Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 december 2004, nr. MJZ2004100413, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende aanwijzing van ambtenaren, aan wie taken of bevoegdheden worden opgedragen, onderscheidenlijk verleend in het kader van regelgeving op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving)
Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Handelende, voor zover nodig in overeenstemming met de Ministers van Defensie, van Economische Zaken, van Financiën, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Verkeer en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
De inspecteur-generaal en de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de betrokken regio en de onder hun bevelen werkzame ambtenaren worden aangewezen als ambtenaren als bedoeld in:
De inspecteur-generaal en de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de betrokken regio en de door hen daartoe aangewezen, onder hun bevelen werkzame ambtenaren worden aangewezen als ambtenaren ten aanzien van wie, in geval van levering van leidingwater door een collectieve watervoorziening of een collectief leidingnet, het ten aanzien van de inspecteur in de artikelen 5, eerste en tweede lid, 6, 7, 8 en 14 van de Waterleidingwet bepaalde van toepassing is, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 12.
Artikel
4
De door de inspecteur-generaal van het Inspectoraat-Generaal VROM daartoe aangewezen, onder zijn bevelen werkzame ambtenaren zijn belast met de opsporing van de strafbare feiten, genoemd in:
De inspecteur-generaal en de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de betrokken regio en de onder hun bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen, zijn belast met het toezicht op de uitvoering en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens:
De directeur van de Auditdienst VROM en de onder zijn bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen, zijn, voor zover het betreft de onderzoeken, bedoeld in de artikelen 20 en 21 van de Comptabiliteitswet 2001, en de controle, bedoeld in artikel 66 van die wet, belast met het toezicht op de uitvoering en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de subsidieregelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
2
In opdracht van de directeur van de Auditdienst VROM kunnen door hem aangewezen ambtenaren van auditdiensten van andere ministeries bij die opdracht aangegeven taken als bedoeld in het eerste lid, uitvoeren.
De inspecteur-generaal en de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de betrokken regio en de onder hun bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen, zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
De directeur van de Auditdienst VROM en de onder zijn bevelen werkzame ambtenaren, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen, zijn, voor zover het betreft de onderzoeken, bedoeld in de artikelen 20 en 21 van de Comptabiliteitswet 2001, en de controle, bedoeld in artikel 66 van die wet, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de subsidieregelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
2
In opdracht van de directeur van de Auditdienst VROM kunnen door hem aangewezen ambtenaren van auditdiensten van andere ministeries bij die opdracht aangegeven taken als bedoeld in het eerste lid, uitvoeren.
het Besluit inzameling afvalstoffen en de Regeling inzameling afvalstoffen;
–
de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
Artikel
10
De commandant en de controleurs van het Commando Opslag en Vervoer Gevaarlijke Stoffen zijn mede belaste met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 4, paragrafen 1 en 2, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, voor zover het toezicht kan worden uitgeoefend in samenhang met de werkzaamheden waartoe zij krachtens wettelijke bepalingen inzake het vervoer van stoffen en preparaten bevoegd zijn.
De inspecteur-generaal der mijnen en de inspecteurs van het Staatstoezicht op de Mijnen worden aangewezen als ambtenaren ten aanzien van wie, in geval van levering van leidingwater door collectieve watervoorzieningen die aanwezig zijn op een mijnbouwinstallatie, aangewezen krachtens de Mijnbouwwet, het ten aanzien van de inspecteur in de artikelen 5, eerste en tweede lid, 6, 7, 8 en 14 van de Waterleidingwet bepaalde van toepassing is.
Artikel
13
De inspecteur-generaal der mijnen en de inspecteurs van het Staatstoezicht op de Mijnen zijn, voor zover het betreft mijnbouwactiviteiten, mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
De ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, zijn, voor zover het toezicht kan worden uitgeoefend in samenhang met de werkzaamheden waartoe zij krachtens wettelijke bepalingen inzake de douane bevoegd zijn, mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
De ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn, voor zover het de beleidsterreinen van dat ministerie betreft, mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde:
De ambtenaren van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn, voor zover het betrekking heeft op de bescherming van werknemers, mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
De inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de door hem daartoe aangewezen onder zijn bevelen werkzame ambtenaren van die inspectie zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
hoofdstuk 4, paragraaf 1, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, voor zover het toezicht kan worden uitgeoefend in samenhang met de werkzaamheden waartoe zij krachtens wettelijke bepalingen inzake het vervoer van stoffen en preparaten bevoegd zijn, alsmede voor zover het betreft het Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten aan boord van zeeschepen die gerechtigd zijn de Nederlandse vlag te voeren, met uitzondering van de schepen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Schepenwet;
De hoofdinspecteurs van de Voedsel en Waren Autoriteit en de controleambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
Wijzigt de Regeling aanwijzing keuringsinstelling en toezichthoudende ambtenaren Wet explosieven voor civiel gebruik.
Artikel
21
Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de wet van 22 oktober 2003 tot wijziging van diverse wetten in verband met de instelling van het Inspectoraat-Generaal VROM en ter verbetering van de doelmatigheid van gegevensverstrekking met het oog op toezicht (Stb. 2003, 449) in werking treedt.
Artikel
22
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S.M.Dekker