risicoanalyse: analyse met betrekking tot het risico dat de inzet van noodwater oplevert voor de volksgezondheid of het distributienet als bedoeld in artikel 49;

  • paalkampeerterrein: kosteloos te gebruiken kampeerterrein van Staatsbosbeheer dat met een paal als zodanig is aangeduid;

  • recreatiewoning: recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers het hoofdverblijf elders hebben, voor zover dit verblijf geen deel uitmaakt van een complex van soortgelijke verblijven dat in het kader van een bedrijf of in enigerlei vorm van onderlinge samenwerking door de rechthebbenden wordt beheerd;

  • tappunt: plaats waar het drinkwater, huishoudwater of warm tapwater beschikbaar komt voor gebruik;

  • thermisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op beheersing van de temperatuur van het drinkwater of het warm tapwater;

  • verstorings-risicoanalyse: analyse met betrekking tot het risico op verstoringen, bedoeld in artikel 33 van de wet, met inbegrip van het actueel houden van die analyse;

  • wet: Drinkwaterwet.

§

1.2

Huishoudwater

Artikel

3

Productie en distributie van huishoudwater

Artikel

4

Gebruik van huishoudwater

De eigenaar van een huishoudwatervoorziening draagt er, voor zover dat binnen zijn vermogen ligt, zorg voor dat een consument of andere afnemer van het huishoudwater dat water alleen gebruikt of kan gebruiken voor toiletspoeling.

Artikel

5

Productie van huishoudwater

Hoofdstuk

2

Tarieven en fusies

§

2.1

Tarieven

Artikel

6

Vermogenskostenvoet

Artikel

7

Aandeel eigen vermogen

Artikel

8

In tarief door te berekenen kosten

Artikel

8a

Advies door NMa

Artikel

9

Raming van omzet en kosten

Artikel

10

Kostenposten en toerekening

§

2.2

Fusies

Artikel

11

Beoordeling fusieverzoek

Hoofdstuk

3

De zorg voor de kwaliteit van drinkwater

§

3.1

Drinkwaterbedrijven

§

3.1.1

De hoedanigheid van het water

Artikel

12

Relatie met zorgplicht deugdelijk drinkwater

Voor zover de eigenaar van een drinkwaterbedrijf voldoet aan de in deze paragraaf opgenomen bepalingen en de daarop berustende voorschriften, voldoet hij daarmee, voor zover het betreft de in die bepalingen en voorschriften geregelde onderwerpen, tevens aan artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel

13

Kwaliteitseisen

Artikel

14

Monsterneming en analyse

Bij ministeriële regeling worden met betrekking tot de volgende onderwerpen nadere voorschriften gesteld:

  • a.

    de laboratoria die analyses uitvoeren en de bedrijven en personen die onder verantwoordelijkheid van een laboratorium monsters nemen ter uitvoering van dit besluit en de daarop berustende voorschriften,

  • b.

    de wijze van monsterneming en de analyse van water dat als grondstof wordt gebruikt voor de bereiding van drinkwater, het behandelde water of halffabrikaat en het geleverde drinkwater,

  • c.

    de frequentie waarmee het water wordt geanalyseerd, en

  • d.

    een daartoe op te stellen meetprogramma.

§

3.1.2

Kwaliteitsmanagementsysteem

Artikel

15

Handleiding en bedrijfsprocessen

Artikel

16

Certificering

Een kwaliteitsmanagementsysteem is of wordt gecertificeerd door een bij de Raad voor Accreditatie daarvoor geaccrediteerde certificatie-instelling of door een certificatie-instelling die daarvoor is geaccrediteerd door een andere accreditatie-instelling die ondertekenaar is van de Multilateral Agreement van de European co-operation for Accreditation (EA-01/06).

Artikel

17

Betrokkenheid inspecteur

Artikel

18

Inrichting, werkzaamheden, vakbekwaamheid en voorlichting

Bij ministeriële regeling kunnen in het belang van de volksgezondheid eisen worden gesteld als bedoeld in artikel 21, vierde lid, van de wet.

§

3.1.3

Materialen, chemicaliën en distributienet

Artikel

19

Zorgplicht

Artikel

20

Kwaliteitsverklaring

Artikel

21

Aanleg en herstel transport- en distributienet

§

3.1.4

Niet voldoen aan kwaliteitseisen

Artikel

22

Onderzoek en herstelmaatregelen

Artikel

23

Informeren toezichthouder

Indien drinkwater niet voldoet aan artikel 21, eerste lid, van de wet of aan een in tabel I of II van bijlage A, behorende bij dit besluit, gestelde eis, informeert de eigenaar van een drinkwaterbedrijf terstond en volledig de toezichthouder hierover alsmede over het onderzoek en de te nemen herstelmaatregelen, bedoeld in artikel 22.

Artikel

24

Aan consumenten te verstrekken informatie

Artikel

25

Overschrijding tabel III

§

3.1.5

Verstrekking, publicatie en archivering kwaliteitsgegevens

Artikel

26

Bewaren en bekendmaking gegevens

§

3.1.6

Warm tapwater

Artikel

27

Grondstof en borging kwaliteit

§

3.1.7

Ontheffing

Artikel

28

Ontheffingverlening

Artikel

29

Kortdurende overschrijdingen zonder nadelige gevolgen

§

3.1.8

Gebruikte grondstof

Artikel

30

Onderzoek en kwaliteitseisen

§

3.2

Collectieve watervoorzieningen

Artikel

32

Paalkampeerterrein

In afwijking van artikel 31 zijn op een collectieve watervoorziening, die deel uitmaakt van een paalkampeerterrein, hoofdstuk III van de wet en de daarop berustende bepalingen niet van toepassing, voor zover bij de voorziening is aangegeven dat het water, ook na koken of filtreren, niet bestemd is om te drinken of voedsel mee te bereiden.

§

3.3

Collectieve leidingnetten

Artikel

33

Artikelen die van overeenkomstige toepassing zijn

Artikel

34

Toepassing NEN 1006

Hoofdstuk

4

Legionellapreventie

§

4.1

Reikwijdte en kwaliteitseis

Artikel

35

Reikwijdte

Artikel

36

Kwaliteitseis

§

4.2

Legionella-risicoanalyse en legionella-beheersplan

Artikel

37

Legionella-risicoanalyse

Artikel

38

Legionella-beheersplan

Artikel

39

Terinzagelegging en wijziging

Artikel

40

Uitvoering maatregelen, logboek

§

4.3

Controle, melding en maatregelen

Artikel

41

Informeren inspecteur, nemen maatregelen

Artikel

42

Wijze van monstername en analyse

Het nemen en analyseren van monsters ter uitvoering van hoofdstuk 4 en de daarop berustende bepalingen geschiedt overeenkomstig een bij ministeriële regeling vast te stellen methode.

Artikel

43

Frequentie monstername

Artikel

44

Volgorde beheersmaatregelen

Hoofdstuk

5

Leveringszekerheid en continuïteit

Artikel

45

Hoeveelheid en druk

Artikel

46

Prognose waterbehoefte

De eigenaar van een drinkwaterbedrijf verschaft, middels het leveringsplan, inzicht in de redelijkerwijs te verwachten toekomstige behoefte aan drinkwater in het distributiegebied van zijn drinkwaterbedrijf en in de daaraan verbonden consequenties ten aanzien van de winning, zuivering en distributie van drinkwater en neemt in dat plan een daarop aansluitende planning voor de drinkwatervoorziening op voor een periode van ten minste tien jaar.

Artikel

47

Verstorings-risicoanalyse

Artikel

48

Nooddrinkwater

Artikel

49

Noodwater-risicoanalyse

Artikel

50

Eigen voorziening bij uitval externe leveranties

De eigenaar van een drinkwaterbedrijf beschikt over onafhankelijke voorzieningen, die een continue levering van deugdelijk drinkwater gedurende ten minste tien dagen waarborgen op basis van een gemiddeld dagverbruik, teneinde de gevolgen van uitval van externe leveranties zo veel mogelijk te beperken.

Artikel

51

Oefening

In overleg met de inspecteur oefent de eigenaar van een drinkwaterbedrijf ten minste een maal per twee jaar de inzet van het drinkwaterbedrijf bij verstoringen, welke oefeningen eenmaal per vier jaar worden gecombineerd met de diensten en organisaties die deel uitmaken van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 9 van de Politiewet 1993.

Artikel

52

Voortzetting levering

Artikel

53

Leveringsplan

Artikel

54

Optreden inspecteur

Hoofdstuk

6

De doelmatigheid van de openbare drinkwatervoorziening

§

6.1

Prestatievergelijking

Artikel

55

Frequentie

De uitvoering van de prestatievergelijking vindt plaats volgens een bij ministeriële regeling te bepalen frequentie.

Artikel

56

Protocol

Artikel

57

Prestatie-indicatoren

§

6.2

Verslag prestatievergelijking

Artikel

58

Inhoud van verslag

Hoofdstuk

7

Maatregelen in het belang van de volksgezondheid

Artikel

59

Verstrekking gegevens

Bij ministeriële regeling worden in het belang van de volksgezondheid gegevens als bedoeld in artikel 51 van de wet aangewezen die door de eigenaar van een drinkwaterbedrijf aan de toezichthouder worden verstrekt, op een bij die regeling aangegeven wijze.

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen en overgangsrecht

Artikel

69

Overgangsregime

Artikel

70

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Drinkwaterwet in werking treedt.

Artikel

71

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Drinkwaterbesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Bijlage

A

behorend bij hoofdstuk 3 van het Drinkwaterbesluit

Tabel I. Microbiologische parameters

Escherichia coli

0

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Enterococcen

0

kve/100 ml

Cryptosporidium

Noot 1

(Entero)virussen

Noot 1

Giardia

Noot 1

Campylobacter

Noot 1

Bacteriofagen

pve/l

pve = plaquevormende eenheden

Noot 1

Noot:

1) Micro-organismen mogen krachtens artikel 21, eerste lid, en artikel 25 van de wet, niet in een zodanige concentratie in het drinkwater voorkomen dat nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen ontstaan. Voor bepaalde micro-organismen, zoals virussen en protozoa (onder meer Cryptosporidium en Giardia), is het niet mogelijk om concentraties te meten op het zeer lage niveau, waarop blootstelling relevant is voor de gezondheid van de gebruiker. In plaats hiervan dient de eigenaar die gebruik maakt van oppervlaktewater als grondstof voor de bereiding van drinkwater op basis van metingen van de desbetreffende micro-organismen in de grondstof en gegevens over de verwijderingscapaciteit bij de verschillende zuiveringsprocessen (inclusief eventuele bodempassages) in overleg met de inspecteur een kwantitatieve risicoanalyse voor het bereide drinkwater op te stellen. De VROM-Inspectierichtlijn «Analyse microbiologische veiligheid drinkwater» dient hiertoe gebruikt te worden.

Voor het door middel van deze risicoanalyse berekende theoretische infectierisico geldt een grenswaarde van één infectie per 10 000 personen per jaar. De toetsing aan deze grenswaarde voor het infectierisico dient in elk geval te worden uitgevoerd voor Enterovirussen, Cryptosporidium en Giardia, maar geldt in principe ook voor andere pathogene micro-organismen. Indien het berekende infectierisico groter is dan de genoemde grenswaarde, dient de eigenaar met de inspecteur te overleggen over te nemen maatregelen.

De inspecteur kan bepalen dat voor kwetsbare grondwaterwinningen eenzelfde risicoanalyse wordt uitgevoerd.

Tot de groep van bacteriofagen worden in elk geval gerekend de somatische colifagen en de F-specifieke bacteriofagen.

Tabel II. Chemische parameters

Acrylamide

0,10

μg/l

Noot 1

Antimoon

5,0

μg/l

Arseen

10

μg/l

Benzeen

1,0

μg/l

Benzo(a)pyreen

0,010

μg/l

Boor

0,5

mg/l

Bromaat

1,0

μg/l

Bij desinfectie geldt een maximale waarde van 5,0 μg/l (als 90 percentielwaarde, met een maximum van 10 μg/l)

Cadmium

5,0

μg/l

Chroom

50

μg/l

Cyaniden (totaal)

50

μg/l

Noot 3

1,2-Dichloorethaan

3,0

μg/l

Epichloorhydrine

0,10

μg/l

Noot 1

Fluoride

1,0

mg/l

Koper

2,0

mg/l

Noot 2

Kwik

1,0

μg/l

Lood

10

μg/l

Noot 2

Nikkel

20

μg/l

Noot 2

Nitraat

50

mg/l

Noot 4

Nitriet

0,1

mg/l

Noot 4

N- nitrosodimethylamine (NDMA)

12

ng/l

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) (som)

0,10

μg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie hoger dan de detectiegrens. Noot 5

Polychloorbifenylen (PCB’s) (individueel)

0,10

μg/l

Per stof.

PCB’s (som)

0,50

μg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie > 0,05 μg/l. Noot 6

Pesticiden (individueel)

0,10

μg/l

Per stof. Noot 7. Voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide geldt een maximum waarde van 0,030 μg/l.

Pesticiden (som)

0,50

μg/l

Som van afzonderlijke pesticiden met concentratie hoger dan de detectiegrens.

Seleen

10

μg/l

Tetra- en trichlooretheen (som)

10

μg/l

Trihalomethanen (som)

25

μg/l

Noot 8

Vinylchloride

0,10

μg/l

Noot 1

Noten:

1) Deze parameterwaarde heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximum migratie van de overeenkomstige polymeer in contact met water, of betreft een feitelijk gemeten waarde.

2) Deze waarde geldt voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt. Deze methode is beschreven in de «VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit».

3) Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald.

4) Ten aanzien van de concentraties nitraat en nitriet dient tevens te worden voldaan aan de voorwaarde dat [nitraat]/50 +[nitriet]/3 <1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2.

5) De gespecificeerde verbindingen zijn: pyreen, benzo(a)antraceen, benzo(ghi)peryleen, fenantreen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, chryseen en fluorantheen

6) De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

7) Onder pesticiden wordt verstaan: organische insecticiden, organische herbiciden, organische fungiciden, organische nematociden, organische acariciden, organische algiciden, organische rodenticiden, organische slimiciden en soortgelijke producten (onder meer groeiregulatoren). De norm van 0,1 μg/l geldt ook voor humaan toxicologisch relevante metabolieten, afbraak- en reactieproducten van pesticiden. Voor metabolieten van pesticiden en afbraak- of reactieproducten, die niet humaan toxicologisch relevant zijn, geldt een norm van 1,0 μg per liter.

8) De maximumwaarde geldt bij het gebruik van chloor(verbindingen) voor desinfectie; in de overige situaties geldt de maximumwaarde genoemd in Tabel IIIc bij gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen. De gespecificeerde verbindingen zijn: chloroform, bromoform, dibroomchloormethaan en broomdichloormethaan. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn dan 15 μg/l. De somwaarde van 25 μg/l geldt als 90 percentiel, met een maximum van 50 μg/l. Voor drinkwatervoorzieningen op mijnbouwinstallaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, geldt als somwaarde 100 μg/l, waarbij het gehalte broomdichloormethaan maximaal 60 μg/l mag zijn.

Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters

Aeromonas (30 °C)

1000

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Ammonium

0,20

mg/l

Bacteriën van de coligroep

0

kve/100 ml

Chloride

150

mg/l

Jaargemiddelde.

Clostridium perfringens (inclusief sporen)

0

kve/100 ml

DOC/TOC

Geen abnormale verandering

mg/l

Noot 1

Geleidingsvermogen

125 bij 20 °C

mS/m

Hardheid (totaal)

> 1

mmol/l

Totale hardheid te berekenen als aantal mmol Ca2+ plus Mg2+/l. Normwaarde geldt uitsluitend bij toepassing van ontharding of ontzouting. Toetsing vindt plaats aan de 90 percentiel van de meetgegevens.

Noot 2

Koloniegetal bij 22 °C

100

kve/ml

Geometrisch jaargemiddelde. Noot 2

Radioactiviteit

Noot 3

Totale α

Totale ß

Tritium

Indicatieve dosis (totaal)

0,1

1

100

0,10

Bq/l

Bq/l

Bq/l

mSv/j

Noot 3

Saturatie Index (SI)

> –0,2

pH-eenheden

Jaargemiddelde.

Temperatuur

25 °C

Geldt voor drinkwater

Vrij chloor

0,1 < mg/l < 0,3

mg/l

Noot 4

Waterstofcarbonaat

> 60

mg/l

Zuurgraad

7,0 < pH < 9,5

pH-eenheden

Zuurstof

>2

mg/l

Noten:

1) Indien DOC/TOC (dissolved organic carbon/total organic carbon) niet wordt bepaald, dan dient de oxideerbaarheid met KMnO4 te worden bepaald (norm 5,0 mg/l O2).

2) Deze parameter geldt niet voor water als bedoeld in artikel 14 van het Warenwetbesluit Verpakte waters.

3) Totaal α, uitgezonderd radon, inclusief kortlevende vervalprodukten van radon. Totaal ß behalve 40 K, tritium en kortlevende vervalprodukten van radon. Indien de norm voor totaal α en/of totaal ß wordt overschreden dient nader onderzoek te worden uitgevoerd conform de «VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit».

4) Geldt alleen voor zover bij drinkwatervoorzieningen op mijnbouwinstallaties, als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, natriumhypochloriet aan het drinkwater wordt toegevoegd ter desinfectie van het water. De contacttijd tussen het chloor en het water moet ten minste 30 minuten bedragen.

Tabel IIIb. Indicatoren – Organoleptische/esthetische parameters

Aluminium

200

μg/l

Noot 1

Geur

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Kleur

20

mg/l Pt/Co

IJzer

200

μg/l

Mangaan

50

μg/l

Natrium

150

mg/l

Jaargemiddelde (maximum 200 mg/l)

Smaak

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Sulfaat

150

mg/l

Troebelingsgraad

4 (tap) 1 (af pompstation)

FTE

FTE = formazine troebelingseenheden Noot 3.

Zink

3,0

mg/l

Na > 16 uur stilstand

Noten:

1) Bij (dreigende) overschrijding van een waarde voor aluminium van 30 μg/l dient dit aan de inspecteur gemeld te worden in verband met het eventueel gebruik van het drinkwater voor nierdialyse.

2) Analyse kan kwalitatief worden uitgevoerd. Indien het resultaat positief is dient een kwantitatieve analyse te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens de verdunningsmethode.

3) In aanvulling op de kwantitatieve eis geldt dat de troebelingsgraad aanvaardbaar voor de gebruikers dient te zijn en geen abnormale veranderingen mag vertonen.

Tabel IIIc. Indicatoren – Signaleringsparameters (noot 1)

AOX

μmol X/l

Aromatische aminen

1

μg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 μg/l. Noot 2

(Chloor)fenolen

1

μg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 μg/l Noot 2

Diglyme(n)

1

μg/l

Ethyl tert-butyl ether (ETBE)

1

μg/l

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

1

μg/l

Noot 4

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen

1

μg/l

Noot 4

Methyl tert-butyl ether (MTBE)

1

μg/l

Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten

1

μg/l

Noot 4

Overige antropogene stoffen

1

μg/l

Noot 3

Noten:

1) Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 μg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid, maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken.

2) Metabolieten van pestciden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn, vallen onder tabel II van deze bijlage. Voor de overige metabolieten geldt een norm van 1,0 μg/l (zie tabel II noot 7).

3) Met deze parameter worden stoffen bedoeld die niet behoren tot de andere parameters in deze tabel maar welke een bedreiging voor de drinkwatervoorziening kunnen zijn.

4) Voor enkele individuele stoffen uit deze parametergroep geldt ook een maximale waarde in tabel II.

Bijlage

B

behorend bij hoofdstuk 5 van het Drinkwaterbesluit

Ten aanzien van de organisatie, maatregelen, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van een drinkwaterbedrijf bevat het leveringsplan in ieder geval:

  • 1.

    Algemene gegevens:

    • a)

      Begripsomschrijvingen

    • b)

      Een beschrijving van de wijze waarop de totstandkoming, actualisering, vaststelling en verspreiding van het leveringsplan is gewaarborgd.

    • c)

      Contactgegevens voor de verantwoordelijke functionarissen voor het leveringsplan.

    • d)

      Beschrijving van de relaties tussen het leveringsplan en eventuele andere bedrijfsplannen van het drinkwaterbedrijf.

    • e)

      Een toekomstvisie conform artikel 46 zoals:

      •   i.

        Behoefteprognose voor een periode van 10 jaar

      •   ii.

        Planning ter veiligstelling van de drinkwatervoorziening gesplitst naar winning, zuivering en distributie voor een periode van 10 jaar.

    • f)

      Een verzendlijst.

  • 2.

    Leveringsparagraaf niet-verstoorde omstandigheden

    • a)

      Aanpak van het voldoen aan de leveringsverplichtingen in niet-verstoorde omstandigheden

  • 3.

    Verstoringsparagraaf

    • a)

      Een overzicht van de administratieve en organisatorische gegevens van het drinkwaterbedrijf, zoals:

      •   i.

        Vestigingsplaatsen

      •   ii.

        Organisatieschema met verantwoordelijkheden en autorisaties

    • b)

      Een schematisch overzicht van technische gegevens van het drinkwaterbedrijf, zoals:

      •   i.

        Overzicht van winning- en productielocaties

      •   ii.

        Overzicht van het transport en distributienet, inclusief koppelingen met naburige bedrijven

      •   iii.

        Overzicht van de capaciteit en levering onder niet-verstoorde omstandigheden

      •   iv.

        Overzicht van de beschikbare reservecapaciteit en koppelingsregelingen met andere drinkwaterbedrijf voor gebruik bij verstoringen

      •   v.

        Verstoringsregistratie

      Een verstorings-risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 47 met in ieder geval de onder c) tot en met j) beschreven gegevens, analyses en maatregelen.

    • c)

      Inventarisatie en analyse van de bestaande en te verwachte dreigingen voor de openbare drinkwatervoorziening

    • d)

      Algemeen beleid inzake weerstandsverhoging tegen deze dreigingen en de gemaakte keuze hoe deze dreigingen worden ondervangen (verdeling over preventie, preparatie, respons, nazorg en restrisico’s)

    • e)

      Beschrijving van de op grond van de verstorings-risicoanalyse getroffen beveiligingmaatregelen, zoals:

      •   i.

        Opzet en onderhoud van de organisatorische beveiligingsmaatregelen; dit pakket aan maatregelen bevat ten minste:

        •   –

          de aanwijzing van een beveiligingsdeskundige die belast is met de uitvoering en de naleving van de beveiligingsmaatregelen

        •   –

          de aanwijzing van een plaatsvervanger van de beveiligingsdeskundige

        •   –

          een plan voor de interne beveiligingsorganisatie

        •   –

          een plan voor de externe beveiligingsorganisatie

        •   –

          een evaluatieprogramma om de doeltreffendheid van de beveiligingsmaatregelen te kunnen beoordelen

        •   –

          Het plan voor de externe beveiligingsorganisatie wordt opgesteld in afstemming met de voor de openbare orde en openbare veiligheid verantwoordelijke diensten

      •   ii.

        Opzet en onderhoud van de personele maatregelen; dit pakket bevat maatregelen die weerstand bieden aan de dreigingen uit de verstorings-risicoanalyse

      •   iii.

        Opzet en onderhoud van de bouwkundige en technische beveiligingsmaatregelen; dit pakket aan maatregelen bevat maatregelen die ten minste vertraging bieden tegen de dreigingen uit de verstorings-risicoanalyse

      •   iv.

        Opzet en inhoud van de elektronische beveiligingsmaatregelen; dit pakket aan maatregelen bevat maatregelen die ten minste de dreigingen uit de verstorings-risicoanalyse kunnen signaleren

      •   v.

        Opzet en onderhoud van de informatie beveiligingsmaatregelen; dit pakket aan maatregelen bevat maatregelen die ten minste weerstand bieden tegen de dreigingen uit de verstorings-risicoanalyse.

    • f)

      Beschrijving van de op grond van de verstorings-risicoanalyse getroffen verstoringsmaatregelen, zoals:

      •   i.

        Beschrijving van de algemene werkwijze bij verstoringen

        •   –

          Opbouw en inrichting van de verstoringsorganisatie

        •   –

          Functionele invulling van de verstoringsorganisatie

        •   –

          Beschrijving van het systeem van melding en alarmering

        •   –

          Beschrijving van het systeem van opschaling

        •   –

          Beschrijving van de hersteldienst

        •   –

          Schematisch overzicht van de alle bij een verstoring betrokken partijen

      •   ii.

        Beschrijving van de specifieke verstoringsbestrijdingsplannen

    • g)

      Beschrijving van de strategie inzake communicatie bij verstoringen

    • h)

      Beschrijving van de strategie, het gekozen concept, de organisatie en de middelen voor de inrichting van de nooddrinkwatervoorziening

    • i)

      Beschrijving van de strategie inzake de noodwatervoorziening

    • j)

      Beschrijving van de afhandeling van de evaluatie na een verstoring.

Bijlage

C

behorend bij artikel 6 van het Drinkwaterbesluit

De gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet wordt vastgesteld met behulp van de onderstaande formule

rTV = rVV x (1 – EV) + rEV x EV;

waarbij:

rTV = gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet;

rVV = vergoeding voor vreemd vermogen;

rEV = vergoeding voor eigen vermogen;

EV = aandeel eigen vermogen in het totaal van eigen en vreemd vermogen1De waarde voor het aandeel eigen vermogen wordt gebaseerd op een financieringsstructuur die als redelijk wordt beschouwd voor de drinkwaterbedrijven, gegeven de situatie op de financiële markt. Deze waarde kan afwijken van het werkelijk aandeel eigen vermogen van de bedrijven..

De vergoeding vreemd vermogen (rVV) en de vergoeding eigen vermogen (rEV) worden als volgt bepaald2De waarden van de in de formules genoemde parameters voor de bepaling van rVV en rEV zijn afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markt. De bepaling van deze waarden zal plaatsvinden op basis van een analyse ten behoeve van de tweejaarlijkse vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Ter illustratie het volgende rekenvoorbeeld. Stel rr is gelijk aan 4%, ro is gelijk aan 0,5%, rm is gelijk aan 9% en βEV is gelijk aan 0,5, dan volgt dat rVV is gelijk aan 4,5% en rEV is gelijk aan 6,5%. Bij EV is gelijk aan 40%,volgt: rTV = 4,5% x 0,6 + 6,5% x 0,4 = 5,3%.:

rVV = rr + ro;

rEV = rr + βEV(mrp);

waarbij:

rr = risicovrije rente, inclusief inflatie;

ro = rente-opslag;

mrp = marktrisicopremie3De marktrisicopremie is het verschil tussen het verwachte rendement dat beleggers eisen voor het investeren in de marktportefeuille en de risicovrije rente.;

βEV = De equity bèta is een maat voor het marktrisico dat een investeerder loopt door te investeren in de aandelen van een specifieke onderneming ten opzichte van het risico van het investeren in de marktportefeuille.