Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 augustus 2004, nr. TRCJZ/2004/4798, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van het agentschap LASER (Mandaatbesluit LNV LASER)
Mandaatbesluit LNV LASER
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Besluit:
Paragraaf
1
Algemeen
Artikel
1
Aan de teammanagers van het agentschap LASER is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen ten aanzien van de in de artikelen 9 tot en met 16 genoemde aangelegenheden.
Artikel
2
Aan de directeur, de plaatsvervangend directeur en de unitmanagers van het agentschap LASER is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
a.
1°.
het niet ontvankelijk verklaren van bezwaarschriften in gevallen, het werkterrein van LASER betreffende, waarin geen sprake is van een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep;
2°.
het gegrond of ongegrond dan wel niet ontvankelijk verklaren van bezwaarschriften tegen besluiten van teammanagers met betrekking tot de aangelegenheden genoemd in de artikelen 9, 10, met uitzondering van de onderdelen d, e, f, h en j, 11, 12, met uitzondering van de onderdelen d, e, g en h, 13, met uitzondering van de onderdelen b, g, h, i en j, 14, met uitzondering van onderdeel mm, 15 en 16, met uitzondering van de onderdelen n, p, q, t, u, x, ee, gg, mm en nn, indien het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan;
3°.
de verdaging van een beslissing op een ingediend bezwaarschrift als bedoeld onder 1° of 2°;
4°.
verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;
het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die nodig zijn voor de organisatie en de uitvoering van transport, opslag en vernietiging van verwerkte dierlijke eiwitten als bedoeld in de Regeling transport en vernietiging verwerkte dierlijke eiwitten;
e.
de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de dienst betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden ondertekend.
Artikel
3
Aan de directeur en de plaatsvervangend directeur van het agentschap LASER is mandaat en volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
a.
het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;
bezwaarschriften inzake de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 86, 90 en 91 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, indien het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan;
d.
het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die nodig zijn voor de organisatie en de uitvoering van maatregelen inzake de bestrijding crises op de beleidsterreinen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
e.
de machtiging van juristen werkzaam bij het agentschap LASER om de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter inzake beroepen tegen besluiten, genomen krachtens de artikelen 2, onderdeel a, en 3, onderdeel c.
Artikel
4
Aan de unitmanagers van het agentschap LASER is volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 50.000,– niet te boven gaan.
Artikel
5
Aan de hoofden van de stafafdelingen van het agentschap LASER is volmacht verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 5.000,– niet te boven gaan.
Artikel
6
Aan de directeur, de plaatsvervangend directeur en het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van het agentschap LASER is mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
verweerschriften en andere stukken in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voortvloeiende uit besluiten, genomen krachtens de artikelen 2, onderdeel a, en 3, onderdeel c;
d.
het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel tegen rechterlijke uitspraken in gedingen, voortvloeiend uit besluiten, genomen krachtens de artikelen 2, onderdeel a, en 3, onderdeel c.
Artikel
7
De hoofden bedrijfsbureau van het agentschap LASER zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zekerheden vrij te geven, voor zover van toepassing, met betrekking tot de in artikel 14, onderdelen p tot en met mm genoemde regelingen.
Artikel
8
Aan het hoofd van de afdeling Juridische Zaken en de unitmanagers van het agentschap LASER is mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 86, 90 en 91 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Paragraaf
2
De binnenvisserij, kustvisserij en visserijzone
Artikel
9
De in artikel 1 bedoelde aangelegenheden betreffende visserijaangelegenheden zijn beschikkingen met betrekking tot:
het besluit tot toepassing van bestuursdwang van artikel 112, eerste lid, van de Flora- en faunawet, alsmede de aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;
de beschikkingen inzake de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer, alsmede het sluiten van de overeenkomst, bedoeld in artikel 15 van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer;
de beschikking tot het verlenen van een voorschot, tot subsidievaststelling en tot intrekking van inzake krachtens artikel 5, onderdeel a, van de Kaderwet LNV-subsidies verleende subsidies particulier natuurbeheer.
de aankoop, bij inschrijving, van boter op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160), Verordening (EG) nr. 2771/1999 Hoofdstuk II, afdeling 1 t/m 3 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PbEG L133);
z.
de verkoop, voor uitvoer, van boter uit interventievoorraden op basis van Verordening (EG) nr.1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 3378/1991 van de Commissie van 20 november 1991 houdende nadere regels voor de verkoop, voor uitvoer, van boter uit interventievoorraden (PbEG L 319);
aa.
de verkoop van boter uit openbare opslag op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160), en Verordening (EG) nr. 2771/1991 Hoofdstuk II, afdeling 5 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PbEG L133);
bb.
de aankoop van magere melkpoeder op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 214/2001 Hoofdstuk II, afdeling 1 t/m 4 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor magere melkpoeder (PbEG L 37);
cc.
de verkoop bij openbare inschrijving van magere melkpoeder voor de vervaardiging tot mengvoeder op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2799/1999 Hoofdstuk III van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en verkoop van voornoemd magere melkpoeder (PbEG 340);
dd.
de algemene en speciale interventiemaatregelen in de sector rundvlees op basis van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 562/2000 van de Commissie van 15 maart 2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft (PbEG L 68);
ee.
de afzet van het door de interventiebureaus aangekochte bevroren rundvlees op basis van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2173/1979 van de Commissie van 4 oktober 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de afzet van rundvlees gekocht door interventiebureaus (PbEG L 251);
ff.
de overneming van granen door de interventiebureaus op basis van Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit (PbEG L 100) en Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEG L 181);
gg.
de verkoop van graan door de interventiebureaus op basis van Verordening (EG) nr. 2131/93 van de Commissie van 28 juli 1993 tot vaststelling van de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus (PbEG L 191) en Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEG L 181);
hh.
de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (PbEG L 350);
ii.
buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland op basis van Verordening (EEG) nr. 2759/1975 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (PbEG L 282) en Verordening (EG) 413/97 van de Commissie van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees (PbEG L 62);
jj.
de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 429/90 van de Commissie van 20 februari 1990 betreffende de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap (PbEG L 45);
kk.
de afzet tegen verlaagde prijs van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat op basis van op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 3143/85 van de Commissie van 11 november 1985 betreffende de afzet tegen verlaagde prijs van interventieboter bestemd voor onmiddellijk verbruik in de vorm van boterconcentraat (PbEG L 298);
ll.
de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk op basis van Verordening (EG) nr. 2191/81 van de Commissie van 31 juli 1981 betreffende de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk (PbEG L 213);
de individuele subsidieverstrekkingen op basis van Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de produktie en de afzet van honing (PbEG, nr. L 173);
de Regeling EG-voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten, alsmede het namens de Staat der Nederlanden en de Commissie van de Europese Gemeenschappen in dat kader sluiten van uitvoeringsovereenkomsten met subsidieontvangers.
Paragraaf
8
Het Stimuleringskader
Artikel
15
De in artikel 1 bedoelde aangelegenheden betreffende het Stimuleringskader zijn de beschikkingen met betrekking tot:
de in- en verkoop van goederen of daarmee verwante werkzaamheden, voor zover deze werkzaamheden verband houden met de verwezenlijking van de ontwikkelingssamenwerking met derde landen;
l.
de ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Landbouwkwaliteitsregeling biologische produktiemethode 1996;
m.
de individuele subsidieverstrekking op grond van Verordening (EEG) nr. 866/90 van de Raad van 29 maart 1990 inzake de verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwprodukten (PbEG, nr. L 91);
de individuele subsidieverstrekkingen aan het Communautair Initiatief PESCA op basis van Verordening (EG) nr. 2052/88 van de Raad van 26 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financiële instrumenten (PbEG, nr. L 185) en Verordening (EG) nr. 4253/88 van de Raad van 18 december 1988 tot vaststelling van toepasselijke bepalingen van Verordening (EG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandverlening met die van de Europese Investeringsbank en andere bestaande financiële instrumenten anderzijds (PbEG, nr. L 374);